Strijd van een Keizer tegen een vrouw
He helleveeg maakte
brave menschen wijs
dat hun huis «behekst»
was
TERUG AAN DEN ARBEID
WEET GIJ?
Studenten op stroo
HET ALGEMEEN NIEUWS ÜINSDAG 4 JUNI
Aldus maakte zij zich meester
van al hun geld en kostbaar
heden, om die te... zuiveren
Een ongeloofelijke geschiedenis heeft
zich afgespeeld in het Engelsche plaatsje
Merthyr. Daar was een vrouw, die een
mijnwerker sn zijn zuster ervan wist te
overtuigen, dat hun huis behekst was en
dat den broer een ongeluk zou treffen,
dat hem voor zijn heele leven zou ver
minken. tenzij zij haar eenige ongeluk
brengende voorwerpen en behekst geld
uit de woning lieten wegnemen
Deze verbazingwekkende geschiedenis kwam
aan het licht, toen Lilian Jones, 38 jaar oud,
tot negen maanden gevangenisstraf veroor
deeld werd wegens diefstal van veertig pond
sterling en ander eigendom, dat den broer
en zuster, Walter en Magaret David toebe
hoorde.
De dochters van de verdachte vrouw, res
pectievelijk twintig en twee en twintig jaren
oud, werden wegens medeplichtigheid ver
volgd, doch zij werden van rechtsvervolging
ontslagen.
De zuster van den mijnwerker, een vrouw
van veertig jaar, beschreef, hoe de zaak op
gang- was geraakt. De dame Jones en een
van haar dochters waren op zekeren dag bij
haar in huis gekomen en vertelden, dat vrouw
David nooit gelukkig zou kunnen zijn, aan
gezien het huis, waarin zij met haar broer
woonde door een booze macht bezeten
was.
Als ik niet hier kwam om die macht te
bezweren, zoo ging vrouw Jones verder, zou
God het mij nooit vergeven. Uw broer wacht
een ongeluk in de mijn, dat hem voor zijn
heele leven ongelukkig zal maken. Ik kan dat
van hem afwenden.
Vrouw Jones vertelde vervolgens, dat zij
het noodlot zou kunnen verbannen, als be
paalde voorwerpen uit huis werden wegge
nomen om gezuiverd te worden. Zij tikte
vrouw David op den schouder en zei Er
heerscht een macht hier Daarna raakte
zij eenig aardewerk in het buffet aan.
Een koperen ketting meenemend zeide
vrouw Jones, dat. zij die van alle kwaad zou
zuiveren door middel van een bijzonder soort
poeder. Later verklaarde zij, dat er kwaad
geld in huis was en dat haar aanwijzingen
opgevolgd moesten worden om den ban te
breken.
Vrouw David overhandigde haar toen veer
tig pond sterling, die met een soort zout be
handeld zouden worden en over veertien da
gen teruggegeven zouden worden.
Ik moet als 't ware gehvpnotiseerd ge
weest zijn anders had ik nooit dat geld uit
mijn handen gegeven, verklaarde de vrouw
David aan de rechters.
Juffrouw David vervolgde haar geschiede
nis met te vertellen, dat vrouw Jones ander
maal bij haar was gekomen en gezegd had
dat Walter David geld in zijn vest moest
naaien, om het ongeluk in de mijn te ont
gaan.
Later vroeg zij, of Walter inderdaad haar
aanwijzingen gevolgd had en toen dit beves
tigend werd beantwoord, vroeg zij de vest te
zien. Zij maakte de naden los en haalde ver
scheidene bankbriefjes van één pond uit het
kleedingstuk.
Ook nam zij een gouden horloge weg en zei
tegen vrouw David, dat. zij geld en haar gou
den horloge in een handschoen vereenigd in
haar kleeren moest dragen.
Op dat oogenblik kreeg Walter David den
indruk, dat vrouw Jones hen eigenlijk aan
het berooven was en hi* ging naar de politie
Vrouw Jones verklaarde bij het onderzoek
dat zij onschuldig was en dat vrouw David
haar verteld had, dat zigeuners het huis be
hekst hadden.
Juffrouw David gaf haar drie pond om de
toekomst te voorspellen en de rest, zoo zeide
zij, had zij ten geschenke ontvangen. Zij
ontkende pertinent, dat zij zich ooit op too-
verkracht beroepen had.
Een speuragent vertelde, dat vrouw Jones
al verscheidene malen veroordeeld is wegens
oplichtingen en wegens het gebruik maken
van valsche voorspiegelingen. De geringste
aanleiding was haar genoeg, om iemand de
toekomst te voorspellen.
Gij zijt een buitengewoon kwaadaardige
vrouw, zeide de rechter tegen vrouw Jones.
Gij hebt uw duivelsch vernuft uitgespeeld
tegenover menschen, die eerzame menschen
van de maatschappij zijn en die hard wer
ken en vlijtig zijn.
Vrouw David vertelde achteraf Al onze
droomen zijn in rook vergaan. Wij hebben
verscheidene schulden te betalen en mijn
moeder, die bij ons inwoont is na die heele
geschiedenis erg ziek geworden. Ik weet niet,
wat wij moeten beginnen. Mevrouw Jones
wist erg overtuigend te vertellen. Ik voelde
mij geheel in haar macht en moest gewoon
weg doen. wat zij vroeg* Zij heeft al mijn
spaarcenten genomen en nu hebben we niets
meer
In het jaar 1366 bepaalden de kardinalen
Jean de St. Marc en Gilles Nicolin de Mon
tagu, dat studenten in plaats van op stoe
len of op banken, eenvoudig op stroo moes
ten zitten, dat op den vloer werd uitgespreid1.
Aangezien er in dien tijd niet minder dan
1200 studenten op de betreffende Parijsche
universiteit waren, had men groote hoeveel
heden stroo voor dit doel noodig. In den
regel weid daarom de straat waar het
schoolgebouw lag, dan ook de Stroostraat
^oemd.
fcSWM!
Een schilderachtig hoekje in de Brusselsche omgeving. In dit landelijk kader wiedt een boer zijn bitterpeeënveld, waarvan
de gewassen thans malsch en weelderig schieten. De witloof teelt is een der voornaamste teelten van de provincie Brabant.
Ondergang van Palmyra de stad der palmen
Wanneer ik iemand uit onzen grooten
vriendenkring zou vragenWijs Palmyra
eens aan, dan zou hij raar op zijn neus kij
ken en ik zou hem niet eens kunnen helpen,
dan erbij te vertellen, dat deze schoone stad
een parel van liet. Oosten, vroeger Tadmor
heette, en in de buurt van Damascus lag
Wat een wonder Heel Palmyra is van den
aardbol weggevaagd en slechts een paar
Arabische hutten wijzen de plaats aan, waar
vroeger jaren zóóveel heerlijke bouwwerken
stonden. Was niet de Zonnetempel wijdver
maard om zijn glanzend-wit marmer en bo
den de koele tuinen geen verkwikking aan
wie de hitte der barre Syrische woestijn ont
vluchtten
Toen de Romeinsche heirscharen onder
hun dreunenden tred heel het Westen en
gedeeltelijk het Oosten deden daveren re
geerden over dit juweel, gevat in den roze-
rooden robijn der steenechtige vlakte, koning
Odenathus en zijne gemalin Zenobia.
Odenathus wist zijn rijksgebied uit te
strekken over Arabië en belangrijke stukken
van Perzië, ja hij stond zelfs voor de poorten
van Ispakan, toenmaals der Perzen hoofd
stad. De Romeinen hadden alle respect voor
dezen koenen soldaat. Zij wisten hem tot
een bondgenootschap over te halen en ver
leenden hem den titel van Dux Orientis
«Hertog van het Oosten!» (262 n. Chr.).
Temidden zijner overwinningen viel de dap
pere Arabische prins, wien de Romeinen den
toenaam Augustusgeschonken hadden,
onder de hand van sluipmoordenaars (267).
Zenobia kwam nu a$m de regeering. Haar
onderdanen, die haar vaak in den staatsie
wagen zagen uitrijden, bewonderden haar
fiere gestalte, haar purperen koningskleed en
de schittering harer juweelen. De wijzen
prezen haar kennis van de oude, geleerde
schrijvers, van Plato en Homerus, van Syri
sche en Egyptische letterkunde. Belangrijke
sommen telde de hooge vorstin neer om de
stad der Palmen als hoofdstad van het ge-
heele Oosten, te verfraaien en uit te brei
den. Klaterende fonteinen deden het water
in parelende druppels neerregenen, schitte
rende bouwwerken boeiden het oog van den
opgetogen vreemdeling; de tuinen droegen
een verwonderlijke pracht van planten en
bloemen, zooals nadien misschien nergens
ter wereld meer werd bereikt. De zéér wijze
Longinus, een Griek, stond Zenobia in hare
regeering bij. Weldra breidde het rijk zich
uit tot de oevers van Euphraat en Tigris,
de bakermat van het menschelijk geslacht;
de Middellandsche Zee, de oude wereldzee,
werd zijn grens in het Westen; Damascus en
Antioctiié moesten de opperhoogheid van
koningin Zenobia erkennen.
liet zal omtrent dezen tijd geweest zijn,
dat Cassius Longinus, door zijn mede-geleer-
den betiteld als een levende bibliotheek en
een wandelend museum», het plan opvatte
het koninkrijk Palmyra geheel los te- maken
van het Romeinsche wereldrijk. De gelegen
heid scheen daartoe uitermate gunstig. De
broeder-moordenaar Caracalla, de krankzin
nige Heliogabalus, die zichzelf met de god
heid gelijk stelde, de zwakke Alexander Seve-
rus hadden onder hun bestuur vreeselijken
rampspoed over Rome gebracht. De legioenen
waren niet in staat de Germanen over Rijn
en Donau terug te dringen, de Perzen over
den Euphraat. Gothen en Alemanen maak
ten het den aanvoerders meer dan moeilijk;
de laatsten bezetten zelfs de Italiaansche
stad Ravenna Zenobia volgde den raad van
Longinus op Het geheele Oosten scheidde
zich van Rome af.
Intusschen was Aurelianus (270-275) door
de Romeinsche soldaten «de hand aan het
zwaardbijgenaamd, tot keizer uitgeroepen.
Hij was een beroemd veldheer, die de streng
ste orde in het leger wenschte. Zelfs kleinig
heden werden zwaar gestraft. Zijn eerste
werk was Rome door onneembare muren te
versterken, welke van vierhoekige torens
werden voorzien. Hij rakende met de op
dringende vijanden af en kreeg toen de han
den vrij om zich naar het Oosten te wen
den tot de vorstin, die den helm zoo fier
droeg als een geboren soldaat en die ervan
hield, met haar troepen mee te marcheeren.
Nabij Antiochië kwam het tot een blcedigen
slag. De troepen van Palmyra telden 70 dui
zend man en hadden zeer bedreven ruiters
op hun zijde. De Romeinen waren evenwel
met knotsen bewapend, welke de schilden
der vijanden gemakkelijk verbrijzelden.
Aurelianus schreef aan de tusschenkomst
van den zonnegod zijn moeder was zonne
priesteres geweest de overwinning toe.
Zenobia trok zich terug in de woestijn en
versterkte haar hoofdstad. Zij hoopte op de
Arabieren, welke Aurelianus' troepen veel
afbreuk deden. Ook zou het den Romein-
schen veldheer zeer moeilijk vallen zijn
legioenen in de woestijn aan eten en drinken
te helpen. Palmyra was van alles wel voor
zien en de bevolking van Rome stak den
draak met een imperator, die streed tegen
een zwakke vrouw. Doch de vorst wees deze
lieden terecht met de woorden
Zij, die met geringschatting spreken over
den strijd tusschen mij en een vrouw, mogen
bedenken, dat het onmogelijk is, de krijgs-
voorb6ieidingen op te sommen aan steenen,
pijlen, wapens en werktuigen die deze vrouw
heeft getroffen.
...welke zee het zoutste
water bevat
De zee. wier wateren het grootste
gehalte zout bevatten, is de Doode
Zee.
Honderd liter water houden er niet
minder dan 22 liter zout in oplossing
in. Naar een verslag van het officieel
Engelsch laboratorium is het ivater
van den Atlantisctien Oceaan zouter
dan dit van de Noordzee.
Men heeft in de verschillende zeeën
wetenschappeli-jke proefnemingen ge
daan om den invloed na te gaan van
de concentratie van zou*, op het leven
der visschen.
Het verschil in zoutgehalte van zee
tot zee kan nauwkeurig nagegaan wor
den wanneer men verschillende stalen
van water zoo innig behandelt, dat de
hoeveelheid zout klaar aan den dag
komt.
Men veronderstelt dat de visch, die
gewoonlijk vertoefd heeft in een water
met een bepaald zoutgehalte, door
gaans die stroomingen verkiest, welke
hem voeren naar een water met het
zelfde zoutgehalte. De Middellandsche
Zee bevat slechts 3.8 deelen zout op
100 deelen water; de Atlantische Oce
aan houdt er slechts 3.6 in. De eerste
is dus ietwat zouter dan de tweede.
De Baltischi'. Zee daarentegen bevat
amper 0.5 deelen zout op 100 deelen
water. De oorzaak daarvan moet ge
zocht worden in het feit, dat deze wa
teren voor een groot gedeelte gevormd
worden door gesmolten sneeuw.
De Romeinen konden er niet aan denken
de vesting Palmyra stormenderhand in te
nemen. Ja, hun aanvoerder ging zelfs zoo
ver, dat hij de koninging gunstige voorwaar
den aanbood, wanneer zij zich overgeven.
De kloeke vrouw wilde echter van overgave
niet hooren. Altijd nog rakende zij op de
hulp van haar onderdanen in de provincies,
die evenwel veelszins gemeene zaak met de
belegeraars maakten. In de stad werd het
eten héél krap; toevoer van buiten af bleek
niet meer mogelijk. De strijdbare mannen
zagen nu geen anderen uitweg meer dan de
vlucht. De snelste kameelen en dromedaris
sen werden gezadeld en reeds leek de vorstin
buiten het bereik harer belagers, toen zij
werd ingehaald, gevangen genomen en voor
Aurelianus geleid. Palmyra gaf zich over.
De overwinnaars bevlekten hun naam door
de schandelijkste verwoestingen en moorden,
die zij aanrichtten; de officieren en raads
leden der ongelukkige heersclieres, onder hen.
Longinus, moesten allen met hun leven boe
ten. De vernielde zonne-tempel werd op last
van Aurelianus hersteld. Groote rijkdommen
vielen den vreemden soldaten in handen.
Zenobia dacht er niet aan zichzelf, naar de
gewoonte dier heidensche tijden, den dood te
geven, nu haar macht ineen stortte. Met
waardigheid stond zij voor den imperator,
die haar vroeg hoe zij er toe gekomen was
ongehoorzaam te zijn jegens Rome.
Mijn bedoeling was, zoo luidde het ant
woord, met de vorstin van Gallië Victoria,
een bondgenootschap te sluiten, dat zich
over hel het Westen en Oosten zou uitstrek
ken.
Aurelianus bracht zijn tegenstandster niet
ter dood. Zij moest veeleer dienen den keizer
lijken triomf-tocht binnen Rome op te luis
teren. De gevierde imperator vertoonde den
Romeinen een bont schouwspel, toen hij zijn
intocht deed.
Groote kudden olifanten, ook tijgers en
panters werden meegevoerd. Zij werden
gevolgd door zestienhonderd gladiatoren
(zwaardvechters). Dan kwamen de banieren
op de overwonnen volkeren veroverd, de ju
weelen, gouden en zilveren gebruiksvoor
werpen, staatsiegewaden der Oostersche Ko
ningin. Gezanten van Ethiopië, Perzië, Ara
bië, Indië en China duidden den wijden in
vloed van het keizerrijk aan. Eindelooze
stoeten gevangenen, Vandalen, Gothen, Fran
ken, Galliërs. Syiïërs en Egyptenaren trokken
het kijklustige gepeupel voorbij.
Eindelijk schreed Zenobia aan. Haar hou
ding was nog even statig en fier, als toen zij
nog over het Oosten regeerde. Getooid met
haar vorstelijke gewaden, schitterend van
parels en edelsteenen geleek zijzelve de zonne-
godin. Haar hof-karos reed voor haar uit. Zij
dreigde te bezwijken onder het gewicht van
haar kleinodiën, zoodat een slaaf den gouden
keten moest torsen, die om haar hals was
bevestigd. Gouden boeien omsloten haar don
kere armen. Geen tranen verduisterden den
krachtigen blik van deze vernederde vorstin.
Haar hoofd was gebogen, haar voeten weifel
den niet.
Over haar verder leven kunnen we met
zekerheid weinig berichten. Sommigen zeg
gen, dat zij den val van haar koninkrijk niet
langer wilde overleven en zich dood-vastte.
Waarschijnlijk is het, dat zij haar lot met
gelatenheid droeg. De keizer zou haar een
villa geschonken hebben nabij Tivoli; waar
zij den avond van haar leven, omringd door
haar zonen, zou hebben gesleten.
Aurelianus haar tegenstander, werd dcor
zijn eigen troepen, waarschijnlijk door Eijn
niets ontziende gestrengheid, in Januari 273
nabij Byzantium omgebracht.