liet eiland Corsika
De varkensoorlog
Durandal, hei
beroemdste iwaard
ter wereld
Wetenswaardigheden
Opgeëischt door Italië
bbmni
De opgravingen
van Egnatia
De geboorteplaats van Napoleon en het Eldorado der bandieten
Wie den naam Corsika hoort uitspreken het eiland landden bleef den Engelschen
Mr. rb 1V, X1_ r 1j
HET ALGEMEEN NIEUWS DONDERDAG S JUNI 1940
denkt aan Napoleon, dien geduchten vech
tersbaas der XVIII® eeuw, die daar, zooals
dat heet. het levenslicht aanschouwde en
aan die andere vechtersbazen, de beruchte
en geduchte Corsikaansche bandieten, die
tot voor kort nog het wel hard' betwiste
maar koppig gehandhaafde meesterschap
voerden over het Corsikaansche hoogge
bergte. Het zijn de bandieten die den naam
Corsika mondgemeen maakten en het is nog
niet zoo heel lang geleden dat de kranten
van de heele wereld heele kolommen wijdden
aan de sinistere en bloedige bedrijvigheid
van den bandiet Spada, een man in wien al
de typische deugden en ondeugden van zijn
ras. als het ware hun belichaming vonden
onbedwongen vrijheidszin, hartstochtelijk
heid. ruwheid en luiheid, maar ook gastvrij
heid, gehechtheid aan eigen land en volk.
Corsika is het land waar de hartstochten
hoogtij vieren, waar de rede slechts matig
aan het woord komen kan, en de hand der
halve ontzettend dicht bij het hart ligt. Ven
detta en bloedwraak zijn er dus lang geen
zeldzaamheden. Daarbij komt dat de volks
ontwikkeling er alles behalve een hooge
vlucht heeft genomen, zoodat bij afwezig
heid van natuurlijke en kunstmatige stem
men de passies luider spreken dan voor de
openbare rust en veiligheid noodig of nut
tig is.
Aardrijkskundig behoorr
Corsika tof Italië
Slechts 84 km. verwijderd van de kust van
Italië behoort, het eiland Corsika aardrijks
kundig tot Italië, ofschoon het politiek ge
sproken deel uitmaakt van Fankrijk. Zijn
297.23o imvoners zijn. abstractie gemaakt van
eenige Fransche en Grieksche kolonisten,
van Italiaanschen oorsprong, een omstan
digheid» waarop Italië zich vroeger beroepen
heeft en zich thans nog beroept om het
eiland voor zich op te eischen.
Corsika is met Sardinië verbonden door
een onderzeeschen rug en ook het ruige ge
bergte dat het. binnenland overdekt is duide
lijk de voortzetting van de bergketen die
Sardinië zijn grootsche en tevens heerlijk
woeste uitzicht verleent.
Een luilekkerland
Het zachte aangename klimaat dat over
heel het eiland heerscht en de groote vrucht
baarheid van den bodem bewerken dat de
inwoners, die allen onwrikbare aanhangers
zijn van de thesis der geringste krachtin
spanning, zelfs bij een hoogst slordige be
oefening van het landbouwbedrijf, over een
voldoende hoeveelheid hoven beschikken om
met een gerust gemoed den tijd van het
braak liggen der velden te gemoet te kunnen
zien. Ook al is de oogst geringer dan ver
wacht werd, dan behoeft dit voor de sobere
Corsikanen nog geen aanleiding tot ver
schrikking te zijn want de kastanjeboomen
die op Corsika woekeren als onkruid leveren
altijd een voldoenden voorraad kastanjemeel
om den honger te bestrijden. Van belang voor
de volksvoeding zijn ook de wijnbouw en het
kweeken van citrusvruchten en olijven. De
veeteelt en de zijdeteelt zijn er tamelijk ont
wikkeld en de bosschen die 17 t. h. van den
bodem bedekken leveren dennen-, eiken- en
lookenhout. dat inzonderheid voor den
scheepsbouw van niet te onderschatten be
lang kan worden geacht.
Industrie is er weinig en ook de verkeers
middelen waren er langen tijd meer dan pri
mitief. Thans telt het eiland circa 300 km.
spoorweg en touring cars en autobussen
waarvan vooral de vreemdelingen gebruik
maken, doorkruisen er de schilderachtige
valleien.
niets anders over dan te vluchten.
Frankrijk bleef sindsdien over Corsika
heerschen onbedreigd, tot Italië dat zich
beroepend op de Italiaansche herkomst der
Corsikaansche bevolking, den eisch stelde
dat Corsika bij het Italiaansche rijk zou
worden ingelijfd.
Ook de tijd van de Korsikaansche operet-
ten-bandieten is voorbij.
Ook deze bandieten, die langen tijd de eer
van een romantische beroemdheid genoten,
hebben op den duur hun rol niet kunnen
volhouden en zijn eenvoudige baanstroopers
en vulgaire struikroovers geworden, die voor
de propaganda van het tourisme niet meer
bruikbaar zijn en de sympathie van het volk
verloren hebben.
Bandieten als Bellacoscia en Romanetti,
die letterkundige personages zijn geworden,
bestaan er niet meer.
De huidige bandieten zooals Caviglioli,
Bartoli, Spada en Bomea moordden, beste
len en rantsoeneeren de menschen op de
meest vulgaire manier. En zij deden de laat
ste tijden zoo dikwijls van zich spreken dat
een langer afzijdig blijven van de openbare
macht niet meer geoorloofd was.
Ziehier een kort overzicht van hun laatste
staaltjes.
Eenige jaren geleden presenteerde zich de
bandiet Caviglioli met zijn twee neven, die
sinds jaren de kantons Soccia en Vico terro
riseerden, zwaar gewapend bij den directeur
van een bad-station van Guagno en eischten
van hem 10,000 frank. De directeur betaalde
en raadde zijn gasten aan zich in hun
kamers te barricadeeren en zich niet te ver-
toonen. Een dezer gasten echter, een garage
houder van Ajaccio, kon de bekoring niet
weerstaan uit het venster te gaan hangen om
te zien hoe er de bandieten uitzagen. Hij
kreeg op staanden voet een kogel door het
hart.
Kort daarop legde Caviglioli een hinder
laag aan de gendarmerie, die een beetje te
ijverig was geworden naar zijn goesting.
Dicht bij Bologna werd de auto der gendar
men aan een echte fusillade onderworpen.
Twee gendarmen werden gedood, terwijl lui
tenant Neuvéglisse zwaar gewond werd. De
overgebleven gendarmen slaagden erin Ca
viglioli neer te schieten en de bende te ver
strooien.
De streek van Palneca werd onveilig ge
maakt door Bartoli, hij opereerde op den
grooten weg die langs door Korsika loopt,
vooral in de buurt van Verde, Zivaco eu
Venaco. Bartoli nam destijds deel aan de
afschuwelijke slachting, waarbij drie leden
vart de familie Mancini omkwamen. Eenige
jaren geleden hield hij ook een autocar aan.,
rantsoeneerde de inzittenden en voerde met
zich als gijzelaarster mee de bekende Neder-
landsche letterkundige Miek Jansen.
Voor voornaamste bron van inkomsten
waren voor hem de exploiteerders der post
bussen en der bosschen. Hij was steeds ele
gant gekleed, hij droeg een bruin fluweelen
pak en hooge vlieger-botten. Hij gold alge
meen als de artistocraat onder de struik
roovers. Wanneer gij prefect van Ajaccio
zijt, zoo schreef hij aan den prefect van
Korsika, dan ben ik gouverneur van de kan
tons Zivaco en Santa-Maria-Siche.
UWRiS
tVCTKNG
wtwakL.
c?>
«ÏJTO
KM
ti&hahqy*,
«s.maaa
Op zekeren dag had hij een industrieel
uit Bastia, zekeren Simonetti, verplicht een
groote houtexploitatie in de bosschen van
Palneca stil te leggen. Hij had Simonetti
herhaalde malen geld afgeperst en vroeg een
nieuw onderhoud. Simonetti had langzamer
hand zijn geduld verloren en nam een revol
ver mee. Toen Bartoli zag dat Simonetti niet
zoo gemakkelijk meer marcheerde, stelde hij
hem een wedstrijd in scherpschieten voor
op een door hem aan te duiden doel. Simo
netti, die er zeker van was te worden neer
geschoten, aarzelde niet langer en schoot den
bandiet neer.
Daags na deze gebeurtenis kwamen er dui
zend Fransche gendarmen naar Korsika om
het eiland voor goed te zuiveren. In vier
groepen hebben de gendarmen zich verdeeld.
Twee groepen zijn belast met het opsporen
der bendeleden van de neergeschoten struik
roovers Caviglioli en Bartoli, twee achter
volgen den beruchien roover Spada en den
vroegeren gendarm Bornéa.
André Spada, de luitenant van den beruch-
ten Romanetti, heeft in 1922 een gendarm
doodgeschoten en een brigadier zwaar ge
kwetst. Hij geraakte ook in tweestrijd met
zijn collega Caviglioli en schoot hem een oog
uit. In 1922 verplichtte hij de zuster van
Caviglioli hem te volgen. Toen het meisje in
1925 ontvluchtte en haar intrek nam bij een
handelaar van Ajaccio, zekeren Giocondi,
werden de oom en de zuster van dezen Gio
condi doodgeschoten. Een beetje later doodde
hij zijn eigen luitenant Antonelli. Hij had
er vast op gerekend dat hij de postbusexpioi-
tatie van Ajaccio-Lopigna zou krijgen, doch
toen deze hem bij openbare inschrijving ont
snapte, besloot hij wraak te nemen. Toen de
postauto op zekeren dag met drie gendarmen
en drie reizigers van Lopigna naar Ajaccio
reed, zag deze den weg versperd door een
hoop steenen. De auto stopte en Spada nam
de inzittenden onmiddellijk vanuit zijn
schuilhoek onder vuur. De autovoerder en
twee gendarmen werden zwaar gekwetst.
Spada had zich een huis gebouwd dat hij
Punta (punt) heette en van waar hij
den heelen omtrek kon overzien. Naast dit
huis had hij een fort gebouwd, dat altijd
zijn droom geweest was.
Evenals de Italiaansche regeering den
strijd tegen de bendeleiders op Sicilië, de be
ruchte Maffia, aanbond, zoo geschiedt dit
thans door de Franschen tegen de vijanden
van het gezag.
Corsika's politieke wederwaar
digheden
De oorspronkelijke bewoners van Corsika
behoorden tot den Ligurischen volksstam.
Later maakten de Carthagers zich van het
eiland meester maar moesten het na den
eersten Punischen Oorlog afstaan aan de
Romeinen. Dit gebeurde rond het jaar 238
vóór Christus. Goedschiks lieten de Corsi
kanen zich het Romeinsche juk niet welge
vallen maar het verzet baatte weinig. In 456
werd het eiland veroverd door de Wandalen
en, nadat deze in 533 door Belisarius ver
dreven waren kwam het beurtelings onder het
gezag van de Grieken en de Goten. Begon
dan voor Corsika een soort leenroerig tijd
vak waartegen in 1002 de inwoners in verzet
kwamen. Na allerlei wederwaardigheden werd
het eiland in 1084 door de Genueezen ver
overd. In 1735 verwierf baron Theodoor von
Neuhoff zooveel invloed dat hij door de be
woners tot koning werd uitgeroepen. Hij
werd verdreven door de Franschen. Na den
aftocht der Franschen kwamen de Corsika
nen echter opnieuw in opstand en de Senaat
benoemde in 1755 Pasquali Paoli tot gene
raal. Hij bracht, het zoover dat de Genueezen
en de Franschen weldra niets meer in bezit
hadden dan Bastia en nog enkele zeeplaat
sen.
Wijl zij alle hoop op een herovering van
het eiland hadden opgegeven stonden de
Genueezen het eiland tijdelijk af aan den
koning van Frankrijk. Gedurende de Fran
sche revolutie op het einde der XVIII" eeuw
werd Corsika een Fransch departement dat
zijn afgevaardigden naar de nationale con
ventie zond. Paoli kwam naar zijn vaderland
terug doch zoodra hij door het schrikbewind
ontboden werd naar Parijs riep hij het volk
to wapen, kreeg hulp van Engeland en be
werkte dat het eiland zich aan de Engelschen
onderwierp die het een onderkoning gaven.
De Fransche invloed won echter meer en
meer veld en toen in 1796 de Franschen op
Een stad van vóór Christus
Onder de auspiciën der provincie Brindisi
zijn aldaar opgravingen begonnen van de
oude stad Egnatia. Omtrent den oorsprong
van deze duizendjarige Japidische stad ver
haalt de geschiedenis weinig. Bekend is, dat
Egnatia, van Japidischen oorsprong (de Ja-
pyden waren een volksstam van Illyrië) ach
tereenvolgens overging naar Messapië (Apu-
lië of Calabrië), naar Peucetia (Apulië) en
vervolgens naar Rome, dat de plaats tot een
rijke ruilhaven met den Levant maakte. De
ligging kan thans worden vastgesteld op de
kust der Adriatische Zee tusschen Brind'isi
en Bari. op ongeveer acht kilometer afstand
van Fasano, rondom een grooten muur, die
zich geweldig en loodrecht uit zee verheft en
de scheiding vormt tusschen de provincies
Brindisi en Bari. In de nabijheid van dien
muur zijn de overblijfselen zichtbaar van
den Acropolis en waar deze bijna altijd het
centrum der oude stad vormde, vermoedt
men. dat Egnatia bedolven ligt in het gebied
der beide provincies.
Gedurende de verschillende tijdperken der
geschiedenis was deze plao 's een zeer belang
rijk centrum, zoowel uit artistiek, als com
mercieel en toeristischs oogpunt. Op 't gebied
der kunst wegens de bizjondere ceramiekpro-
ducten. die ruimschoots werden uitgevoerd,
evenals door de schildersschool, die prach
tige fresco's heeft voortgebracht. Op commer
cieel gebied' schijnt Egnatia de ware markt
te zijn geweest voor den ruilhandel met het
Oosten. Van het toeristisch leven getuigen
Strabo, zoowel als Horatius en Plinius. Het
verval van Egnatia begon met de verovering
van Macedonië, waarmede de opkomst van
Brindisi aanving, en verergerde gedurende
de twisten tusschen Caesar en Pompejus.
Toen Horatius in Egnatia vertoefde in
38 v. Chr. was de plaats in uitgesproken
staat van verval. In 544 gedurende de Go-
thische invasie was zij reeds verlaten en ten
slotte door den inval der Saracenen in 832
verwoest. Gezien de belangrijkheid om de
Een keer in de heele geschiedenis is het
gebeurd, dat varkens de oorzaak van een oor
log zijn geweest, die dan ook in de kronieken
als de Varkensoorlog te boek staat.
Het geschiedde in de 17de eeuw, dat de
vrije Hanzesteden Liibeck en Hamburg zich
vreeselijk opwonden, omdat de hertog van
Saksen-Lauenburg niet meer wilde toestaan,
dat de Hamburgsche en Lübecksche slagers
hun varkens in het Sakische Woud met
eikels vetmestten. Dat was een heel oud
privilege uit den lijd, toen de twee genoemde
steden als leden van de Hanzebond nog erg
machtig waren, doch die macht was in den
Dertigjarigen oorlog (1618-168) danig ge
taand. Daarbij kwam, dat het land van den
hertog van Saksen-Lauenberg zelf geducht
van de krijgsverrichtingen had geleden en
daarom besloot hij in 1680, de varkens uit
het Noorden niet meer in zijn bosschen toe
te laten.
Vooral de Hamburgsche slagers waren dol
van woede over dit besluit en inderdaad be
sloot de vroedschap van hun stad, 500 man
soldaten naar het land van den weerbar-
stigen hertog te zenden. Die kroop haastig
in zijn schulp en elf jaar lang ging alles
weer goed. Toen echter wilde de hertog op
nieuw een einde aan het privilege der Hanze
steden maken en ditmaal liet hij zelfs een
aantal Hamburgsche en Lübecksche varkens
door zijn mannen grijpen en wegvoeren.
Waarop in Hamburg en Lübeck 400 ruiters
hun paarden zadelden en spoorslags Zuid
waarts reden. Gelukkig kwam het niet tot
een veldslag tusschen de vijandelijke strijd
krachten. want wederom gaf de hertog toe.
De troepenmacht der Hanzesteden had het
verlies van één gewonde te betreuren. Een
der ruiters werd namelijk door zijn strijdros
uit de zadel geslingerd en brak daarbij een
kuitbeen.
Zoo eindigde de Varkensoorlog
oude stad weer aan het licht te brengen,
heeft men van Brindisi uit 'n weg aangelegd
die naar de overblijfselen van Egnatia leidt.
En in verband met de groote Wereldtentoon
stelling van 1942 worden de opgravingen van
Egnatia met spoed voortgezet.
Een oude legende vei haalt ons, dat keizer
Karex de Groote op zekeren dag op onver
wachte en wonderbaarlijke wijze in het bezit
kwam van een zwaard, dat vele eeuwen te
voren gesmeed was door Galand, den knap-
sten smid, dien de Germanen ooit gekend
hadden.
Tot zijn ni;t gennge spijt mocht c:e Kei
zer het prachtige wapen echter nitt zélf be
houden. Het zwaard werd hem namelijk ge
geven op de uitdrukkelijke voorwaarde, dat
hii het zoo spoedig mogelijk ter hand stellen
zou aan zijn dappersten aanvoerder.
Hoewel het keizerlijke leger vele, moedige
soldaten telde, was de keuze toch niet moei
lijk, want iedereen erkende hetnie
mand was zoo dapper als Karei s neef. Ro
land. En deze kreeg dan ook het kostbare
zwaara, dat van dat oogenblik af Durandal
genoemd werd
In tegenstelling met deze legende vertelt
een andere geschiedenis, dat ridder Roland
zijn zwaard niet van Karei den Grooten ent-
vangen heeft, doch het tijdens een hevig ge
vecht veroverde op den zoon van het Arabi
sche opperhoofd Agolant.
Welke dezer beide lezingen de juiste is,
valt natuurlijk niet uit te maken en het doet
ook weinig ter zake. Hoofdzaak is dat Ro
land eigenaar werd van het zwaard Duran
dal, dat zoo kunstig vervaardigd vas, dat
het de zeldzame eigenschap liad van on
breekbaar te zijn.
Met dit zwaard in de vuist heeft de on
verschrokken Roland zijn keizer die vele
oorlogen te voeren had onschatbare dien
sten bewezen.
Roland was zóó aan zijn zwaard Durandal
gehecht, dat hij de gedachte niet verdragen
kon. dat het na zijn dood in andere en
misschien wel vijandelijke handen zou
overgaan. Hij heeft daarom toen hij zijn
einde voelde naderen in het dal van Ronce-
val waar hij tegen de Moren een hope-
loozen slag geleverd had gepoogd zijn
dierbaar zwaard tegen de rotsen in (weeën
te slaan. Maar tevergeefsch Want Düvan-
dal was. zooals een Middeleeuwsch dichter
ons meedeelt, tè sterk en Roland's kracht
te gering
Roland stierf en wat er van Durandal ge
worden is weet men niet. Maar in de histo
rie is hét blijven voortleven als het beroemd
ste zwaard, dat ooit door een krijgsman ge
zwaaid werd.
Hoeveel haren heeft de mensch?
Een belangrijke vraag, voor sommigen al
thans. Maar eerst wilde ik u nog een andere
vraag voorleggen, die heel vreemd schijnt,
maar waar velen het antwoord op schuldig
blijven. Zouden er twee menschen op de we
reld gevonden worden die precies evenveel
haren hebben
Eenige geleerden hebben met behulp van
instrumenten het aantal haartjes op een
vierkanten duim geteld en zijn na allerlei
berekeningen en schattingen tot het resul
taat gekomen, dat een blond hoofd gemid
deld 143.000 haren telt, een donker hoofd
maar 105.000, terwijl menschen met rood
haar met een kleine 30,000 tevreden moeten
zijn. En nu vraag ik nog eens zouden er
wel twee menschen gevonden kunnen wor
den, die precies evenveel haren hebben
De langste autoweg
De langste autoweg ter wereld bezit Zuid-
Amerika. Deze enorme verkeersweg, die een
lengte van 3600 kilometer heeft, begint te La
Guaira in Venezuela aan de Karaïbische Zee,
snijdt vervolgens de waterscheiding tusschen
Venezuela en Columbia en loopt vervolgens
via Quito, de hoofdstad van de republiek
Ecuador, naar Guayaquil, in deze zelfde re
publiek aan de kust der Stille Zuidzee ge
legen.
Reeds de oude Egyptenaren
kenden het tanden trekken
De tandartsenijkunde is al heel oud reeds
in Egypte waren beroepstandartsen, die kie
zen trokken en plombeerden.
De vulling geschiedde uitsluitend met goud
en ter verfraaiing werden de tanden zelf ook
wel met een dun laagje goud bedekt.
Van kiezentrekken hadden de oude Egyp
tenaren echter een grooten afkeermen
schijnt daarbij dan ook niet heel zachtzin
nig te werk zijn gegaan.
Ten minste, als een der straffen in de oud-
Egyptische rechtspleging staat voor misda
digers het kiezentrekken vermeld.
Men had ook middelen tegen kiespijn, die
ons ietwat wonderlijk aandoen, o.a, een
mengsel van wierook, asch en bilzenkruid.
Nog onsmakelijker is het middel, dat Plinius
ons aan de hand doetde schedel van een
aan hondsdolheid gestorven hond wordt fijn
gemalen, dit poeder vermengd met een soort
olie en het papje daarna in het oor gedrup
peld. Volgens de oude Romeinen was het een
probaat middel.
Bliksemstralen feilen
Hoeveel bliksemstralen men tijdens een on
weer kan tellen, hangt natuurlijk groot deels
van het onweer af. Ergens in Stiermarken
schijnt eens een man aan het tellen gesla
gen te zijn en toen heeft hij bij een onweer
van drie kwartier 465 stralen geteld, de dub
bele en drievoudige heeft hij voor één gere
kend.
Dit is heelemaal niets bijzonders iemand
heeft eens 200 bliksemstralen in 5 minuten
geteld en weer een ander in Zuid Chili 3000
di laatste man stelde ook het hoogste aantal
voor een bepaalden tijd 541 per uur, 244 per
kwartier, 16 per minuut.