Voor wanneer sportmeetingen? HOE HARTELIJK 01 BELGISCHE VLU5M- TELMGEN IN 1914 IN HOLLAND WERDEN ONTVANGEN Cor Wals heeft werk, en vooral in het buitenland WEET GIJ? 'J Een familie-krant René Gabriels is ongedeerd Nieuws van Kaers, Hendrickx, De Lathouwer, de De Loor's, Michaux, enz. Vissers kon bijtijds België bereiken, na den Omloop van Katalonië Een vergelijking met de ontvangst in Frankrijk in 1940 HET ALGEMEEN NIEUWS DONDERDAG 6 JUNI 1940 SPORTNIEUWS In Holland wordt gevoetbald en worden koersen betwist In België is het een kwestie van dagen Ook in België wordt het leven genormali seerd. Een normaal leven, dat sluit dan in zich en vooral hier te lande het gewoon dagelijksch leven met sportmeetingen en al zijn vertakkingen, zooals vergaderingen, sportavonden, enz. Het leven eischt zijn rechten op, zouden we haast kunnen zeggen. Eén van die rech ten, waarop de massa aanspraak maakt, is de uitoefening van sporten, het wezen dan velokoersen, voetbalwedstrijden, boks- of worstelkampen en dies meer. De praktische Hollander heert ons trou wens het voorbeeld gegeven. Vorige week, ja vorige week reeds, werden in Holland ver schillende velodromwedstrijden betwist eil volgens ingekomen berichten zou er zelfs een baamvedstrijd, de ronde van Amsterdam ge reden geweest zijn. We vernamen verder dooi de radio, dat er meerdere voetbalwedstrijden gspeeld werden en dat er een zeer kokette opkomst vastgesteld werd. We kunnen zulks een verheugend ver schijnsel noemen. Hoe eerder het leven zijn klassiek uitzicht terug krijgt, hoe meer ook het gruwelijk oorlogsspook gemanteld wordt. Naar het voorbeeld van 1914-1918 Zij die deze regelen lezen, zullen er zich wellicht niet veel van herinneren, omdat een groot percent der sportrubrieklezers, tot de half-jongere of jongere generaties behooren. Zij die echter in 1914 reeds aan sport deden we moeten er ons helaas ook bijrekenen zij die dus reeds van jaren zijn, weten wel licht nog. hoe in Vlaanderen b. v. Cesar De Baets den scepter zwaaide, in de oorlogsja ren. Vooral op Gentbrugge was De Klêen onklopbaar en hoe dikwijls hebben honder den sportliefhebbers, tijdens de zwoele zomer avonden hun geestdrift uitgeschreeuwd, wanneer Cesar lijk een zwaan over de piste zweefde, ter verovering van een ronde voor sprong. Want destijds waren de koppelkoer- sen nog niet in de mode en bestond de hoofd schotel bijna altijd, uit een koers op eigen kracht. En in het Antwerpsche was het de padde stoel-vlug opkomende Alois De Graeve, die op Garden-City, de menschen begeesterde tegen de Tyck's, Bamps, enz. Ook de ploeg De Belder-Verbercht (het Bakkerke van Niel) maakte te dien tijde opgeld. Het was een uiterst gevaarlijke ekiep ook. In het Brabantsche bestond toen nog de pist van Linthout. Te Brussel ging men zelfs zoover, een zesdagenkoers in te richten. Alle dagen werd er zes uur gereden en weet ge wie eindoverwinnaar werd Van Hauwaert- Van Bever Ziehier trouwens den volledigen uitslag dier eenigste oorlogszesdagen. 1. Van Hauwaert-J. Van Bever; 2. R. V. d. Berghe-Spiessens; 3. M. Buysse-V. d. Velde: 4. Leviennois-Van Inghelgem; 5. Otto-Desmedt; 6. Rielens-Vandaele. Die Desmedt was een Brusselsch mekanie- ker, de latere ploegmaat van Louis Eyckmans, een buitengewoon treinlooper, die later het uurrekord van België op zijn naam bracht. En die Vandaele was niemand anders dan Jef Xandaele, baankampioen van België, een crack uit de omstreken van Moeskroen. die heel den oorlog politieagent geweest is, te Brussel. Boks- en worstelkampen Vooral Brussel en Antwerpen hebben tij dens den vorigen oorlog een zeer bedrijvig boks- en woistelleven gekend. Toch mag Ant werpen gerust aan de spits gesteld worden en dat natuurlijk omdat er op dat oogen- blik daar juist, verschillende lokale vedet ten, uit den grond werden gestampt, Jef De Paus, de latere zwaargewichtkam pioen van België, en Piet Hobin. die vijf ja ren kampioen van Europa zou bl'jven en ne gen nationale wereldtitels zou winnen, lever den in de Sporting-Halle beroemd gebleven gevechten. En Laurent. Gerstmans, die in 1914 be roepsworstelaar geworden was, omdat er ab soluut geen liefhebbers-tegenstrevers meer te vinden waren, leverde in de oorlogsjaren ge vechten, vooral met den beroemden Omer de Bouillon, die thans nog met verteedering door de getrouwen van de mat worden aan gehaald. Laurent werd een eerste maal gevloerd in Grieksch-Romeinschen stijl, na 1 u. 15 min. Enkele weken later nam hij zijn weerwraak, na een uur 20 min. De beslissing draaide uit op een match nul. Omer zoowel als Laurent waren twee faire en hardnekkige worstelaars en ze be sloten een tweede beslissende reeks aan te nemen Ze duurde 3 u. 20 minuten en toen werd de strijd stil gelegd, zonder dat een der worstelaars erin gelukt geweest was, zijn tegenstrevers op beide schouders te spijke ren. Brussel en Luik moest zich ontberen, van Cor Wals, die tijdens den voorbijen winter, vooral veel in het buitenland gereden heeft, heeft thans weer opnieuw veel vraag. Hij teekende dertien kontrakten in Duitschland alleen. Het is zelfs niet onmogelijk, dat hij er zich voor een tijdje zal vestigen, om las tige en kostelijke verplaatsingen te voorko men. Wals bevindt zich op dit oogenblik in extra conditie. Eigenlijk heeft hij de oefening nooit onderbroken. De kontrakten die hij te vervullen heeft, zijn van allerlei aard, zoo wel stayerskoersen als ploeg- en individueele wedstrijden Ook Jan Pynenburg, die er niet aan denkt het rijden vaarwel te zeggen, heeft de oefe ning hernomen en zit met meerdere kontrak ten op zak, vooral op Hollandsche banen. Wat Slaats betreft, die zich te Buenos- Aires bevindt daarvan konden we tot nog toe geen nieuws krijgen. ...wanneer men begonnen is met het slijpen van den diamant De Bruggeling Lodewijk van Ber- ghén, levend in de tweede helft der I5e eeuw, werd langen tijd beschouwd als de uitvinder van het diamantslij- yen, maar ten onrechte, zooals de na- vorschingen der laatste jaren hebben uitgewezen. Immers, onder de juwee- len van Lodewijk, hertog van Anjou, levend tusschen de jaren 1360 en 1407, werden reeds geslepen diamanten aan getroffen. De kunst van het slijpen maakte vooral vorderingen in het jaar 1407, dank zij de begaafdheid van een gewoon werkmanHerman genaamd, wiens methode geperfectionneerd loer den door bovenvermelden Lodewijk van Berghén. Eduard Marshall in Arizona, is de oprich ter van een familiekrant met een heel aar- digen oorsprong en ontwikkeling. Mr. Mar shall was vader van 13 gehuwde zonen, die hij eenige jaren niet had geschreven, noch gezien. Toen besloot hij d<)or middel van een orief, die hij ver veelvoudigde op een hectograaf, hen al len eens te vertellen hoe het met hem ging. Het resultaat was. dat hij van ver schillende zonen ant woord kreeg, waarbij van eenige het ver zoek cm met deze manier van infor- meeren door te gaan en uit te breiden met inlichtingen over de geheele familie. Hij werd dus een soort fa milieredacteur en op bepaalde tijden zorg den alle familieleden er voor, dat de kopij voor het volgende nummer in het bezit van papa was. Deze primitieve circulaires groei den uit tot een regelmatig verschijnende courant Marshall's Family Journal waarvan de oplage van maand toi maand toenam en tegenwoordig ook gekocht en gelezen wordt door menschen, die niets te maken hebber, met de familie Marshall, maar eenvoudig om dat het een prettige krant is. +-++ René Gabriëls, die ook verplichtend uitge weken was hij viel tusschen de kategorie van 16-35 jaren heeft enkelé hachelijke standjes meegemaakt in Vlaanderen, o.a. te Deinze, waar hij in zeer benarde positie's heeft gezeten. Gelukkig is alles goed afgeloopen, en heeft hij door toedoen van een zeer hoog geplaatst Duitsch officier, Antwerpen kunnen berei ken. Gabriëls is reeds volledig herzet van al zijn emoties en zal eerlang de oefening her nemen. Constant Le Marin, die op dat oogenblik reeds in de Karpathen in Oostenrijk vocht, met het Belgisch expeditiegroepje, dat naar Rusland gezonden werd en waar Constant trouwens, een zeer zware kniewonde opliep. Op dit oogenblik leven we nu in nagenoeg dezelfde omstandigheden als in 1914. Ge zult het zien nog enkele weken, en het sportle ven herneemt zijn rechten. We kunnen niet anders dan het goedkeu ren, omdat, voor onze menschen, sport een onontbeerlijke behoefte geworden is en om dat ze onvermijdelijk een welgekomen afwis seling zal brengen, op al het naargeestige, van den oorlogstijd. Het meeste deel onzer gekende renners, is ofwel gesneuveld ofwel... gefusiljeerd Ware het niet zoo treurig, het zou plezierig zijn. Enfin, ook zij, zoowel aks zooveel letterkun digen en kunstenaars, hebben den tol moe ten betalen, van hun eigen beroemdheid. Gekende personaliteiten vallen natuurlijk altijd eerst als slachtoffer hunner beroemd heid. Karei Kaers is blakend van gezondheid Spijtig genoeg is zijn villa te Merksem lee- lijk gehavend uit... den strijd gekomen. Het moet bij Karei treurig gesteld geweest zijn Gelukkig dat de overheid spoedig ingegrepen heeft, of ei ware wellicht nog weinig van over gebleven. Mon De Lathouwer, die met gebroken schouderblad was weggebracht, Albert Hendrickx, de twee De Loor's en zooveel an dere renners, ook Stanneke Lauwers, bevin den zich te Brasschaat Polygoon en stellen het opperbest. Ook Willy Michaux is gaaf en gezond. Volgens de algemeene berichten, zal de wie lersport slechts geringe verliezen te betreu ren hebben. De vluchtelingen, hier bedoeld, kwamen meest uit Belgisch-Limburg en aangren zende streken. Maar de val van Antwerpen in October 1914 en de hernieuwde instroo ming van vreemdelingen stelde de regee ring nog voor geheel andere eischen en pro blemen. Zij begreep dat ten volle en had daarom nog vóór de verovering van Antwer pen aan alle commissarissen der koningin de opdracht gegeven om zooveel mogelijk in alle gemeenten de mogelijkheid van onder dak voor de vreemdelingen te scheppen. Dat was noodig, omdat anders de zuidelijke pro vinciën overstelpt zouden worden en blijven met onoverzienbare drommen van Belgen, waarvoor men onmogelijk ter plaatse zou kunnen zorgen: het was dus noodzakelijk deze groepen over het geheele land te ver spreiden. Hoe noodzakelijk dat was, bleek al spoedig, toen den 7 October en volgende da gen de Belgen bij troepen over onze grenzen kwamen. Het was een schier eindelooze stroom, die zich over wegen en velden van Noord-Brabant en Zeeuwsch-Vlaanderen uit stortte en het verkeer volkomen in de war bracht; men schatte het aantal der ramp zalige Belgische vluchtelingen in die veel bewogen dagen in Noord-Brabant op een half-millioen, in Zeeuwsch-Vlaanderen op iets minder. De bevolking in twee provincies werd dus op korten termijn met niet minder dan bijna een millioen menschen vermeer derd: vooral Berg-op-Zoom en Rozendaal waren nn weinige dagen meer dan over- gevuld. Een geluk bij een ongeluk was het, dat ook een geheele kolonie Belgische spoor wegambtenaren op bevel der Belgische re geering naar het Nederlandsche grondgebied de wijk nam: op gelijk bevel namen zij een groot deel van het rollend materiaal mede. De bedoeling was duidelijk genoeg: de Bel gische regeering wilde zooveel mogelijk man nen en materiaal aan de Duitsche vijanden onttrekken om deze den opmarsch en later de administratie en het bestuur van het ver overde land niet al te gemakkelijk te maken. Een en ander ander kwam Nederland bij de verzorging van de Belgische vluchtelingen goed te pas: door de elf Belgische locomo tieven met vijf tot zeshonderd spoorwagens, bediend door Belgisch personeel zelf, kon de verspreiding der vluchtelingen over het. ge heele land zeer worden vergemakkelijkt. Maar natuurlijk bleef het vervoer van deze tienduizenden menschen ook aan de Neder landsche spoorwegen zeer zware eischen stellen; geen wonder, dat in deze dagen het spoorwegverkeer hier en daar wel eens in de war liep. Goede hulp hebben de autoriteiten in deze overstelpend drukke dagen ook verkregen van de gemobiliseerde krijgsmacht, die in het zuiden des lands was geconcentreerd en dus op de drukke punten onmiddellijk be schikbaar was. Materieel konden de militaire autoriteiten zorgen voor brood en andere levensmiddelen, voor dekens en andere dek king; ook bij het vervoer der vluchtelingen bewezen de militairen goede diensten en na tuurlijk in het algemeen voor de handhaving der orde in de overvolle steden en dorpen. Men krijgt daarvan een denkbeeld, als men zich herinnert, dat Bergen-op-Zoom met 16,500 inwoners werd bezet met 100,000 vluchtelingen: Aardenburg had 25,000 Bel gen, waarvan er 10,000 bleven. Axel had op momenten 30,000 vreemdelingen te verwer ken. Zoo was het eigenlijk overal. Men herinnert zich nog, dat Ritservelde, Van Espenhout en Ward je Vissers, bezig wa ren, den Omloop van Katalonië te betwisten toen de oorlog uitbrak. Niettegenstaande alle moeilijkheden, werd de Omloop toch voortgezet. Van Espenhoufc won trouwens den zevenden rit nog, nadat hij behendig opgetrokken geweest was, door Vissers. De drie Belgen eindigden op de eereplaatsen. De officieele uitslag kunnen we niet meedeelen, omdat hij door de inrich ters niet meer officieel kor meegedeeld wor den. Het werd toen een kwestie van leven en dood voor de Eelgische ienners om terug Bel gië te bereiken. Toch gelukte het hen. Vissers was reeds te Brasschaat, vóór den aftocht van het Belgisch leger. Ward en zijn familie zijn thans reeds terug te Brasschaat en niettegenstaande hij aan huis en meube len zeer ^eel schade heefr geleden, is zijn moraal niet geschokt Ward denkt er ernstig aan, eerlang ?e gaan stayeven. Dit jaar ai eszins nog. Wij nemen van Mr. Van Zanten een citaat over uit het verslag van het provinciale comité van Zeeland dat den toestand dei- eerste weken bijzonder duidelijk weergeeft: De wegen raakten opgepropt met de vluchtende massa's: de grensdorpen vulden zich tot geen plaatsje onbezet en al maar hooger op stuwden zich de' menschen- stroomen, tot zij bij Walsoorde en Temeuzen den oever der Schelde bereikten en niet ver der konden. Booten voeren overkropt vol over; naar de vrachtbetaling werd niet meer gevraagd, maar duizenden moesten terug gewezen worden op de landingsplaatsen. In middels voeren honderden schepen, stoom- booten en rijnaken en Belgische spitsen de Wester-Schelde af, allen opgepropt met vluchtelingen, en zochten een veilige lig plaats *te Hansweert, Terneuzen, Vlissingen en andere havens. In Zeeuwsch-Vlaandc-ren ontstond aldra groote nood; de communica tiemiddelen over de Schelde lieten niet toe onmiddellijk daarin afdoende te voorzien en wanhopend liet de toestand zich zelfs aan zien, toen de booten in beslag werden ge nomen voor de overname en intemeering der Belgische en Engelsche militairen. In die dagen zijn langs Clinge, St. Janssteen, Koe wacht en Sas van Gent ruim vijf en een half honderd duizend vluchtelingen binnengeko men en indien dan toch haast geen enkele dier honderd duizenden waarlijk gebrek heeft geleden, dan is dat te danken aan de geheele bevolking, die huis en hof, provisiekast en voorraadschuur ter beschik king stelde van de vluchtelingen. Zoo was het in Zeeuwsch-Vlaanderen: zoo was het in Noord-Brabant; zoo was het overal, waar de Belgische vluchtelingen aan kwamen en werden ondergebracht. Wij zagen boven, dat het van den aanvang af doel matig werd geoordeeld en ook stellig nood zakelijk was de Belgen over geheel ons grondgebied te verpreiden. Dat is ook ge beurd: de volgende cijfers geven daarvan een denkbeeld. Omstreeks half October was aan 719,000 vluchtelingen huisvesting ver leend in 831 van de 1120 gemeenten van ons vaderland, waarvan aan 410,000 in 176 ge meenten van Noord-Brabant, 156,000 in 103 gemeenten van Zeeland, 57,000 in 122 ge meenten van Zuid-Holland, 34,000 in 90 ge meenten van Noord-Holland, 28,750 in 96 ge meenten van Limburg, 12,800 in 66 gemeen ten van Gelderland, minder dan tienduizend in elk der overige provincies. Uit deze cijfers blijkt tweeërlei. Vooreerst zijn de zuidelijke gewesten, met name Noord- Brabant. en Zeeland, het zwaarst belast ge bleven met vluchtelingen; naar het noorden nam de dichtheid der Belgische bevolking geleidelijk af. Ten andere is het duidelijk, dat het getal der vreemdelingen reeds half October 1914 met ongeveer een vierde was verminderd. Dat was een natuurlijk gevolg van een even natuurlijke oorzaak, het ophou den der paniek, die honderdduizenden Belgen de grenzen over had gedreven. Wie 't karak ter van een paniek vermag te doorgronden, kan zich den aard en het karakter van den Belgischen schrik begrijpen, toen de Duit- schers hun woonplaatsen begonnen te run deren. België had gedurende meer dan tacïn tig jaar geen oorlogsgeweld op zijn ipQOd- gebicd aanschouwd: een duidelijke vöomel- hng had men daarvan niet. (Wordt voortgezet)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Algemeen Nieuws | 1940 | | pagina 7