DE PAUSELIJKE TIARA Een woord over de Baan-koersen, tijdens den oorlog 1914-1918 Een Ronde van Duitschland in 1940? Van het Antwerpsche Voetballersfront I HET ALGEMEEN NIEUWS DINSDAG 11 JUNI 1S40. ORTNIEUWS Flup Thys was de groofe uitblin ker op de baan Veel menschen verkeeren in den waan, dat er tijdens den vorigen oorlog, absoluut geen baankoersen betwist werden. Ze bedriegen zich. Natuurlijk, dat zoo onmiddellijk na het uitbreken der vijandelijkheden, geen klassie kers ingericht werden. Maar naarmate het meer en meer stellingsoorlog werd, ontstond ook de zucht naar wielerwedstrijden. En ver mits de uitvoeringsmogelijkheden gemakke lijker werden, kwam het er ook van en in Frankrijk zelfs, werden in 1917 en in 1918 verschillende klassiekers betwist. Daarover hebben we het, in eerste lijn. Nadat in 1916 enkele koersen van lokalen aard waren verreden in den Midi en in het Zuiden, werd er in 1917 besloten Parijs-Tours in te richten. Een gansche schaar gekende renners verschenen aan den start. Een heel deel frontsoldaten waren tusschen hen o.a Flup Thys van Anderlecht, die reeds twee ronden van Frankrijk op zijn aktief had plus één voor onafhankelijken want Thys was bij het vliegenierskorps ingelijfd, als we het ons goed herinneren. Thys kwam in sprint met Godevier en Christophe en won zonder veel moeite. Korts daarna, werd Tours-Parijs gereden en het was De Ruyter die zegevierde vcor Noël een Franschman en Jusseret, die eigenlijk de leerling was, van den rijkbegaaf den De Ruyter. In 1918 werden de twee wedstrijden op nieuw ingericht. Mantelet won Parijs-Tours voor Gazalis den zoon van den huidigen aankomstrechter van de ronde van Frank rijk en voor Alexis Michiels, een Fran- schen Brusselaar. Tours-Parijs werd hauts les mainsge wonnen door Flup Thys vóór Mantelet en den stayer Georges Sérès, die voor de gele genheid zijn heroptreden op de baan had ge daan. Er werden achter het front neg meerdere andere koersen betwist waarin Van Lerber- ghe, Masselis ciie een Parijs-Bourges won Stochelynck, Steux enz. zich terdege wis ten te onderscheiden. Ook in Italië deed Thys zich gelden In Italië hééft het baanwézén eigenlijk nooit stil gelegen. De ronde van Lombardye b.v. werd nooit onderbroken. In 1915 won Bel- loni. In 1916 was het Torricelli, de latere stayer, die reeds bijna tien jaren overleden is. In 1917 deed Flup Thys een zegevierende ver plaatsing en in achttien hernieuwde Gaëta- no Belooni zijn overwinning. Een groot, een zeer groot renner geweest, die eenduimige Belloni, want zijn linkerduim had hij verloren, bij een ontploffing in een munitiefabriek in 1915, waarin hij werkzaam was. Belloni ging lange jaren mee en stond nog flink zijn man toen hij 42-43 jaren oud was. Als hij in 1915 de r. v. Lombaidije had gewonnen en in 1918 nog eens, dan kwam hij tien jaren later, in 1928 dezen Italiaanschen klassieker nog eens winnen. Merkwaardig nietwaar Belloni won trouwens in 1917 ook Milaan- San Remo, en in '18 Milaan-Modena, dat het jaar te voren door Oscar Egg was gewonnen. De groote Constante Girardengo wel licht de kompleetste rijder, die ooit reed, won in 1918 Milaan-San Remo en het zal de le zers misschien wel eenigzins verbazen, dat de groote Gira, tijdens den oorlog niet meer van zich deed hooien. De reden is heel eenvoudig. Constante was soldaat en ingelijfd bij de Bersagliëri ofte cyclisten-bergtroepen. En die mannen, gene- ralissime Cadorna. bestendig noodig, om het hoofd te kunnen bieden aan de Oostenrijk- sche troepen, waaruit natuurlijk rechtstreeks volgde dat ze weinig vrijaf hadden, om te oefenen. Van de oudere garde treffen we Corlaïta en Galetti ook nog aan in de uitslagen van sommige koersen, maar toch waren Belloni en Girardengo reeds van in den oorlog de hoofdfiguren. En na den Wapenstilstand zou zulks nog veel sterker geprononceerd naar voren komen. Wat we bij gelegenheid wel zullen aantoonen. Ook in Duifschland werd er gekoerst- op de baan, maar op metalen banden In 1915 reeds werd er een Berlijn-Kottbus ingericht en het was de latere gekende piste- renner Bauer, die zegevierde, iets wat hij nog eens deed, in 1916. Dat jaar waren ook de liefhebbers van de partij en het was de thans nog steeds op de bres staande Tietz een echt klasman, die eerst over de meet kwam. Intusschentijd was, aangezien het énorme verbruik aan caoutchouc, door het leger be slag gelegd, op heel den voorraad en... zells dat zou het koersen niet kunnen stilleggen. Vrij spoedig werd er een soort metalen... band uitgevonden. Een band was het niet, een stel van veeren. dat de snelheid wel ver minderde. maar dat eigenlijk toch nog tame lijk goed berijdbaar was. In 1918 werd de proef gewaagd en Erich Aberger, die bijna heel den oorlog in Wcst- Vlaanderen had gevochten en die reeds van jaren te voren, als een zeer knap baanman bekend stond, zegevierde. In 1919 werd de proef hernieuwd en Rosel- len won ditmaal Later natuurlijk als de handel en de in voer weer vrij werden, verdwenen de metalen jantebeleggingen en kwamen de caoutchouc tubes terug in de mode. Men heeft wel eens van Duitschland ge schreven, dat de wielersport er eigenlijk niet gevulgariseerd is en niet zóó populair. Toch werden er, zelfs in de benardste tijden, nog proeven ingericht, iets wat eerder op het te genovergestelde zou wijzen. Uit goede bron hebben we vernomen, dat de ronde van Duitschland positief doorgaat dit jaar en dat de Belgische, Hollandsche, Zwitsersche en Italiaansche renners zullen uitgenoodigd worden. We kunnen natuurlijk, in deze abnormale omstandigheden, weinig vooruit zeggen, maar verbazen zou het ons geenszins moeten doen. In Duitschland is de sport meer genationa liseerd; men maakt er een zekere reklaam mee en van dat standpunt uit bekeken, zou men er precies zoo erg niet hoeven over ver baasd te staan, dat zij ook op dat gebied eens iets zouden willen presteeren, wat in de naburige landen, tot het onmogelijke zou beliooren. Afwachten en hopen dat enkele onzer ren ners er kunnen naartoe gaan! Martin Van den Broeck verblijft te Lokeren Er is weer een Antwerpsch beroepsrenner terecht gekomen. Martin Van den Broeck, van Merksem, die in Vlaanderen krijgsge vangen genomen werd, verblijft op dit oogen- blik te Lokeren en wordt eerstdaags te Ant werpen verwacht. Ook de juniors Ballinckx en Hotag zijn gaaf en gezond weergekeerd. De beroepsrenner Albert Francken, van Westmalle, die in dezelfde compagnie als Hendrickx diende, is ook gerapatrieerd. Een rondrit in de Antwerpsche voetbalwe reld bracht ons menigvuldige verheugende vaststellingen. Aanhoudend botsten wij op gelukkige bruingebrande tronies van naar- huis wedergekeerde spelers, natuurlijk dat dit diende gevierd of hingen wij aan de lippen van hunne familieleden, die het wel aan de steenen zouden vertellen hoe zielsge lukkig zij zich voelen nieuws te hebben ontvangen. Best overloopen wij club per club en schie ten wij in gang, niet echter zonder er u nog maals op attent te hebben gemaakt dat al leen met berichten van de bron zelf wordt uitgepakt en onmeedoogend elke men zegt werd geweerd. Bij Beerschot won de nieuwe midden-voor Grey Thijs met een halven dag voorsprong de koers der ca tegorie van 16 tot 35 jaar. op René De Vos en de Witte Van Hoeck. Raymond Braine zal weliswaar Middelkerke lang in het ge heugen dragen, maar kwam ongedeerd terug boven water evenals de Krol Van den Bosch en Tuur Ceuleers. Evenals Piet Meulde- mans die reeds het bezoek van de andere Piet zijn eenzelvigheidskaart vermeldt De Jongh mocht begroeten. Soi Gommers heeft nu eens het verschil ondervonden tus schen een stadhuiswoeter en een landlooper terwijl Charley Van de Wouwer spijts een baard waarover hij elk oogenblik dreigde te struikelen veilig in het Billard-Palace zijn her opt reden kon vieren. Weinig of niets te melden Bij Tubantia tenzij dat de back Staf Dockx en Edward De Vries er heel erg op uit zijn om binnen kort hun clubmakkers terug te zien, want met twee... ja, kan men wel een belotteke speien, maar toch niet voetballen. Bij Antwerp F. C. noteeren wij den aanvoerder van ons natio- Meer en meer wordt het kleine verlies dat het wielrijderskomps ondergaan heeft, een werkelijkheid. God zij dank naai elftal. Bob Paverick, naast Remi Van Wouwe, Frans Peeraer, Bert d'Hollander, Ruthgeers, Denis Vets, Jan Tops Fille en Louis Bastin, Van den Audenaerde bij wien. het nog al goud is dat blinkt. John Van der Haeghen, die van vader John een echte baanrenner gemaakt heeft, terwijl de vier De Dekens zich eens te meer solidair hebben getoond. Bij Berchem Sport heeft deze gelukkige solidariteit eveneens hoogtij gevierd, en op een paai* tijdelijke uit zonderingen na staat alleman aan dek. Berke en Stan De Hert die eiken avond in het Nachtengalen-Park op voetbaltraining trek ken, maar ik die niet wist dat een voetbal ook rokken draagt. Van het Park gespro ken, daar sepant Jefke Staelens de kroon en dag aan dag wordt daar geshot dat de boo- men er druipen van het zweet. Leon Aer- noudts en Broer Van de Ven, Jef De Graaf, Neel de Vos en Soi Van Nuten, allen geel zwarten die niets beter vragen dan zoo vlug mogelijk op het veld te mogen verschijnen zoowel als Pelske dat voorkomt als een Spaansch nobelkind met een pekzwarte per manente geschraagd door een kastanjekop. De Antwerpsche voetbalconsuls t.t.z. de Sinjoren die buiten hun stad de kleuren van nadere clubs verdedigen, zijn eveneens goed vertegenwoordigd. Jef Willems, van Eendracht-Aals, signaleer de men aan den toog van een snoepwinkel; Stan Joacim hield het ras der buffels in eere. De vertegenwoordigers van Meenen pak ken uit met Beer Caerts, en het jongste uit het nest Mielke Spiessens. Alles eveneens wel aan boord bij Jules Diels, René Bosmans van R. C. Lokeren, Louis Somers van C. S. Halle. Frans Lippeveldt van Club Ronse en Rik Pieters van Racing Van Kesbeeck. De familie Ker.sse melde ons eveneens het blijde nieuws dat de Gantoise-boy René een lang epistel liet geworden met een gezond- heidsbulletijn dat in orde was. Alvorens dez2 regelen verschijnen zal er weer een heel klad nieuwe gezichten te ver melden vallen. Wij houden u op de hoogte. Het is niet met zekerheid bekend, op welk tijdstip de Pausen de Tiara aannamen. Het staat echter vast, dat zij eerst tegen het einde der Middeleeuwen, in den vorm, waar in wij ze nu kennen, ontstaan is. Haar oorsprong is te zoeken in een hooge mutsvormige hoofdbedekking, zooals die door de oude Perzische Koningen en Priesters ge dragen werd. Men noemde die toen Mitra en deze Mitra vormde later het teeken der Bisschoppelijke waardigheid. Paus Constan- tijn zou deze in het begin der 8e eeuw voor het eerst gedragen hebben. In dien tijd werd zij algemeen door de Byzantijnsche waardig- heidsbekleeders gebruikt. Zeker is het wel, dat de Paus deze hoofdbedekking alleen aange nomen heeft met het doel om de groote be- teekenis die het Pausdom reeds toen bezat, ook naar buiten uit te bewijzen. Het typische der tegenwoordige tiara ech ter, de drievoudige kroon, droeg zij in dezen tijd nog niet, zij was enkel de witte muts die Byzantijnen. In de 10e eeuw kwam de eerste kroon erbij, onder welken Paus dit geschied de is niet bekend. Waarschijnlijk diende zij als onderscheiding voor den Bisschop van Rome, wiens aanzien en macht in tusschen buitengewoon gestegen was. De tweede kroon werd in het begin der 13e eeuw door Paus Bonifacius VIII, de derde in de 14e eeuw op last van Paus Benedictus XII vervaar digd. De drievoudige kroon, waaruit de Tiara van dien tijd af bestaat, wijzen op de drie voudige Pauselijke macht. Uit den tijd van Benedictus stamt ook de plechtige kronings formule. die de Kardinaal-deken bij gelegen heid der Pauskroning uitspreekt en waarin deze drievoudige Pauselijke macht geformu- leert wordt Ontvang de tiara, versierd met drie kronen en vergeet nooit, dat Gij zijt de vader van alle vorsten en koningen, het Opperhoofd der geheele aarde, de plaatsbe- kleeder van Jezus Christus In het museum van Avignon worden nog enkele overblijfselen van de eerste tiara, ver sierd met drie kronen, bewaard. Sinds den tijd van Benedictus XII is de Tiara, in haar essentieele deelen, niet meer veranderd, al was de vorm en de versiering verschillend naargelang den smaak der tij den. Zoo ontstond uit de kleine en eenvou dige Mitra, zooals die in het begin gebruike lijk was, langzamerhand de prachtige Tiara, die met kronen versierd werd. In de Mid deleeuwen had zij eenigszins het model van een helm. maar toen de wereldlijke heer schappij der Pausen meer en meer op den achtergrond trad voor hare geestelijke macht, vei an derde zij in de Tiara van den nieu we ren tijd en krvep een cylindrischen vorm Van oudsher hebben de Pauselijke kronen om haar rijkdom van goud en edelgesteenten de bewondering en de verbazing der volkeren gewekt Maar het schijnt dat aan deze kroon een wisselvallig lot verbonden is tijdens de verwoesting van Rome is zij eens verloren ge gaan, terwijl zij een andere keer als buil in de handen van Napoleon I kwam. De eerste Paus. die de Tiara tot een groot pronkjuweel maakte, was Paulus II, Barbo di Venezia. Kardinaal Egilio da Viterbo zegt van deze kostbare tiara Hij <de Paus), kocht een groote Mitra van onschatbare waarde en versierde haar met een overvloed van de kostbaarste edel gesteenten. Zoo, in al haar pracht, werd zij aan het volk vertoond en aller oogen werden verblind door de schitterende stralen. Van toen af w*»rd de buitengewone groote Mitra Regno genoemd. Canesio vult dit bericht aan met de opgave van de waarde die dit stuk vertegenwoordig de de tiara werd geschat op een waarde van meer dan 300.000 scudi 1.500.000 goud lives). Maar door al het goud en de edelge steenten werd de tiara zóó zwaar, dat de Paus haar niet dragen kon. Hij liet derhalve een tweede, een lichtere maken, die even eens rijk met kostbaarheden versierd was en een waarde had van 180.000 gouden scudi. Met deze tweede tiara is het hoofd van Pau lus II der beroemde buste van Bellano in het Palazzo Venezia gek: md. Verschillende Pausen nebben later nog eigen Tiara's, die hun beter pasten, laten ver vaardigen. Toen Leo X de Tiara van Jan Julius II niet dragen kon, omdat zij veel te zwaar was, bestelde hij een zeer lichte. Deze was vervaardigd uit pauwenvederen en zeer fijne gourjon blaadjes en slechts met zeer weinig, doch uiterst zeldzame edelstee- nen versierd. Toen kwam de plundering van Rome, de bekende Sacco di Roma Benvenuto Cellini vertelt Paus Clemens sloot zich met Cavalierino en mij in een ka mer op., zij legden de tiara met al haar ju- weelen uit de Camera Apostolica voor mij neer en Hij gaf mij het bevel om ze alle uit het goud te breken, waarin ze gezet waren. Ik deed het. Toen wikkelde ik de steenen ieder afzonderlijk, in een stukje papier en wij naaiden ze toen in een kleedingstuk van den Paus en genoemden Cavalierino. Toen gaven zij mij al het goud dat ongeveer 200 pond woog en bevalen mij, dat in 't geheim te begraven, als ik er kans toe zag. Benvenuto Cellini voerde het bevel uit, maar het schijnt dat er toevallig eenige stee nen uit die tiara in zijn eigen zak terecht gekomen waren, want spoedig daarop was hij van vele groote zorgen ontheven. Zoo ging er 'in een verborgen kamer van den Engelenburcht, onder angst en verwar ring een schat van kunst en onschatbare waarde voorgoed verloren. Door een onverwachte gebeurtenis kreeg Paulus III het middel en de gelegenheid om de verdwenen Tiara in al haar pracht te herstellen. Toen men in 1544 een der groote pilaren voor den St. Pieterskoepel van Mi chel Angelo zette, vond men het graf van Maria, een dochter van Etilichos, de gemalin van keizer Honorius, die zij in het jaar 398 met al de edelsteenen en juweelen en dat was een schat die zij bezat, daar ter plaatse, waar n de St. Pieter staat, had la ten begraven. De Paus nam de juweelen en liet er een heerlijke tiara uit vervaardigen d:e tevens versierd was met de leliën van het Huis van Farnese. Clemens VIII liet een tiara vervaardigen van 300.000 scudi; eveneens Urbanus VIII. En haast alle opeenvolgende Pausen hebben dezen Pauselijken schat met zulke kostbare kronen verrijkt. Allen werden echter overtroffen door Pi us VI. die niet alleen de tiara's van Paulus III, Clemens VIII en Urbanus VIII liet verande ren, en vernieuwen, maar er ook zelf een liet vervaardigen bij zijn Romeinschen juwelier Carlo Sartori en deze tiara wordt door zijn tijdgenooten als een wonder van kunst ge noemd. Cancellieri zegt b.v. in een beschrij ving, dat. de tiara drie brillanten van onge wone grootte, 36 middelmatige en kleine, 24 zeer groote exotische steenen, 24 Oostersche saphieren van buitengewone grootte, 24 ony xen en een menigte parelen droeg die alle tezamen eeii onschatbare waarde vertegen woordigden, op de punt rustte een wonder bare smaragd, waarop zich een diamanten kruis verhief. Ook dezen Tiara was, evenals de andere, die bij de plundering van Rome verloren ge gaan was, een treurig lot beschoren. Wat de Napoleontische storm, die over Italië ging, daar uitrichtte, meesleepte en vernielde, is maar al te goed bekend, om nog in bijzonderheden vermeld behoeven te wor den. De Tiara werd van hare versiering be roofd en met andere gouden voorwerpen, hei lige vaten, kelken, monstransen, opgesmolten en van Rome naar Parijs gebracht. Daardoor was de Pauselijke schat zóó ver minderd. ja, haast vervallen geraakt, zoo dat Pius VIII bij zijn verkiezing tot Paus, een provisorische Tiara moest laten maken, ver vaardigd uit stof en valsche steenen, op kar ton bevestigd. Spoedig echter schonk de edel moedigheid der geloovigen aan de Pausen weer nieuwe en rijk versierde tiara's. Zoo kon men thans de Tiara bewonderen, die konin gin Isabella van Spanje aan Pius IX schonk; verder nog een, die het bisdom Parijs Leo XIII aanbood en nu heeft het Aartsbisdom van Milaan Pius XI een nieuwe Tiara ge schonken, die w:aarlijk prachtig en overeen komstig de eeuwen-oude traditie buitenge woon rijk en schitterend is. Deze Tiara be staat uit een zilverstof, die over een onder laag van stijf vilt getrokken is. Drie rijk be werkte gouden banden, en drie kronen slin geren zich vond de tiara. Ieder van deze gou den banden is omzoomd door twee rijen pare len, waartusschen rijke versierselen van goud en edelgesteenten aangebracht zijn. Boven op de spits staat een gouden, met blauw erna ijle Ingelegde globe, die een kruis met diamanten draagt. Afgezien van het goud en zilver, is deze Tiara versierd met 450 parels, 146 edel- steenen van de meest verschillende kleuren; het kruis bestaat uit 11 brillanten. De Pauselijke kronen, die tegenwoordig in de Pontificale schatkist van het Vaticaan be waard worden, bevonden zich vroeger in de Sa Ia del Terno scha tkamer van den Engelenburcht, waar men thans nog de zware eikenhouten kisten met ijzeren sloten kan zien, waarin Sixtus V geld en kostbaarheden opsloot. De Tiara werd gedragen bij Pauselijke ce remoniën, die buiten den godsdienstigen Ri tus liggen. Bij liturgische plechtigheden draagt de Paus als Romeinsch Bisschop slechts de eenvoudige Mitra.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Algemeen Nieuws | 1940 | | pagina 4