door
HEDWIG COURTHS-MAHLER
15
KORTE INHOUD
IAIN A
li HET ALGEMEEN NIEUWS WOENSDAG 12 JUNI 1949
Het fraaie en rijke landgoed Dorneck
wordt thans bewoond rioot de oon Stetnach'8.
De sedert 3 jaaitengevolge van een val
van het paard aan beide beenen verlamde
Herman von Steinach is daar met zijn
vrouw en hun pleegdochter Diana von Dor
neck, die de eigenlijke meesteres is
van Dorneck, komen wonen op ver
zoek en bij testamentaire beschikking
van Diana s vader Bobo von Storneck, die
Diana na den dood van haar ouders onder
de lioede van goede vnendewilde achter
laten, vooral met het ooq op zijn eenigen
bloedverwant, een neet, wiens levenswijze
en huwelijk met een vrouw van slechte re
putatie, slechts zijn veraenting inboe
zemde. De pogingen van dezen neef.
om zich na den dood van Diana's
vader op Dorneck op te dringen, waarbij hij
geen middelen te slecht vondmislukten.
Diana wordt door roodvonk aangetast en
de vrees dat die neef zijn rechten als eenig
erfgenaam zou doen gelden bij den dood
van Diana, brengt haar tot het besluit Lo-
thar, den eenigen zoon van de von Steinach's
te huwen waarmede deze en zijn ouders, na
aanvankelijk vele bezwaren, tenslotte in
stemmen.
Na Lothar's vertrek naar Zuid-West-Afrika
ireedt een plotseling herstel in van Diana en
door een steeds drukkere briefwisseling
groeit van weerszijden een diepere verhou
dingwaarvan ztj echter tegenover elkaar
nog niet openlijk blijk geven.
Op een feest bij het huweltjk van een jon
gen luchtvaarder, Koenraad Haszler met
Hilde Wollman, maken Dora Sanders en
Susanna Waliner, Diana's beste vriendinnen
kennis met een oud studievriend van Diana'
man Lothar. Dr Alexander Heinzius en zijn
broeder Hans.
Tusschen Dora en Alexander eenerzijds en
Susanna en Hans anderzijds groeit allengs
een meer dan gewonen vriendschapsband die
al spoedig uitloopt op de verloving van Su
sanna met Hans Heinzius
Na het winterverblijf te Berlijn komt Dia
na terug op Dorneck waar zij de komst ver
beidt van haar man en intusschen gedeelte
lijk de leiding van haar bezittingen over
neemt van haar tante Brigitte.'
Gij moet op Dorneck ook iedereen in het
geweer roepen.
Dat spreekt en ik ga ook op het dak
staan.
Ja. ja dat moet ge doen.
En oom en tante zullen er ook plezier
in hebt>en. Zij luisterden met groote belang
stelling, toen ik van ons bezoek aan de bal-
lonloods vertelde.
Natuurlijk. Het is ook iets, wat niet
iedereen beleeft- En nu kan ik er toch op
rekenen, niet waar, dat ge u gereed houdt
Zoodra het luchtschip hier voorbij gekomen
is, halen we u met den auto af en dan gaat
het als de wind naar Gotha. Gelukkig, dat
er weer eens iets gebeurt. Het werd hier al
weer zoo vervelend op Buchenau En de tijd
tot Pinksteren wil maai met omkomen.
Is het er dan bij gebleven, dat de ge
broeders Heinzius met Pinksteren naar Bu
chenau komen
Ja, Susanna en haar ouders komen na
tuurlijk ook. Zij wi! zich zoo graag, als ver
loofde aan ons laten zien
Diana sloot Dora in haar armen. «Blond
je ik weet al wat er met Pinksteren ge
beuren zal.
Dora hield haar blozend den mond dicht.
Zwijg dat behoort tot de dingen, die
men niet moet aanraken zeide zij
schelmsch.
derende krachtuitdrukking na de andere op
naar het langwerpige, slanke vaartuig.
Het ging nu in een grooten boog nog eens
over Buchenau en Dorneck heen, zoo laag,
dat van beneden heel duidelijk de werking
der schroeven zichtbaar was en het zoemen
de geluid der motoren gehoord kon worden.
Toen sehoot het weder lijnrecht door de
lucht. Nog een laatste groet met de sirene
en snel ging het verder, op Gotha toe. Spoe
dig was het voor de verbaasde oogen verdwe
nen.
Diana had evenals Dora, op het dak ge
staan. Nu haastte zij zich om gereed te zijn
voor den rit naar Gotha. Nauwelijks had zij
hoed en sluier bevestigd, of zij hoorde reeds I
den horen van den Buchenauer auto en zij
ijlde de trappen af. Tante Brigitte was juist
met oom Herman voor het huis aangekomen,
toen de auto voortreed. Zij was geheel uit
haar gewone doen door emotie en oom Her
man was eveneens zeer enthousiast. Als het
niet om oom Herman geweest was, zouden
geen tien paarden tante Brigitte er van af
gehouden hebben om mee te gaan naar Go
tha om het luchtschip van nabij te bewon
deren. Nu echter zinspeelde zij niet eens op
dezen wensch. Wat haar man niet kon. genie
ten, wilde zij ook niet hebben.
Diana nam nu een hartelijk afscheid van
voortrijdenden auto en na een nogmaals her
haald afscheid reden zij weg.
Alexander had nog den allerlaatsten blik
van Dora opgevangen en die jonge oogen
hadden elkander in allerijl nog veel lieis
gezegd.
Het was in de eerste dagen van Mei en
Bloeimaand scheen dezen keer haar naam
alle eer te willen aandoen. Met zonneschijn
en bloesemgeur was het begonnen. De vogels
zongen zoo helder en jubelend, alsof zij de
uiterste kracht van hun kleine keeltjes moes
ten beproeven en de boomen en struiken had
den hun frisch groene gewaad weder aan-
k Spreekt ge soms uit ondervinding
plaagde nu Dora.
Diana werd bloedrood en haar gezicht
kreeg een pijnlijke uitdrukking.
Ik verzoek u mij geheel buiten spel te
laten, Dora. Er zijn dingen, die men niet
moet aanraken.
Dora greep verschrikt naar haar handen
Vergeef mij. het was niet kwaad bedoeld
Ik had dat niet moeten zeggen. Wees maar
weer goed op mij.
Snel verzoend dwong Diana zich tot een
glimlachje. Ik heb niets te vergeven, Dora.
Gij kunt het niet helpen, dat ik op dat punt
zoo gevoelig ben; dat komt alleen maar door
de omstandigheden. Maar laten we dit blij
ven. Ge hadt toch zeker nog meer nieuws
te vertellen
Ja. natuurlijk. Nu. denk eens aan. schat,
morgenmiddag tegen drie uur zal het lucht
schip van Seifert en Schubert over Dorneck
en Buchenau vliegen.
Verbaasd keek Diana haar aan.
Niet mogelijk
Toch wel. Het is heusch waar. De reis
gaat naar Gotha en dan komen zij bijna
hier voorbij En nu maken zij een kleinen
omweg
Kijk eens aan Zou het nie'. doctor Hein
zius geweest zijn, die dezen omweg voor
gesteld heeft
Misschien was het uw vereerder wel,
overste Kroner, die het zoo geschikt heeft,
plaagde Dora.
K Nu. laten we daar maar nie: om twisten.
Ik vind het in ieder geval verrukkelijk, dat
zij ons dit plezier doen. Weet ge ook welke
heeren. die we kennen, de reis meemaken?
Zeker, Susanna heeft mij alles haarfijn
geschreven. Nu. daar hebt ge de gebroeders
Heinzius, overste Kroner, doctor Haszler
met zijn Hilde. die tegenwoordig dol is op
zulke luchtuitstapjes. En nu nog het mooiste
van alles morgenavond zullen wij hen al
len ontmoeten in een hotel in Gotha. Wel
is waar slechts voor enkele uren, maar ik
vind het toch heerlijk. We gaan per auto.
Ge gaat toch mee r
Als ge my wilt meenemen, graag.
Dat spreekt immers vanzelf. O. Diana,
wat heeft mijn hart -verschrikkelijk geklopt
toen ik het las. Heel Buchenau heb ik op
stelten gezet. Alles wat beenen en oogen
heeft zal morgen op stap zijn en de lucht af
zoeken. om te zorgen, dat het plechtige
oogenblik ons niet ontgaat. Ikzelf zal met
een knecht op het dak staan en zoodra het
luchtschip in het gezicht komt, moet de
knecht zoo hard als hij kan de vlag heen
en weer zwaaien, zoodat zij het daarboven
kunnen zien. Denk ge, dat zij het zullen
zien
Natuurlijk zien zij het zij kijken na-
timrlijk uit.
Nu kwam mevrouw Sanders terug, ge- !?aar °°m en tante en stapte in, zich naast
na Oon nmrinninfli. an agnH'uinlnn fnnnnnUn
volgd door een knecht, die een Engelschen
theewagen naar binnen reed. Dadelijk daar
op kwam ook de heer des huizes terug. Hij
verontschuldigde zich, dat hij ongekleed
aan de thee verscheen.
O. u behoeft zich volstrekt niet te ver
ontschuldigen, papa Sanders. Ten eerste be
hoor ik tot de familie en ten tweede on
der ons. landbouwkundigen, zijn plichtple
gingen overbodig zeide Diana schertsend.
De heer Sanders klopte vaderlijk op haar
handje.
Ik had al gehoord, dat ge tegenwoordig
zelf meehelpt aan de inspectie op Dorneck.»
Slechts een weinig, omdat het voor tan
te Brigitte wat zwaar werd.
Ja, ja. Een patente vrouw, uw tante Bri
gitte ik heb menige practische raadgeving
aan haar te danken en aan den neer von
Steinach ook. Wat zoudt ge ervan den
ken, Doortje, als gij eens in de voetstappen
van ons mevrouwtje Diana trad en ook uw
voelhorens eens uitstrekte om te ieeren wat
een aanstaande landgoedeige.iares al weten
moet
Dora kuste hem lachend.
«Ik geloof, dat ik een hopeloos geval ben.,
papa. Ik kan niet eens rogge van tarwe on-
derschetden.
Dat is wel te leeren, Doortje. En als ge
niet zorgt, dat ge mij gauw een schoonzoon
brengt, die een deel van het werk van mij
overneemt, dan zult ge er zelf aan moeten
gelooven. Ik ben ook al een erg oude heer.
Och. loop, vadertje. Coquetteer nu niet
met uw ouderdom. Gelukkig kunt u het nog
tegen den jongste opnemen. En wat den
schoonzoon aangaat nu daar zullen we
het volgende jaar nog wel eens nader over
spreken gaf Dora lachend tot bescheid
Daarop kwam men over de gebeurtenissen
van den volgenden dag te praten en er werd
ijverig over gedebatteerd.
Dien volgenden dag was heel Buchenau
en heel Dorneck op stelten Men zag
slechts menschen, die met uitgestrekte lij
ven rondliepen. Iedereen hield, reeds uren
lang vóór den bepaalden tijd uitkijk naar
het luchtschip.
Dora had werkelijk dadelijk na tafel op
het dak post gevat en een knecht stond
naast haar bij den vlaggestok op haar beve
len te wachten.
In Dorneck had men oom Hei-man op een
groote weide gereden, zoodat hij een zoo ver
mogelijk uitzicht had. De oude heer was bui
ten zichzelf van vreugde dat het hem nog
vergund was met eigen oogen een bestuur
baar luchtschip te aanschouwen. Tante Bri
gitte was niet minder enthousiast dan hij
en sleepte alle binocles en verrekijkers aan,
die er in Dorneck maar te vinden waren. Zij
zorgde er voor. dat haar man echt gemak
kelijk in zijn rolstoel lag en had voor zich
zelf naast hem een patent-ligstoel laten
plaatsen. Afwisselend alle kijkers gebrui
kende zochten zij nu beiden den hemel af
en debatteerden daarbij levendig over de toe
komst van een eventueele luchtvloot.
Enkele minuten over drieën kwam het
luchtschip werkelijk in het gezicht. Het we
der had niet- gunstiger kunnen zijn. Door
het gouden zonlicht omvloeid bewoog het
zich op zijn baan, rustig en zeker, geen me-
getrokken.
Diana was de velden op geweest; een rij
knecht nam zij tegenwoordig niet meer mee.
Zij gevoelde zich volkomen veilig in haar
kleine rijk en vond het veel prettiger om
alleen door de bosschen te dwalen. Voor van
daag was zij met haar werk gereed en liet
daarom haar paard stapvoets gaan. Droo-
mend, de geheele wereld om zich heen ver
getend, keek zij voor zich uit. Haar gedach
ten verwijlden bij den man wiens naam zij
droeg.
Sedert weken was er geen bericht van Lo
thar gekomen. Het laatst had hij slechts
zijn ouders medegedeeld, dat hij het tijd
stip van zijn aankomSt niet precies wilde
opgeven, om hen niet te verontrusten, ais
hij er misschien eens niet op dat juiste oogen
blik zou zijn.
Op een goeden dag In Mei zal Ik thuis
zijn en voorbereidingen zijn immers niet
noodig had hij geschreven.
Diana wist in ieder geval, dat hij zich
midden April te Swakopmond had willen in
schepen en zij zag nu met de grootste be
langstelling de scheepvaartberichten na. Vol
gens haar berekening kon hij reeds in de-
eerstvolgende dagen thuis zijn en de gespan
nen verwachting liet haar geen rust meer.
Zoo diep was zij in haar droomerijen ver
zonken, dat zij het geruisch niet vernam van
naderende voetstappen, welke bovendien nog
door den weeken woudgrond gedempt wor
den.
Op het smalle voetpad, dat naast den rij
weg door het woud liep en van de stad di
rect naar Dorneck leidde, kwam een groote,
slanke man aangewandeld. Hij droeg een grijs
reispak met kniebroek en pet. Zijn slanke
gestalte bewoog zich licht en elastisch, hoe
wel hij. als hij van de stad kwam, reeds een
flinke wandeling achter den rug had. Zijn
pet had hij ver van het voorhoofd wegge
schoven en uit zijn staalblauwe oogen. die
van ondernemingsgeest tintelden, vlogen zijn
stralende blikken over de voorjaarspracht
van het woud.
Met diepe teugen ademde zijn borst de
kruidige, warme voorjaarslucht in. Zijn baar-
zij dien avond tusschen al de anderen af- deloos gezicht, welks scherp-geteekende trek-
scheid nam. zeide zij zacht Tot weder- 1 ken onophoudelijk van uitdrukking verander
de van opwinding en aandoening trappelen
de Dora neerzettend. Dadelijk ging het er in
flinke vaart op los.
Twee uren later ontmoette men te Gotha
de luchtschippers. De begroeting liet aan
hartelijkheid en levendigheid niets te wen-
schen over. Alleen Alexander Heinzius en
Dora waren opvallend stil, maar daarente
gen hadden hun oogen des te meer te zeg
gen. Helaas was hun bijna geen enkel onge
stoord oogenblik geschonken en zij konden
haast niets samen spreken, zonder dat het
door de anderen gehoord werd. En zoo bleef
ook deze keer het belangrijkste ongezegd.
Maar op een onbewaakt oogenblik kon
Alexander toch vragen
Heeft het u een weinig genoegen gedaan,
dat we over Buchenau gevlogen hebben me
juffrouw
Zij knikte blozend. Erg veel genoegen
Ik had het haast niet kunnen doordrij
ven fluisterde hij.
Haar oogen schitterden. Dus hebben wij
het aan u te danken, doctor
Hij keek haar met een stralend gezicht
aan.
Met een gelukkigen glimlach keek zij tot
hem op.
En dat heeft u niet vergeten
Geen enkel woord van alles, wat u tot
mij gesproken hebt
Hier werden zij gestoord, maar in Dora's
hart zong het van geluk en vreugde. En toen
ziens met Pinksteren op Buchenau
Hij kuste haar heimelijk de hand.
Ik verheug mij onuitsprekelijk op dit
wederzien.
Ik ook Als een haast onhoorbaar ge
fluister klonk dit in-zijn oor.
Vliegt u morgenochtend weder over Dor
neck terug, overste vroeg Diana aan over
ste Kroner.
Neen, mevrouw. Op de uitreis zijn wij
reeds een weinig van onzen koers afgeweken
om Buchenau en Dorneck in vogelvlucht te
zien.
Maar nu moet u het ook eens spoedig
op den beganen grond bezoeken, zooals de
gewone stervelingen dat plegen te doen. U
zult op Dorneck zeer welkom zijn.
Ik houd u aan uw woord, mevrouw
Ik zal dan de foto's meebrengen, die wij
vanuit den ballon van uw bezittingen ge
maakt hebben.
Heusch O, dat vind ik erg prettig.
Hij kuste haar de hand.
Alleen maar om die foto's, geachte me
vrouw
Diana lachte schelmsch.
Neen ook om het bezoek zelf, over-
st.
Hans Heinzius had inmiddels eenige woor
den gewisseld met Dora's ouders ejj Dr
Haszler en diens vrouw. Hilde Haszler zag
er frisch en bloeiend uit en haar man liet
lachend al zijn witten tanden zien, toen me
vrouw Sanders hem een complimentje maak
te over zijn moedig kleine vrouwtje.
O. Hilde zou het liefst altijd mee opstij
gen, als het maar kon zeide hij trotsch.
En mevrouw uw moeder, mevrouw Woll-
ter van den vastgestelden koers afwijkend, ma nn, hoe staat die tegenwoordig tegenover
Laag. zoo laag als maar mogelijk was.
zweefde het over het huls Buchenau en de
sirene klonk als een groet door de lauwe
voorjaarslucht.
Van louter opwinding had Dora vergeten
den knecht bevel te geven met de vlag te
zwaaien. Hij greep er echter uit eigen be
weging naar, doch struikelde daarbij en viel
zoo lang hij was op het platte dak. Spoedig
was hij echter weder op de been en zwaaide
nu uit alle macht. Dora wuifde juichend
met haar zakdoek en zond de eene be won-
zulke uitstapjes wendde de oude dame
zich nu tot Hilde.
Zij plachte vergenoegd. Mama heeft zich
reeds" een weinig gerustgesteld en papa zou
reeds lang eens mee naar boven gegaan zijn,
als mama zich maar niet zoo daartegen was
blijven verzetten. Maar dat wordt nog wel
beter en ik zal het wel beleven, dat papa ons
nog eens vergezelt. Misschien geeft mama
er dan wel de voorkeur aan om ook maar
mee te gaan.
Nu stegen de Sandersen en Diana in den
den, was sterk gebruind en deed bijna aan
brons denken. Soms lichtten zijn oogen vroo-
lijk op. en dan weer keken zij somber als in
nadenkende ernst.
Een eekhoorntje huppelde over den weg
en klom snel in een boom. Hij bleef een
oogenblik staan en keek het glimlachend na.
Dadelijk daarop kruiste een vlugge ree. die
door Diana's paard opgeschrikt was, zijn
pad en verdween, met een grooten sprong
over de sloot, aan de andere zijde van den
rijweg in het verder afgelegen deel van het
bosch. Nu naderde de vreemdeling langzaam
den weg, waarop Diana stapvoets reed en
welke bij de sloot eindigde. Als hij naar Dor
neck wilde, moest hij rechtuit gaan, terwijl
Diana naar links* moest omslaan.
Toen hij tusschen de struiken vandaan
Diana's weg betrad, bleef hij verrast stil
staan. Ook Jnj bemerkte eerst _u, dat hij
hier niet alfeen was. Met groote, verraste
oogen keek hij nu naar de slanke, jonge
paardrijdster, die hem nog niet bemerkt
had. Ongehinderd kon hij haar schoon,
droomerig gelaat aanschouwen. En toen
ging er plotseling een schok door zijn ge
spierde gestalte en zijn oogen verwijdden
zich, alsof bij eon wonder voor zich zag en
zijn eigen waarneming niet vertrouwde. Kon
deze wonderschoone, slanke jonge vrouw met
dat zoet droomende gezichtje. Diana zijn
Dezelfde Diana, die hij niet andé?*s dan als
langopgeschoten. hoekige bakvisch gekend
had Was het mogelijk, dat zij zich tot zulk
een aanvallig, aanminnig schepseltje ont
wikkeld had
Maar had dan niet in dat courantenbe
richt een man haar schoonheid geestdriftig
beschreven, hadden zijn ouders niet herhaal
delijk nadrukkelijk verklaard, dat Diana zoo
in haar voordeel veranderd was Maar het
verrukkelijke wonder, dat daar in achtelooze
gratie op den goudvos naderde dat over
trof het beeld zijner fantasie, dat hij zich
in de eenzame uren van zijn vrouw gemaakt
had.
(Wordt voortgezet.)