©fit aederlhiaekl De gulzige Reiger DE EEND EN HAAR KROOST 8 haasten zich voor een zwempartij Ondeugendheid van 'n heilige Transparanties De zeven Eendjes KNUTSELWERK Kandelaar of blaker HET ALGEMEEN NIEUWS DONDERDAG 13 JUNI 1940. Plaatje om af te teekenen en te kleuren (Zie oplossing volgende week) oever van het meer. treurig en somber, zoo dat iedereen zich afvroeg wat hem 'zou kun nen schelen met kaars of vischjes Een kreeft waagde het ei naar te infor- meeren. Hij bleef op een veiligen afstand staan en vroeg Waarom bent u zoo treu rig. meneer Reiger En waarom gaat u niet op de vischvangst Dat is een treurige geschiedenis. ant woordde de reiger droevig. Ik was van morgen in de stad en daar hoorde ik dat de visschers van plan waren dit meer leeg te visschen met hun net en. Stel je dat eens vóór Er zal geen visch meer overblijven, zoodat ik dus zal verhongeren. Daarom vang ik ook geen visschen meer, want wat helpt het mij Er is geen ontkomen meer aan. Ik moet sterven zoo zeker als tweemaal twee vier is Met een weggeworpen boekaaltje of jam potje kan kleine vent nog altijd wat moois aanvangen. Hoe gaat men te werk om een transparant te maken Eerst h<-t jampotje goed schoon maken en het etiketje afhalen. Doe nu om heen het potje een stuk stevig papier dat even hooger is dan de jampot en knip dit af zóó dat de einden een centimeter over el kaar komen te liggen. Dan kunt ge het la- Doch 't kleine volkje is niet bang. Ze plassen rond met luid gesnater, En duiken onder, diep en lang, Met 't kopje in het zonnig water. Kom óók hier, moeder! roepen zij, U zult het zien we zijn zoo blij, U liocjt het ééns maar te probeeren, c We zullen u óók zwemmen leerén! De H. Gemma Galgani is 'n groote heilige. Ze was een jong zwak meisje, dan een groote liefde had tot O. L. Heer en dikwijls geest vervoeringen ha'd. Tijdens haar leven stond ze al bekend als een heilige en velen wensch- sten haar te zien. maar zooals het gewoonlijk gaat, al die bezoeken zijn een last en de hei ligen zijn er niet op gesteld. Gemma liet zich dan ook zelden zien. Maar op een dag werd ze verrast- Een deftige mijnheer kwam onverwachts binnen en vroeg naar het meisje. Dezen keer kon ze zich moeilijk aan dat bezoek onttrekken, maar ineens had ze een leuke gedachte. Ze ging naar de keuken, nam de dikke kat op haar armen en kwam zoo de kamer binnen. Ze streelde het beestje en lachte. De hooge bezoeker dacht bij zich zelf Is dat nu dat heilig meisje Dat vond hij toch wat al te Dezen kandelaar inaKen we van 'n rond busdekseltje en een garen klos. De klos wordt stevig op het deksel gelijmd en als de lijm goed droog is gaan we het geheel met olie verf netjes schilderen in mooie kleuren, b.v. blauw, wit en oranje of blauw, rood en geel of zwart, paars en grijs. Een dun gekleurd kaarsje wordt in het gat van den klos ge stoken. Drukkerij N V. PERIODICA 127, Em. Jaeqmainlaan, Brussel Er was eens een oude, slimme reiger, die woonde aan den oever van een meer. Hij voedde zich met de visschen die in het meer zwommen. Lange jaren reeds had hij zoo in zijn onderhoud voorzien, maar van lieverlede werd hij stram en slecht ter been, zoodat de vischvangst hem moeilijk begon te vallen. Toen bedacht de slimme reiger een list en op zekeren dag verscheen hij weer aan den liet de graten liggen. Dan liep hij weer naar het water om de volgende visschen over te brengen. Toen alle visschen op die manier uit het meer waren gehaald vroeg de reiger aan den kreeft of hij ook overgebracht wilde worden. Graag, sprak de kreeft. De reiger nam nu ook hem in zijn bek en droeg hem het woud in. Toen ze echter hal verwege waren gekomen, zag de kreeft de vischgraten op het mos liggen en hij begreep meteen wat er gebeurd was. Nu zou het zijn beurt wezen om opgegeten te worden. Wacht even. dacht de kreeft en hij greep met zijn scherpe scharen den reiger bij de keel en doodde hem. En zóó was het einde van den reiger, die niet tevreden was geweest met visschen, maar ook het malsche vieesch van den kreeft had willen hebben. De te gebruiken kleuren lucht blauw groen-gele boomkruin, oruine stam huisje rood dak, wit-gele muren omheining geel, bruin boomgaard achter omheining geel-groen weinigje gras vóór omheining donker groen hooi- hoppergeel-groen-licht bruin groote boom donker bruin met geel-rood bloem vóór boom hel rood met donker groene blaadjes gras midden rechts en voorplan linksgroen lange irisblaadjes en blaadjes van de bloemen donker groen. Kleurige bloemen, roode paddestoelen, bruine keien, licht bruine iris-zaadtoppen, donker groene waterrand, licht blauw water, wit-rooskleurige waterbloem met donker groene blaadjes. Bovenste hen purperblauw, licht bruine kop, roode kam en lellen, gele bek en teentjes. Tweede hen oranje kleurige kop en hals, rood-bruin lijfje, roode kam en lellen, gele bek en pootjes, roode kam. Moeder de eend licht bruin lijfje, gele bek en pootjes, roode tong, witte oogert vleugels zwart, blauw, zwartstaartzwart en blauw. Eendjes geel lijfje en oranje-kleurige pootjes. Het pleintje waarop hennen en eendjes zich bevinden geel-wit en wit uitstervend in de verte. En de reiger liet treurig het hoofd hangen. De visschen echter hadden alles gehoord en werden zeer bevreesd. En omdat ze geen middel zagen om aan het dreigend gevaar te ontkomen, wendden zij zich tot den reiger. Meneer Reiger vroegen du visschen. wat moeten we doen Voor jullie is er maar één middel, sprak de reiger. Je moet verhuizen naar een an der meer Dan kunnen de visschers je niet bereiken. Juist, dachten de visschen. hij heeft gelijk. We moeten verhuizen. Maar hne moeten we dat aanleggen. Kunt u ons zeggen hoe we moeten ver huizen vroegen de visschen nogmaals. De reiger knikte. Ik wil jullie wel helpen dooi je stuk voor stuk naar een ander meer over te brengen. Dc visschen beraadslaagden over dit voor stel en zij besloten van der nood een deugd te maken en voor cti'. keer vriendschap te sluiten met den reiger. Zij namen het aan bod van den reiger aan Een voor een kwa men zij nu bij den reiger en deze nam elk vischje voorzichtig in zijn bek en droeg het door het bosch naar een ander meer. Maar halverwege at hij de visschen op en Oplossing van vorigen rebus De zelfverloochenende iielde alleen is het licht, dat het levensduister verheldert. ter vastplakken Op het papier teekent ge nu bloemen, vogels, kinderen, net wat ge wilt. Ge kunt ze wel met blauw calqueerpa pier overtrekken uit een oud prentenboek. Nu kunt ge de figuren heelemaal kleuren met waterverf en ge kunt ze ook zwart maken en het overige papier rood. Het worden dan sil houetten en dat staat aardig op een trans parant. Is het papier dus heelemaal versierd en gekleurd, dan doet ge het om den jampot en plakt de einden over elkander vast. Nu nog een eindje kaars op den bodem van den jampot en dat aangestoken en uw transpa rent is klaar. Een tamelijk groot boekaaltje kan tevens dienen als aquarium waar men enkele roode stehelbaarsjes laat in rondzwemmen. De sil houet-motieven kunnen dan aangepast wor den bloemen, waterplanten, diertjes, water juffers, waternijmfjes, enz. Ginds op het weiland bij de sloot, Woont Moeder Hen met zever eendjes, De lijfjes wit, de bekjes rood. En donkergeel hun waggelbeentjes. Hoe lokkend wenkt die breede plas, Daar gaan zij, dartel en tevreden, Zoo van den hoogen wal van gras, In t lield're nat, floep, naar beneden. Maar Moeder Hen schreit ach en wee, Haar arme kroost dreigt te verdrinken, Luid kakelend loopt ze met hen mee, Komt hier! smeekt zij, je zal nog zinken! gewoon. Hij stond op en verdween weer en liet zoo de heerlijke gelegenheid voorbijgaan om een echte heilige te zien. Gemma had er geen spijt van en streelde nog eens extra 't goede beest, dat haar zoo trouw geholpen had.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Algemeen Nieuws | 1940 | | pagina 8