door
HEDWIG COLRTHS-MAHLER
i
23
KORTE INHOUD
veriaald door Mevr. P. KAPTEIN
MÉT ALGEMEEN NIEUWS» VRIJDAG J1 JUNI 1940
DIANA,
De sedert 3 jaar, tengevolge van een val
can het paard aan beide beenen verlamde
Herman von Steinach is met zijn vrouw en
pleegdochter, Diana op het landgoed Dor-
neck komen wonen op verzoek en bij testa
mentaire beschikking van Diana's vader,
Bobo von Dorneck, die Diana, die nu de
eigenlijke meesteres is van Dorneck, na den
dood van haar ouders onder de hoede van
goede vrienden wilde achterlaten, vooral met
het oog op zijn eenigen bloedverwant, een
neef, wiens levenswijze slechts zijn verach
ting inboezemde.
Diana wordt dooi roodvonk aangetast en
de vrees aat die neej zijn rechten als eenig
erfgenaam zou doen gelden bij den dood
van Diana, brengt haar tot het besluit Lo-
thar, den eenigen zoon van de von Steinach's
te huwen waarmede deze en zijn ouders, na
aanvankelijk vele bezwaren, tenslotte in
stemmen. Na Lothar's vertrek naar Zuid-
West-Ajrika treedt echter een plotseling
herstel in van Diana.
Op een feest bij het huwelijk van een jon
gen luchtvaarder, Koenraad Haszler met
Hilde Wollman, maken Dora Sanders en
Susanna Wallner, Diana's beste vriendinnen,
kennis met een oud studievriend van Diana's
man Lothar, Dr Alexander Heinzius en zijn
broeder Hans. Deze kennismaking loopt al
spoedig uit op de verloving van Susanna met
Hans Heinzius.
Na een winterverblijf te Berlijn komt Dia
na terug op Dorneck. Nog slechts enkele we
ken gaan voorbij, als ook Lothar her verrast
met zijn terugkeer.
Hans Heinzius is met zijn verloofde Su
sanna en zijn broeder Alexander op bezoek
bij Dora Sanders van wie Diana en Lothar
nu de uitnoodiging ontvangen hebben het
gezelschap op Buchenau te komen vervoegen.
Ook dit samentreffen loopt hier uit op de
verloving van Dora met Alexander.
Alexander Heinzius had Diana zeer warm
en hartelijk begroet en zij glimlachte hem
zoo hartelijk tegen, dat Lothar het daarna
slechts met groote moeite van zichzelf ver
krijgen kon Alexanders vroolijke, hartelijke
begroeting althans voor het uiterlijk op de
zelfde wijze terug te geven. In zijn hart
streed daarbij de wildste jaloesie met de
oude vriendschap.
De heer Sanders had Diana aan tafel ge
leid. Tegenover haar zat Lothar aan de zijde
der huisvrouw, die naar het scheen wat op
gewonden was en niet zeer opmerkzaam
naai* zijn woorden luisterde. Zoo kon Lothar
zich ongestoord in den aanblik van zijn
jonge, schoone vrouw verdiepen, die ijverig
met den heer des huizes praatte.
Tot zijn geheime bevrediging zat Alexan
der Heinzius tamelijk ver van Diana verwij
derd, aan den kant der tafel waar hij zelf
zat. Maar met groote bitterheid merkte hij
op, dat Diana herhaaldelijk met schitteren
de oogen in die richting keek, en soms met
een ach zoo zoeten glimlach. Dat deze
blikken en glimlachjes haar vriendin Dora
golden, die gloeiend en bloeiend naast Ale
xander zat, wist hij niet
Eensklaps stond de heer des huizes op.
tikte tegen zijn glas en wachtte tot het stil
werd.
Weder zag Lothar, dat Diana een blik van
heimelijke verstandhouding in de richting
zond. waar Alexander zat en het liefst was
hij dadelijk opgestaan en weggeloopen.
De heer Sanders richtte zich nu eerst met
de gebruikelijke woorden tot zijn gasten en
pas nadat hij dezen welkom geheeten had
kondigde hij in korte, eenvoudige woorden
de verloving van zijn dochter met Alexander
Heinzius aan.
Lothar had zonder ophouden Diana's ge
zicht bestudeerd, wat hij gemakkelijk kon
doen, daar zij de oogen neergeslagen hield.
Met de wonderlijkste gewaarwordingen ver
nam hij nu. dat zijn vriend Alexander Hein
zius, dien hij voor zijn medeminnaar gehou
den had, met Dora Sanders verloofd was.
Een gevoel van onvergelijkelijk geluk vervul
de hem plotseling, toen Diana nu alweer,
maar thans schelmachtig, in die richting
keek.
Zij scheen ook heel niet verrast te zijn
door deze verloving en in ieder geval niet
bedroefd of pijnlijk getroffen.
De meest tegenstrijdige gevoelens woelden
in zijn borst. Wat had hij zich eigenlijk alle
maal wijsgemaakt Wat had hij zichzelf
met die waanvoorstellingen gemarteld
Maar nu zag hij alles in een ander licht en
kon reeds niet meer begrijpen, dat hij zich
zelf met dat droombeeld zoo nameloos ge
kweld had.
Maai- als ik mij op dat eene punt ver
giste kan ik mij dan ook niet in andere
opzichten vergist hebben Zou het wel on
twijfelbaar zijn dat Diana er naar gesmacht
heeft om van mij bevrijd te worden Zou
het mij tenslotte niet nog mogelijk zijn,
haar te veroveren
En deze gedachte, deze hoop vervulde hem
reeds zoodanig als een roes, dat hij zoo le
vendig en vroolijk werd als Diana hem nog
nooit gezien had. Dat maakte haar echter
juist weder zeer treurig en gaf haar aanlei
ding weer met hare zelfkwelling te begin
nen.
Hoe vroolijk hij is, nu hij zijn boeien
spoedig geslaakt zal hebben. Hij is sedert
gisteren een geheel ander mensch gewor
den.
En ook nadat hij zich eenige malen met
hartelijke woorden en blikken tot haar ge
wend had, dacht zij slechts gepijnigd
«Nu hij mij eenmaal gezegd heeft, dat hij
vrij zijn wil, kost het hem geen overwinning
meer om vriendelijk als een goede broeder
tegen mij te zijn.
Na tafel werd buiten op het terras de
koffie geserveerd en de vroolijke stemming
hield aan Slechts Diana werd in haar hart
hoe langer hoe treuriger, hoe meer zij naar
al die gelukkige gezichten om zich heen
keek.
Zij had zich in een rieten armstoel neer
gelaten. Lolhar stond achter haar en vroeg
teeder en bezorgd of het haar niet te koel
was.
Zij schudde het hoofd. Zijn teedere be
zorgdheid deed haar pijn.
Maar zij drong zichzelf om vroolijk te
zijn.
Dora trad glimlachend op hen beiden toe
en kuste Diana.
Ge ziet er vandaag weer uit als een
schoone voorjaarsdroom, Diana Vindt u
ook niet, mijnheer Von Steinach
Lothar boog. Voor hij echter kon ant
woorden, viel Diana haastig en eenigszins
spottend in
De liefde heeft u wel eig poëtisch ge
maakt, blondje.
Dora lachte. O, dan moest ik het wel
reeds lang zijn schat. Ge weet immers ook
heel goed, dat mijn liefde niet vandaag met
mijn verloving begonnen is.
Nu lachte Diana ook. Juist, en daar ik
deze gebeurtenis reeds sedert ons laatste
verblijf te Berlijn voorzien heb, kimt ge ook
niet van mij verlangen, dat ik er erg ver
wonderd over zou zijn.
Dora keek glimlachend in Lothar's ge
spannen gezicht.
Ja, ja mijnheer Von Steinach, wij
beiden, Diana en ik, hebben geen geheimen
voor elkander. Er is slechts één punt in haar
hart, dat ook ik niet mag aanraken.
Diana sprong sidderend en met vlamm:nd
rood gezicht op.
Dora ik verzoek u zwijg
Het klonk als in vreeselijke angst. Dora
keek haar verschrikt aan en greep haar
hand.
Maar, Diana het spreekt toch van
zelf, dat ik daarover zwijg, zeide zij kal
meerend.
Diana trok haar vriendin haastig met zich
voort, ver van de anderen weg. Lothar keek
hen met een zeldzame onrust na, maar bleef
staan, waar hij was en begon een gesprek
met Aléxander, die juist naar hem toekwam.
In zijn geest stond het echter reeds vast,
dat hij tot iederen prijs Dora wilde spreken
en eindelijk slaagde hij er in haar zonder
getuigen te vragen Mejuffrouw, mag ik u
om een onderhoud van enkele minuten ver
zoeken
Dora keek hem verwonderd aan. Wel
zeker, mijnheer Von Steinach. Waar kan ik
u mee dienen
Gaat u asjeblieft mee naar dien groep
heesters en laten we doen alsof we die be
wonderen. Ik wil niet graag dat iemand zou
vermoeden, dat ik u iets zeer belangrijks te
vragen heb.
Dora keek om zich heen. Alexander en
Diana zaten met Susanna en Hans in leven
dig gesprek gewikkeld.Men zou hen thans
niet missen. De oudelui zaten in kalme con
versatie in het aangrenzende vertrek.
Kom dan, mijnheer Von Steinach zeide
Dora snel.
(Wordt voortgezet.)
RI S
Is u eens komen aanrijden zeide
Squire, om de conversatie te openen.
Ja, ja, ik weed eens aan. Mooie mowgen
voow een witje, meneew Knighton.
Iris profiteert er ook van, ze is naar
Holt zei de Squire.
Een plotselinge inspiratie in het brein van
den jongen graaf waarom niet de koe bij
de horens gepakt
Meneew Knighton begon hij, beurte
lings bleek en rood wordend. Ik ben geko
men om ovew uw dochtew te spweken
Over Iris mijn dochter zei de
Squire op een toon van verbazing, die Cla
rence van zijn stuk bracht.
Ja. Het feit is, dat ik haavv... haaw
liefheb.
Het gezicht van den Squire werd donker
der, zijn front somberder.
Hebt u met haar gesproken vroeg
hij; en zijn stem was als van een rechter,
die een gevangene ondervraagt.
Neen meneer, dat heb ik nog niet ge
daan antwoordde Clarence nerveus.
Gelukkig zei Godfrey Knighton met
diepe, ernstige stem.
De jonge graaf tuurde angstig naar het
tapijt, maar was te bescheiden om zich te
verbazen over de ontvangst van zijn beken
tenis. Waarom nam meneer Knighton zijn
aanzoek zoo koud op en keek hij hem zoo
streng aan? Het was waar, de Knightons
waren van zeer oude, voorname familie,
maar hij was graaf. Hij was jong, rijk en
van onbesproken gedrag. Waarom deed me
neer Knighton alsof hij de minst verkiese
lijke partij van de wereld was
Ik hoop dat ik u niet beleedigd heb,
meneer Knighton zei hij tenslotte schuch
ter.
De Squire schrok op. alsof zijn gedachten
met een heel ander onderwerp waren bezig
geweest, en een blos kwam over zijn gezicht.
Neen neen, absoluut niet antwoordde
hij snel, maar nog streng. Integendeel
u bewijst me een groote eer, Montacute
De eer is geheel aan mijn kant, me
neer antwoordde Montacute, en hij meende
het oprecht.
Het is een groote eer, Montacute her
haalde meneer Knighton, en ik ben er
zeer erkentelijk voor; maar Hij brak
zijn zin af, stond op en begon de kamer op
en neer te loopen, terwijl de uitdrukking van
onrust en weifeling op zijn gezicht sterker
werd. üw aanzoek verrast me ging hij
door, ik had geen idee, dat u zulke gevoe
lens voor mijn dochter koestert. Ze ze is
zoo jong.
Mijn moeder trouwde toen ze nog jonger
was dan Iris nu, meneer zei Clarence.
De Squire fronste de wenkbrauwen.
De tijden zijn veranderd, Montacute
zei hij. meisjes zijn nog meisjes, tot ze
ouder zijn dan Iris
Hebt u reden om te hopen
Neen zuchtte Clarence. Juffrouw
Knighton is altijd even vriendelijk voor me.
Maar dat is ze voor iedereen
Ze is jong, jong mompelde Knighton.
Montacute, ik weet niet, wat ik moet zeg
gen. Als het iemand anders was, zou ik direct
neen gezegd hebben. Maar gij ge bent een
oude vriend. Montacute, ik zal u een vreem
de vraag doen.
Vraag u me wat u wilt, meneer zei
Clarence.
Knighton stond voor hem stil en keek hem
scherp aan.
Montacute, ik twijfel geen moment aan
uwe oprechtheid. Ik geloof dat gij gelooft,
dat u van Iris houdt; maar ik wil u dit vra
gen. U hebt haar op z'n best gezien, omgeven
door luxe, in een tehuis, dat de gunstigste
entourage voor haar is. Veronderstel, dat u
haar onder andere omstandigheden had ont
moet, dat ze een van de fabrieksmeisjes uit
Beverley was, een arm meisje, van nederige
geboorte Even zweeg hij, de wenkbrau
wen fronsend, en scheen hij geabsorbeerd in
zijn gedachtentoen ging hij verder Mon
tacute, bent u er zeker van, dat het Iris zelf
is, en niet Iris Knighton, erfgename van de
Revels, die ge wilt trouwen
Clarence Montacute werd vuurrood.
Het het is niet noodig, dat ik een
erfgename trouw zei hij met kalme waar
digheid.
De Squire schudde l.et hoofd.
U begrijpt me verkeerd, Montacute
zei hij met een zucht. En ik kan nauwelijks
hopen mezelf duidelijk te maken. Ik bedoel
de niet. dat u haar trouwen wilt omdat ze
eens meesteresse van de Revels zal zijn als
ik er niet meer ben verre van datHij
zweeg opnieuw, liet zich in z'n fauteuil val
len en bedekte de oogen met de handen.
Ik geloof niet, dat ik duidelijker spreken
kan zei hij tenslotte, alsof er een zware
last op zijn hart lag; toen keek hij op en
voegde er snel aan toe Begrijp me niet
verkeerd op een andere wijze, Montacute.
Iris zal meesteresse hier zijn, en ik ben zoo
als u weet, wat de wereld als een rijk man
beschouwt. Het zou een passende verbintenis
zijn; en toch hij keek den ander aan,
en toch kan ik u mijn toestemming niet
geven
Clarence's gezicht betrok. Zijn hoop was
elk moment gestegen en het slot van Knigh
ton's redeneering klonk hem als een donder
slag.
Dus u verbiedt me te spreken met
Iris, meneer stamelde hij.
Verbieden is een te groot woord, Monta
cute zeide Squire, ik vraag u alleen drin
gend het voor loop ig niet te doen. Er is tijd
genoeg. Iris is bijna nog een kind; en gij,
gij zijt jong genoeg om van gevoelens te
veranderen
Ik zal niet van gevoelens veranderen, al
wordt ik zoo oud als Metusalem zei Cla
rence, kleurend en bijna z'n lispelen verge
tend. Ik houd zielsveel van haar en ik kan
dat niet veranderen. U noch zijzelf kan dat
voorkomen. Wat haar stand en fortuin be
treft, ik zou haar willen trouwen al had ze
geen cent en al heette ze eenvoudig juffrouw
Smit
De Squire keek hem strak aan.
Montacute zei hij, ge zijt een beste
kerel. Als ge wist, wat het me kostte om te
zeggen wacht dan zoudt ge met me
sympathiseeren. Maar ge weet het niet, ge
begrijpt het niet. Alles, wat ik zeggen kan
is wacht nog een poosje. Iris is een eigen
aardig meisje. Er is even veel kans dat ze
neen als ja zal zeggen, en dat zou
erger zijn voor u dan mijn wacht want
Iris is niet iemand, die van gedachten ver
andert.
Clarence draaide z'n hopd tusschen z'n
handen rond en staarde naar den naam van
den maker in den bol. Het was een zware
slag voor hem, en hij voelde zich half ver
suft.
En en terwijl ik wacht, kan er een
ander komen stamelde hij.
De Squire, viel hem snel in de rede
Als het u een troost is zei hij, dan
zal ik u zeggen, dat ik tegen iedereen, die
om Iri's hand zou vragen, hetzelfde zal zeg
gen, wie het ook is
Nu dan meneer, ik veronderstel dat ik
hiermee tevreden moet zijn zei Clarence
oprijzend.
De Squire hield zijn hand vast.
Montacute zei hij, de tijd zal mis
schien komen, dat u mijn gedrag zult appre-
cieeren. Ik kan niet meer zeggen, zelfs tegen
u nietIk zal u niet vragen te blijvenhet
is beter, dat u het niet doet
En en mag ik hier blijven komen,
zooals anders V vroeg Clarence treurig.
Natuurlijk Waarom niet Dat ik u niet
direct accepteer als schoonzoon wil niet zeg
gen, dat we u niet tot vriend willen hebben.
Montacute, ik zal u dit zeggen als ik een
man voor mijn dochter moest kiezen, zou ik
u boven ieder ander verkiezen
Het gezicht van den jongen man klaarde
op
Dank u meneer zei hij ik zal doen
wat u zegt. Ik zal wachten en hopen.
De Squire vergezelde hem niet tot aan de
voordeur zooals hij gewoonlijk deed, maar
zonk in zijn armstoel neer, en verloor zich
in gepeinzen. Ofschoon hij in geenen deele
een oude man was, leek hij zooals hij daar
zat, op iemand die door vroegtijdigen ouder
dom gebroken is. Hij zal op deze wijze mis
schien een uur gezeten hebben, toen de deur
open ging en Iris binnen kwam.
Hij keek op, toen hij haar lichten voet
stap hoorde, en haar wonderlijke schoonheid,
al was hij aan haar tegenwoordigheid ge
wend, scheen hem nu sterker op te vallen
dan ooit te voren. Er was een andere uit
drukking op haar gezicht als gewoonlijk
een zekere vage verlegenheid en verwarring,
die geheel nieuw voor baar waren.
Vader zei ze met haar muzikaa' ge
luid, is er iets aan de hand
Neen, neen. Hebt u gereden
Een flauwe blos kwam over haar wangen
en ze sloeg haar oogen neer. Ze had nooit
iets voor hem verborgen gehouden; ze moest
hem haar vreemde avontuur vertellen, hoe
wel ze er een eigenaardige schroom voor ge
voelde.
Wordt voorlQezeU