Volksstrijd in Portugal VICHTE Tlxielt DEERLIJK Uit den kunstschat van Kikongo Voor Vriend Lontings Gedenkt den Strijdpenning kracht, die de taaiste studie verorbert alsof 't rijstpap eten was. Al sprekende krijgt hij een glans op zijn wezen, als daalde uit de glaskoepel van de Kamer een lichtbussel op hem neer. Kort in zijn phrase en klaar zijn betoog. Er steekt kwik in zijn woord lijk in zijn persoon. Over zijn nimmer dubbende tong helklinkend zijn mathematisch gemeten zinnen. Hij denkt ze naar lust in een guitige geestigheid, of hij slaat er een kleurige franje van verbeelding rondom, of hij laat ze uitbloeien tot slotrede in een tuil van lyrisme. Zijn gewoon gebaar daalt van zijn neus naar den toog van zijn lessenaar want zijn pince-nez moet hij hebben als hij spreekt en die gaat dan op en af in een gester- eotypeerden zwier tusschen zijn duim en wijs vinger. Zijn geste kan wel eens domineerend worden en dan slaat hij zijn arm uit lijk Artevelde over de gentsche Vrijdagmarkt. Nu en dan schijnt hij op eene onderbreking minder berekend. Maar dan spaart hij zich een seconde nadenken uit, met zijn vroeg Plait- il Wijl de interruptie wordt herhaald, krijgt hij zijn wederwoord klaar, en dan vliegt het heen, vlak op den man af. 'k Heb hem maar eenmaal in nesten gezien. Niet met een tegenstrever... maar met zijn neusnijper. Hij had hem kapot geduimeld.en een beetje daarna moest hij spreken. Als een Samson met afgesneden haar, liep hij op leening uit bij zijn collega's, en eindelijk kon hij beginnen hij had een anderen talisman gevonden De richting van zijn studies hebben van hem gemaakt een man van 't streng positieve en toch zwermen de idealen in zijn ziel. Dat maakt hem even bevriend met het nuchtere cijfer als met het uitroepingsteeken dat maakt hem ook tot een man van ontzagwekkende veel zijdigheid. 't Was deze ingenieur die in het vraagstuk der erfdienstbaarheden van Antwer pen den schrandersten advokaat van de Kamer, Minister Van den Heuvel, heeft schaakmat gezet. Helleputte is daarbij de eenige redenaar in ons Parlement die even gemakkelijk de beide landstalen hanteert. Naar hart en geest een compleet man. Een echte vir. Portugal is een klein koninkrijk dat ligt aan genen kant, beneden de zuider grens van Vrankrijk, aan de westzijde van Spanje. In dit land broeit sedert jaren de omwenteling. De koning is een groote O in het cijferen, eene volslagen onbekwaam heid, verkwister, tot over den kop in de schulden stekende, een persoontje dat zou mogen in voogdij staan in plaats van een land te regeeren. Zijn bol zou reeds lang t'einden ge- loopen zijn, ware 't niet dat hij sedert eenige jaren een sterken steun gevonden had in zijnen minister, met name Franco, die een soort dwingeland schijnt te zijn, met de macht onderdrukkende alle poging van wege het volk aangewend om vrijheid en lotsverbetering te ver krijgen. Maar Een rijk van louter dwang duurt gewoonlijk niet lang. En de kruik gaat zoo lang te water tot zij breekt. Volgens de maren uit Portugal komende, zouden die twee vlaamsche spreekwoorden welhaast ver wezen tlij kt worden in dit land. Er wordt verzekerd dat de alleen- heerschende Franco zijn val zou nabij zijn en dat het Portugeesche rijk wel haast eene grondwet zou krijgen, met wetgevende Kamersdoor kiezingen aangesteld. Het heet daar dat Koning Edward van Engeland, die zich geerne met andermans zaken moeit, de hand in die ontwerpen zou hebben en den Portu- geeschen vorst zou ovretuigd hebben van de noodzakelijkheid dier grondige veranderingen, wil hij zijn troon en zijne kroon redden. In 't verleden heeft Portugal, nu zoo vervallen, roemrijke tijden gehad. De Portugeezen waren over eeuwen roem rijke zeevaarders, die den scepter ge voerd hebben over halve werelddeelen, dank aan hunne glorierijke veroverin gen en landontdekkingen. Thans is Portugal een land, zonder macht, zonder gezag, wils- of veer kracht, dat van geen tel meer is in de rij der mogendheden. Zijne vloot, destijds zoo machtig, is gansch verdwenen en bestaat nog enkel uit een oorlogschip, dat gebouwd werd in 1898 te Londen en nooit in zee gaat, maar altijd voor anker ligt aan de monding van den Tagestroom. Zijn leger te lande bestaat uit twee en dertig duizend man, tellende zes en negentiggeneraals, en een getal officiers in evenredigheid, zoodat er een officier is voor drie soldaten. Slecht betaald zijnde, trachten zij hunne magere soldij te verbeteren door dagelijksche knoei erijen en dieften, op de leveringen aan het leger en ten nadeele van den kost der soldaten, die dit hemelsch manna missen en bitter hunnen nood klagen. Het volk is overbelast. Het wordt letterlijk 't vel afgestroopt door onrecht- streeksche belastingen, het slechte stel sel bij uitmuntendheid, dat de deur wagenwijd openstelt voor allerhande misbruiken. Alles betaalt belastingen in Portugal de levensmiddelen, de dranken, de waren van dagelijksch verbruik niets ontsnapt aan den tol. Het leven is er schromelijk duur en 't is het volk dat betaalt. Alle uitgaven voor onderwijs en op leiding van 't volk worden van een anderen kant besnoeid. De menschen zijn er dom gehouden, het getal on- geleerden is overgroot, het verstknde- lijk en zedelijk peil staat laag izede- lijke en stoffelijke armoede gepaard gaande, moet het dus geen wonder heeten dat de wils- en veerkracht naar de stoffelijke welvaart geknakt ligt. De besturen gaan op stap met het leger Die zitten opgepropt met land- opeters. Om een voorbeeld aan te halen door gaDsch het land vond men in de bureelen der douanen vrouwen aangesteld, die gelast waren met de zorg der katten, welke daar gekweekt worden. Aan het hoofd van dit vrou- wenleger was de nicht van een minister benoemd, die rijkelijk betaald werd. Men haalt ook nog het voorbeeld aan van een ambtenaar uit een mini sterie, die zich gezant aan 't keizerlijk hof van China had doen benoemen, die zich in die hoedanigheid een vette jaarwedde met verblijfkosten te Peking deed betalen, en die nooit Lissabon, Portugal's hoofdstad verlaten heef. Franco, die benevens veel slechte hoedanigheden vooral zijn slaafsch kruipen voor den koning en zijne onver- dragelijke dwingelandij op het volk, toch zekeren goeden wil getoond heeft om de schreeuwendste misbruiken uit te roeien, heeft met een enkelen penne- trek honderde van die schadelijke budgetknagers afgeschaft. Daarmede heeft hij het gefal z>'er vijanden vermeerderd en zijn rijk van alleenheerschenden hofmeier is ernstig bedreigd. Zijn val schijnt nabij. Wat zal er dan gebeuren in Portu gal? Zal het koningdom medevallen Of zal het koningdom blijven heer- schen, als, grondwettelijk koningdom, met wetgevende Kamersdoor een stemrechtbezittende volk aangesteld. De toekomst zal het antwoord brengen op die vragen. Wat het ook zij, zeker is 't dat nieuwe tijden aanbreken voor Portugal, dat het volk, tot heden van alle rechten verstokendoor lasten uitgezogenmet dwang onderdrukt, zijn woord zal te spreken hebbeq. Zoo blijkt eens te meer dat de demo cratie haren weg baant rond de wereld en overal, goed-of kwaadschiks, hier rap elders langzaam, de hinderpalen omverwerpt, welke vruchteloos h^re rechtveerdige vaart zoeken te belem meren. Klauwaekt Zondag 12 Januari zal ik 's voormiddags op de vergadering van den arrondissementsbond van Kortrijk aanwezig zijn 's namiddags ben ik beschikbaar voor Vichte. Men zorge dus voor lokaal en voor de bijeenroeping der vrienden. H. Plancquaert. KERSTBOOM Het feest van den kerstboom, eerst gesteld op kerstdag en dan verdaagd tot 's anderdaags, is allerbest van stapel geloopen. Aan de houding der kleine beschermelingen en aan den toenemenden geestdrift der aan wezigen, viel aanstonds te bemerken, dat dit feest voor goed deel maakt der Thielsche gewoonten. De heer Verschoore hield eene welsprekende toespraak, waarin hij in klare woorden de dringende noodzakelijkheid liet uitschijnen der geleerdheid. Zijne rede werd met de meeste aandacht aanhoord en met een daverend handgeklap begroet. Wij denken de tolk te wezen der leerlingen der gemeenteschool alsook hunner ouders, met de damen van den kerstboom eenen hartelijken dank toe te sturen. BERICHT Onafhankelijke maatschappij De Leopoldisten Thielt. Met 1 Januari 1908 zullen de oude soldaten van Leopold II van 't arrondissement Thielt ook in de maatschappij aanveerd kunnen worden. Voor de voorwaarden zich te wenden bij de leden van 't bestuur of bij M. Jozef Van De Vyvere, Yperstraat, commissaris der maat schappij. De Voorzitter, J. De Metsenaere. De schrijver, Felix Baert. De schatbewaarder, L. Begein. De ondervoorzitter, Emiel Seynhaeve. De leden K. Oosterlynck, Pitthem (Berg) H. Baerdael, ThieltP. De Bril, Meulebeke J Sanctorum, ThieltEugeen Maes, Aerseele. Tot nu toe wierd Het Recht enkel thuis be steld aan de Vrienden lezers doch van nu af zal het regelmatig eiken Zondag na de twee eerste missen verkocht worden aan den uitgang der kerk. BRUGGE Jonge Wacht van Brugge Eene buitengewone belangrijke vergadering voor al de leden van de Jonge Wacht zal plaats hebben op Zondag 5 Januari 1908, om 5 ure 's avonds, in het Volkshuis. Leden van 't bestuur van den Volksbond en andere vrienden, zullen er tegenwoordig zijn. Wij doen een oproep tot al de jongelingen van deTrompettersclub, Footbalclub en andere afdeelingen, zich bij die jonge strijders aan te sluiten om met gezamentlijke krachten te wer ken voor den vooruitgang der christene volks partij BESTUUR. Zelfde dag om 4 ure, be- stuurvergadering. Tijdens mijn verblijf in onze Kwango-missie heb ik de gelegenheid gehad om meer dan drie honderd onder de Congoleezen verspreidde verhalen te verzamelen. Niet slechts om hare waarde voor een grondige, uit autochtone bronnen geputte kennis van de zeden, gebrui ken, instellingen, godsdienstige, wijsgeerige en maatschappelijke begrippen der zwarten, in een land, dat ons, Belgen, bijzonder aan het hart moet liggen, dutf ik deze verzameling belangrijk achten ook wel in letterkundig opzicht meen ik dat ze vele juweeltjes van ware kunst bevat. Laat ik hier slechts beknopt uiteenzetten hoe de verzameling is ontstaan haar aard en wetenschappelijke waarde is daarmee eveneens aangetoond. Ik had zoo al hier en daar uit den mond onzer kinderen en dorpelingen enkele fabels en vertellingen gehoord; die ik waaarlijk r/iet slecht vond. Ik nam 't besluit de heidenen en oudere christenen uit te luisteren. In mijn vrije oogen- blikken wist ik ze dan, door belofte van een of andere lekkernij, zooals b. v. van zout of tabak, tot vertellen aan te lokken. Aanvankelijk ging het moeilijk. Sommigen zelfs waren kwaad tegen degenen die mij hun verhalen hadden ver klikt. Allengskens echter kwam er eigenliefde tusschen en wilde ieder om strijd zijn beste vertelsel mededeelen. Ik schreef woord voor woord wat zij verhaalden, en teekende daarbij telkens aan den naam van den verteller en de streek waaruit hij afkomstig was. Bood zich een gelegenheid aan om van iemand uit diezelfde streek hetzelfde verhaal te vernemen, zoo liet ik hem dit weer opzeggen, terwijl ik op mijn schrijfboek volgde of hij in alles met den eersten overeenstemde. Zoo heb ik me kunnen over tuigen hoe vast gestereotypeerd, om zoo te zeggen, de overlevering is. Dit mag men wel met recht de literatuur uit Kikongo noemen, geen geschrevene, maar zooals die van alle primitieve volkeren, een van geslacht tot ge slacht overgeleverde literatuur. Mijne vertaling heb ik zoo letterlijk gemaakt als het mij eenigzins mogelijk was. Misschien lijdt 't Nederlandsch wel een weinig daaronder maar de waarde voor de wetenschap zal, meen ik, des te grooter zijn. Allerminst wil ik mij toevoegsels of zoogenaamde verbetering ver oorloven Maar deze regelen dienden slechts om een paar fabelen uit te leiden waarvoor hier alleen plaats kan zijn. Hoe aanschouwelijk zijn niet b. v. de volgende, die met de beste LaFontaine wedijveren mogen. De Pad en de Wouw Moeder Pad had schuld doen eten (1) aan Meester Wouw. Hij wilde niet betalen. Hij aan 't wandelen en wandelen, hij was in het dorp niet te zien. Moeder Pad, toen zij ging om 't geld te vragen, hij, Meester Wouw, vond verstand hij was er niet. Overmorgen en overmorgen deed hij altijd zeggen. Maar Moeder Pad, toen zij gedaan had met haar hart (2), ging haar verstand uitdenken, dat zij Meester Wouw kon tegenkomen. Dicht bij het dorp van Moeder Pad, langs de rivier was er een verlaten land, 't was het droog seizoen (3) 't gras was droog. Moeder Pad had 't land in brand gestoken, 't Vuur was gedaan, zij ging zitten op eene kleine hoogte kleigrond hare witte borst blonk naar omhoog. Meester Wouw, toen hij den rook van het vuur gezien had, kwam zwieren in de lucht, om te zien of er geene muizen wegliepen op dat land. En hij wandelde, hij wandelde hij vond (1) Schuld doen eten geld leenen. (2) Zij had gedaan met haar hart zij had er genoeg van. (3) In 't droog seizoen steken de zwarten het gras in brand. Boven 't vuur komen de roofvogels zwieren, om muizen te vangen. iets dat daar blonk op den kleigrond hij kwam met de vleugels slaan en hij dacht a Dat is eene muis Meester Wouw viel beneden, greep op wat daar blonk, legde het in zijnen weitascb, droeg het naar boven, en hij zag niet dat het de pad was... 's Avonds toen hij terugtrok naar zijn dorp, kwam Meester Wouw met zijne muizen in huis, begon te tellen de muizen van 't jagen. De muizen toen hij ze uitdeed, ze uitdeed, daar Moeder Pad 'nen sprong Hé 1 Meester Wouw, hier ben ik. ik ben gekomen om mijn geld te ontvangen. Meester Wouw was verwonderd en ver wonderd, was beschaamd. Hij ging geld halen in zijn geheimkamer, dat bij telde aan Moeder Pad Hé, mijn vriendin, neem uw geld, 't#is gepast 1 Maar hoe gaat gij terug naar uw dorp Gij, ik zal u voor niet niet dragen Moeder Pad, alzoo Mijn geld heb ik genomen. Indien ik u geene strikken had ge spannen, 't geld, ik had het zeker niet gehad. Ik weet mijne wegen om langs 't veld terug te gaan. Meester Wouw wist 't verstand van Moeder Pad niet. 's Nachts, toen hij ging slapen, liet hij zijne weitasch hangen aan de deur van 't huis dicht bij den grond. Moeder Pad, toen zij de weitasch zag, 'n sprong er in. 's Morgens, toen de zon opgekomen was, Meester Wouw nam den weitasch, ging wande len. Maar dien dag, 't was heel warm en heet. Hij ging eene rivier zoeken, legde de weitasch op den boord hij ging de rivier in, om een bad te nemen. Moeder Pad kwad er uit, toen zij zegde Hé, mijn vriend, ik ben er voor niet. Waar de voeten te klein zijn, de geest is niet te klein, (Kitnpako, dorp van Bakongo, op zeven uren afstand van Kisantu.) D» Kameleon en do Muis. O De Kameleon en de Muis waren in twist. De Muis, toen zij den Kameleon alzoo uit daagde Gij en ik, als wij gaan naar de markt, zoudt gij er rapper kunnen aankomen dan ik Haast is met mij. Veel slepen is met u. Gij kunt er niet geraken De Kameleon antwoordde zoo Ik kan, wedden, laat ons wedden. Ik kom de eerste op den Nsona. (2) De Muis, alzoo Wel, laat ons wedden. Ik ben gewonnen. De dag van den Nsona was aangebroken, de dag was schoon. Alsdan vereenigden de Muis en de Kameleon hun geld om naar den Nsona te gaan. Te zamen vertrokken zij uit 't dorp, De Kameleon telde langzaam, en altijd door. door, door. Maar de muis begon hardteloopen, hare pooten stak zij uit, al hare krachten had zij vergaderd, op den top van den weg was zij heel ver voor. De oogen kwamen haar uit, zij was buiten adem. De Kameleon volgde van achter, langzaam, langzaam meet te zij, zij had'geene hoop ver loren van >e winnen. En zij gingen, gingen, gingen. De muis was in de nabijheid van de markt gekomen, 's morgens, toen er nog geen menschen waren. (3) Maar in hare zotheid wist zij de markt niet, zij ging door in de wegen die van de markt komen, daar was zij aan 't dwalen. Terwijl zij aan 't dwalen en dwalen was, de Kameleon kwam op den Nsona, de menschen waren er vergaderd zij zat neer, kocht hare zaken,' zij bleef wachten naar haar, de muis, of zij niet aankwam. De markt was uiteengegaan. De Kameleon, zij alleen, bleef zitten. De Muis was aan 't dwalen en dwalen, 't was noen geworden. Op de markt was zij niet te zien. Eindelijk kwam zij aan. De Muis kwam op de markt aangeloopen, wijl zij uitriep tot den Kameleon Hé, vriendin, groote pijn, groote pijn, ik zag de markt niet. De Kameleon toonde hare zaken en zij was gewonnen. Kisantu. Ivo Struyp, S (1) Letterlijk Moeder Kameleon en Moeder Muis. (2) Nsona, vierde dag van de congoleesche week, en ook de naam van de markt, die op dien dag valt. (3) 's Morgens vroeg zijn er nog geen menschen op de markt te zien. Daarom kon De" Muis de markt niet vinden. SWEVEGHEM. Na het drinken van koffie in plaats van cognac, van de vrienden van Mouskroen-Sweveghem, 1.0S Sweveghem mag van deze maal niet ont breken voor Lodewijk Lontings x.oo Het ware te wenschen dat de andere ge meenten ons voorbeeld volgden 1.00 Wij laten alleman op zijne plaats, maar zijn altijd behulpzaam1.00 Ik heb liever daarvoor te geven dan voor Sint Pieterspenning1.00 Een onbekende hand blijft onzen hoofd man Plancquaert genegen 1.00 Bravo I een vrouwspersoon vraagt ook te mogen mededoen voor dit goed werk van Lodewijk Lontings 1.00 Een nieuwen lezer van Het Recht x.oo Hopende dat alle christene democraten voort hunne mede maten zullen volgen en veel sterker dan ooit115 BRUGGE. Ontvangen na eene ge zellige bijeenkomst in 't Volkshuis i.o5 THIELT. Omdat alle volksgezinden mijn gedacht zouden volgen, A.V.M. o.5o Een christen democraat met een moeder hert, R. P. o.5o Ik zal altijd de lijdende christen demo craten indachtig zijn, S. N. o.5o

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Recht | 1908 | | pagina 2