Seriand
gelijk in Vlaanderen
TOLK DER CHRISTENE VOLKSPARTIJ
Christene Volkspartij
PARTIJ-CONGRES
Als de vos de passie preekt
Boeren wacht uw ganzen
Leest en verspreidt ons blad
Jji
Heetgebakerde Ierlanders
Zondag 14 Februari 1909
't Blad 5 centiemen
1 6" jaar N'7
HET RECHT
Ks» «orf en Volk!
Alles voor Vlaanderen1
Vlaanderen voor Christus1
Inschrijvingsprijs vser Belgenland
S»h jaar fr. 3.oo. Negen maanden fr. s-a5
Zse maanden fr. 1.75 Drie maanden fr. i.®o
voor buiten het land de vrachtloon daarbij, i
Hoofdopsteller H. PLANCQUAERT.
Men sehrijft in ton bureele van dit blad bij alle postmeesters en brievendragei
Allsc moet vrachtvrij gestuurd worden naar het bureel van het blad
ÖOUPURERBI. BRUGGE
AANKONDIGINGEN
Beken_;_„i„gen, per drukregelfc. o.a5
Reclamen, op de 4® bladzijde. 0.45
3® 0.55
Bijzonders voorwaarden voor notarissen, zaak
waarnemers. Afslag voor herhaalde invoeging.
Het CONGRES is vastgesteld op
Zondag 14 Februari om 2 1/2 ure,
in het lokaal der Democraten, te
Denderleeuw.
dagorde
Inrichting der partij.
VERSLAGGEVER A. Van den Bruele.
Het bureel zal samengesteld zijn als
volgt: de heeren B. Minnebo, E. H.
Fonteyne, Daens, Stoumon, Boriau,
Weekers, Van den Bruele, Gillaert
Roosens en Robiéfoid.
Verders zullen alle gekende partij
gangers toegelaten worden.
Namens het Inrichtingscomiteit
De Schrijver,
Victor Bocqué.
Er werd bij hoogdringendheid bevel
gegeven de forten der Nederschelde in
staat van verdediging te stellen een
bijzonder krediet van 9 millioen werd
toegestaan voor nieuwe groote kanon-,
nen en uit het noorden van Frankrijk
komen naar sommige belgische bladen i
briefwisselingen de bevolking voorstel-
lende als verkeerende in den grootsten j
angstoorlogsgeruchten loopen rond, i
't schijnt dat iets schromelijks gaat j
losbarsten.
Doch als men den politieken hemel
aanschouwt ziet men toch zoo geen
dreigende wolken. De moeilijkheden in
't oosten zijn ver vereffend, Duitsch-
land komt met Vrankrijk overeen te
komen nopens de kwestie van Marokko,
en men ziet volstrekt niet in welk
belang Engeland of Rusland hebben
voor een oogenblik Europa in vuur en
vlam te zetten.
Dat er eenige punten zijn waarop de
mogendheden niet 't akkoord zijn
Maar dat zal altijd zoo wezen.
Dat de Franschen de Duitschers niet
gaarne zien en dat de Duitschers een
Engelschman op den neus hebben, wel
dat is reeds zoo sedert lang. Doch dat
zijn geen redenen tot oorlog. Een
oorlog in de tegenwoordige tijden moet
zooveel menschenlevens kosten, zulk
schromelijk verlies aan kapitaal en
moet zulkdanige stoornis brengen in
't economisch leven der strijdende
volkeren, dat men zoo iets niet meer
lichtzinnig aangaat. Er moeten tegen
woordig groote, doorslaande en onmid-
delijk tastbare belangen in 't spel zijn
om tot daar te komen. We leven niet
meer in dien .schoonen tijd van voor
honderd en twee en drie honderd jaren
door zooveel behouders als den gulden
tijd beschouwd, dat 't volk niets te
zeggen had en dat het afhing van den
luim van een prins of van zijne boelin
om een oorlog te doen uitbarsten.'t Ge
weten der koningen en keizers hoe rek
baar ook is veel verbeterd. Het volk
heeft meer invloed en een vorst, die
lichtzinnig zijn volk tot een bloedigen
oorlog zoo opjagen, zou voor eeuwig
geschandvlekt zijn en groot gevaar
loopen in geval van nederlaag als een
schadelijk dier aanzien te worden en
met zijn familie over de grenzen gezet
te worden.
Zonder de minste, prenten tie te willen
hebben van bijzonder sterh te zijn op
gebied van internationaal politiek,
kunnen wij voor den oogenblik aan
geen dreigend oorlogsgevaar gelooven
Van waar dan die geruchten Waar
om dat wapengekletter, dat gerol van
kanonnen hier bij den grooten r.eus, bij
denbelg 1
Waarom Wel om de noodzakelijk
heid eener vermeerdering van 't leger
te doen inzien en ons volk nieuwe
millioenen uit den zak te kloppen.
Kunstmatig fabrikeert men oorlogsge
vaarvoor hen die uit verslaving voorden
koning hun verraad jegens hun keizers
en jegens het volk willen verduiken
achter een dekmantel een groote
Europeaansche oorlog.
Wacht nog eenige weken en de aap
zal uit de mouw komen de nieuwe
legerhervorming zal niet enkel bevatten
dat al die een slecht lot trekt, rijk of
arm, voor zijn lot moet optrekken
neen, dat is echt demokratisch, en
daarmede zouden wij 't akkoord vallen
doch de legerhervorming zal vooral tot
doel hebben jaarlijks eenige duizende
jonge werklieden en boerenkinderen te
meer naar de kazerne te slepen.
'tGeen waar men wil komen is alle
man soldaat, en alleman soldaat dat zijn
jaarlijksch nieuwe tientallen van mil
lioenen uit den zak van 't volk dat hier
bijkans al de lasten betaalt dat zijn
jaarlijks zooveel huisgezinnen meer be
roofd van een hunner broodwinners.
Dc rijke katholieken juist lijk in
zake der forten van Antwerpen, juist,
lijk in zake van Congo zijn optAt pun?/
nog eens hun kiezers te bedriegen.
Men wil 't volk een bittere pil doen
slikken men moet ze vergulden. Er
gebeurt nu wat voor twee jaren in
Vrankrijk is gebeurd. De kloosters
wierden verjaagd en ze zaten opgepropt
van milliards fransche waarden. Ze
vluchtten er mede naar Zwitserland en
Belgie waar ze de schoonste kasteelen
van 't land opkochten. De massa geld
aldus uit Vrankrijk was zoo groot dat
de rente er van daalde.
En wat voerden onze arme klooster
lingen uit om de aandacht van hun
milliards af te leiden
Juist ten dien tijde was een ontwerp
neergelegd om in Vrankrijk de belas
ting op 't inkomen in te voeren. Al
de katholieke gazetten begonnen te
schreeuwen dat dit ontwerp een aanslag
was tegen den eigendom en dat dit
ontwerp de oorzaak was dat al de
kapitalisten hun geld vluchten naar
Zwitserland en naar Belgie. De bladen
der rijke liberalen vielen in den strik
schreven die kolossale uitwijking van
milliards toe aan een ontwerp dat tot
heden toe nog niet wet is geworden
en dit groot schandaal van arme kloos
terlingen die in bezit waren van milli
ards en milliards, ging onopgemerkt
voorbij.
Spreken ze nu nog, nu dat de wet op
de belasting op 't revenu gestemd is, in
Vrankrijk van de vlucht der kapitalen
naar Belgie en Zwitserland? 't Is toch
wel nu dat 't geld uit schrik van belas
ting uit Vrankrijk zou moeten vluchten?
Er is niets meer van te vinden in de
katholieke gazetten, de milliards der
kloosters zitten in ons gekochte kastee
len verborgen de toer is gespeeld.
Zoo iets gebeurt nu in Belgie. Men
tracht te doen gelooven aan oorlogsge
vaar; waarom
Men wil ons nieuwe millioenen af
persen men wil meer soldaten, men
wil nieuwe plaatsen van officieren voor
de nuttelooze zonen onzer eêlmansfa-
miliën en onze aristokraten.
Daar ligt de knoop.
H. Plancquaert.
•vA ru
Ierland strijdt voor zijne onafhankelijkheid
en voor zijne taal, die onder het juk van den
Engelschman verdrukt wordt.
Vlaanderen moet niet meer strijden voor j
zijne onafhankelijkheid, maar 't moet worstelen
voor zijne taal, die hier miskend en vertrapt j
wordt in haar duurbaarste belangen.
Zou men het gelooven
In Ierland gelijk in Belgie wordt de beweging
voor 's volks taal tegengewerkt door de hooge
geestelijkheid. Lees het volgende artikel uit
Hooger Leven en gij zult de overtuiging hebben
dat deze, die in Ierland strijden, vcor de taal
van 't land, uitgescholden worden voor over
dreven lieden, heethoofdeen, enz., net gelijk i
in Vlaanderen.
Hebt gij de geschiedenis van Ierland l
gelezen
Ik ken weinig volkeren, waarvan men
de lotgevallen in den loop der eeuwen
met eene zóo medelijdende belangstel
ling volgt. Vroom, edelmoedig, onver
saagd, bleef het Iersche volk steeds, te
midden van inheemsche en uitheemsche
verdrukking, de hoop bewaren op een
betere toekomst, Maar met den helm
schijnt het niet geboren. Dikwijls was
het zijne verlossing nabij soms be
vocht het zelfs schitterende zegepralen;
maar telkens verijdelde een roekelooze
daaa den reeds toelachenden triomf of
roofde de vruchten weg van de behaalde
overwinning.
Die herinneringen kwamen mij te
binnen bij het lezen van de moeilijk
heden, welke het Iersch Episcopaat
ontmoet bij het stichten eener Katho
lieke Hoogeschool, vanwege sommige
vaderlanders, wier bedoelingen ik niet
wil verdenken, maar wier drijven toch
door bevoegde rechters als noodlottig
wordt beschouwd voor den goeden
naam van Ierland als bezadigde natie.
De lezers van Hooger Leven (zie 16,
23 Jan. weten waarvan er spraak is.
De mannen der Gaelic League slaan
met de vuist op de tafel en eischen van
de raadsheeren der nieuwe Universiteit
dat zij niemand als leeraar zouden aan
vaarden, die niet genoegzaam ervaren
is in het Iersch, en dat zij ook die taal
als verplichtend leervak zouden opleg
gen.
Ik wil geenszins doorgaan voor een
vijand van de Iersche taal. In Hooger
Leven meen ik de eerste te zijn geweest
die voor haar ten beste heeft gesproken;
en de omstandigheid zelf, dat zij het
eribezit is van een verdrukt volk, boe
zemt mij voor haar toegenegenheid in.
Ik juich dan ook de pogingen toe, die
gind.r gedaan worden ter opbeuring
van die vergeten moedertaal. Ik bewon
der een Mr. Patrich H. Pearse, die
zijn katheder verlaat in het Univer
sity college om eene jongensschool te
stichten, waar het onderwijs tweetalig
zal zijn en nog meer den bisschop
van Limeryk, die persoonlijk in de
scholen de kinderen gaat opwekken
om vlijtig de Iersche taal te beoefenen.
De vraag is echter of deeisch.doorde
Gaelic Leagueaan de ontluikende
Universiteit gesteld, niet overdreven is
en of die wel op welvoeglijke wijze werd
voorgedragen. MgrDr Clancy, bisschop
van Elphin, die nochtans de Gaelic
League genegen is aarzelt niet dien
eisch ontijdig en onbillijk te noemen.
Gedurende 3oojaar, zegt hij, heb
ben wij gewacht op eene hoogeschool,
waarin onze jeugdige katholieken tot de
hoogere studiën zouden opgeleid worden
zonder nadeel voor hunne zeden of
gevaar voor hun geloof. Die gunst heb
ben wij eindelijk bekomen. Maar is dit
nu den tijd om oneenigheid te voeden
en krakeelen uit te lokken, welke de
werkdadigheid, zooniet het bestaan zelf
kunnen in gevaar brengen, van deze
stichting, waarvoor we allen dankbaar
moeten zijn Heeft het niet den
schijn alsof wij deze gaarne wilden
wurgen bij haar geboorte zelf, met haar
bestaansvoorwaarden voor te schrijven,
die met haar leven niet overeen te
brengen zijn
De lezer moet hierbij bedenken, dat
het Iersch, ondanks de pogingen sedert
een i5 tal jaren door hare beoefenaars
aangewend, en de aanmoediging haar
geschonken door de geestelijkheid,
nochtans voor de vier vijfden der be
volking eene doode taal is gebleven.
Hoe zeer zij uitgestorven was en op
welk peil zij nu nog maar staat, kan
men best leeren uit eenige woorden van
den bisschop van Limerick. Hij heeft
daar pas eene prijsuitdeeling bijge
woond, waar een Irisch sketsh door
eenige dagscholieren werd vertoond.
Daar zeide hij Vóór weinige jaren
zou het opvoeren van zulk een stukje
eene volkomene onmogelijkheid geweest
zijn, niet enkel in deze school, maar
in gelijk welke school of klas van geheel
Ierland.
Men beelde zich dan niet in dat het
Iersch zoo iets is gelijk onze Neder-
landsche taal
De kennis van het Iersch te ver-
eischen bij het ingangsexamen ter hooge
school, zou dan ook, volgens mee
ning van Mgr Clancy eene groote
onrechtvaardigheid zijn jegens de leer
lingen van een aantal Colleges het
zou gedurende jaren velen van onze
beste, meest schitterende en meest be
lovende lieden metterdaad verwijderen
van onze Hoogeschool en hun den weg
wijzen naar Trinity College de
Staats-Universiteit.
En zoo al die eisschen nog maar op
eene betamelijke wijze werden voorge
dragen het is er echter verre van. Men
heeft er eenige staaltjes van kunnen
lezen in Hooger Leven. Die heetge
bakerde Ierlanders schijnen onbe
kwaam het is nog altijd Mgr Clancy
die spreekt om over de hoogeschool,
een onderwerp van het hoogste gewicht,
te redeneeren, zonder dadelijk de hoogst
geplaatste geestelijken in het land te
krenken, af te troeven en in het slijk te
gooien (mud-slinging) het gaat er
daar nog erger toe dan bij de verkiezing
van een President in Amerika. Zelfs
heeft men den Aartsbisschop van Du
blin, den Voorzitter van den Universi-
teits-raad, niet ontzienmen durft hem
brandmerken met den smadenden titel
West-Britisch en de Universiteit
zelve, waarvan hij de kanselier is,
wordt spottenderwijze genoemd een
dubbelganger van Trinity College.
een Rule Britannia-instelling (zie
voor dit laatste H. L.)
Natuurlijk moeten het ook de Je
zuïeten ontgelden. Er is daar namelijk
te Dublin een Jezuïetenpater, Dr De-
lany, die ook deel uitmaakt van den
Senaat der Universiteit, een man,
zegt de bisschop van Elphin, die
om den verderfelijken invloed van
protestansche hoogleeraars te keer te
gaan gedurende vijltig jaar heeft
gearbeid voor de opvoeding der jonge
lieden, en wiens verdiensten door een
ieder gekend zijn Verleden jaar werd
hem daarvoor in de Iersche hoofstad
een huldebetooging gebrachtmaar na
die Hosanah's der dankbare ouders,
moet hij nu ook het Crucifige hooren
van onbesuisde lieden. Hij wordt het
slachtoffer gemaakt, zege Mgr, van
onwaardige aanvallen, en wel door
mannen, wier verdiensten, in zake
opvoeding, juist in omgekeerde reden