Partij Vergaderingen
JAN VLEMINX
MOEN
Brief uit ffloskroen
Ansegem
Lokalen voor meeting
Gedenkt den strijdpenning.
Brugge
PRIESTER DAENS
Verleden week is er hier onder de werk
lieden der firma Guatry, eene gedeeltelijke
werkstaking uitgebroken ten gevolge van een
loonaftrek, welke bovengenoemde firma wilde
invoeren, op een soort van werk. Al de wevers
die deze artikelen maakten, hebben het werk
gestaakt, en verklaren plechtig niet de minste
loonsvermindering te zullen aannemen.
Als men nagaat welk loon die werklieden
verdienen, dan mag die loonsvermindering
een schandaal genoemd worden.
Een der beste wevers verklaarde dat hij met
moeite twaalf franken in de week verdiende,
hetgeen na de voorgestelde aftrok van 25 0/0,'
nog negen frank zou uitmaken. Nu dat dé
loonen sinds eenigen tijd overal verhoogd zijn,
en dat alles wat men noodig hc_fl om te leven
aan buitengewone hooge prijjsu staat, wil men
hier de loonen van een vierde verminderen.
Dat die heeren het eens zelf beproeven om
met negen frank in de week hun huisgezin te
onderhouden. Er zal water in plaats van wijn,
en droog brood in plaats van boterkoeken op
tafel komen.
Volgens het schijnt geven zij voor reden op
dat zij te veel betalen, en dat zij daardoor
hunne geweefsels niet kunnen verkoopen.
Lacht niet zulle! twaalf frank in de week' en
dat noemen zij te veel betalen.
Goed zoo, mijne heeren, maar toen gij met
den zelfden prijs te betalen, de andere fabrie
kanten eene gevoelige konkurentie aandeedt;
toen ge overvloed van werk hadt, en goud met
hoopen wont, hebt gij er dan aan gedacht het
loon uwer werklieden te vermeerderen En hoe
leggen de andere werkgevers het aan boord die
hunne wevers 18 tot 20 fr. in de week laten
verdienen, of zooals in Frankrijk 25 fr. Neen,
heeren dat is de kwestie niet. 't Is de goud
dorst, t is het brandend verlangen om op
eenige jaren millioenen te winnen, dat is de
kwestie, anders niet.
Welnu, de werklieden zullen niet de minste
loonsvermindering aanveerden, z'en hebben nog
geen lust zich al werkende te laten uithongeren.
Dat de werklieden den moed niet laten zinken,
dat ze woord houden en ze zullen overwinnen.
Ook durven wij verhopen, dat niemand laf
genoeg zal zijn om de rol van onderkruiper te
spelen, om zoodoende den strijd in het voor
deel der fabriekanten te doen eindigen. Dit
mag niet gebeuren.
Ten anderen het getal onvereenigden is niet
groot, en bijgevolg niet moeilijk om onder
steunen, indien zij de noodzakelijkheid
begrijpen zich na den strijd te vereenigen.
Vrienden, houdt u gereed, om zoo het
noodig is bij onze eersten oproep de inschrij-
vingslijst gulhartig te onthalen. Wij moeren
toonen dat broederlijkheid bij ons geen ijdel
woord is. Houdt u gereed, veel kleintjes maken
een groot. Veel druppeltjes water vormen den
grooten grooten oceaan, en veel zandkorreltjes
vormen groote en hooge bergen. Dus, vrienden
nog eens houdt u gereed
Ook de kleine handelaars der gemeente,
zouden de werkstakers in de maat hunner
krachten moeten steunen, want moest de loons- j
vermindering ingevoerd worden, zij zouden er 1
gevoelig door getroffen worden. Dus, klein-
handelaars, steunt in uw eigen belang de
werkstakers.
Moed, vrienden, elk iets en 't zal gaan.
Een werkmansvriend.
MENGELWERK
Toekomende week.
Voortaan zal Het Recht openbaar verkocht
worden te Ansegem eiken Zondag na de Hoog-
Arrondissementsbond van Kortrijk
Op Zondag i5 Augusti. om 2 112 ure namid
dag, zal er eene buitengewone maandvergade-
ring plaats hebben voor al de afgeveerdigden
der aangesloten bonden, ten lokale In Prins
Boudewijn, Groote Markt, te Kortrijk. Dag
orde 1. Regeling van den kiesstrijd 2. pro
pagandamiddels 3. Voorname bespreking en
mededeel ingen.
Niemand mag nalaten in die belangrijke
zitting aanwezig te zijn, ingezien deze 's namid
dags tot meerder gemak plaats heeft.
DEERLIJK-ST LOUIS
Op Zondag i5 Augusti, om 5 ij2 ure namid
dag vergadering voor de demokraten van
't omliggende, zooals St Louis, Deerlijk, Swe
veghem, Vichte enz. ter herberg Transvaal,
bij Jules Denauw.
AVELGEM
Zondag 22 Augusti, om 4 ure namiddag, 1
vergadering van den kantonalen bond te Avel-
gem. Belangrijke dagorde. Wij verhopen dat al
de vri-nden zullen tegenwoordig zijn.
DEERLIJK
Op Zondag 22 Augusti, om 5 ure namiddag,
vergadering van den propagandakring bij Gen-
tiel Ovaere in 't Katje.
Aan St Louis-Deerlijk
Gij moogt vast op mij rekenen. Ik zal daar
om 5 uren zijn. gelief ook op de juiste uur daar
te zijn opdat ik weg kan. Ik verwacht veel
volk I Sweveghem Ooteghem enz. mag niet ten
achteren blijven, opdat de voordracht goede
vruchten zoude dragen. G. Buijsschaert.
SWEVEGHEM
De vrienden van Sweveghem doen eenen
dringenden oproep om zamen te komen in het
gewoon lokaal om acht uren 's avonds den
2.3 Augustus daar het van dezen keer belang
rijk is mag nu niemand ontbreken. Vrienden
op post. Het Bestuur.
Wij vragen lokalen voor meeting te Lauwe,
Cuerne, Hulste, Bavichove, Heule, Gullegem,
Lendelede en Bellegem.
Zijn er geen demokraten die daar familie,
vrienden of kennissen wonen hebben en daar
kunnen voor zorgen
De arrondissementshond.
Zaterdag had er eene belangrijke bespreking
plaats in den gemeenteraad van Brugge.
Onze vriend Minnebo deed er een ondervra
ging over de onnoembare handelwijze van het
stadsbestuur, dat de schuld draagt dat de
papierfabriek Deleplanque sluit.
Hij deed er eene lange redevoering, waarin
hij onder meer het volgende zegde
In 't algemeen is de verdwijning van dien
nijverheidstak uit Brugge, een gevoelige slag
voor de Bruggelingen.
De verdwijning van die fabriek is nogtha..s
niet te wijten aan de crigis, mijnheeren, want
dit gesticht deed hier altijd goede zaken. Maar
over de sluiting van dit gesticht wordt veel
gezeid en geschreven en het schepen college
nog al fel in de zaak gemengeld en zelfs ais de
eenige verantwoordelijke aangeduid.
Ik heb den zaakbundel onderzocht en waar
lijk moeten bestatigen dat die fabriek veel
moeilijkheden van de stad tegenkwam, sedert
een 10 tal jaren, 't is te zeggen, sedert het
scheppen van dit nieuw kwartier. En zou het
niet het tegenovergestelde moeten zijn Zou
de stad de handels- en nijverheidsgestichten
niet moeten helpen en ondersteunen en aan-
oedigen
Welke is nu wezentlijk de reden waarom de
stad het water ontneemt aan die fabriek
Versckillige fransche verslagen en brieven
van den heer stadsingenieur melden dat de
stad dit water niet meer kon voortgeven uit de
Kom der Ezelpoort, omdat ze voor verschillige
andere diensten, zooals de Zwemkom, het
spijzen der moerbuizen enz. het water noodig
heeft.
Maar mijnheeren, sedert het eerste verbod
van 28 November 1907 tot heden toe heeft de
stad neg in dit geval niet verkeerd, dat er tekort
water was langs dien kant. Eu wat wij aan
geen een mensch zouden kunnen doen ge-
looven, 't is dat een nijverheidsgesticht geen
water kan krijgen ia eene stad zooals Brugge,
doorkruisd en omgeven met vaarten en rivieren
en verbonden met de zee I..,
Waarom moest de stad die fabriek sedert
omtrent 10 jaar zooveel lasten en moeilijk
heden aandoen
In 10 jaar deed de stad drij maal de water
leiding, welke de fabriek spijst, herleggen. Dat
zijn schrikkelijke kosten en dan ziet men op
hoop toe dat men 't water ontneemt en zegt
neemt uw water langs een anderen kant, langs
de Oostendsche vaart, minstens 5 tot 600
afgelegen van het gesticht.
Schepen Goethals, nam het woord en op de
beleefde vraag van M. Minnebo om in
t vlaamsch te antwoorden, snauwde botweg
ik %al in 'tfransch spreken. Hij verdedigde de
handelwijze van 't stadsbestuur en zegde dat de
eigenaars der papierfabriek lange zinnens waren
er van door te trekken, 't Eu is dus de schuld
niet van 't water zegde hij.
M- Vincke, katholiek raadslid, die in de
nabijheid der papierfabriek woont, zegde geheel
de zaak van bet afnemen van het water te ken
nen, keurde de handelwijze van 't Collegie af.
Sinds 10 jaren doet gij de fabriek moeilijkheden
aan zegde hij, 't en is hoegenaamd geen waar
dat de eigenaar zinnens was weg te gaan. Gij
hebt ODgelijk zegde hij, 't water aan die fabriek
af te nemen die u nooit lastig viel of u moeilijk
heden aandeed.
De heer Burgemeester. Wij willen nog met
M. Delplancque onderhandelen om overeen te
komen.
M. Vincke. 't Is te laat, als de fabriek gaat
sluiten binnen eenige dagen, zoudt ge dan
willen water geven.
M. Minnebo, vraagt aan 't Collegie, dat be
weert dat het de schuld niet is van 't afnemen
van c water dat de papicrenfabriek weggaat,
indien M. Deleplanque zijne fabriek kon
verhuren of verkoopen voor eene nijver-
j heid die water noodig heeft, of de stad er zou
i geven
Eene algemeene stilzwijgendheid volgde op
die vraag.
Ziedaar riep M. Minnebo 't schoonste
bewijs j vvxter weigert! Dus gij en gij
alleen zyc de plichtige dat de fabriek ver
dwijnt.
Daarop ontstond een algemeen gemor onder
t publiek en de zitting eindigde om 8 ure, in
t grootste gewoel en in de diepste duisternis,
want men ontstak geen licht omdat 't volk niet
zou kunnen gezien hebben welke zure ge
zichten de mannen van 't collegie trokken.
DEMORATEN,
De strijd voor het arme volk, voor den on«
rechtlijdenden mensch is lastig en kost geld.
Steunt allen in de maat uwer krachten uwe
partij gedenkt ten allen tijde en overal het
steunfonds.
Alles wordt ia dank aanveerd bij R. Vander-
schelden te Deerlijk.
IS VERSCHENEN:
zijn leven, zijn strijden, zijn lijden,
zijne dood en verheerlijking
aangehaald en beschreven door zijn broeder
Petrus Daens, volksvertegenwoordiger voor
het arrondissement Aalst.
Het boek is te verkrijgen ter drukkerij van
Petrus Daens Mayart, Werf te Aalst, aan den
prijs van 1.50 fr.; vrachtvrij t'huis gezonden
1 80 fr.
EEN VERHAAL
uit den tijd der Opkomst der Christene Democraten
in Vlaanderen.
Het toeval hielp hem. Eenige dagen later vernam hij dat
Leonie een lid harer familie was gaao bezoeken in een naburig
dorp niemand vergezelde haar. Immers 't dorp waar zij naartoe
was lag in eene gansch tegenovergestelde richting van het hof
van Jan Vleminx. Haar moeder had dus niet 't minste vermoeden
dat Jan kon weten dat Leonie op bezoek was uitgegaan. Jan
rekende dat Leonie met valavond zou terugkeeren. Langs groote
omwegen opdat niemand die omtrent het hof der Uytenhovens
woonde hem hadde kunnen zien en vermoeden waar hij henen
ging, bereikte hij den weg die Leonie volgen moest. Hij ging in
eene kleine herberg wachten op hare terugkomst. Met 't dalen
der zon zag hij haar in de verte afkomen. Toen 't meisje in een
diepen weg kwam een honderdtal meters van de herberg in de
richting van haar vaders hof, stond Jan Vleminx op eens voor
haar.
Leonie verschrikte en dit maakte op Jan een onaangenamen
indruk. Liever had hij op haar lippen een glimlach van tevreden
heid en geluk gezien. Was het immers niet reeds vele weken dat
zij elkander geen woord hadden kunnen spreken
Leonie, 11 sprak Jan, hare hand vattende.
Leonie sloeg de oogen neder en scheen bedroefd, hare hand
beefde in de zijne en met moeite scheen de naam van haren
vriend over hare lippen te komen.
Gij zijt toch niet bang van mij vroeg Jan, die gevoelde
hoe het meisje beefde.
Neen, Jan, antwoordde Leonie, ik ken u te goed, doch er
zijn andere waarvoor ik beef.
«Uw vader, uwe broeders, en vooral uwe moeder... en...
voegde Jan erbij met gramschap in de stem, want hij dacht
Van Boschvoorde, doch hij sprak zijn naam niet uit.
Ik weet dat men mij te uwent niet meer bemint. Uw
familie wordt tegen mij opgemaakt. Ik kan niet buigen ik kan
niet knikken ik heb mijn eigene gedachten en 'k durf er voor
vooruitkomen. Op ons verslaafde vlaamsche dorpen wordt dit
niet geduld. Men moet slaaf en schijnheilig mede zijn of de
slaven en de schijnheiligen haten u en op een wenk an deze die
ons volk verknechten, verstompen en tot een minder ras willen
maken om het te overheerschen, vliegen zij den vrijen man als
moet ten ondere worden gebracht dan zal men doen mijn
ongeluk als voorbeeld dienen. Niet zij, de verdrukkers van
Vlaanderen, zullen het gedaan hebben maar de hand Gods, God
zelve zal mij, den booze, getroffen hebben, tot voorbeeld en tot
heilzame les der andere christene menschen. Daar wil men het
brengen Leonie en daarvoor heeft men u noodig.
Leonie gevoelde wel dat Jan de waarheid sprak. Zij hief de
oogen omhoog en zag den blik van Jan Vleminx kalm maar
eemgzins melancholisch op haar als vastgeklonken.
t Is waar Jan, men haat u. Gij kunt niet denken wat men
doet tegen u. Van dag tot dag worden mijn ouders boozer en
boozer op u. Zelfs mijn broeders die in 't eerst u eerder genegen
waren, zijn op u gebeten als haddet gij hier het grootste kwaad
gedaan.
Ik heb nooit van iemand van de uwen een woord kwaad
Dat weet ik wel, doch niettemin zij haten u als hun
grootste vijand.
u lk weet het en 'k weet ook door wie.
Leonie zweeg.
Deze die vooral uw ouders en gansch de gemeente tegen
mij heeft opgehitst is niemand anders dan de bestuurder uwer
congregatie onderpastoor Van Boschvoorde, a
Leonie haatte Van Boschvoorde niet. Hij was altijd zoo
zacht en zoo voorkomend met u^ar. Daarenboven hij liet zien
dat hij haar voor al de andere kongreganisten zelfs de rijkste
jufvrouwen van het dorp verkoos en dat vleide hare ijdelheid.
'k Weet niet, antwoordde het meisje, mijn dunkens is het
zoo een beetjen iedereen.
Jan gevoelde dat Leonie den onderpastoor trachtte te ver-
schoonen en dat ontstak in zijn hart een nijpende jaloezij.
Hij, Leonie, sprak Jan met vaste stem die van zijn
onwrikbare overtuiging getuigde waarin men ook ingehouden
gramschap gevoelde. Hij heeft uw ouders bewerkt hij heeft de
boeren tegen mij opgejaagd en hun den weg naar mijn molen
verhinderd en vooral hij wil u van mij scheiden. 11
Leonie nogmaals antwoordde niet.
En gij, Leonie, sprak Jan na eenige oogenblikken stilte,
wat denkt gij van mij Ben ik voor u nog dezelfde als vroeger
Hoe kalm Jan zich ook poogde te houden toch was onrust
op zijn wezen te lezen en men zag dat hij met angst op Leonie's
antwoord wachtte.
Gij zijt voor mij dezelfde als vroeger, Jan.
Juist dezelfde
Ja, antwoordde het meisje, juist dezelfde. Ik bemin u en
niemand anders.
Jan klemde met drift de hand van Leonie in de zijne doch
drukte met kalmen eerbied een kus op haar voorhoofd.
Doch Jan, zeg mij nu toch, waarom brengt ge u en mij en
uw moeder in zulke moeilijkheden. Waarom stookt ge hier al
dien twist en die tweedracht Waarom haalt ge u den haat van
iedereen op den nek
1 Waarom, antwoordde Jan met vuur, omdat ik ons volk
brakken te lijve. Ik durf strijden voor mijn volk, ik kan niet verdrukt zie en verslaafd, onwetend en arm in't rijkste land der
buigen, Leonie, daarom moet ons geluk gebroken worden ik I wereld.
Maar moet gij u dat aantrekken
En waarom ik niet zoowel als wie ook n
Waarmede gij u bezig houdt, Jan laat dat aan anderen
over. Zie eens welke schade gij hierdoor lijdt Haddet gij zelve
niet wat fortuin, waarmede zoudt gij leven
God zou daar wel in voorzien, antwoordde Jan.
'k Vrees eerder dat gij met Ons Heere op den besten voet
niet staat, sprak Leonie. Gij leeft in strijd met uwe geestelijke
overheid gij beknibbelt de katholieke partij en gij maakt de
kleine menschen mistevreden met hun lot. Jan, Jan waarom doet
ge dit alles toch
Leonie was tot haar veertien jaar naar school geweest bij de
nonnekens van Volxem en had daarna twee jaren doorgebracht
in een pensionnaat van klooster-zusters. Zij had er leeren lezen,
schrijven, wat aardrijkskunde, geschiedenis, fransch, enz. Doch
wat haar karakter betreft, zoowel in de school van Volxem als in
t pensionnaat had men het in een bijzonder vorm trachten te
gieten. Gansch hare opvoeding in de gestichten had tot doel van
haar en haar medeleerlingen gewillige werktuigen te maken in
de handen der geestelijken. De wil werd niet gevormd maar
gebroken de godvruchtigheid werd gedreven tot kwezelarij toe
en vooral werd bijna dagelijks aan de meisjes een overdreven
eerbied voor en onderwerpenheid aan de geestelijke overheid
ingepompt.
Van de groote vraagpunten die de wereld bezielen kende zij
geen woord, 't geen dan nog eenigzins verstaanbaar is. Doch
zelfs de feiten der geschiedenis werden op zulke partijdige en
eenzijdige wijze uitgelegd, dat zelfs kinderen met een groot
natuurlijk verstand begaafd, die geestelijke onderwijsgestichten
verlaten met een ver bekrompen geest ja men mag zeggen met
een misvormden geest, voor langen tijd onbekwaam menschen en
feiten in hun waar daglicht te zien en volgens gezonde rede en
echte billijkheid te beoordeeled.
Dat er in Vlaanderen een volk woonde dat stoffelijk en
zedelijk en verstandelijk verdrukt wierd, in zijn heiligste rechten
miskend, daar had Leonie nog nooit op gedachten ze aanzag de
handelwijze van Jan Vleminx enkel als hst gevolg van een kra«h-
tigen doch twistzieken en stijfhoofdigen kop.
Jan belette dat Leonie niets verstond van den prachtigen
strijd die de christen demokraten aangevangen hadden voor de
verheffing en de lotsverbetering van hun volk. Hij glimlachte om
de onwetendheid van Leonie en poogde haar uit te leggen waar
om hij zoo handelde en hoe het zijn plicht was zoo te handelen.
Doch hoe geestdriftig hij ook sprak over zijn ideaal, Leonie
bleef koud, onverschillig aan zijn woorden. Zij gevoelde niets noch
voor haar vlaamsch volk, noch voor het volk in 't algemeen.
Haar zedelijke begrippen gingen niet verder dan onderworpenheid
aan 't geen de priesters zegden en eenige centen als almoes aan
de armen op voorwaarde nogthans dat deze katholiek waren en
op slaafsche wijze bogen voor den priester. Van maatschappelijke
rechtveerdigheid, van 't recht der werkende standen op bestaan
en op hoogere ontwikkeling, daar begreep het meisje niets van.