KORTRIJK
Cerevisiam et eireenses
BRIEFBUS
belagers en beleedigers, die wat over
tuiging, rechtzinnigheid en opoffering
voor de gedachten betrefthonderd
voeten beneden hem staan
't Is twintig jaren en meer geleden
dat Plancquaert den strijd begon, als
vlaamschgezinde, voor de opbeuring
van het vlaamsche volk.
Ik herinner me dat ik hem voor de
eerste maal zag en hoorde op den
Vlaamschen Landdag van Kort rijk,
waar hij, katholiek, die alle dage
naar de mis ging, verklaarde onder
de geestdriftige toejuichingen van dui-
zende aanwezigen dat de strijd voor
ons volk moest gebracht vvorden op
politiek gebied. Hetgeen hij voorhield
in woorden, bracht hij tot daden dat
getuigt reeds een twintigjarige onaf
gebroken strijd. Had hij zijne groote
talenten ten dienste gesteld van de oude
katholieke partij, hoe lang zou hij reeds
eene plaats in 't parlement bekleed
hebben
Reeds in 1890, ging hij de katholieke
volksvertegenwoordigers in hunne mee
tings te lijve, omdat zij hunne beloften
jegens de Vlamingen en jegens de
boeren niet gehouden hadden. Men
kan denken welke opschudding zoo
iets maakte op den vlaamschen buiten,
waar niemand ooit een man had zien
opstaan tegen de katholieken
In 1892 ging hij den strijd aan tegen
een vlaamschonkundigen kandidaat der
katholieken voor de provinciale kiezing
van Waarschoot. Nu was hij geheel en
gansch in den ban en begon de vervol-
ging. Men trok hem zijne vrienden af
en zijne familie werd benadeeligd in
hare zaken, overal waar het mogelijk
was.
In 1893 leerde hij De Backer
kennen die hem uiteendeed wat de
christen democratie was en onmiddel
lijk sloot hij zich aan bij de christen
democraten.
Van dan af begon1-hij met De Backer
en Sterck den strijd in 't Aalstersche.
Geen Zondag bijkans, een jaar lang, of
hij was daar om de democraten te
helpen.
Van 't Aalstersche viel hij op andere
Weet ge wat de volksstrijd aan
Plancquaert gekost heeft? Eene for
tuin. Misschien kwetsen we hem hier
in zijne nederigheid, maar 't moet van
ons hert, want het is de loutere waar
heid.
Boven zijne opofferingen in tijd en
geld, werd hij te kort gedaan in zijne
stoffelijke belangen. Vóór de liberalen
en de socialisten, waren het de katho
lieken, die hem lasterden en vervolgden.
Men deed aan de buitenlieden ge-
looven dat deze, die hem voor advokaat
namen, op voorhand veroordeeld waren
en als er op zijne gemeente iemand
was die hem wilde aanstellen als advo
kaat kreeg deze persoon zeer dikwijls
eenige waaghalzen verheerlijkt, dat geen vrede
en rust meer zoekt bij den huiselijkea haard,
maar luidruchtige gezelligheid en onnatuurlijke
bedwelming najaagt in herberg en op 't sport
terrein.
Bier en spelen, cerevisiam et circenses, be-
heerschen in menig opzicht onzen volksgeest,
en dooden menig edel streven op godsdienstig,
sociaal en economisch gebied, zoowel bij ge
brek aan voldoende ernstige leiders, als door
de onverschilligheid die bet herberg- en sport
leven bij de massa des volks aankweekt.
De sport heeft bij de meesten haar oor
spronkelijk karakter verloren 't is geene ont
spanning meer, genoten na ernstigen arbeid, of
geen herstel van het evenwicht tusschen lichaam
en geest, maar een hartstochtelijk streven Daar
genot dat nooit verzadigd is, en waaraan alles
opgeofferd wordt.
Naast hen die van de beoefening der sport of
het bezoek van invloedhebbende lieden J181 d^i!,'e:, ran em winstgevend spel hun
levensideaal hebben gemaakt, staat de groote
massa die de sporttoeren met hartstocht volgt,
den overwinnaar toejuicht en verheerlijkt, den
om hem dit af te raden.
Na de dood van De Backer ging
Plancquaert gedurende vier jaren zete
len te Sotteghem om de menschen raad
en bijstand te geven en zoo de partij
in 't Aalstersche te nelpen. Nooit heeft
hij daarvoor zelfs zijne reiskosten ge
wild.
Hetzelfde doet hij ssdert jaren te
Kortrijk. Hoeveel honderde menschen i
heeft hij niet bijgestaan en hoeveel
brieven schrijft hij niet jaarlijks om
dezen of genen te helpen en dat alles
kosteloos
Ehwel liberalen van Kortrijk, wat
kunt gij daartegen stellen Waar is bij
uw volk die geest van zelfsopoffering
Leest het liberaal Volksbelang van
Gent van over drie weken gij zult
zien voor wie gij aanzien wordt door
uwe eigene partijgenooten.
En gij, socialisten. Leest wat uw
hoofdman, Van de Velde, zegde en
schreef van menigeen van u dat zij
i eerst en vooral zoeken in cooDeratie\
eerst en vooral zoeken in coöperatieven
j en syndikaten te leven ten koste van
't werkvolk. Leest het boek van
Simoens, leest de polemiek in het
Kortrijksche Volk sedert eenige weken
i gevoerd daar worden met naam en
1 toenaam de socialistische kluchtspelers
j genoemd.
Plancquaert walgt van een nieuw
-w. v.x.vAv.iv. cartel, zijne trouwe vrienden staan aan A t v j
arrondissementen Zijn leven is sedert j zijne zijde, de Kortrijksche democraten j 0nc£r° wêfJT gXrniken
dien een aanhoudende onafcehroken steunen hem als één man. Wij kunnen v_j 1
verorgelukten held eene vorstelijke begrafenis
schenkt, en gaarne een geldelijk offer brengt
om den sterken adem en de ontwikkelde spieren
van haren Hercules in marmer te vereeuwi-
i gen. (x)
't Is nic-t alleen onder de werkende klassen
dat die helden hoog verheven worden, ook
door hen die weldra de ontwikkelde klas zullen
vormen, die het geestesleven moeten aankwee-
1 ken bij ons volk worden de gevierde sport-
i mannen bewierookt en trekken meer belang-
stelling dan welke spreker of schrijver ook,
I winnen meer sympathie dan de edelmoedigste
personen die zich geheel opofferen voor 't stof-
lelijk of geestelijk welzijn hunner medeburgers,
i Het zaad der ontaarding van ons volksleven
is met volle handen rondgestrooid en schiet
welig op de ondervinding leert dat zelfs de
staatsmacht niet sterk genoeg is om de felle
hartstochten die tot spelen drijven, te be
dwingen, of de misbruiken die de sport tot
waagüalzerijen doen verkeeren, tegen te gaan.
1 Een tweede hartstocht die moordend werkt
op onzen volksgeest en tevens op het lichaam,
niet alleen dit geslacht maar ook onze nakome
lingen op alle gebied minderwaardig maakt
roept steeds om bier of andere alcoholische
i dranken.
j Velen meenen dat het alcoholisme sterk ach-
teruitgaat in ons land omdat het verbruik van
sterke dranken in de laatste jaren is afgenomen,
maar zij vergeten dat een andere alcoholische
drank is de plaats is gekomen, dat het biermis-
1 bruik ontzettend toeneemt, zij zien niet in dat
dit misbruik, omdat er schijnbaar minder nood
lottige gevolgen aan verbonden zijn, wellicht
moorddadiger werkt op ons volk daar het bier-
misbruik niet alleen doorgedrongen is bij vol
wassenen maar zelfs bij kinderen die volgens
dien een aanhoudende, onafgebroken
strijd geweest voor 't volk. Overal,
waar de strijd aangegaan werd tegen
de behouders, sprong hij bij. Niet met
honderden, maar met duizenden mee
tings heeft hij gegeven. Niet enkel in
Oostvlaanderen, maar in al de vlaam
sche provinciën, tot in zekere]waalsche
streken toe. Geen tien Zondagen op een
jaar heeft hij vrij, en meer dan dertig
malen heeft hij den kiesstrijd aange
gaan bijkans altijd op voorhand
zeker van de buis om het volk wak
ker te schudden, om de vrije menschen
de gelegenheicHe geven hun gedacht te
doen, om mannen te vormen en
propaganda te maken voor zijne geliefde
volkspartij.
De zaaier zaaide hij wierp het zaad
met gansche handvollen. Dit zaad
moest zijn tijd hebben om te kiemen,
op te schieten en vruchten te]leveren.
Zoo kwam het dat men slechts sedert
korte jaren in de mogelijkheid verkeert
de christene volkspartij eenige duur
zame inrichting te geven de schrik
was zoo groot op denl buiten dat: men
geen bonden kon stichten
Men moet geen propaganda gemaakt
hebben om toch te weten dat zulks geld
kost. De Christene Volkspartij, geen
sterke inrichtingen hebbende, negen
keeren op tien vielen de kosten op den
propagandist, op Plancquaert.
De kosten der kiesstrijden op Planc
quaert.
De kosten der meetingbriefkens, op
Plancquaert.
De kosten der vlugschriften, op
Plancquaert.
De reiskosten, op Plancquaert; gelijk
waar hij ging voor de Christene Volks
partij ver of bijnooit heeft hij iets,
geen centiem, gewild als vergelding.
Tijd en geld, alles gaf hij ten beste
voor de partij. Waar zijn zij, in gelijk
welke partij, van wie men zulks kan
zeggen
't Is nu twintig jaren dat onze vriend
strijdt voor zijn gedacht, waarvan zes
tien onder het vaandel der Christene
Volkspartij, wij dagen gelijk wie uit
wel, als eerlijke lieden, in onze goede
trouw verschalkt, bedrogen en bestolen
worden, maar de ontvangen lessen
hebben ons geleerd. Wij, die het recht
zinnig meenen en in den grond 's volks
welvaart betrachten, wij gaan voortaan
onze wegen alleen, wat er ook volge of
gebeuren moge eens bereiken we ons
doel het heil van 't volk.
Daar ligt de oorsprong van uwen
haat en uwe vijandschap jegens Hector
zonder grootelijks te schaden aan hunne
lichamelijke en geestelijke vermogens.
In verschillende streken heeft het biennis-
bruik reeds een verdierlijkten vorm aange
nomen, en schaamt men zich niet meer met
eenvoudige echt romeinsche middelen de ver
zwolgen biermassa uit het lichaam te verwijde
ren om daarna naar hartelust opnieuw te kunnen
zwelgen.
Cerevisiam et circences, bier en sport, vooral
in den geest der herbergiers is deze koppeling
vastgegroeid zij laten geene gelegenheid voor
bijgaan om zelf spelen te organizeeren of daar
toe bij de bevoegde overheid aan te dringen
Plancquaert. Zijne onbaatzuchtigheid omdat wctcn dat de hartstochtelijke span-
steekt u in de oogen en daar gij in uwe j
goddeloosheid niet een teugel maar
een prikkel vindt voor uwen haat en
uwen nijd, moet gij de gal van uw
hert op Plancquaert spuwen. Gaat maar
zoo voorts moesten er nog democra
ten zijn, die eenige begoochelingen
hebben, hunne oogen zullen daarmede
opengaan.
Uw gezelschap was teleurstelling en
bedrog voor ons. We vluchten nu uw
gezelschap. Recht voor de vuist. Eerlijk
duurt het langst. Degroevisten vliegen
bij ons buiten. Haat en nijd, laster en
vervolging mogen ons treffen, vooruit
met altijd verschen moed voor recht
en brood. C. Moeyaert.
Wij lezen in Hooger Leven
't Was een teeken van verval en verbastering
van 't eenmaal zoo machtige romeinsche volk,
dat het niets meer eischte dan brood en spelen
panem et circenses
Daar leefde het van, daar ging het in op, dat
voldeed al zijne hartstochten. De roem en
grootheid van het vaderland liet het koud, voor
een wijs en voorzichtig bestuur was het onver
schillig, als het hoofd van den staat maar zorgde
dat op tijd het noodige graan uitgedeeld werd
om den honger te stillen, en de wreede spelen
gegeven werden die de hartstochten streelden.
Dat volk met zulken geest bezield, moest al
langer hoe dieper zakken, vermoedde weldra
niet meer dat er iets edelers bestond.
Het zou dwaas zijn den toestand onzer
moderne samenleving geheel gelijk te stellen
aan dien waarin het romeinsche volk zich be
vond in het tijdperk van verval.
Maar toch mogen wij ons niet ontveinzen
dat er verschillende punten van overeenkomst
1 zijn, die wijzen op eene verbastering van ons
te toonen dat Plancquaert ooitreen volksbestaan, dat geen genot meer vindt in
centiem geld profijt gedaan heeft in i hoog" geestesleven, maar alleen het dierlijk
den strild j *even wil verzadigen, dat geen prijs oneer" stelt
n r j 1 1 -■ -i. t 1-M I °P zedelijke grootheid en edelmoedige daden,
2" Oj dat hij OOlt aan al gelijk Wie j maar <je lichamelijke kracht der sportmannen
eene plaats gevraagd heeft. en de zenuwschokkende acrobatentoeren van
En zij vinden zulke gemakkelijke werktuigen
in de gemeentelijke overheid, want deze zou
toch aan haren plicht te kort schieten, zou
weinig over hebben voor de belangen der ge
meente indien ze de herbergiers, de nering
doeners der gemeente niet liet leven en allerlei
buitenkansen bezorgde. Trouwens, hoe beter
zij de herbergiers laten leven, des te vaster zal
ook hun politiek leven zijn, dat in handen is
der herbergbazen. Gaat het nog langer zoo
door, dan wentelt weldra geheel onze politieke
draaimolen om de bierton als as.
Nu reeds is de staatsmacht in al hare gele
dingen onmachtig om de misbruiken tegen te
gaan, de overtredingen op de wetten voor ver
gunning, tegen openbare dronkenschap en
't omkoopen vac stemmen, te bestraffen.
Och ja, het mag ons niet verwonderen, daar
een groot deel van hen die de staatsmacht ver
tegenwoordigen, alle belang hebben bij het
drankmisbruik, en gaarne een deel van 't alge
meen welzijn opofferen aan hunne persoonlijke
belangen.
Hoe zou 't mogelijk zijn dat ons volk zoolang
het de leuze cerevisiam ét circenses boven
alles blijft stellen, iets gaat voelen voor stam-
bewustzijn, voor ontwikkeling en socialen voor
uitgang Die twee hartstochten moeten wij
bestrijden, willen wij ons volk opvoeren naar
het ideaal dat wij, katholieke Vlamingen, ons
voorstellen. A. Bus.
Miss. v. H. Hart.
Die eerw, heer pater is van 't goede jaar. Is
't zijn volk niet, dat de schandalige katholieke
zuippartijen in kiezingstijd inricht
(1) Voor een paar weken meldden de dagbladen dat
reeds duizenden fr. verzameld waren om den veronge
lukten wielrijder K. Verbist een standbeeld op te richten.
SWEVEGEM. Gij moogt op mij rekenen
voor de vergadering van den bond. Zorg dat
ge goed opkomt.
AVELGEM. Zorg voor uwen bond, de
elementen zijn er. Ik kom als ge wilt.
WAEREGEM. Zondag moet uweD bond
gesticht zijn.
VIC.HTE. Vergeet niet lokaal aan den molen
naar den Hgirwfg toe H. Pl.
Aan den heer- Hector Plancquaert, hoofdop
steller van het weekblad Het Recht
Mijnheer,
Als gevolg van het verschijnen mijner terecht
wijzing, in het nummer van 24" Oktober 11.,
van uw weekblad Het Recht heeft den
hooggeroemde heer Callix'.us nogmaals zijne
flinke pen geslepen.... om zijn antwoord
aanneen te flansen, die wederom krioelt van
onnauwkeurigheden en gemeene verdachtma
kingen ten mijnen opzichte.
Daar ik er niet aan houd beleedigd te wordeD,
door een puretein die mij beschuldigd, van
gestraft te zijn geworden om een zijner ge
liefde... werkgevers beleedigd te hebben, zoo
verzoek ik u Heer hoofdopsteller, mij in uw
veel gelezen bladeen klein plaatsken te
bezorgen, om aan uwe lezers te bewijzen, dat
den Heer Callixtus een gemeene lasteraar is,
die hals over kop over zaken schrijft die hij uiet
kent. Zijne Hoogheid stelt me een heele boel
vragen waarop ik wensch zoo kortbondig moge
lijk te antwoorden.
j-sio Vraag. Zoo de Heer Coole heeft dus
niets misdaan.
Antwoord. Neen mijn goede man, zooals
ik in mijn voorige terechtwijzing zegde, ik
schreef gewetensvol de klachten neer mij door
de werklieden overgemaakt, en die vergezeld
waren van geschreven bewijsstukken, die ik ter
uwer beschikking houd. Zware misdiad hé
2de Vraag. Maar waarom ging hij niet in
beroep.
Antwoord. Ik ken uw geheiligd persoontje
niet, maar op deze vraag afgaande zou ik bijna
gaan denken, dat u ergens op den Noordpool
huishoudt, en dan is het gevaarlijk over zaken
te schrijven die in België voorvallen, want de
grootste domkop die in ons arrondissement
woont, weet dat ik wel in beroep ging, en mijne
straf gelijk bleef.
Maar daar komt het niet op aan hé Heer
Callixtus Men wil zijne bekwaamheid toonen,
op eene ezelarij of twee kan men toch niet zien
de gaaien zullen het toch slikken.
3de Vraag. Wierd ik Callixtus, veroor
deeld om bijvoorbeeld te zeggen dat in zekere
coöperatieven de socialisten meer bloem gebrui
ken van derde klas in plaats van eerste, en dat
de beheerders het verschil in den zak staken,
of dat 't geld eener werkstaking door dezen of
genen hoofdman verduisterd werd, zeg eens wat
zoudt gij zeggen, heer Martelaar, als mijne
partij van mij een nieuwe heilige maakte.
Antwoord. Ge zoudt niet veroordeeld
worden om te lasteren tegenover arme werk
jongens, de rechters zouden u onverantwoorde
lijk verklaren voor uwe daden, en indien uwe
partij van u een heilige maakte, ze zou bewijs
leveren niet fier gevallen te zijn, en gij zoudt
uws gelijk niet hebben.
Callixtusken zegt dat men geld schooide
om mij uit het gevang te houden, niettegen
staande ik besloot in het gevang te gaan.
Zet eens goed uwe eerbiedwaardige ooren
open en luister.Er wierd nimmer geld gevraagd
om mij uit het gevaDg te houden, maar wel om
de kosten der verdediging, mijn onderhoud in
't gevang en tal van andere kosten te betalen,
en ik daag u uit het tegenovergestelde te be
wijzen.
Gij hebt wel verheven gevoelens zegt het
zelfde manneken en fier als een held roept het
uit. Dat is zeker gehandeld volgens de nieuwe
socialistische moraal, welke door geen enkel
treffelijk mensch zal goedgekeurd worden.
Praat maar liever over geen moraal, kame
raad, v/ant ge kent voorzeker de beteekenis van
dit woord niet, anders zoudt gij het hier niet
gebruikt hebben, waar het te pas kwam, als gij
in het gezelschap van ernstige menschen
Gansch de Belgische Werkliedenpartij van wie
bijna al de gelden kwamen, heeft ons goedge
keurd, en het waren enkel eenige modderorga-
neD, aangevoerd door iemand die de verachting
van alle weldenkende lieden verdiend, en den
onovertrefbaren Callixtus die de achternacht
vormd om den aftocht te dekken, die ons
beknibbelen.
Kwestie van den zwarten pot hé Callixtusssss.
Op onze uitnoodiging om de boeken en
rekeningen te komen nazien, zegt die moedige
Heer, dat ze daar op papier kunnen zetten wat
ze willen, juist lijk zekere beamten in Vooruit.
Propere, schoone manier van strijden. Is dit
misschien Christen Democratisch gestreden. En
gij, die volgens uw eigen verklaring zoo licht
beschaamd zijt, voeldet gij het schaamterood
uwe wangen niet kleurea wanneer ge deze eer
loosheid schreef of deed schrijven
Gij liegt en lastert tegenover andersdenken
den, gij trekt naamloos hunne eerlijkheid in
twijfel, en wanneer wij u uitdagen, om naar de
bewijzen te komen zien, die afdoende moeten
aantoonen, dat ge met oneerlijke bedoelingen,
ons tracht te bezwadderen, dan kruipt ge terug
'n uwe schelp, zooals het aan lafhertige laste
raars van uw gehalte past.
Als uwe partijgenooten nog niet heel en al
door haat en afgunst en fanatisme verblind zijn,
dan zullen zij u laken, en met hen alle ernstige
menschen, die uwe walgelijke proza gelezen
hebben.
En dat rekent zich onder de eerlijke lieden
Pouah 1
Het schijnt ook Heer Callixtus, dat mijne
beweeringen over de plaatskensjagersziekte die
in uwe partij heerscht u niet al te wel bevallen
heeft.
Bewijs me liever het tegenovergestelde, maar
niet met platbroekingen en het kapot slagen van
wierookvaten op den neus van zekere personen,
zooals aan 't slot van uw onsterfelijk antwoord,
'ntusschen zeg ik u. Wie 't schoentje past trek
het aan.
Vergeet niet Heer hoofdopsteller van boven
staande in uw eerst verschijnende nummer op
te nemen, ik houd er sterk aan, hoor.
Beleefde groeten, J. COOLE,
Secretaris der Kortrijksche Vakbonden,
Meenenstraat, 40, Kortrijk.