Hulste De Meetings van Aveighem en Heestert HERBERGIERS Iets te kort in 't artikel worden. De misnoegdheid der kiezers is overs groot en hoe zou het anders Honderde reden hebben zij om tegen de katholieke behouds gezinde regeering op te staan de gestadige verhooging der lasten, de miskenning der rech ten van het volk, de diefstallen van den Kongo, de nieuwe krijgswet, door dewelke de oudste zoon aan al de huisgezinnen ontrukt wordt, enz. Doch die kiezen voor de negen tienden zijn christelijke menscben. Wilden zij vroeger eens de les spellen aan de behouders, die ze maar te wel verdienden, zij waren meest altijd genood zaakt te stemmen voor liberalen, voor vrijmet selaars of framassons, die hen maar weinig vertrouwen inboezemden voor wat de gods dienstzaken betreft. Nu echter, sedert het krachtdadig optreden der vrije christene demokraten, kunnen zij hunne innigste gevoelens lucht geven. De demokraten verdedigen immers de rechten van boer, burger en werkman, maar zij zullen ook den godsdienst niet laten aanranden en be schimpen, zonder hem hardnekkig ter zijde te staan. Ziet eens wat Pieter Daens in de Kamers deed I Niet een katholiek heeft den Godsdienst verdedigd ooals hij En voorwat zijne gedach ten aangaat in zake van onderwijs, die heeft hij in eene prachtige redevoering uiteengezet van op het spreekgestoelte der Kamer, en priesters en bisschoppen kunnnen anders niet dan die redevoering goedkeuren. Die feiten alleen zijn genoeg om de nood zakelijkheid te doen uitschijnen eener vrije christene volkspartij, die door haar streven bewijst, dat men tevens volksgezind kan wezen en ook christen mensch. Onze partij voldoet aan eene ware behoefte. Indien zij niet bestond, men zou ze moeten in het leven roepen. Met den dag wordt zij sterker zij is de hoop, de toekomst van het Vlaamsche land. UIT MEENEN EEN HERBERGIERSKANDIDAAT 1 Woensdag, den 23 Maart 11., was er verga dering van den herbergiersbond van Meenen. Om 8 3/4 ure werd de vergadering, die niet talrijk bijgewoond werd, geopend onder voor zitterschap van Jules Legon. Na een woord van dank gestuurd te hebben aan de leden voor hunne opkomst stelde hij mijnheer Nagels voor die tegenwoordig was, als onze kandidaat voor de aanstaande Kamerkiezing op de kartellijst van liberalen en socialisten. Een lid vroeg onmiddelijk het woord en stelde den heer voorzitter de vraag om te weten van wien hij de toelating bekomen had in naam van den herbergiersbond die kandidatuur te aanveerden en goed te keuren van den heer Nagels. Hij antwoordde dat hij gemeend had daardoor wel te doen. Onze vriend en medelid deed opmerken dat de heer Nagels niet als kandidaat kon uitge roepen worden zonder dat de leden van den bond zelve daarover hunne stemming hadden uitgebracht. Hij zegde dat het bestuur, den bond die aoo leden telt, waaronder van alle soorten van gedachten, rechtstreeks naar den ondergang leidt door er een politieken bond van te maken. Terecht deed hij opmerken, dat, wilde men mijnheer Nagels voorstellen als kandidaat der vereenigde herbergiers, men hem afzonderlijk moest doen optreden en zijne kandidatuur vooruit gezet hebben, afgescheiden van de politieke partijen daar de herbergiers bond leden van de verschillende denkwijzen in zijn schoot telt. De heer Nagels antwoordde met te vragen wie er ons zou het geld bezorgd hebben om den kiesstrijd te voeren. Onze vriend en medelid deed opmerken dat onze toestand daardoor in niets is veranderd. Immers, zullen de liheralen en de socialisten den kandidaat van den herbergiersbond verde digen zij zullen in overvloed hun werk hebben met de verdediging hunner eigene kandidaturen en juist de herbergiersbond, of beter de heer Nagels kan hier dienen als schutsengel, waar liberalen en socialisten denken eenig nut uit te trekken in hun benauwden toestand. De pro paganda die wij willen gemaakt zien voor den heer Nagels zullen wij zelfs mogen voeren te onzen koste en enkel ten voordeele van liberalen en socialisten waarin wij geene betere verde digers onzer belangen kunnen zien dan in de katholieke bewaarders. Daarop wierd geen antwoord gegeven even min als op de vraag wat men ging doen ten opzichte van de andere oppositiepartij van het arrondissement Kortrijk. Een liberaal per soontje onderbrak den spreker met den uitroep ha, ha, de demokraten zeker, zeker de demo kraten wedervoer de spreker in de vlag der demokraten zijn nog geene vuile vlekken zooals deze van de andere partijen. Na een drie kwart uur felle discussie hebben een 7 tal leden de vergadering verlaten en hebben aan den eerevoorzitter kennis gegeven van hun uittreden uit den bond, opgevende voor reden dat zij niet langer meer van den bond wilden deel maken gezien de leden er toch van geen tel zijn en tot niets recht hebben vermits zoo eene belangrijke zaak door den voorzitter alleen werd afgedaan zonder dat de leden van iets het minst kennis hebben gekregen. Mijnheer Nagels is dus niet de kandidaat van den herbergiersbond vermits er in ons arrondis sement maar een herbergiersbond bestaat en dezes leden hem niet hebben aanveerd als kandidaat hij wierd enkel aanveerd door den voorzitter, die zonder de goedkeuring der leden tot niets telt. Een lid van den herbergiersbond. Verleden Zondag hadden wij eene meeting te Hulste. Vernomen hebbende dat de katho lieken ook kwamen spreken na vespers in het schoollokaal, zoo trokken wij er ook eens naar toe met onze vrienden sprekers uit Brussel. Toen wij er binnen kwamen was de heer Peel aan het woord. Een redenaar die weg kan met het woord is het nietin de Kamers zou hij juist de werker en de spreker zijn als een Bus- schaert, een Reinaert, een Vandevenne, enz... zou hij dezelfde spreker zijn als in den Kort- rijkschen gemeenteraad waar hij nooit den mond open doet. Hij handelde over de aanstaande kiezing, natuurlijk. Hij zegde dat de Vlamingen, de vlaamsche werklieden, boeren en burgers altijd de steun waren van de katholieke partij maar dat de katholieke partij op die katholieke kiezers nooit gedacht heeft, ze niet erkend en beloond heeft, dat zegde hij niet. Hij zegde dat de katholieken lang over eene groote meer derheid beschikt hebben, maar dat die meer derheid gedurig aan gekrompen en verzwakt was zoodanig dat zij, mits nog enkele stemmen in de Kamers te verliezen, de minderheid zou den geworden zijn, hetgeen een groot gevaar is voor den godsdienst. Even als het de gewoon te is bij de katholieken, bij iedere kiezing, kwam hij met een geheelen hoop beloften voor den dag welke zij na de kiezing zouden ver vullen. Na hem, kwam een jonge, ons dunkt ros achtige heer aan iet woord die v?st den heer Vanwassenhove moet zijn. Hij sprak leelijk verwrongen vlaamsch. Als nieuw bijgekomen plaatsvervangende kandidaat, vertegenwoor digt hij voorzeker op de katholieke lijst de welgemeende (i!) vlaamscbgezindheid in de toekomende vlaamsche strekking der katholieke partij 1 Hij sprak over Frankrijk, over het goed koop I?1 leven in Belgie en zegde dat men hier eene groote doos stekjes koopt voor io c., terwijl zij in Frankrijk schier onkoopelijk zijn. Over het verschil der loonen in Frankrijk bij in Belgie sprak hij niet. Daarna nam de heer Peel nogmaals het woord om te zeggen dat hij de mei-schen van Hulste uitnoodigde om eenige pinten bier te gaan drinken. (Oude katholieke gewoonte in kiezingstijdL Mijnheer de pastoor sloot met te zeggen dat hij het volk niet langer meer wilde ophouden, daar zij voorzeker allen verlangden het beloofde pintje te gaan drinken I Gedurende de meeting deed onze vriend Daneels van Groot bijgaarden eenige aanteeke- ningen. Het muziek van Hulste stond achter ons, en toen die muziekanten het bemerkten begonnen zij, telkens hij iets schreef, langs alle zijden te drummen en te stooten. Wij bemerk ten dat het voorzichtig was voor ons het woord niet te vragen. Wij vroegen evenwel aan een paar dier heertjes en aan den heer onderpastoor ods te komen tegenspreken in den Vlaamschen Leeuw maar niemand is afgekomen. In ons lokaal De Vlaamsche Leeuw heb ben wij op onze twee voorgaande meetingen meer volk gehad dan ditmaal, doch, gedurende de meeting kwam er nogal volk bij zoodat wij geene redens hebben ons te beklagen.De vriend Vandensteen van Brussel nam eerst het woord en sprak gedurend^ dr^e kwart uurs over ^e misbruiken en de ongerechtigheden die in de samenleving bestaan. Hij handelde oven de drie tegenstrevende partijen en hunne handel wijze en toonde aan welke middelen de kris- tene demokraten zullen aanwenden om die misbruiken te keer te gaan. Meermaals werd hij gulhertig toegejuicht. Daarna nam de vriend Alfons Daneels van Groot Bijgaarden het woord. Hij sprak over de verschillende punten van het programma der kristene volkspartij en zette dit klaar en duidelijk voor zijne toehoorders uiteen. In zijne geestige welsprekendheid handelde hij ook over de meeting der katholieken en bewees welke kluchtspelers het zijn, hoe zij het volk komen paaien met belooften en pinten bier en hoe zij, eens gekozen, het volk foppen en bedriegen. Geerne zouden wij een uitgebreid verslag geven over deze twee schoone redevoeringen van onze vrienden van Brussel, doch dit zou in ons blad te veel plaats innemen.Wij eindigen dus met te zeggen dat, daar zij ons beloofden voor de kiezing nog naar 't Kortrijksche terug te keeren, wij verhopen dat zij voor een talrijk publiek zullen mogen het wo#d voeren. R. V. Avelghem (wijk rugge) voor de eerste maal had eene meeting van eene opposietiepartij plaats. Eenige katholieken zaten in de herber gen rond het lokaal om de menschen die naar de meeting kwamen op pinten bier te vergasten. Het baatte niet. Voor eene proppenvolle zaal van toehoorders prak Plancquaen eene groote uur en men las op het aangezicht dier buiten lieden dat zijne onweerlegbare redens in goeden grond vielen, 't zal daar deugd gedaan hebben. Op de plaats waren er zonder overdrijven 400 menschen om de tegensprekelijke meeting bij te wonen. Een dertigtal socialisten waren opgekomen. Hun.... spreker.... Debacker van Gent kwam deerlijk uit den slag. Ik ken socia listen van Avelghem die beter zouden gespro ken hebben. Ook de wraakzuchtige, woedende kreten der socialisten naar 't hoofd van Planc- quaert en andere demokraten geslingerd bewe zen dat onze hoofdman hun eene diepe wonde had toegebracht, en hunne schoone manieren hebben verscheidene gematigde socialisten tot inkeer doen komen. Ook de tegenwoordige liberalen moeten een aardig gedacht gehad heb ben over de manieren van hunne bondgenooten. Te Heerstert had de veldwachter (die men schen zijn waarlijk te beklagen, want zij moeten dikwijls werken doen die zij liever voor anderen zouden laten) twee dagen rond gereden om te zeggen dat het geene meeting wss, dat Planc- quaert niet kwam enz, enz. Daardoor waren maar een dertigtal menschen opgekomen, maar allen stemmers en na de redevoering van Pianc- quaert die hij 2 uren volhield zal geen enkele tegenwoordige hem zijne stem of stemmen weigeren. Waarlijk de katholieken zijn aardige menschen, 't zijn al leugens dat de demokraten uitkramen, 't zijn slechte menschen. Ebwel, wil de Heer Onderpastoor eens zijn Volkshuis tot eene tegensprekelijke meeting leenen, dan zullen de menschen kunnen oordeelen. Als wij zulke slechten zijn zullen zij ons natuurlijk niet volgen, en zij zullen weten waaraan zich te houden, maar neen, dat zal niet toegestaan worden omdat zij weten, dat wij alleen op den rechten weg zijn tot verbetering van 't lot der kleine standen. De Heer Burgemeester van van Heestert heeft gezegd dat de herbergier, waar de meeting plaats had kost wat kost zal moeten verhuizen. Ik geloof het niet, hij is een jonge man die beter den toestand dan zijne voorgangers kent, hij zal de vervolgingsmiddels van anderen niet volgen, die misdaad op zijn geweten niet willen en begrijpen dat de arme mensch maar één eigendom bezit, het is zijn vrij gedacht, en het voor den rijke eene schande is hem dat recht te wilien ontnemen. Ik betrouw op zijn góed karakter en zijn vrijen wil. T. C. Arrondissementsbond van Kortrijk Deze dient tot bericht aan de vrienden, partijgenooten, dat er te weinig kaarten zijn aangevraagd geweest, om de reis naar Halle aan verminderde prijzen te kunnen onder nemen. Al wie dus 3.25 fr. ingediend heeft (nog de helft niet van 't noodzakelijk getal), kunnen dia gelden ten mijne huize terug komen afhalen. C. N. Schrijver. Woendag2Februari, moest het Dag orde der Kamer vastgesteld worden. WIE vroeg met nadruk dat het ver gunningsrecht eindelijk zou besproken worden en gansch veranderd? Wie sprak de taal van het Volk, zeggende dat dit vergunningsrecht onrechtveerdig is, hatelijk, en valsch wreedaardig wordt uitgevoerd Volksvertegenwoordiger DAENS. En wie zwegen als molensteenen Al de katholieken, zelfs M"n Maenhout en Hoyois, die twee voorvechters tegen 't vergunningsrecht. Het was nu nogtans het oogenblik van te spreken, des te meer, dat Mi nister Liebaert dikwijls de pap in den mond gegeven had, zeggende Een nieuw wetsontwerp ligt gereed. Het volgende artikel is overgenomen uit de katholieke bladen Gazette van Brugge en Brugsche Vrije. Hadt ge, verleden weke te Weenen, hoofd stad van Oostenrijk, moeten zijn ge hadt schier aan ieder huis de rouwvlag zien hangen. Is de oude keizer misschien dood Neen 't is de burgemeester van Weenen, doktor Lueger, niet na maar naast den keizer den man die liefst gezien was van Weenen, die het tijde lijke met het eeuwige verwisseld heefd. Weenen weent nu over den dood van Lueger gelijk over de verdwijning van eenen vader. Gij zult dat verstaan Over een goed twintig jaar, ja nog over een vijftiental jaren, was Weenen niettegenstaande hare groote bevolking, onder vele oogpunten eene verachterde, vuile, slecht verlichte, onge zonde stad. En nu is Weenen een der schoonste zoo niet de schoonste stad van de wereld. Die tooverachtige verandering is het werk van Lueger. Ge moet niet denken dat Lueger entwaar af stamt van een edel geslacht of gesproten is uit de rijke burgerij. Volstrekt niet. Lueger was de zoon van een dienstknecht uit eene Nijverheids school maar hij had den kop zooals de menschen zeggen van iemand die buitengewo nen aanleg voor de studie heeft. En vooral was hij niet bevreesd van hard en lang te werken. Lueger werd advokaat. Te dien tijde was Weenen, onder de heer schappij van het liberaal jodendom. De libera len waren overal meester al de gazetten die telden hadden zij in handen. De stadszaken waren jammerlijk beheerd, of liever en beter gezeid verwaarloosd. Burgerij en volk lagen' gekoord en gebonden in de macht der joden, die bijzonder talrijk zijn te Weenen en de men schen al den kant der geldleeningen in de klauwen hielden. Lueger kwam in den gemeenteraad. Hij zal er geen lang leven hebben, drukten de liberale gazetten. Ze waren bitterlijk bedrogen. Lueger zag de kwalen van een verwaarloosd bestuur. De rijke liberale joden had hij tegen hem. 't Gaf hem niet. Met baron Vogelsang stichtte hij de partij der vereenigde kristenen hij richtte hem vooral tot de kleine neringdoeners en de ambachtslieden. Lueger was een volkspreker, in den vollen zin des woords. Geestig en snedig sprak hij de taal van het volk. 't En duurde niet lange of Lueger had de groote meerderheid der bevolking van Weenen op zijnen kant. In 1895 werden de laatste liberalen uit het stadhuis van Weenen gebor steld al het geld der joden, al hunne liberale gazetten, konden er niets aan doen. Lueger's partij was te populair. Lueger werd tot burgmeester gekozen. Het liberaal ministerie weigerde die benoeming te bekrachtigen. Het volk hield aan het herkoos Lueger tot vier keeren rekewijs. Den vijfden keer moest det ministerie wel toegeven, 't Was den 20 April 1897 dat Lueger eindelijk den eed als burgemeester mocht afleggen. Dien'dag was gansch Weenen in feeste; men had niet gezegd dat er daar nog liberalen waren. Lueger stelde zich onmiddellijk aan het werk. Allé stadsdiensten werden gezuiverd van de misbruiken, heringericht; verlichting verbeterd, ongezonde kwartieren afgebroken wandelin gen gemaakt; hospitalen en toevluchtshuizen voor oude menschen ingericht scholen met de macht en naar de laatste stelsels gebouwd slaapplaatsen voor menschen zonder woning slachthuizen, volksbanken om den kleinen man van de jodenbanken vrij te maken verzeke ringsmaatschappijen eetzalen voor de arme kinderen, enz. enz. Lueger ging somtijds verder dan hetgeen men bij ons zou aan veerden. In één woord, Weenen werd als hertooverd. Christen, met hert en ziel, deed Lueger kerken bouwen in de kwartieren die er geen hadden. De onverschilligheid, ja somtijds de vijand schap in zake van godsdiedst was Weenen meester. Aangevuurd door het voorbeeld van zijnen burgemeester, kwam de godsdienstigheid terug. Men zag Lueger in de processie en van H. Sakramentsdag had hij Weenen's groo- ten feestdag gemaakt. Dat alles wist hij tot stand te brengen, te midden duizend moeilijkheden en nog. De libe rale Joden hadden ^zijnen val gezworen. In het eerste kon Lueger zelfs voor de stad geene leening aangaan de joden sneden hem het krediet af. Lueger hield stand en ook dien tegenstand wist hij te breken En nu zelfs zijn de joodsche gazetten gedwongen Lueger's reus achtig werk te bewonderen. In de Kamer was Lueger oppermachtig. Zijne vrienden zijn voorzitter of minister. Prins von Lichtenstein zal Lueger als partij hoofdman opvolgen. De populariteit van Lueger overtrof alle gedacht. Hij was allemansvriend. Waar hij ver scheen, werd hij door eindeloos gejuich be groet. De steenen waren te koud waarop hij ging. Maar dit overmatig, rusteloos werken, de bekommernissen die hem noch dag noch nacht ruste lieten, krenkten zijne gezondheid. Lueger is donderdag nuchtend gestorven. Van over verschillige dagen had hij gevraagd om berecht te worden Ik weet dat ik ga zei hij. De gevoelens van godsvrucht waarmeè hij de laatste HH. Sakramenten ontving, waren hertroerend. Toen de priester de laatste gebeden zei,*las Lueger ze mede. Hij behield zijne kalmte en werkte totfdenjlaatsten oogen blik. 't Was maar den woensdag avond dat hij buiten kennis viel hij had de suikerziekte. Dagen en dagen stond het volk rond het stad huis geschaard, waar Lueger woonde het wil de nieuws van den zieke. De prinsen der kei zerlijke familie, al de grooten van 't land kwamen dagelijks vernemen hoa het ging met den burgemeester waarvan ze eeDS niet wilden weten. De keizer in persoon heeft maandag de begraving bijgewoond. Donderdag sprak de voorzitter der Kamer van volksvertegenwoor digers, waarvan Lueger het voornaamste lid was, zijne lofrede uit. En gelijk voor eenen koning werd de zitting ten teeken van rouw opgeschorst. Lueger was maar 60 jaar oud. Hij zal vol gens zijnen wensch, onder het koor eener kerk begraven worden, nevensKzijne moeder, die hij zoo geern zag en die een tabakwinkeltje gehou den had. Lueger was niet beschaamd van zijne geringe afkomste, gelijk sommige parvenus Ziedaar wat één man alleen kan. voor de herboor te eener stad, eener wereldstad ,!>voor het welzijn van een volk. En die man 't was een katholiek uit één stuk. Werd in Frankrijk eenen Lueger geboren, 't zouwel beteren. Wij, katholieken, mogen preusch en fier zijn op zulke mannen zij toonen dat een katholiek voor niets of niemand moet achteruitgaan. In dit artikel is iets te kort. Nergens vindt ge daarin te lezen dat Lueger een christen demoeraat was. We verstaan die terughouding, want de katholieke bladen^moeten veel hun vuil lasterend werk tegen de" christen democraten kunnen voortzetten. Lueger was wel een christen demo craat, die het programma voorstond dat wij verdedigen, met al de volksgezinde hervormingen waarvoor wij nog zoo hard te kampen hebben. Hij had niet alleen [als vijand het liberaal jodendom, maar en dat ver zwijgen de valschaards van katholieken bladen lange jaren had hij de bitter ste vervolging te onderstaan van geeste lijkheid en katholiek gezag. Hij werd niet alleen met de meeste hevigheid bestreden en in zijn volksge zind werk gedwarsboomd, maar hij werd gehoond, gelasterd, beleedigd, zedelijk en stoffelijk gefolterd, en in:'den ban geslagen door de bisschoppen en geeste lijken van Oostenrijk. 't Liberaal jodendom en—genoemde katholieke gazetten verzwijgen de waar heid -- katholieke bewaarders, met den katholieken keizer Frans-Joseph aan 't hoofd, weigerden jaren zijne kiezing tot burgemeester van Weenen goed te keuren, en 't was maar als zijne macht onweerstaanbaar geworden was dat de italiaansche kerkvoogd en nuntius Agli- ardi te Rome voor den Paus den toe stand blootlegde en denr vader aller christenen kon bewilligen in Oostenrijk tusschen te komen en de oostenrijksche kerkvoogden en geestelijken te dwingen hunne onverzoenbare vijandschap jegens

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Recht | 1910 | | pagina 2