Partijvergaderingen
JAN VLEMINX
Laattijdige bekentenissen
De afschuwelijke misdaden te
Deerlijk.
Strijdpeiming
Ronse
mmhmmmmh
Steunfonds
GEEN BETER BOEKJE
Hooger Leven, katholiek blad van verstan
dige lieden te Leuven, schrijft
We hebbeu dus eenen zetel verloren in
sommige plaatsen zijn we achteiuit gegaan;
elders bleven we staan ia eenige arroudisse-
mente hebben we stemmen gewonnen. Totaal
wij \ijn niet vooruitgegaan, 't Doet ons leed
het te bekennen, maar het springt ia 't oog
't is on\e schuld.
Zeker, die kiezing werd ditmaal Diet gevoerd
als een strijd om een beperkt bepaald princiep,
't Was om leven of dood tusschen antiklerika
lisme en christen levensopvatting. Onze tegen
strevers hebben den schandigen strijd van
persoonlijken aanval en laffe onderduimsche
konkelfoezerijen met woede gestreden ze heb
ben op de massa der eenvoudigen en onbe-
wusten eenen diepen indruk'gemaakt, die niet
altijd g makkelijk bestreden wordt. En niet
tegenstaande de opgehemelde schoonheid van
het stemrecht en de macht van het ontwakend
volksgeweten, blijft het stemmen voor het
grootste gedeelte der kiezers een onbewust
volgen van eene onbewuste meeslepende stroö-
ming.
Die omstandigheden kunnen wel iets of wat
bijbrengen om. den stilstand onzer partij uit te
leggen. Misschien ook wel de E. V. Och ja,
met dit stelsel wordt de post zoo zeker en het
veroveren zoo moeilijk, dat men wel wat matig
strijdtweinig vrees en weinig hoop 1 De E. V.
kan er iets aan doen. Doch, o. i. ligt de groote
oorzaak in het gebrek aan levende werking op
de massa, op het volk. Onze katholieke partij
moet alle maatschappelijke standen vertegen
woordigen edeldom, hooge burgerij, groot
nijverheid en groothandel, neringdoeners,
klein-burgerij, bediendeD, handwerkers, land
bouwers en fabriekwerkers. Al die verschillende
belangen vinden hunne plaats in onze partij,
en zouden dus alle eenzijdigheid in de inrich
ting en in de werking moeten uitsluiten. Dat
de inrichtiDg niet is volgens dien eisch, weet
iedereen ze is niet in verhouding met de ken
merken van onze tegenwoordige strekkingen.
Onze werking weet er van. Zij die met de
nieuwere stroomingen meegaan', die op het volk
werken om het in de partij te houden, zij moeten
op eigen voeten werken, hunne diensten wor
den aangenomen, wij worden toegelaten door
de oudere inrichtingen. Dat is mis. Alle belan
gen moeten hunne wettig erkende plaats
hebben, en wel ook de demokratische strekkin
gen. Dat men er over denke wat men wil, de
democratie wordt eene macht, die men niet
meer kan onverlet laten. Daarom is het in het
belang der partij dat opkomen der massa in
het openbaar leven te leiden en te richten op
katholieken grond. Dat kan enkel gebeuren
door eene onvermoeide, verstandige, uitge
strekte maatschappelijke werking in den echten
zin van 't woord. Niet dat de maatschappe
lijke werking ten dienste moet staan der
politiekmisschien is het tegenovergestelde
waar. Doch door maatschappelijke werking
moeten de stoffelijke wantoestanden verbeterd
worden, moet aan de rechtmatige verlangens
der massa voldaan worden, moet ze verstan
dige overtuiging en zedelijke versterking (volks
ontwikkeling) krijgen. Dan eerst, wanneer ze
een zeker welzijn hebben en beseffen, zullen
onze volksmannen en volksvrouwen behouds-
gemind kunnen zijn. Anders ontsnapt de volks-
massa aan den katholieken invloed.
Die werking is eene plicht voor al onze volks
vertegenwoordigers. 'k Heb het verbazend
getal voorkeurstemmen van Frans Van Cauwe-
laert nagegaan. Zijne begaafdheden hebben tot
dien uitslag veel bijgedragen maar ik meen
toch ook dat hij tot de volksziel heeft kunnen
spreken en dat het volk \ijne verlangens en fijne
hoop naar eene doordringende volkswerking
klaar heeft willen te kennen geveD. Dat vele
volksvertegenwoordigers dan toch in Gods
naam die armzalige gewoonte eens achterlaten,
die hen tot hiertoe buiten alle aanraking hield
met het volk, om eukel op het oogenblik der
kiezing in het fransch of in eene kreupele taal
de stemmen te komen bedelen, maar van het
volk noch zijn leven, noch zijn voelen, noch
zijne belangen kenden.
Dat onze hoogere standen toch ook hun
ecghartig wantrouwen tegenover de maatschap
pelijke werken van kant leggen, en edelmoedig
hunne geid- of werkmiddelen ten dienste hun
ner verantwoordelijkheid stellen, niet om patro-
nagen, werkmanskringen, vrouwengilden of
andere inrichtingen aan hunne voeten of onder
hun gezag te houden, maar om in christelijke
zelfvergete.n te helpen aan den bloei der werken.
Dat katholieke patroons wat minder achter
docht of vijandelijkheid toonen tegenover onze
christen syndikaten. In plaats van met hen op
vredelievenden voet te onderhandelen, zullen ze
misschien eens moeten bukken of breken voor
woelige andersdenkende vereenigingen, die
zullen gegroeid zijn dank aan de kleingeestig
heid van vele katholieke werkgevers.
Dat onze geestelijkheid ook eens voor goed
in de werking stand neme! Het volkvervreemdt
meer en meer van priesters, kerk en godsdienst,
't Is een feit, pijnlijk maar onloochenbaar, dat
zijne vruchten stilaan begint af te werpen. Het
doelloos genietend nicts-doen en de ontmoedi
gende onverschilligheid moet ophouden. Men
werke onverpoosd. Om eene ellendige sportbe-
weging in te brengen (we hadden ze niet noo-
dig), heeft men seffens mannen en prieters
gevonden, en de uitslag is maar al te groot. Om
Gods wil! dat onze priesters toch ook eens met
vollen ijver en alle krachten de maatschappelijke
beweging steunen en helpen.
Die werking zal aan het volk eene overtuiging
en eene vastberadenheid ingeven, die niet
zullen afwijken voor het gehuil, den laster en
het bedrog dei tegenstrevers op het oogenblik
der kiezing.
Dan zullen we bij de kiezing kalm maar door
dringend door woord en pers die overtuiging
enkel moeten ontwekken, in plaats van onze
propagandisten af te beulen en een kostelijk
geld te moeten wegwerpen, dat grootendeéls
dient om het volk nog wat meer te laten drin
ken. Dan zullen we noch achteruitgaan noch
blijven stil staan. Dank aan die levende wer
king zullen we veld winnen ten dienste van den
bloei en van het ideaal onzer katholieke partij.
Ja, werken, moeten we 1 Al onze groote
dagbladen hebben het geroepen, om zelf
misschien morgen al hun twisten en kijven te
hernemen. Iedereen meent dat er moet gewerkt
worden. Wat zal er van komen?... De nood
is dringend de gevolgen zijn gewichtig, maar
hoe groot ook de gewoonten, de vooroordeelen
en de onverschilligheid En 'tis zeker,
indien we eens moeten vallen, 't \al alleen on\e
eigen schuld \ijn. P. V. Claes, O. M. Cap.
Wat nu verteld wordi.
Te Deerlijk wordt er nu verteld dat de af
schuwelijke misdaad, welke gepleegd werd op
de kleine Anna Van der Beke, wel eene wraak
neming zou kunnen zijn, en men geeft tot
staving van dat'gedacht het volgende op
Nu vier jaar geleden werd er op zekeren
nacht eenefpoging 'tot- inbraak gepleegd bij
Engelbeen. Deze boorde gerucht, stond op en
schoot naar de inbrekers, waarvan er een ge
kwetst werd. 't Is door de ontdekking van den
gewonden inbreker dat het gerecht er in ge
lukte al de plichtigen te vinden het waren
vijf mannen van Harelbeke. Allen werden door
de korrektionneele rechtbank van Kortrijk ver
oordeeld tot straffen van i tot 2 jaar gevang.
1 De jachtwachter Remi Van der Beke, vader
van de ongelukkige kleine Anna, was in die
zaak als getuige opgeroepen.
Over eenigen tijd had Remi Van der Beke
den hond van Chilli Vangheluwe doodgescho
ten. In het dorp vraagt men zich af of de
gruwelijke misdaad soms niet zou gepleegd zijn
uit wraak tegen vader Van der Beke. 't Zijn al
veronderstellingen die eenigzins reden van be
staan kunnen hebben, doch die toch niet veel
gegrond zijn. Immers, de kleine Alice Dege-
zelle werd op dezelfde wijze vermoord als Anna
Van der Beke. Dat bewijst dat er in die twee
misdaden geene andere drijfveer was dan het
botvieren eener onmenschelijke, terugstootende
drift ware er alleenlijk, wraak in het spel, dan
hadde de moordenaar zich misschien verge
noegd met eene eenvoudige moord, zonder
afschuwelijke mishandelingen.
Men begrijpt gemakkelijk dat in eene plaats
waar dergelijke gruweldaden gepleegd worden,
er veel verteld wordt en men er allerlei veron-
derstelling maakt. Zoo ook is het nu het geval
te Deerlijk en alle oude herinneringen worden
pu opgehaald. Het lijdt bijna geer. twijfel of de
moordenaar van de twee kinderen is een en
hetzelfde monster, een kerel die zooals wij het
overigens van ia het begin gezegd hebben, niet
aarzelt een kinderleven op te offeren om zijne
vuige driften te voldoen. Zoo een schurk is
natuurlijk een bestendig gevaar voor de samen
leving Daarom ook is het ruim het beste den
gang van het onderzoek niet tegen te werken
door veronderstellingen, welke dikwijls het
gerecht op een dwaalspoor kunnen brengen en
alzoo oorzaak zijn dat de lage schruk op vrije
voeten blijft, en aldus nieuwe monsterachtige
misdaden zou kunnen plegen.
Te Eeghem werd op de Dorpplaais een per
soon gezien, die zeer verdacht scheen en witte
spadrillen droeg. De man reed met het gespan
vhn A. Bock mede naar Ingelmunster, De
bevolking, die aanstonds dacht aan den man
met witte spadrillen die te Deerlijk en elders
gezien werd, verwittigde de overheden. De
policie van Pitthem reed den vreemdeling
achterna, doch gelukte er niet in hem te
achterhalen.
Konfrontatie
De aangekondigde konfrontatie tusschen
Chilli Vangheluwe en den kleinen André Ver-
scheure, van het gehucht St- Louis-Deerlijk,
heeft plaats gehad.
M. de onderzoeksrechter Soenen wilde zater
dag namiddag dat die konfrontatie nog denzelf
den dag zou gebeuren. Rond 3 ure telefoneerde
hij naar het gehucht St-Louis en verzocht
vader Verschuere onmiddellijk met zijn zoontje
naar Kortrijk te komen, naar zijn kabinet iu
het jusiiciepaleis.Daar de knaap veel verbeterd
was, vertrokken vader en zoon met den trein
en beiden kwamen na 5 ure in het kabinet van
M. Soenen toe. M. de onderzoeksrechter onder-
hoorde eerst Audré Verschuere en zijn vader
waarna hij Chilli Vangheluwe deed komen en
hem in tegenwoordigheid stelde van het slacht
offer van den aanslag. André Verschuere bezag
hem van het hoofd rot de voeten en, na een
nauwkeurig onderzoek, richtte hij zich tot den
onderzoeksrechter en zegde: Neen, mijnheer,
het is deze ook niet want hij heeft zwarte kne
vels, en de persoon die mij aangerand heeft,
had noch baard noch knevels.
Daarmede was de konfrontatie afgeloopen
en is de onschuld van Chilli in den aanslag op
het knaapje Verschuercn voldoende gebleken.
Het onderzoek
Tot hiertoe is het onderzoek in de afschuwe
lijke misdaden nog geen stap vooruit gegaan,
niettegenstaande de onvermoeibare pogingen
van M. Soenen, van de gendarmen, van den
policiekommissaris en van de veldwachters van
Deerlijk. Men begint reeds te denken dat die
misdaden stilaan zullen vergeten worden, en
dat de dader nooit zal ontdekt worden. Ook
denüt men dat de schurk, na de gepleegde mis
daden, de kleedereu die hem in opspraak kon
den brengen, uitgesmeten heeft, en dat hij zich
tusschen de menigte begaf om mede opzoekin
gen te doen. Men weet dat onmiddelijk na den
aanslag op het knaapje Verscheure, al de
opzoekingen vruchteloos bleven, en dat eenige
uren later een pak kleederen gevonden werd
aan een sparreboom in de nabijheid die
kleederen waren deze van den aanrander, aan
gezien het slachtoffer ze herkende. Dat bewijst
dat de plichtige van kleederen veranderd heefd.
BRUGGE. Omdat Jules, ODze vriend, 25 c.
niet meer blijve hangen van den Bank, 25 c.
Omdat Teles hem niet meer verleide, 25 c.
Omdat Pier niet meer buiteDgeborsteld
worde, 25 c.
Naar men ons verzekerd wordt^door zekere
lastertongen hier in Ronss het gerucht verspreid
als zou de Vrije Demokratische vereeniging
ontbonden worden, gezien het verlies welke de
Christene Demokraten geleden hebben in de
kieziog van 22 Mei 11.
Wij van onzen kant, logenstraffen dit ge
rucht, en op geene eukele manier kan hier
sprake zijn van ontbinding der vereeniging,
(zelfs al behaalden de Christene Demokraten
geene enkele stem,) aangezien wij ons met
geenen politiek te bemoeien hebben, maar
strijden voor een beter bestaan, van den werk
man ten einde te kunnen voorzien in het onder
houd van vrouw en kinders.
Daarom doen wij een beroep op al onze leden
zich niet te laten ontmoedigen, doot dit valsch
geiucht, maar dat zij zouden werken, en pro
paganda maken om nog meer leden bij te
winnen, om onze rangen te versterken, en
zoodoende zullen wij de lasteraars van dit
gerucht een goedeind van hunne tong verkorten.
Later keeren wij hierop terug. E. B.
Arrondissementsbond van Kortrijk
Op Zondag 19 Juni, om 2 1/2 ure namiddag
zal de maandelijksche vergadering gehouden
worden, ten hoofdlokale Prins Baudewijn,
Groote Markt, te Kortrijk. Dagorde i° Over
zicht en bespreking nopens de kiezing 20 reke
ning en strijdpenning 3° herneming van den
stryd en propagandamiddels 40 herkiezing van
't bestuur.
Alle afgevaardigden worden stellig op post
verwacht I M. H. Plancquaert zal ook aan
wezig zijn.
Propagandaclub van Kortrijk
Daags nadien op maandag 20 Juni om 6
ure 's avonds, belangrijke bijeenkomst bij vriend
Désiré, Gentwijk, met zelfde dagorde, en
kieziog van 't bestuur.
Moescroen
Vergadering voor den propagandakring, op
Zondag 5 Juni om 9 ure 's morgens in het
lokaal Klokke Roeland. Dat niemand ontbreke.
Deerlijk propagandakring
Op Zondag 19 Juni, om 5 1/2 ure namiddag
maandelijksche vergadering van den bond bij
Henri Caveye in Prins Baudewijn, plaats
Deerlijk.
Door de drukkende kieswerkzaambeden heb
ben eenige der laatste -vergader in gen te wen-
schen gelaten, voortaan moet regelmatig ge
schiede als vooreen en zal elk het als zijn plicht
aanzien op post te zijn. Delangrijke dagorde.
Het besuur.
Arrondissementsbond van Kortrijk.
Ontvangen uit Kortrijk, tot herneming van
de strijd 2 frank.
Binnen kort geven wij het totale der inkom
sten en der uitgaven.
De arrondissementsbond
voor de verspreiding der christen demo
cratische gedachten of het werkje
64 bladzijden beslaande, van Priester
Fonteyne.
Vraag het aan den drukker Camiel
Moeyaert, Coupurerei, Brugge.
Een exemplaar kost 10 centiemen.
Voor voort ver koopers, maatschap
pijen, of exemplaren, bij zeker getal
genomen, groote afslag.
83 MENGELWERK
EEN VERHAAL
uit den tijd der Opkomst der Christene Democraten
in Vlaanderen.
DOOR H. PLANCQUAERT
Na de mis dronken de twee vrienden eenige kleine, glazen
bier en als de tweede mis begonnen was gingen zij naar huis.
Hun weg liep eenige honderd meters ver iu dezelfde richting.
Geen van beide sprak een woord aan de plaats gekomen
waar zij moesten scheiden
Hewel, sprak Victor De Wilde, stilstaande Wat zegt
gij nu, Jan Heb ik ongelijk aan 't geloof van die menschen te
twijfelen
Victor, sprak Jan, gij houdt geen rekening genoeg van
den geestestoestand onzer priesters. Ons onderpastoors zijn jong,
ze worden gevleid en gestreeld door kwezels op 25 jarigen
leeftijd komen zij op uwe dorpen als heerschers in 't seminaire
wordt de verhevenheid van hun zending hen ingepompt, en
ze meenen al 't verstand alleen te hebben. Van den anderen kant
ons oude pastoors zijn gewoon de groote bazen te zijn, kleine
koniDgen
Neen czars, dwingelanden viel Victor hem in de reden.
Op huDne parochie. Is 't niet natuurlijk dat zij, die
tengevolge van die omstandigheden veel meer dan andere men
schen lijden aan hoogmoed en heerschzucht zich soms niet ver
geten en te geweldig zijn
Gij legt mij de feiten uit, antwoordde Victor, maar gij
rechtvaardigt ze niet. Moesten de wereldlijke menschen bandelen
met denzelfden haat en nijd, moesten de wereldlijke menschen
bezield zijn met denzelfden vervolgicgsgeest als onze priesters,
welke zouden de gevolgen zijn Vlaanderen ware veranderd in
eene hel van kwade driftennu gebeuren er reeds veel moorden,
dank aan de gebrekkige opvoeding aan ons volk gegeven. Wat
zou 't dan zijn
't Ware een echt bloedbad. Luister, beste vriend, vervolgde
Victor trager. De martelie mijner ouders had in mij 't geloof
bijkans gedood. Toen gij christen demokraten opkwaamt werd ik
getroffen door de verhevenheid van uw ideaal dat rechtzinnig
streven naar een christen oorbeeld van rechtvaardigheid en
naastenliefde deed nèn oogenblik 't geloof dat nog in mijn hert
smeulde opflikkeren, 'k Vergat het kwaad, mij en de mijnen in
naam van den godsdienst gedaan. Ik dacht dat, dank aan de
christene gevoelens en de chrisi.ene grondbeginsels door 't katho-
licismus in 't herte onzer nederige boeren en werklieden en
vooral in 't herte der priesters en der jonge katholieken uit de
begoede standen geplant, een felle wind van rechtvaardigheid en
edelmoedigheid over de wereld ging waaien.
Ik was weldra ontgoocheld ik zag dat de katholieke kerk,
of misschien juister gezegd, de katholieke geestelijkheid geen
christenen vormt bezield met een ideaal, naar hooger zedelijk
leven, maar enkel verknechte en verslaafde partijmannen, vol
strekt niet zedelijk genoeg ontwikkeld om een streven naar
rechtvaardigheid of een strijd voor recht te verstaan. Van boven
zucht naar rijkdom en genot, bij en door alle middelen;
omlaag diepe onwetendheid, laf buigen voor de machtigen en
tijgervreedheid jegens de zwakken die om wille der rechtvaardig
heid durven strijden en lijden de godsdienst, vernederd tot een
soort ophitsingpoeder voor de .leinen 't belang van dien gods
dienst een soort, vergeet mij den verachtenden toon, sunlight
zeep om 't vuil lijnwaad van katholieke politieke schurken of
volksverdrukkers rein te wasschen.
Ik vraag u verschooning, Jan, omdat ik zoo hard spreek
ik weet het, gij zijt doordrongen van uw geloof en mijn woorden
kwetsen u misschien.
Doch 'k zie hoe ons vlaamsche volk leidt naar minder
heid, naar vernedering, naar verdrukking. Ons vlaamsche Van
Boschvoorden hebben 't laatste vlammetje in mijn hart gedoofd.
Met mijn geloof is 't uit. Vaarwel, vriend.
Hoe vaarwel.
Ja, Jan, 'k wil hier niet verstikken in die atmosfeer van
domheid, schijnheiligheid en karakterloosheid onzer vlaamsche
dorpen. Morgen ga ik op zoek naar werk naar Brussel. Met ge
noegen kom ik toch nog stemmen voor u binnen vier weken, dan
zal men mij hier niet dikwijls meer zien. 'k Vind mij hiet niet op
mijn gemak te midden die menschen die bidden met den haat en
den nijd in 't bait, die huichelen en kruipen. Geluk in uw strijd
Jan, vaarwel.
Eenige oogenblikken stonden beide vrienden de hand in de
hand, dan scheidden zij. Toen hij een eindje verder was keek
Victor De Wilde eeüs om. Jan kon hem niet zien. Dan nam hij
zijn missenboek en wierp hem met razernij in de beek. Van rond
zijn hals haalde hij een koordeken van rood linteeu zilveren
medalie kwam te voorschijn hij rukte ze los. Hij ging ze in de
beek werpen, doch op eens viel zijn arm neder en hij bezag het
beeld der li. Maagd met haar zacht aanminnelijk wezen. Als in
een tooverslag zag bij op eens de tooneelen van zijn kinderjaren
wederom hoe dikwijls hij in de Mei 't kapelleken had versierd
hoe hij met kinderlijk betrouwen haar gunsten had afgesmeekt en
hulp en troost in ongeluk en tegenspoeden.
Hij schudde het hoofd en een bittere glimlach verscheen op
zijn lippen als spotte hij met zijn eigen- Doch hij stopte 't kleine
beeld in den zak zijner vest jen verhaastte zich naar 't klein huisjen
waar hij met zijn moeder en twee zijner zusters woonde. Hij
ging op de kamer zijner zusters en legde de medalie in een harer
talrijke kasjes en kistjes, 's Namiddags vertrok hij naar Brussel
op zoek naar een bediening.