Den strijd voor A. S.
Vrijheid, Gelijkheid
en Broederlijkheid
Werklieden, Broeders,
Vrede
VERVOLGING
Landwacht politiek
roor de eer en de weerdigheid zijner
trouw
voor de toekomst van zijne vrouw en
kinderen
Arbeid en vrijheid, vrouw en kind,
zijnen eenigen en dierbaren schat hier op
aarde, waar hij alles voor opoffertzweet
en bloed, lijf en leven... en dat alles, het
edelste der wereld, durft men schaamte
loos mindere belangen noemen Is dat
geen spotternij Priester Fonteyne.
Hij wordt heftig.
De socialistische werklieden richten
zich op eone formidabele wijze in, Frank
rijk, Duitschland, Engeland... van alle
kanten komt hulp voor den grooten slag.
Het demokratische Europa heeft de oogen
op ons klein landeke gericht.
Zal eindelijk het recht zegevieren
Als de strijd kalm berekend, en koel
bloedig voorbereid wordt... JA.
Bij het volk is de macht en het volk wil
algemeen stemrecht.
Ook de liberale partij neemt eene zeer
besliste houding aan. Ook zij wil zuiver
algemeen stemrecht.
Wanneer zal de bom losbreken
Wat zal de regeering doen die door be
drog haar mandaten heeft gekocht
Zal zij geweld gebruiken
Zal zij het wagen onze soldaten op
hunne broeders te doen vuren
De gevolgen voor ons land en voor de
kroon tegelijk zouden onberekenbaar
zijn.
Het is genoegzaam bekend dat een
onrustige geest ons leger bezielt.
Het is ook genoegzaam bekend hoevele
opstootjes er plaats hebben gehad in bijna
alle kazernen.
Ondertusschen hebben de kartondemo-
kraten een dagorde gestemd de werksta
king afkeurend omdat ze POLITIEK is
Het eenig wapen vr-n den kleinen man,
ALGEMEEN STEMRECHT, willen de
bewaarders niet toestaan. En die bewaar
ders gebieden aan de christen vakbonden
NIET MEEDOEN MET DE SOCIALISTEN
OM A. S. Waarlijk hoe lang zullen onze
christen werklieden zich door die klucht
spelers laten foppen En. toch A. S. het
MOET er komen, en 'tal er komen, en
eerder dan velen het denken
Vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid,
bestaat dat voor ons werklieden welLaat
ons eens zien.
Vrijheiden als hier of daar een werk
man is die bij een rijken uitbuiter werkt
't zij gelijk dat het bij een liberaal is of bij
een dergenen die maar en gelooven dat
het vleesch beter is dan de beenen, hewel,
als er een werkman is die het waagt het
hoofd te verheffen, 't eerste wat dien man
ruw en wreed in de ooren klinkt is
BROODROOF.
Als er in de buitengemeenten een klein
burgerken of een klein boerken is, die het
waagt iets te doen dat niet naar den zin
is van Mijnheer den pastoor of den baron
van het kasteel, 'tis vervolging en brood-
rooving zooveel het mogelijk is.
Is dit dan de vrijheid neen voor ons
werklieden noch burgers bestaat geene
vrijheid.
Gelijkheidook al een ijdel woord voor
ons werkvolk ziet eens, maar een enkel
voorbeeld
Wanneer een generaal uit het leger
eenige jaren wat duizende franken opge
streken heeft voor niets te doen dan wat
soldaten (weeral meestendeels werkjon
gens) te drillen en het verveelt hem wat
te veel, hij vraagt om in pensioen gesteld
te worden, tot belooning voor zijne bewe-
zene diensten krijgt hij dan jaarlijks
nog eenige duizenden ballekens op te
rapen.
En dan o wreede tegenstelling wan
neer eenen ouden werkman die zijn gan-
sche leven heeft opgeofferd, die al zijne
krachten ten beste heeft gegeven tot het
welzijn der maatschappij, wanneer hij
dan uitgeput en ten einde krachten niet
meer werken kan, dan geeft men hem
tot belooning negen centen daags dus
voor iemand die niets doet, duizende
franken pensioenen voor een werkman
die uitgeput is van zwoegen en slaven een
ellendig ALMOES.
Dus, gelijkheid, ik herhaal weeral een
ijdel woord
Broederlijkheidweerom eene spotternij
voor ons werklieden, of is het soms broe
derlijk dat ons werkvolk maar een enkel
stemmeken heeft, terwijl de uitbuiters
van onzen arbeid drie en vier stemmen
hebben Is het soms broederlijkheid, dat
men aan de legermacht het bevel gaf de
genen die durfden de stem verheffen om
het algemeen stemrecht te eisschen, neer
te schieten zooals men te Leuven, Luik,
Borgerhout en vele andere plaatse» in het
land heeft gedaan
Hier ook mogen wij zeggen dat zoolsfhg
het ALGEMEEN STEMRECHT er niet is,
er ook van geen broederlijkheid sprake
wezen kan.
Hewel werklieden en burgers, wilt gij
vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid,
schaart u dan aan de zijde van die genen
die er voor strijden, schaart u vast aan
elkander gestrengeld onder onze groene
vlag en het is niet alleenlijk genoeg van
in tijd van kiezinge uwe stem te geven,
neen dat is niet genoeg er moet steeds
gewerkt worden, gij moet u zoo gij
eenigzins vrij zijt, aansluiten bij onze
afdeelingen die op alle parochieën der
stad en op verscheidene buitengemeenten
bestaan. En wanneer wij dan als een
machtig leger zullen vereenigd Btaan, dan
zullen wij tot op den hoogsten heuvel van
Vlaanderen, ja van gansch België gaan en
er hoog onze vrijheidsvaan laten wappe
ren, waarop in gulden letteren zal ge
schreven staan. Zegepraal der Becht-
veerdigheid! Splendor.
Ingezonden door een werkman, me.t
bede van opname
Den bewaardersboel strijdt voort met
de wanhoop in het lijf om u te kunnen
blijven uitbuiten en hunne voorrechten
te behouden. Alle middelen zijn goed, hoe
schandelijk en eerloos zij zijn, zooals
broodroof, mannen betalen om uw huis
te bespieden en desnoods u te mishande
len als gij niet danst gelijk zij schuifelen.
Uwe leiders (de democraten) willen zij
van kant maken om u te beter onder den
hiel te houden. Want geloof mij werk
lieden-broeders, den bewaardersboel heeft
meer misdaden op het geweten dan de
benden van Bakelandt en Compagnie.
Het arm stemmeken dat gij bezit, met
bloedvergieten gewonnen, willen zij nog
metloensche middelen naar hen trekken,
terwijl zij er drij hebben.
Wat voor middelen gebruiken zij al
niet, bespotting, vuige laster, mishande
lingen, kogels en geweren.
Werklieden, broeders, zij hebben eene
goede pil bij den apotheker gevonden om
u in slaap te wiegen, en zij denken dat
het hun zal lukken.
Ik bedoel den godsdienst.
Op hunne meetings was het al godsdienst
dat de klok sloeg, en o jammer, !t is juist
den bewaardersboel die geen godsdienst
heeft.
Het arme volk uitbuiten, broodrooven
en vervolgen, het meervoudig stemrecht
behouden om te kunnen blijven meester
spelen, enz. ziedaar hunnen godsdienst.
En zij zijn daarin geholpen door de gees
telijkheid van allen graad, want bemerkt
wel, werklieden-broeders, de geestelijk
heid heeft ten allen tijde met den adel en
de hooge burgerij, panne te gare geslegen,
leest de geschiedenissen en gij zult het
moeten bestatigen. En wij hebben nu de
ondervinding met Priester Fonteyne, wat
bespotting, wat vuige laster is er al niet
uitgekraamd omdat den man de rechten
van het arme volk wil handhaven.
Omdat hij het arme volk wil opbeuren,
Omdat hij het arme volk gelijk wil
stellen met de rijken voor de stembus.
Broeders, hoog de harten, vreest geen
vervolging, broodroof of mishandelingen.
Charel de Schoenmaker
Charel de Schoenmaker is wat hard in
zijne woorden, maar hij zegt toch de
zuivere waarheid en mochten alle werk
lieden zijne rechtzinnige woorden over
wegen en tot les nemen.
De Volkseeuw.
Zoo sprak de Meester van de hoogten
van Thabor tot de menigte Vrede zij
onder de menscliengern veetengeen
opstand, en als hoogste gebed, niet op-
dringend, maar leerend zei hij Bemint
elkanderen hij zelf deed voor, wat hij
van anderen wilde.
En na negentien eeuwen, klinkt nog
even zoet het woord des Goddelijkon
Heilands.
En nu, als woeling de geesten gaat
bezitten,
als nijd en afgunst de harten door
woekert,
als een verslindend vuur de nieren
verteert, prediken wij ook nog Vrede
heersche op ons, dat zij als een goddelijken
weldoenden dauw ons gansch wezen
doorweektonze zuchten zijn om vrede,
onze oogen stralen zachte ruste de
wapens worden gescherpt, de geweren
staan geladen, rumoer beheerscht het
volk; de kreten verdubbelen, de angst
stijgt altijd hooger.
En wijl de vadew met de moeders
bevreesd om de toekomsi angstig zuchten,
en als de moeders schamel weg hun kind
op de armen heffen en vragen a lieve
kleine, wat gewordt er van u dan heb
ben wij het recht te vragen aan onze
meesters Zeg ons, wie staat hier op
tegen wet of gezag
En dan is onze plicht ook te eischen,
vrede in naam der christene leer
Sehenkt ons brood en onze vrede terug
en spaart ons van de kogels der geweren
en kanonnen. E. D.
IN VLAANDEREN
Ter overweging aan Mgr Waffelaert
Bisschop van Brugge.
Ik weet een gedoe liggen waarop een koei-
boerken woont hier in ons rijke Vlaanderen.
Dat boerke moei neerstig werken en klau
wieren om de twee eindjes van 't jaar aaneen te
knoopen.
Over twee jaar werd het bij zijnen eigenaar
geroepen die verklaarde dat het 100 fr. per
jaar moest opslaan. Natuurlijk 't boerke ver
schoot. 't Vroeg de reden van dien onverwach-
ten opslag en 't wilde wat tegenstribbelen.
Doch de eigenaar zegde vlakweg dat het mocht
blijde zijn niet meer opslag te krijgen en als het
hem niet aanstond dat het maar moest ver
huizen.
Zoodan 't boerke word daar 100 frank opge-
geslagen, 't is te zeggen hij en zijne vrouw en
zes kinderen gingen wat min eten, hebbende
nog flauwer kost en gingen vele, vele meer
zweeten. En 't moest hem van nu reeds dood-
beulen op zijne stukken van 's morgens vroeg
tot 's avonds laat om er te kunnen geraken en
elk het zijne te geveD.
De eigenaar, die zoo onbermhertig zijn
pachter opsloeg, was de weledel hooggeboren
heer baron van 't dorp en de intieme vriend
van den pastoor. Die baron hong de schijn
heilige en de kerkrat uit. De meeste goederen
die hij bezat waren ZWART GOED.
Overigens was hij heidensch van zeden, nen
genot jager. Zijn grootste genoegen en zijn
meeste bezigheden waar 't bederven van de
dochters zijner pachters. En kwam er hier of
daar een verleed meisje in 't ongeluk... dan
legde hij nen gouden plaaster op de wonde...
en verders moesten ze maar hun plan trekken I
Christelijke liefde en edelsdomsdeugden I
Op zekeren zondag las de pastoor in de
hoogmis een briefken af, dat gericht was tegen
Priester Fonteyne, tegen de demokraten en
tegen de Volkseeuw.
't Boerke dat ook in de misse was, stond
verwonderd te kijken, immers het had nog nooit
over Priester Fonteyne hooren spreken en het
kon zich niet inbeelden wat voor een soort
menschen die demokraten waren. Nu Mgr
zegde dat 't allemaal slecht volk was en het
boerke geloofde het.
Maar in den loop van de week brachten de
propagandisten der democraten de Volkseeuw
in 't dorp. 't Boerke kreeg er ook een en daar
zijne nieuwsgierigheid door den bisschoppe-
I lijken brief aangeprikkeld was, zoo las het de
s antwoorde die Priester Fonteyne vol eerbied,
j doch vrank en vrij aan den bisschop schreef.
't Las en herlas de Volkseeuw, iedere week
kwamen de propagandisten, 't kreeg er een
i iedere week, 't las 't blad jen eerst met oplet-
i tendheid en 'nen zekeren afkeer, dan met ge-
i noegen en welhaast was het blijde tegen dat de
propagandisten kwamen om er eentje te krijgeD.
Dom was het niet en welhaast ging er een
licht op voor zijnen geest. Het begreep dat de
bewaarders eene caste waren die maar den
godsdienst gebruikten als steuDStok voor hunne
geld en eerzucht. Het besefte dat al dat sehrij-
ven en wrijven tegen Priester Fontfyne, dat
uitdeelen van schimpbladjes met den ccffre fort
van Marquet op, dat al dat razen en tieren
in predikstoel en zondagschool... dat zulks
allemaal comedie was, niet om den godsdienst
te verdedigen maar om aan 'i schotelken te
blijven zitten. Had het zelf niet ondervonden
hoe de meesters van Vlaanderen zijn Had het
geen ioo fr. zonder recht of reden moeten
opslaan aan den baron
Eq die honderd frank, voor dewelke hij zoo
bitter zweeten en slaven moest, ze gingen die
nen bij den baron om 'nen u soirée in den
winter meer te geven of om een cadeau te koo-
pen voor een zijner lieven.
Met zijn helder verstand begreep het als de
demokraten aankwamen dat er giugen wetten
gemaakt worden op den duur der landpachten,
't is te zeggen dat het ging vrij en vrank wor
den tegenover den baron die hem zonder reden
geen 100 fr. meer ging kunnen doen opslaan,
onder bedreiging hem op straat te werpen,
't Verstond dat de onrechtvaardige jachtwet ging
afgeschaft worden. Nu kwamen de hazen en
konijnen zijne vruchten afvreten en M. de
baron als ze dikke vetgemest waren kwam ze
schieten, 't Begreep dat het ging in zijn ouden
dag, als het moede afgesloofd cn afgebeuld was,
nen frank pensioen trekken, 't Besefte dat de
godsdienst niet in gavaar was maar wel de
gc-ldzak van de bewaarders I
In een woord, zonder dat het iemand
merkte, door 't lezen van ons bladjec, 't wierd
demokraat.
Doch het had 'nen keer willen, kost wat kost,
Priester Fonteyne zien. En 't las in de Volks
eeuw i) dat er den volgenden Zondag een stoet
en vlaggefeest bij de demokraten ging plaats
griipen, gevolgd door meeting, in den Anker
waar Priester Fonteyne, Minnebo, De Bal,
Plancquaert en heeren van Brussel en Antwer
pen gingen spreken.
Dus 't zou naar Brugge komen. Inderdaad
't kwam naar Brugge, 't groette Priester Fon
teyne beleefd in den stoet, 't kwam in den
Anker 't woonde de meeting bij, 't dronk eenige
brugsche potten sterk bier, 't keerde zat huis-
waards, 't viel op zijn dorp binnen in 't gemeen
tehuis, 't sloeg op den tafel en 't herhaalde de
woorden daar in de herberg waar al de katho
lieken zaten die het in de meeting kwam te
hooren en...... 't eindigde met een dreunend
Priester Fonteyne,
Dat is een man...
's Anderdaags werd het bij den baron geroe
pen. In zijne spreekkamer zat ook Mijnheer de
pastoor, die onderricht over de gebeurtenissen
van den vorigen avond alles met zeven haast
naar den baron was komen over zeggen.
't Koeiboerke verscheen daar voor die twee
heeren, juist lijk voor zijne rechters. Er viel
geen ontkennen aan de feiten en het vonnis dat
daar uitgesproken werd luidde met pak en zak
de straat op
Gelukkiglijk dat het in Brugge nen goeden
vriend bezat, die oogenblikkelijk met hem naar
eene hoeve gaan zien is naar Frankrijk. Doch
de eigenaar uit Frankrijk, om zeker te zijn nen
goeden pachter voor handen te hebben wilde
eerst inlichtingen inwinnen. Hij dacht niet
beter dan deze te verkrijgen bij den pastoor
van 't dorp. Eu die priester, die goede priester,
de navolger van Christus, die goede herder,
schreef weder dat hij zijne hofstede aan dat
koeiboerken niet verhuren mocht daar dat
boerken 'nen heelen slechten vent was 1111
De christelijke rechtveerdigheid en broeder
liefde van priesters in Vlaanderen I
Maar toch het heeft niet geholpen, die fran-
sche eigenaar is persoonlijk afgekomen en na
de zake ter plaats onderzocht te hebbeD, gaf hij
luide zijne afkeuring over !t gedrag van den
discipel des Heeren te kennen en aanvaardde
ons koeiboerken.
En nu met bftmisse of October vertrekt ons
boerken naar 't verre Frankrijk.
Het 7,te gebod des Heeren zegtGij \ult
niet stelen
Iemand broodrooven is diefstal. Het brood
uit den mond van man, vrouw en arme kinders
rukken en rooven is stelen. En de kerke zegt
gij %ult niet stelen
En de priesters in de kerke leeren ons dat
gebod en zij zijn de eerste om als het den poli-
tieken geldzak betreft, als het hunne heersch-
zucht en goudzucht geldt, om dat gebod onder
de voejen te treden en 't stukske brood dat aan
onze arme zwoegers stroomen zweet kost,om dat
stuksken brood zoo droog uit hunnen mond te
stelen I
't Zijn gieren geworden zonder hert.
En om te eindigen roep ik de katholieke be
waarders toe
Doet al wat gij kunt en gij priesters van
Vlaanderen, doet al wat in uwe macht is om
uwe broeders in. den Heer, om ons werkers en
strijders der christene volkspartij, om ons te
vervolgen, te lasteren, te martelen en te brood
rooven..., en toch, non possumus, gij zult ons
niet bezitten.
Nooit zal het vrede tusschen ons wezen zoo-
laDg wij niet hebben uitgewerkt al de punten
van ons programma, zoolang Vlaanderen niet
geworden is kloek en vlaamsch en vrij 1
Jaren en jaren lang hebt gij ons en onze
partij bloedig gemarteld en vervolgd. Een
stroom van tranen, van lijden, van leed en wee
is door uwe schuld over ons, uwe broeders in
Christus, neergekomen. Door alle middelen
hebt gij gepoogd ons te verdelgen, ons te ver
nielen.
En Pastoor Daens is gevallen en Smid Lam-
brecht en Debacker en zooveel anderen. Doch
nooit hebt gij ons klein gekregen en nimmer
zult gij ons vernietigen.
Uw geld, waar 't zweet van Vlaanderen aan
kleeft, heeft gediend om eenigen van ons uit te
koopen die lafhertig en laag hunne overtuiging,
hunne broeders, hunne partij verloochend, ver
kocht en verraden hebben.
Doch als gij dacht dat wij vernietigd en ver
pletterd waren dan stonden er ook weer ieder
dag mannen recht, mannen met moed en wils-
kiacht die, ten koste van tranen en bloed som
tijds, het begonnen werk van onze baanbrekers
voortzetten en voltrekken zullen.
En als gij reeds lange zult gestorven zijn,
gij, belagers en bekampers der volkspartij,
mededragend in uw graf den vloek van zooveel
gefolterde en gemartelde werklieden en kleine
burgers, dan zal onze partij nog recht staan,
dan zal zij nog maar beginnen voor goed te
leven.
Eo uit haar zal opgaan het licht dat Vlaan
deren zal verlichten en zij zal worden de
bronne van geleerdheid, van rechtveerdigheid,
die gansch Vlaanderen door zal vloeien, die
het spijzen zal en die het steeds zal doen op
klimmen naar meer welvaart en welzijn I
C. Db Bal.
Wij lezen in De Landwacht van 4 juli 11
CHRISTEN DEMOKRATEN POLITIEK.
Het Recht, kristen-demokratenblad, heeft
verleden Zondag een artikel geschreven over
den toestand en over Stemrecht, in hetwelk
de katholieken naar de laatste mode worden
uitgescholden en leelijk gemaakt.
Dat artikel is zoo geusch, dat Vooruit het
met genoegen overneemt en zegt dat het een
allerbeste gedacht geeft van den toestand.
Vooruit zegt ook dat de kristen-demokra-
ten met socialisten en liberalen aan een zeel
moeten trekken.
Dat is nu toch bloedige spot I
Of zouden de kristen-demokraters Kortrijk
en Dendermonde vergeten hebben n