TOLK DER CHRISTENE VOLKSPARTIJ
Vrede zij met U S
De opening der Kamers
Allerzielen
:ie te
Zondag 3 November t©12
Stad S eentiamec
1 9' 'mar- 44
HET RECHT
Voor Qod en Volk!
Alles voor VlaanderenI
Vlaanderen voor ChristusI
toeSrijiinfisppijs snor Belgenland
Per iaat fr. 3.oo. Negen maanden fr. 2-a5
Zes maanden fr. 1.75 Drie maanden ff. 1.00
voor buiten het land de vrachtloon daai bij
Hoafdtpsteiler H. PLANGQU AERT.
Men schrijft in ten bureele van dit -/ad en bij aiie postmeesters en briet endragers
Alles 'moet viachtvrij gestuurd warden naar het bureel van het blad
COUPU K£REIBRUGGH
I
.AANKONDIGINGEN
Bekendmakingen, per drukregelfr. o.a5
Reclamen. op de 4® bladzijde. #0.45
3e o.ii
I Bijzondere voorwaarden voor notarissen, zaak
waarnemers. Afslag voor herbaalde invoeging.
Vrede zij met U klonk het uit
duizenden engelenscharen, toen, in een
verlaten herderstal, op wat hooi en strooi,
de Koning der Koningen tot het menscb-
dom kwam.
Negentien eeuwen zijn heen geslagen 1
over dit groote mysterie, de menschwor- j
ding, en nog zien we steeds, met de j
oogen onzer kinderjaren, die onschuldige
gebeurtenis nagebootst in kerk en kapel, j
Hoe zalig waren deze stonden, hoe j
heerlijk zijne geschiedenis op vader of j
moeders schoot. Snel zijn ook onze kinder- i
en jongelingsjaren als een wind voorbij- i
gestoven, en nu staan we daar, eenzaam,
in de onmetelijke woestijn des menschens-
levens.
Alleen dwalen we in die onbegrensde j
zandvlakte, de wereld, starend naar een
hoekje der oasis, die zich voor onze afge-
matte ledematen als eene donzige bedstede j
zal openspreiden. En verder stappen we
heen immer zoekend, gelijk het Israëliet- j
sche volk naar het beloofde land, wach-
tend gelijk de Israëlieten in de woestijn
naar het hemelsch manna.
Hoe dikwerf, bij een helder maanlicht,
hebben wij de blikken ten hemel niet
geworpen op die millioenen en nog
millioenen sterren, die, rond die onmete-
lijke vlakte gevlochten, flikkeren als een
diamanten8noer. 0 schijnweefsel, ge
verbergt slechts de plooien van onzen
doodsmantel en uw flikkerdans is slechts
een tranenvloed.
En droomend, ja zacht droomend slen
teren wij verder, en weer rijzen voor ons
op die onschuldige kinderjaren, die zalige
gedenkenissen die verhalen van vader
en moeder, de school met den ouden
afgesloofden onderwijzer, de kerk met
den grijzen herder. Weer herleven in ons
al het schoone, goede en ware, opgehoopt
in onzen kindergeest.
Doch welke teleurstelling,
dit alles verkracht, verbasterd,
verstompt.
We zagen weder den Heiland, zijne
men8chwording, zijn jongelingschap, zijn
eenvoudig leven in het werkhuis van
zijnen voedstervader we hoorden Hem
prediken en bidden Onzen Vader die in
de Hemelen zijtwe zagen Hem met het
kruis beladen, den Calvarieberg opklim
men, Hem kruisigen en verrijzen
Ja kinderjaren, ge waart een zoete
droom, helaas te ras voorbij We zijn nu
man geworden, vrije burger, vrije geest
honig en suiker zi]n van ge
daante veranderd om plaats
te maken voor wat edik en
azijn.
Jezus' discipelen, zijne navolgers en
opvolgershelaaszooveelzijn ook
van gedaante veranderd. Vele zijn geene
kindoren Gods meer, waar wel kinders der
menschen.Die schijndiscipelen verdraaien
en verwringen de leering Christi en die
nen, onder den dekmantel van gelóóf, den
afgod Boal.
HIJ de Verlosser, had geenen steen om
't hoofd op te leggen, en leefde onbezorgd
lijk de vogels in de lucht, die noch
maaien noch zaaien, en toch het noodige
vinden om te leven.
ZIJhebben paleizen en kasteelen die
weinig gelijkenis hebben met 't stalleken
van Betlehem. De huispachten derEerw.
Heeren Pastoors van stad bedroegen eerst
700 fr. 's jaars en ze vroegen vermeerde
ring. M. Goethals gaf hun 1000 fr. 's jaars
om een huis met hof te hebben; zij hebben
daar recht toe, zegde M. Goethals.
HIJ de Zaligmakerging tot en door
het volk en leerde hen bidden en God
eeren.
ZIJonze hedendaagsche apostelen,
lokken het volk tot hen om het te spre-
ken over politiek of andere dingen, geen j
verband hebbende met den godsdienst.
Het spreekgestoelte zou beter passen bij j
sommigen in hunne katholieke kringen of i
wel in tijd rond de kiezing in herbergen I
of patronagiën.
En als er nog goede christenen zijn, die
willen God eeren en dienen, dan worden
zij van de communiebank en uit de kerk
gejaagd
HIJ was de vriend van den armen, (Tri
nederigen, don arbeider; troostte lienbn
noemde ze BROEDERS. HIJ vennotfg-;
vuldigdë" do bróoden om de hongerige»
te spijzen
ZIJ zijn de vrienden van het kapitaal,
van onrecht en dwingelandij. Hunne
liefde voor den werkman i»
maar schijn en vervliegt gé-
heel wanneer de een of andere
dompelaar op hunnen geld
beugel aanklopt. Zij ondersteunen
zelfs de geldzakkeu die aan arme kinde
ren een stukje warm eten weigeren.
HIJ slachtofferde zich uit liefde voer
het volk en verkoos den wreeden kruis
dood boven alle andere folteringen
ZIJ, de modernen, slachtofferen zich
voor rijkdom en weelde, voor goedgevul
de wijnkelders, welopgesmukte feesttafels,
verre van alle gekerm en bekommernis
van lijden en wee. (Tusschen haakjes
gezeid Er veranderde over eenigen tijd
een priester van woonst en men moest uit
zijnen kelder, 6ooo flesscken wijn en
champagne verhuizen met nog vaten die
moesten afgetrokken worden.)
HIJ dreef de kooplieden uit den tem
pel, zeggende
DIT HUIS IS HET HUIS GODS
ZIJ branden keersen en zingen het
a Requiemvolgens de geldbeurs
van den overledene, strooien bloemen of
doornen volgens fortuin en rang.
En zeg m6 nu, wie zou de armen ter
hemel niet slaan en uiEi-oopon u cioJ..*ï**.*-
geef het henwant zij weten niet wat ze
doen. t>
Ons geloof, onze kristene leering en
zeden, is niet meer degene welke de
Zaligmaker..ons leerde. Vele onzer pries
ters zijn niet Jezus discipelen, omdat de
geestelijke overheid hunne onderdanen
tot de speelbal dienen laat, van .persoon
lijke ze'fszucht, van misplaatste eigen
liefde, dit alles gebukt onder den ijzeren
arm van grooten en machtigen, die het
geloof als middel aanzien om kapitaal en
macht ongeschondon door en op het volk,
den kleinen, te kunnen behouden.
Ga en zie wat er omgaat van de kleinste
dorpen^ aan de boorden der zee tot in het
arme Limburg, Haspengouw en Arden
nen, tot zelfs in groote steden waar
soutane en burgemeestersslip
in eene en dezelfde kleerkas
verbroederen. Daar ja, zult ge
die pasterkens overal baas
zien spelen en willekeurig met
macht en geloof schermen als
of ze in een strijdperk stonden.
Vrije burgers, spreektHoevele onder i
u liggen er niet geknakt onder hunnen
dwang?
Hoevele zijn er niet die, om wille van
een vrij gedacht nagezet zijn geweest als
een bezetene of een wild beest
Hoevele zijn er niet gebroodroofd ge
weest, omdat ze niet voor hunne voeten
kruipen wilden en elders voor vrouw en
kinderen de drooge korst moesten gaan
verdienen
Wie leert er onze vijanden verfoeien,
haten
Wie leert ons opvliegen tegen degenen
die anders denken dan wij
Wie verstompt onzen geest met aller
lei vertelsels, goed om kwezels en leeke-
broêrs in slaap te wiegen
Ja, velen van hen zijn valsclie discipe
len, die- er later aan den Opperrechter
rekenschap zullen moeten van geven.
ZIJ zijn het die de schuld dragen
van onzen hedendaagschen nood-
lottigen toestand. Zij zijn het nog
die de werklieden vrijwillig gebukt
houden, en dit bijzonder de buiten
werklieden, omdat ze weten dat de
werkman een wapen is dat gevaar
lijk wordt, wanneer hij de kracht
verstaat, wanneer hij meer naar
hooger wil, wanneer hij vraagt
datgene wat zijn recht is.
Wie zou het op den buiten durven
wagen te spreken van Algemeen
Stemrecht 1
Wie van verplichtend onderwijs
Welnu, fier durven we zeggen wie we
zijn en wat we zijn
Neen, duizendmaal neen, we zijn geene
kale katholieken
Neen, we zijn geene zakkendragers.
Neen, we zijn geene ondergeschikten,
geene kruipdieren
We zijn en hoor het wel, we zijn
vrije Hristenen l vrije kristene de-
mokraten, vrije burgers met als toonbeeld
Jezus den volksvriend, met als wapen het
geloof, gelijk de Zaligmaker dit predikte
aan zijn volk.
En gij, Bruggelingen, hoog moogt ge
uw vaandel in de lucht steken en met een
man, een held gelijk onzen Fonteyne,
mogen we vrij en vrank de zee door
kruisen, door storm en wind, tot we
aanlanden aan gene zijde van den Oceaan,
tot de haven van het eeuwig licht.
Romulus.
Iedereen is benieuwd te weten wanneer
het aangekondigd debat over 't voorstel
tot grondwetsherziening in de Kamers zal
fe berde komen, opdat men eindelijk de
inzichten der Regeering zou kennen.
De Kamers vergaderen op Dinsdag
12 November. De eerste dag wordt gewijd
aan de samenstelling van het bureel en
daarna wordt de oponhare zittimr ®e-
schorst cót 19 November, om de ingedien
de begrootingen door de afdeelingen te
laten onderzoeken.
De zitting van 19 November zal aller
gewichtigst zijn. Eigenlijk, zoo men vroe
ger aangegane beloften naleeft, zal eene
vraag naar uitleg worden ontwikkeld
door den heer Troclet over de feiten, die
zich te Luik hebben voorgedaan, daags
na de verkiezingen; doch naar uit
goede bron verzekerd wordt,
zou de zitting ingenomen wor
den door de boodschap van
hoofdminister de Broqueville,
sprekend uit naam der Regee
ring.
Deze boodschap zal handelen over de
voornaamste punten aan de dagorde, na
melijk: de versterking van 's rijks iveer
baarheid, de werkerspensioenende op
richting der nationale maatschappij voor
werkmanshuisvestingenz
Misschien zal minister de Broqueville
ook van de gelegenheid wel gebruik ma
ken om een woordje te reppen over de
kieswethervorming en in breede trekken
de inzichten der Regeering doen kennen.
Deze ministerieële boodschap moet
noodzakelijker wijze een debat uitlokken;
waarin de woordvoerders der partijen hun
ne betrachtingen zullen bekend maken.
Door de leiders der socialisten zal de
gelegenheid niet worden over het hoofd
gezien, en het voorstel tot grondwets
herziening neergelegd met vraag naar
dadelijke behandeling
Dat verzoek zal echter misschien zoo
spoedig niet als gewenscht wordt kunnen
ingewilligd, daar het Kamerreglement er
zich tegen verzot. Het voorstel moet, in
derdaad, naar de afdeelingen worden ver
zonden die na beraadslaging het drukken
daarvan toelaten en het ontwerp rond-
deelen.
Een dag raoet worden aangeduid, waar
op het in aanmerking nemen van het
voorstel zal worden besproken. Dat alles
vergt eenigen tijd.
En daarbij mag niet vergeten worden
dat er pas eene maand overblijft om voor
het Kerstmisverlof de begrooting van
's Rijks middelen te bespreken, die lui-
dens de Grondwet voor nieuwjaar moet
gestemd worden.
Alles laat dus voorzien dat het debat
over Algemeen Stemrecht niet voor
Januari zal te berde komen, alhoewel
men misschien vroeger over de inzichten
der Regeering zekerheid zal bekomen.
De kerkhoven zullen druk bezocht
worden. Duizende menschen zullen op de
graven hunner nabestaanden on vrienden
i eene kroon nederleggen en dezen die
j christenen zijn zullen een vurig gebed
j storten.
Zulks is een loffelijk gebruik en niets
is edeler dan dezen te gedenken die wij
gedurende hun leven beminden en lief
hadden.
De Christen Democraten gedenken van
daag ook de stichters en de strijders
onzer Volkspartij.
Wij herdenken bijzonderlijk Pastoor
Daens en Smid Lambrecht, De Backer en
Sterckx en al de dapperen van de eerste
uur. Wij herdenken hen met eene bijzon
dere liefde en dankbaarheid omdat zij de
baanbrekers zijn van onzen strijd en de
stichters onzer partijEn wij brengen hen
eene diepgevoelde hulde over al den taaien
moed, het noeste werken die zij hebben
moeten bezitten en betoonen om onze
partij te vormen.
Jaren en jaren lang zijn zij voor de
verwezenlijking van hun ideaal vervolgd
en gemarteld geweestten koste van
tranen en zweet hebben zij de volkspartij
tot stand gebracht
En na veel lijden zijn zij gesneuveld op
het slagveld, de wapens in de vuist,
onder de plooien van het groene vaandel.
Zij zijn gestorven, ja, maar wat niet
dood is, wat blijven leven zaldat
is hunnen geest en hun werk l
Do paiaij die zij gesticht hebben, die
zij gekneed hebben, die zij gevormd heb
ben, is hun werk, en is doordrongen van
hunnen geest.
Wij, hunne volgelingen, kennen dat
werk en kennen dezen geest omdat zij
doorstralen uit het wonderschoon pro
gramma dat zij ons nagelaten hebben.
En wij zullen kost wat kost strijden om
dat programmate verwezentlijken.
Van uit hunne gravenwaarin zij nu
rustende zijn, zoo roepen de stichters
onzer partij ons toeVolbrengt de taak
die wij begonnen hébben
Daarom zullen wij christendemocraten,
volgelingen van Pastoor Daens en Smid
Lambrecht, De Backer en Sterckx en al
de andei'en, in onzen strijd volharden.Het
is ons een heilige plicht dezen strijd door
te voeren zonder aarzelen, zonder dein
zen om de overwinning onzer gedachten
te bekomen
En zoo strijdende voor onze partij,
voor ons programma, voor ons volk zoo
verhopen wij, als christenen, ook eens te
komen waar de stichters onzer partij zijn,
't is t9 zeggen in de plaats die Christus
beloofd heeft aan dezen die Hem volgen,
die het arme kleine volk beminnen en die
lijk Hij voor het arme volk geleden heb
ben. Constant De Bal.
Nieuws vraag van Pr. Fonteyne
aan dsn heer Minister
De laders van Brugge-statie, beschik
ken over geen lokaal en gerief om hunne
kleederen en eetwaren te bergen en des-
gevalle deze laatste te verwarmen.
Vindt de heer Minister niet, dat h®t
hoogst noodig wordt aan dien toestand
te verhelpen Priester Fonteyne.
Ons artikel over den erbarmelijken
toestand in de koopwarenstatie van
Brugge, heeft bij de bevolking en bijzon
derlijk bij de belanghebbende burgerij een
goeden indruk gemaakt.
Wij zijn reeds van nu af zeker dat die
zaak goede gevolgen zal hebben.
De katholieke gazetten zijn beschaamd
over deze zaak, omdat in de 40 jaren dat
zij volksvertegenwoordigers hebben, er
nog nooit een de moeite heeft gedaan eens
dien ellendigen toestand na te zien.
Die kamerheeren zijn goed om te para
deeren en om hunne centen op te rapen,
zegt het volk