j>e paasboodschap van de Paus De Harp van StFranciscus KERKELIJK LEVEN - 15 Bidt veel, z« er veel, voor Italië L vet*» ROME. Voor ccn 40.000-kop- pigc menigte, op Paasdag samenge stroomd op het Sint Pietersplein, sprak Z. H. Paus Pius XII een Paas- boodschap uit, waarvan we hier de volledige tekst laten volgen: In dit jaar van onrust en gevaren, op dit ogenbl.k dat beslissende en onher- Er ïs geen plaats meer voor lafaards, wankelmoedigen en wijfelaars (P. PIUS XII) rocpcliike wereldgebeurtenissen in het verschiet zijn, rust ccn schaduw van uit zonderlijke zwaarte over deze menigte van het gelovige Rome, samen echter met een gewijde spanning, een machtige be geestering, die als een verborgen vuur alle harten en geesten doorzindert. EEN KEERPUNT DER TIJDEN Die niet blind zijn, ziendie niet gees telijk bevooroordeeld zijn, geven er zien rekenschap van: Rome, moeder en be- sch erin ster van de beschaving en der ecuwiqe levenswaarden, Rome, dat door de grootste geschiedschrijver genoemd werd: Caput Orbis terrarum, en waar van het lot een mysterie is, dat zich door de eeuwen heen voortzet, ditzelfde Ro me staat thans voor een keerpunt der tij den, dat van het hoofd en de leden.der Christenheid de hoogste waakzaamheid, een onversaagde slagvaardigheid en een onbeqrensde werkzaamheid vereist. Waakt en bidt. Zo richtte de Heer zich tot zijn leerlingen op de vooravond van Zijn heilig Lijden. HET GROTE UUR HEEFT GESLAGEN Waakt en bidt. Dit is de oproep die Wij in naam van de verrezen Verlos ser. richten tot u en tot onze stadsgeno ten. tot alle gelovigen ter wereld. Het qrote uur van het christelijke geweten heeft geslagen. Ofwel zal dit geweten zich oprichten om zich geheel en met z.jn volle kracht te wijden aan de zending van bijstand en heÜ voor een mensheid, die wankelt op hare geestelijke grondves ten. en dan zal dat de verlossing beteke nen en de verwezenlijking van de forme le belofte van de ZaligmakerHebt ver trouwen Ik heb de wereld overwonnen. Ofwel God beware er ons voor zal het geweten zich slechts ten dele op richten en zich niet vol moed ter beschik king stellen van Christus, en dan zal dat het wrede vonnis van de Heer betekenen, dat niet minder formeel is dan zijn belof te Wie niet met Mij is, is tegen Mij Gij allen, geliefde zonen en dochters, weet, wat zo een scheiding der wegen betekent voor Rome, voor Italië, voor de hele wereld. In uw geweten, dat zich bewust is van zijn verantwoordelijkheden, is geen plaats voor blinde lichtgelovigheid in diegenen, die eerst hun eerbied voor de godsdienst van de daken verkondigen, maar zich achteraf ontpoppen als de ontkenners van al wat ons het heiligst is. In uw geweten is geen plaats voor de kleinzieligheid, de lafheid, de onbeslist heid dergenen, die menen dat het in dit beslissende uur nog mogelijk is, twee meesters te dienen. Uw geweten weet, dat de sociale rechtvaardighe d, de vrede onder de volkeren niet tot stand kunnen komen en verzekerd worden, als men de ogen sluit voor het licht van Christus, om het oor te lenen aan de valse woor den van opruiers, die van de ontkenning van God de sluitsteen maken en de basis van hun actie, LAGE AANVALLEN TEGEN DE KERK Romeinen, de Kerk van Rome, die voor u, meer rog, dan voor de anderen een moeder is, is op dit ogenblik het onder werp van ue meest onrechtvaardige open- lijlce aanvallen. Zoals Christus beschimpt werd, vervloekt en met slijk besmeurd, zo is de Kerk thans blootgesteld aande smaad van tegenstrevers, die verblind zijn door de passie. Vergeefs heeft zij m deze stad zelf, het centrum van de chris tenheid, hare weldaden vermenigvuldigd. Vergeefs heeft zij. in ogenblikken dat het gevaar dreigde, vervolgden aller gezind heid, ook hare meest verbeten vijanden, gered en opgenomen en onderdak ver schaft. Vergeefs heeft zij, ten tijde der ijzeren verdrukking, de verdediging en de bescherming opgenomen van de waardig heid en van de rechten van de menselijke persoon en de gerechtigde vrijheid der volkeren. Vergeefs heeft zij zich bekom merd om de voedselvoorziening dezer eeuwige stad, bedreigd door hongersnood. Vergeefs heeft zij hare stem verheven te gen de zedeloosheid, die de mensheid voert naar ondergang en verval. ONRECHT EN LIEFDE Men verwijt haar nog rcactionnair te zijn en leerstellingen voor te staan die ze zelf heeft veroordeeld. Men verwijt haar het volk te verarmen, het volk dat ze in zo ruime mate is ter hulp gekomen en dat ze nog bijstaat, dank vooral aan de grenzeloze liefdadigheid der katholie ken over de ganse wereld in het beant woorden van de herhaalde noodkreten van de Kerk. Men verwijt haar het ver raad van de leer van haar bruidegom Christus, die ze nog immer onvermoei baar verkondigt, voorhoudt en verdedigd. Men laadt op haar de feilen van zekere harer verlopen leden, die ze zelf het eerst heeft gelaakt en ten strengste gestraft. Maar al is de Kerk gedwongen deze valse beschuldigingen aan de kaak te stellen en te weerleggen, om de eer van Christus, om de onaantastbaarheid van Zijn leer, om de bescherming van zovele eenvoudige en onvoorzichtige zielen, wier geloof erdoor aan het wankelen kan wor den gebracht, toch blijft ze ook hare be lagers liefhebben, die haar kinderen zijn, en roepen Wij u allen op, volk van Ro me, volk van Italië, volkeren van de gan se wereld, tot eenheid, eendracht en lief de, tot gedachten en verwezenlijkingen van vrede. STEUNFONDS PAROCHIEBLAD Goed geluimd vandaagVooruit dan» stort een penning voor onze persactie, op P. C. nr. 4409.17 van «Studiecen trum voor Zielzorg en Predicatie Ant werpen. Briefjes kunt u, onder omslag, zenden naar: Steunfonds, Rijselsebaan, 48, Antwerpen-West. 27ste lijstgesloten op 28 Maart 1948 C. H. Rumst50 fr.ter ere H. Rita uit N.20 fr.Ik bouw op de Goddelijke Voorzienigheid, Poperinge20 fr.ter ere H. Antonius, voor gunst30 fr. Naamloos. Blankenberge 50 fr.ter ere O. L. V., Naamloos, Smeermaas: 25 fr. Kerkelijk Leven nr 15 - 11 April 1948. V. U. Studiecentrum, V. z. w. d. 48, Rijselsebaan, Antwerpen-West Drukkerij Van Hoof, Ekeren. Die groote men heren bezagen mal kander eens om te weten wat ze moes ten doen. Daar waren erbij die het een geluk vonden zoo wat brood te krijgen en die aten er eerbiedig van anderen slaken he, weg als een relikwie en die er vies van waren staken .iet ooK weg. maar ze trokken tcch ook ccn ge zicht alsof het een rel.kwie was. Die groote menheren bezagen malkan der eens om te weten wat ze moesten doen. Daar waren erbij die het een ge luk vonden zoo wat brood te 'krijgen en die aten er eerbiedig van anderen sta ken het weg als een relikwie, en die er vies van waren staken het ook weg. maar ze trokken toch ook een gezicht aisot het een relikwie was. Franclscus vertelde onder 't eten over d'engclen. die niets anders hebben te doen dan God tc vereeren dat moet cok ons doel zijn Na 't eten nam Monsei gneur hem apart. Broeder, zei hij. dat ge mij zoo n affront aangedaan hebt Ik heb u eer aangedaan, zei Fran- ciscus. Ik heb het brood der engelen op uw tafel gebracht, gebedeld brood is en gelenbrood. Eenige dagen nadien begon Franciscus met Monseigneur den regel tc overzien. Het is een groote strijd tusschen die twee. De zwaarste strijd van r unciscus zijn leven. Sterven is er niets bij. Monseigneur is een verstandig man. - De wereld blijft niet bestaan gelijk hij is, door Felix TIMMERMANS zegt hij. alles verandert, zeden en gebrui ken. koningdommen. maar de Kerkbij daar boven staan, als een acht in^den nacht en uw regel moet de bmp ajn die de Kerk van binnen verlicht. Maar dan is hij niet goed lijk hij nu is. Dan moet gij eerst uw eigen kunnen vergeten, uw eigen, dezen tijd. mij. en eikendeen. Hij moet voor alle tijden zijn. - God heeft hem mij zoo gedikteerd. God wi! hem letterlijk zoo beleefd zien. Zonder uitleg, dat heeft God mij zoo ge- ZC Juist omdat God er in IsAnders liet ik de pen liggen. Monseigneur gooide de pen weg. - Maar de vorm deug: met. Dat zijn maar woorden. Monsei gneur. God heeft hem mij zco geuikteerd. Woorden zijn de schelpen van de waarheid Als God twee menschen het zelfde ingeeft, zullen ze allebei het toch anders neerschrijven, al is de geest het zelfde. Deze vorm is niet goed, met goed voor de toekomst. En daar komt het op aan. Uw Broederschap moet de t^erk blijven ondersteunenDat moetDat zalDat kan alleen door een vasten, klaren regel, ccn duidelijken. breeden wcq. Het is bijvoorbeeld verkeerd in uwen regel te zeggen dat de Broers, als ze ievers het Allerheiligste in verwaar loosde tabernakelen zullen vinden, dat ze dan de priesters moeten vermanen. Dat is verkeerd, dat brengt wrijving en ruzie tusschen geestelijken en Broeders Als een Broeder zoo iets ziet, zal hij daar van zelf op wijzen, maar schrijf het niet of er wordt misbruik van gemaakt. Is t waar of niet Franciscus zweeg. Monseigneur krab de dien zin over het Heilig Sacrament Ult_ Het noviciaat is verplichtend, ge weet waarom. Heeft O. L. Heer naar een novici aat gevraagd aan die naar hem kwamen? De Kerk doopt eikendeen die chris ten wordt, zelfs de grootste heidenen. Een Broederschap is iets anders. Stilte. Monseigneur nam de pen en schreef iets over het verplichtend novi ciaat. Zoo wierd punt voor punt gewo gen en gemalen. Maar de hevigste strijd ging over het refrein van 't Evangelie Als de Broeders door de wereld reizen zullen ze niets mee nemen, geen reiszak, geen geld. geen brood. enz. daar als om gevochten tusschen nem en Mon seigneur. Een Minderbroeder mag niets bij hebben dan zijn harp. zei Franciscus. Dat is zijn ziel. waarmee hij God gedu rig looft. Ik vraag niet beter, riep Monsei gneur vinnig, maar iedereen kan dat ge durig niet. Elke mensch is anders. Dat die dan in een andere orde gaan. nep Franciscus ook vinnig, dat die dan onze Broederschap niet komen vuil maken Juist daarom heb ik zoo sterk het noviciaat or.dti ï.jnd. omdat ze kunnen qewikt en gewogen worden Uw Broe derschap moet ook iedereen kunnen aan nemen, die er trek voor vocit. Dat ze komeu daarom is er geen ■iciaat no~d.g De slechten zullen van zelf afvallen. Zoo wierd er fel overerdweer gere detwist. sems dagen. Franciscus loste het refrein niet. Ik kan niet ik kan niet 1 riep hij. Daar is de Broederschap door ontstaan. Dat is de ziel er van. Het licht Doe het weg en de Broederschap valt. Ik doe het niet weg. ik zeg het an ders. Ik zeg het op zoon wijze, dat Broe der Antonius op zijn preekrondc zijn boe ken kan mee nemen, waarin hij meer in geving vindt om de ketters te bekeeren. Bezit van iets is van weinig belang als men er niet aan gehecht is. Wie in weelde leeft, leeft ernaar. De begeerte naar weelde kan ook in armoede bestaan. Kom Broeder Fran ciscus, als wij schrijven de Broeders nemen niets in persoonlijken eigendom, geen huis, geen plaats, geen enkele zaak. en als de pelgrims op de wereld dienen ze den Heer in armoe en nederigheid, als we schrijven dat ze met vertrouwen en zonder schaamte om aalmoezen mogen rondgaan, als we schrijven dat dit de verhevenheid van de allerhoogste armoe de is dat de Broeders met arme, gelapte kleederen moeten tevreden zijn, cn zij geen geld mogen aannemen, als wij ook schrijven dat ze altijd waar ze komen. <t vrede over dit huismoeten zeggen en steeds minzaam en nederig moeten zijn, als wij schrijven dat de ongcleer- acn zich niet moeten bekommeren om geleerd te worden, en dat ze steeds voor hun vijanden moeten bidden, is dat geen Evangelie Is daar alles niet in te vin den Monseigneur zijn handen beefden. Hij beefde heelemaal. (wordt vervolgd)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Kerk en Leven | 1948 | | pagina 2