Q ~JE wemIiskwiie. ORGAAN DER CHRISTENE VOLKSPARTIJ V Alles voor en door het volk! Naar Ninove Elk weze zondag op zijnen post, om half 3 aan de statie Getrouw totterdood is t wacht- woord. Lanclbouwstokerijen. V TWEEDE JAARGANG, Nr 12 5 CENTIEMEN HET NUMMER. ZONDAG 19 MAART 1899. DE KLOK ABONNEMENTSPRIJS vooraf betaalbaar. Een jaar 2,5o fr.; 6 maanden i,5o fr.; 3 maanden o,8o fr. Men schrijft in bij P. Van Schuylenbergh, uitgever, Kerkplein, Ninove, en in alle postkantooren van het land. De Christene Democratie zal de redding zijn der volkeren. Leo XIII. ANNONCENPRIJS per drukregel Gewone annoncen o,i5 dikwijls herhaalde bij overeenkomstvonnissen o,5o J reklamen 0,75. Alle briefwisseling, vrachtvrij. Ongeteekende brieven worden geweigerd. Het is dan zondag toekomende, 26 Maart, dat Priester Daens in onze Den derstad komt meeting geven. Die dag beloolt schitterend te zijn voor de Christene Volkspartij'. Naar alle waarschijnlijkheid zullen verscheidene muzieken onzen bemin den hoofdman ten 3 ure aan de statie komen afhalen en hem stoetsgewijze naar het lokaal geleiden. Vrienden, op Naar Ninove, weze de kreet Mannen van 't omliggende, op uwen postde deur gegrendeld en opgestapt Vrouwen en jonge dochters, komt meê schikt uw werk dat ge weg kunt en komt zondag naar Ninove den be proefden volkspriester begroeten. Brugge en Kortrijk. zijn ons voorge gaan. Zij hebben Priester Daens ont vangen op koninklijke wijze. Welnu het mag niet gezegd worden, dat Ninove moet onderdoen voor zijne jongere broeders! Ninove de bakermat, de wieg der christene democratie We lezen onder andere in de anna len der Kamer, zitting van 8 Maart 11., bl. 782 het volgende «Een derde feit is het deze de werkman kleedt zich langs om schooner, hij heeft eene goede huisvesting, is beter gevoed dan vroe ger en heelt zijn dagloon zien verdub belen, zoodat al deze klachten over het lot der arbeiders ongegrond en tegen de waarheid zijn. En eenige regels verder Ik zeg een laatste woord en dit is, dat men onge lijk heeft den toestand der werkende klas in zulke sombere kleuren af te schilderen, want veel werklieden heb ben overvloed. Onze vrienden hebben zonder twijfel reeds kunnen raden dat, buiten M. Woeste er niemand in onze Kamer zou gevonden worden om dergelijke taal te voerenen met Cavrot drukken wij ons spijt uit, dat het beknopt verslag met met duizenden exemplaren in ons ar rondissement wordt verspreid, ten ein de de werkende klasse zelf eens te laten oordeelen over den hatelijken man, die hier alle 4 jaar eens komt een briefken aflezen, waarin hij de beminde verkliê komt vleien, belooft voor hen te zorg, als ze maar goed stem, enz., die dan opgeleid wordt door pastoor en burge meester en de beste flesschen te kraken krijgt welke anders voor Monseigneur geschikt waren. Zoodus volgens M. Woeste is het dagloon verdubbeld sinds 50 jaren. Wanneer men uitgaat van zijn jaartal, dan heeft hij geen ongelijk. Maar welk jaartal kiest hij? 1846, juist het jaar van den hongersnood, waar onze oud jes nog met schrik van spreken, toen die vreeselijke geesel ons land teisterde en bijzonder in onze Vlaamsche dor pen aan zoovelen het leven kostte. Alsdan, ja, waren er velen die zich voor een spotloon, zelfs voor niets dan het voedsel aanboden om te werken. Doch we gaan een meer normaal tijdstip nemen en het zal niet moeilijk zijn met cijfers uit onze omgeving ge nomen te bewijzen, dat M. Woeste we tens en willens gelogen heeft, hetgeen nochtans heel slecht staat in den mond van eenen katholieken Staatsminister. Nemen wij dus de jaren 18G0, 7o tot 80. Dan wonnen hier in onze streek de bloemenmaaksters op 't kussen gemid deld 2 lr. per dag. Nu winnen ze nog 40 tot 80 centiemen voor 14 a 15 uren werk. De twijnders wonnen alsdan met laak en overwerk tot 20, 23 en zelfs 24 lr. per week en nu van 7 tot de hoogste 12 fr. De handschoenmaaksters werden betaald tegen 32 centiemen het paar. Nu hebben ze lr. 1,40 van 't dozijn. Wat de wevers betreft, daarvoor ont breken ons de cijfers. We hopen dat het een of ander lid van ons wevers syndicaat die eens zal mededeelen, als mede hoeveel meters de stukken wer den verlengd naarmate de prijzen daal den ook of 't waar is 'tgeen M. Woeste in dezelfde zitting beweerde, dat al de fabrikanten fabrtkeeren met verlies en ten onder worden gebracht door de konkurrentie. Men ziet dus door bovengenoemde cijfers, die echt zijn, dat in plaats van verdubbeld het loon integendeel met den helft verminderd is. Men zou kun nen denken dat hij wilde wijzen op de landbouwwerklieden,welke inderdaad hun loon zien_klimm/\n hebben in den winter van 0,3b lr. op 0,45-en met ueu zomer van 0,45 op 0,54 lr. daags, doch daarvan heeft M. Woeste zich zells niet gewaardigd te spreken, en kan er bijgevolg geene spraak geweest zijn dan van nijverheidswerklieden. De werkende klas is te zeer gekleed, zegt hij verder, en die woorden vindt men dikwijls weer in den mond van al onze dorpsproleten die hunnen inge boren volkshaat soms eens moeien lucht geven en het maar niet verkrop pen kunnen als de een of ander onzer zusters uit het volk eens een pluimpje ol lintje op de muts heeft laten plaatsen en nochtans M. Woeste en zijne volge lingen moeten wel weten, dat de oude pijpkensmuts en het stofTen kleed van in den tijd 4 maal zooveel kostte als nu, wanneer de meeste kleedsels van 4ellen voor 'ne frank zijn en het maken duur der kost dan de stol zelve. Doch waar de onbeschaamdheid over zijn hout gaat, dit is waar hij zegt dat vele werklieden overvloed hebben dit toont klaar en duidelijk aan de leden der patronagiën van Ninove en Aalst hoe ze mogen rekenen op Woeste's hulp voor het bekomen van het pen sioenfonds in hunne oude dagen, im mers, ze hebben overvloed en iemand die zich in overvloed bevindt heeft geen pensioen noodig, dit zegt de ge zonde rede. Doch wat beteekenden dan al die instellingen van liefdadigheid en die politieke giften die men van nu al aan al begint te geven waarom dan dage lijks op de beurs kloppen van aller hande kwezels om in de Vincentius- gilde en werkmanskringen die hon derden werklieden te ondersteunen, als ze overvloed hebben Waarom dan altoos in uwe schriften opkomen tegen de moordenaars van 1789 want 't is nog altijd onder het re giem der wetten gemaakt door de man nen van het schrikbewind, Marat, Ro bespierre, Danton, enz. dat we leven, en volgens M. Woeste ons een tijdstip gegeven hebben waarop er overvloed heerscht voor» de werkende standen, terwijl het kapitaal op het punt staat te verdwijnen. En Gij, Leo XIII, Gij moest zinne loos zijn wanneer Gij uwe encycliek Rerum Novarum de wereld hebt inge zonden, immers Gij schreeft dat de toestand des arbeids akelig was en on waardig van beschaafde volkeren En daar komt de groene wereldlijke paus, Woeste, verklaren dat er over vloed heerscht bij diezelfde werklieden! Ge moest droomen, Eerwaarde Ouder ling, toen Ge er liet op volgen dat het een dreigend gevaar wierd voor de samenleving die verschrikkelijke op- eenhooping van kapitalen naast de af grijselijkste ellende want volgens de zelfde heer Woeste is de toestand der miljoenairs heel onzeker geworden. Wij durven verhopen dat de week- klappijen van M, Woeste in hunne pers zijne redevoering zullen breedvoe rig geven en dan eerst zullen ze onder vinden dat ze hunne eigen bladen niet mogen laten lezen door de werklieden nog bij hen ingelijfd willen ze geen ge vaar loopen hen allen te verliezen om plaats te nemen in onze rangen waar, zooals ik reeds vroeger zegde, de on verbiddelijke strijd om 't leven hen toch brengen zal en waar ze met open ar men zullen ontvangen worden. F. Lambreciit. Woensdag: der verleden week hielden De ver- drtffëenfïe*vergadering, om te protesteereu tegen de inzichten van den minister, die hunne nijver heid bedreigd, alsook om beschermingswetlen te bekomen tegen de oneerlijke concurrentie der kapitalisten. Onze vriend Plancquaert heeft over hel eerste deel dier wenschen een goed artikel geschreven, dat wij hieronder mededeelen De nieuwe minsisler Liebaert is op het punt een maatregel te nemen die aan veel landbou wers de oogen zal openen. Verleden jaar werd er eene nieuwe wet ge stemd op de stokerijen, 's Lands bestuur had geld noodig 't verhoogde die rechten en ontfut selde op die wijze een twintigtal millioenen aan het volk. Waren ze besteed geweest aan volks werken, bij voorbeeld aan de pensioenkas, we zouden er geen groot kwaad in gezien hebben, doch die millioenen werden besteed meest aan den Congo aan 't leger, aan de hooge beambten, enz. Vandaai misnoegdheid onder de lagere klassen Om 't werkvolk van de steden moet dit bestuur zich niet bekommeren zij zijn toch zijn stemmen kwijt. Voor den buiten was het iels anders daarom om den buiten te paaien gaf men zekere voorde'elen aan de landbouwstokerijen en vooral aan de samenwerkende maatschappijen van land bouwers voor de fabrikatie van vlegge, 't is te zeggen van nog onzulveren en niet gansch vol maakten alcool, dien men dan aan de groote sto kers verkocht om door d»ze eindelijk in genever vervormd te worden. Dientengevolge ontstonden weldra hier en daar landbouwstokerijen van vlegge door voreenigde boeren opgericht. Dit bracht veel profijt op voor de landbou- Wr.ra. Vooreerst, ze vonden in den afval van hun stokerij een goed voedsel voor hun vee. Meer vee kunnende houden voor eene kleine uitgestrekt heid land konden ze hunne akkers ook beter en sterker mesten. Met min kost hadden ze beter vruchten. Ten tweede, aan alle nijverheid die goed be stuurd wordt schiet er al licht een stuiverke over: de boeren hadden daar eene nijverheid die hen toeliet wat geld te winnen. Ongelukkiglijk de vijand waakte. De groote kapitalisten die de 20 nijverheidsstokerijeu in hum e handen hebben, en vooral de drie of vier groote familiën van Antwerpen, die met den jenever milioenen op milioenun gewonnen heb ben bemerkten dat de landbouwstokerijen een weinig hunne winsten hadden doen dalen. De boeren, zegden zij, dooden de nijverheid men motst de stokerijen van vlegge afschaffen En wat gebeurt er? De belangen van die tien of vijftien kapitalisten gaan inderdaad voor die van gansch de boerenbevolking ven ons land. Die groote kapitalisten vroegen niets min dan de afschaffing van de landbouwstokerijen na- tuuilijk dit ware te schreeuwend geweest. Ook men zal een tusschenweg nemen Do mi nister schikt ('t is nu misschien reeds gedaan) bij ministerieel besluit de landbouwstokerijen van vlegge te verplichten niet meer lijk vroeger 12 hectoliters te bewerken, maar slechts vijt. Liat oi.s hierover eens een weioig redeneeren: Vooreerst vindt ge niet dat hetalzoo wat kras is, de belangen van den landbouw maar doodeen voudig te doen afhangen van een ministerieel besluit? Ziedaar de zuivere wil van een minister die voldoende is om ccne n iverheid te dooden. Waar vindt men daar voorbeelden van Zou een enkele minister zoo durven omspringen met de belangen der rijken Zou M. Liebaert bijvoor beeld door een enklen pennetrekde voortbrengst durven beperken van d* groote brouwerijen om dat zij de kieir.c dood doen En wat zoudt ge zeggen indien later eens so cialisten of demokraten eens bij enkel minister ieel besluit, zonder eene wet neer te leggen voor de Kamers uwe pachten beperkten, uwe lasten verhoogden, het werk beter regelden 't Is een schandelijk misbruik van zou de belan gen van dulzende landbouwers met een enkelen pennetrek te krenken, 't Is daarbij eene lafheid. Waarom De minister wist dat er in de Kamer volksvertegenwoordigers zitten, die hem eene harde noot zouden doen kraken hebben de mi nister wist dat haddo de maatregel moeten voor gelegd worden onder vorm van wet, er waar schijnlijk een dertigtal katholieke volksvertegen woordigers zouden geweest zijn die zulke wet niet zouden willen of durven stemmen hebben. Deze gevoegd bij de socialisten zouden de wet doen verwerpen hebben. De minister neemt dus een maatregel tegen de wil van de Kamers. Ten tweede dat is een soort van onteigening zonder vergelding. Hoe wordt erop de socialis ten, en met reden, niet gebriescht van wege de zij de rijke menschen zullen onteigenen van hun ne tabrieken en hunne landerijen zonder hen daarvoor een cent te betalen 't Is nogthans zoo iets dat de minister gaat doen, niet met million- nairen die altijd kunnen bestaan, maar met boe ren waaronder er velen zijn die niet te veel heb ben. Inderdaad, veel landbouwers hadden reeds hunne vlegge verkocht voor gansch het jaar. Hunne stokerijen gemaakt zijnde voor eene wer king op 12 hectoliters, hebben ze natuurlijk meer verkocht dan ze kunnen leveren, van den oogenbhk dat het ministerieel besluit van den heer Liebaert hen op 5 hectoliters zal brengen. Is een. Ten tweede als die stokerijen op 5 hectoliters gebracht worden, gaat de voortbrengst van dit jaar merkelijk minder zijn dan verleden jaar toen al die stokerijen nog 12 hectoliters mochten be werken. Onvermijdelijk gevolg, de vlegge moet opslaan, moet verlioogen in prijs. Tweede on vermijdelijk gevolg do landbouwers, die op voorhand verkocht hebben, zullen 1° niet alles kunnen leveren wat zij verkocht hebben ze zullen aan da andere stokerijen vleg ge moeten koopen aan grooteren prijs en aange zien dat er toch een tekort moet zijn omdat de voortbrengst zoo opeensop de2/5 gebracht wordt, zullen deze die niet kunnen leveren wat ze ver kocht hebben, in zuiver geld aan hunne koopera 't verschil van den prijs mogen opleggen. 2° Als verleden jaar de genever, dank aan de verhooging van lasten, opsloeg, lagen al de kel ders der groote stokers van 't land vol met ge never. 't Schijnt dat ze van de lol wisten ze streken opeens milioenen op ten koste der schat kist. Veel landbouwstokerijen werden dit jaar door de groote stakers gepraamd gansch hun jaarlijk- sche voortbrengst van vlegge te verkoopen, Vele hebben het gedaan. Daarvan 't gevolg geld uit den zak der boeren die er geen te veel hebben, overgebracht naar de collieforts der millionaire stokers, die 't noch altijd voort opeenstapelen. 3° Volstrekte nutteloosheid der wet van verle den jaar in 't voordeel der boeren. Immers als men maarö hectoliters mag be werken wat winsten kan men nog doen Siechts onbeduidende winsten. Waarom dan voor zuLk klein voordeel geld gaan wagen? Als de rijke stokers, hardvochtig ën ikzuchtig lijk alle geldduivels, de geheele af schaffing vroegen der landbouwstokerijen waren ze ten minste rechtzinnig doch minister Lie baert handelt schijnheilig als hij onder voor wendsel van rechtvaardig te zijn jegens de sto kers en boeren, de voortbrengst bepaald op 5 hectoliters. Waarom omdat zulke stokerijen geen winsten genoeg kunnen aileveren opdat het de moeite waard weze om deze te stichten. De stokers zouden de landbouwstokerijen verwor gen. Liebaert geelt ze liever een vergift in waar van ze niet op een dag maar slechts op eenige jaren moeten sterven, maar sterven moeten ze toch. En zoo eet de groote altijd voort den kleine op. Onze landbouwers vooral zien hunne familién vervallen. Hoeveel boerenzoons die een klein

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Klok | 1899 | | pagina 1