rijmen en dichten
Buitenbeentje Don CHIPSwaarom
geen kandidaten van Ninove - stad.
*®ÉSE
(liekes- en dichtrubriek)
</Óe-
UIT DE KEUKEN.
ÓbeJ^ecJUó^natt- (Tbujes&n.
Weeklacht van een gekraakte noot
vervolg blz 16
HUTSEPOT
Dit jaar in augustus wordt het tien-jarig bestaan
gevierd van de Savooifeesten. Dit festival, nu uit
gegroeid tot een groot en drukbezocht feest, is
tien jaar geleden schuchter begonnen met een klein
poduimpje achteraan op het Savooiplein.
Het groepje dat hiermee een nieuwe stimulans gaf
aan de oude wijkkermis, was toen gekend als "De
Mannen van de Savooistraat." Ze speelden eerst Ierse
Folk, maar later ook Vlaamse, of liever gezegd,
Ninoofse volksmuziek. Het was rond die tijd dat ik
ging deel uitmaken van de groep. Een van de eerste
teksten die ik voor de groep schreef was dit karna-
vallied dat Marcel De Neve op muziek zette.
De Ninoofse gewoonte om mekaar de huid vol te schel
den met karnaval, terwijl men zelf veilig gemaskerd
en verkleed is in het figuur dat men zou willen
zijn werd de inspiratiebron voor het lied. Het rol
lenspel dat dezer dagen zich voordoet, wekte bij
mij de vraag op wat er zou gebeuren als de rollen
van meester-knecht nu eens werkelijk werden omge
draaid. Want tenslotte, wie is er nu feitelijk de
grootste zot?
Wie est er hier na faitelaaik de groesjte zot,
Est 'n daune me zan moesj
En me zau ploejm op zajne kop
Est Mieken me heer strikken
Of Piejke me zajn'n hoed
Of est genje daun'n dikken
Me nen bril op zajne snoet?
Refrein
De rollen gcnj kiejren
Het es karnaval
Wa wisselen van kliejren
Mor t es nog nog nie al
De miejster kraujgt s logen
Den boes weir ne knecht
Ge moetj gau nie vrcgen
Dat es toch nie echt
Mor 't zal wel isj kiejren
En schep nog wa moed
Dat zal elen liejren
En tein est vergoed.
Mor wie est er hier na faitelaaik de groesjte zot,
Dau kwibus me za stoksken
En en boejsj op zajne kop
3a moksken op heer botten
Dau kaljen me za tang
Da waujf doe me heer kodden
af dau langen sjariatang?
Mor wie est er hier na faitelaaik de groesjte zot,
Dau zjoebben in zajn'n taboërt
Me ne mijter op de kon
Daun'n typ me za plastrongsken
Of doë me ne kepie
Of est doë da patrongsken
En zan vrau me veel chichi?
Mor wie est er hier na faitelaaik de groesjte zot,
Est'n daun'n me zan madolj'n
En zan baret op zajne kop
Dau flik me aul zan beun'n
En zajn lange matrak
Dau wieten me zan kreun
En me steiren op zan frak?
Laatste refrein
Wie speljt er komede
Wie est er hier zot
Wie heet er da spelleken
Fajn in de mot
|Wie est er zan aujgen
Dag in en dag oëtj
Wie valt er hier neut
Oêtj za rolleken oëtj?
De miester zau liejren
De knecht weer nen boës
Da spel om te kiejren
Dat es nie zeu dwoës RUFIJN.
0t verrukkelijke} snelvoetige Achilleus
Waarom so onbarmhartigwaarom so onheus
0, heerlijkelanggelokte Pol
Waarom sla je zo denderend óp hol
Je kerft in onse siel met je musikale mes
En bezorgt ons nog een onverteerbare stress
Waarom schreeuw je je keel zo hees
Jij cynischekeiharde pees
Het zwijmelende akkoord
Reakties van iemand die zich niet in
de zaal bevond,
Omdat hij ergens anders aan de toog
stond
Ik ben immuun voor dergelijke stomme
rijmelarij
Voor de bazin des huizes is het je
reinste vleierij.
Paul
Hoe is de Chips Don geworden, hoe is hij
in de karnavaikermis terecht gekomen en
hoe is dat allemaal gegroeid
Hier komt Don Chips aan het vlotte woord.
De start is in het jaar '64 geweest, men
deed toen nog niet mee om karnaval te
vieren maar om de bonnetjes van de auto
scooter die men daarmee krijgen kon.
In '65, met Robert Violon als Prins, is
Chips voorgoed met karnaval beginnen
meedraaien. Hij was toen elf jaar. Dat
was tenminste nog écht karnaval zegt hij
we schreven de affiches bv. nog zelf.
De kleinen van Beireken Raes was er al
bij, als ook Eddy Van Londersele, Mark
en Wilfried Cornelis. V7e waren toen
allemaal in het komitee van de Scouts.
In de plaats van een stoet met orkesten
organiseerden we toen een valiezenkoers
onder leiding van Jean-Pierre Baeyens
en de Baeykens. Met de fiets defileerden
we voor de troon van de omvangrijke
Prins Violon. Een zakkenkoers werd er
ook gehouden. De karnavalinrichting
verslond nog praktisch neen geld, de
subsidies waren dan ook navenant. Twee
keer hebben ze geen Keizer gehad omdat
in die tijd de kandidaat telkens niet
meedeed Witjes De Geest om gezond
heidsredenen en Robert omdat zijn vader
net overleden was 'Don Moritz' is in
'67 opgekomen. Zijn 'Don Moritz'- pils
was een uitstekend idee. Ze hadden zo
verder moeten doen, niet alleen voor het
het geld maar omdat ze daardoor sympa
thiek overkwamen wat nu niet meer het
geval is. Chips haalt als anekdote het
geval Dave Berry aan. Robert Violon vroeg
hem naar Ninove en er waren juist ge
teld 35 mensen in de zaal. Robert
zei toen meesmuilend "En zeggen dat
die vent niet wou optreden voor hij een
bad kon nemen..volgend jaar vraag
ik de'Beatles', er zal dan wel volk zijn'.'
Door het sterfgeval van zijn vader heeft
dat natuurlijk niet mogen zijn.
In '70 mocht Chips al een beetje meer
uitgaan. Hij was toen ongeveer 17 jaar.
Dat was de periode waarin hij achter Don
Moritz meeliep. Ge weet nog wel, het
fameuse jaar dat hij uit een ton gekro
pen kwam. Hij was toen ook zo hees dat
hij zijn speech door een bandopnemer
liet opzeggen. De bandopnemer liet het
afweten en hees of niet hees, onzen
Moritz moest zelf voortpraten Chips
lacht smakelijk
Het was inderdaad een geweldig jaar,
fanfares liepen mekaar overhoop,
vliegers cirkelden boven de stad. Ze
zeggen dat dat allemaal veel geld
kost, maar in '75 had ik zo'n vlie
ger gratis, evenwel dank zij Eddy
Troyer die mijn vader en mijn broer
goed kenden. Terug naar '72.
Chips is bij de Scouts weg met
ambras en gaat over naar de jeugdklub.
Dat jaar telt hij aan de ingang van de
zaal, naar de kop van de inkomer te
zien, de stemmen voor Donald en voor
Casimir en voorspelt deze laatste dat
hij de tweede keer Prins wordt. Hij
krijgt gelijk, en is er zelfs maar tien
stemmen naast.
Het jaar daaropvolgend komen we voor de
mogelijkheid te staan dat Casimir Kei-ï
zer kon worden. Fikken zorgt er voor
dat dit niet waar wordt.
Naar '75. Dat jaar was voor de Chips
een wreed jaar. Verscheidene van zijn
generatiegenoten waren reeds uit het
'Keizershof' weg gebleven omdat ze er
toch niet zouden aanvaard worden in de
karnavalgroep. Ze stichten een eigen
groep 'De SchuimlekkersDe bende is
verzameld in de 'Fiësta'. Gabv Van
Londerseel en Doreken Arijs komen binnen.
Hé wel, zegt Gaby, ge hebt nu een karna
valgroep, waarom komt ge niet op met een
kandidaat-prins De ene kijkt naar de
andere, dan richten de blikken zich op
Eddy Van Londerseel, maar die blijkt
creen 18 jaar te zijn, evenmin alë de zoon
van Beireken Raes. Polle Pees heeft geen
interesse, simpelweg schrik van thuis,
orakelt de Chips. Eindelijk komt men bij
Bibi de Chips en ze vragen hem gij
durft niet opkomen hé. De Chips schater
lacht. Dat moeten ze nu juist tegen mij
zeggen"ge durft niet 1Ik deed het
daarom, natuurlijk onmiddelijk zo is de
Chips hé Het wil juist lukken, hoe is
zo'n monsterachtig toeval nu toch moge
lijk, dat ze dat nu juist aan mij vragen
wanneer ik voor één keer strontzat was.
Zij doen hem zijn handtekening op een
bierkaartje zetten, 's Anderendaags du
wen ze het bewuste kaartje onder zijn
neus en de Chips is op slag bloednuchter
In één flits beseft hij wat hij getekend
heeft als hij niet opkomt moet hij 12
flessen champagne betalen, komt hij wel
op dan krijgt hij hulp van Gaby,de
Fiësta, enz... Thuis omzeilt hij de
moeilijkheid door niet te piepen. De
weken gaan voorbijeerst gaan ze stil-
lekens en later vollen bak op gang en
het wordt karnaval
Het eeuwige spelletje begint. Voor
het ooa van de mensen met de ene
meedoen om dan later op de andere
een bereiding met vele variaties.
Misschien kun je je schouders ophalen en erbij
denken "Wie kan er nu geen hutsepot maken?"
Maar heb je al gehoord van een winter- en een lente
hutsepot? Om niet te spreken van een hutsepot met
saffraan of eentje klaargemaakt met schapenvlees of
kip i.p.v. het vette varkensvlees.
De hierbij gegeven bereiding is eigenlijk een basis
recept met eraan sluitend enkele variaties die een
meer dan verwonderlijk kulinair resultaat geven.
Eerst haalt men bij de beenhouwer een schoon, groot
stuk boullie, sommigen noemen zo een stuk ook "klap
stuk", een stuk varkensvlees van ong. 1/2 kg (x) en
200 gr. braadworst.
Nadien gaat men de nodige groeten inkopen.
Om een goede hutsepot te bereiden moet men een kom
hebben met een inhoud van 4 a 5 1. Een snelkookpan,
in dit geval als gewone kookpan gebruikt doet uit
stekend dienst. Men vult de pan met het klapstuk en
met water zodat ze voor 2/3 gevuld is en voegt hier
bij de groenten een grote groene kool, 3 wortels,
4 a 5 raapjes, 2 selders, 2 a 3 preiën, 2 uien, 1
in stukken gesneden pastinake, 1/2 kg spruiten en
de gebruikelijke kruiden (saffraan, peper, korrian-
der en bij voorkeur geen zout.) Men laat dit
alles gedurende 3 tot 4 uur op het vuur langzaam
sudderen, zeker niet laten koken.
Een klein uurtje voor het einde van de bereiding
(dus na 2 a 3 uren) neemt men het stukje varkens-
vlees, welke men tot nu toe apart heeft gehouden,
en roostert het lichtjes in de oven of in een kom
waarna het vlees met braadnat en al bij de sudde
rende groeten wordt gevoegd.
Ondertussen heeft men de aardappelen (ong. 500 gr.)
geschild en in stukken gesneden en een half uurtje
.voor het einde van de bereiding voegt men ze bij de
groenten en het vlees. Zo een tien minuten voor het
einde van de bereiding, men is dan al een 2 1/2 u.
a 3 1/2 u. bezig, bakt men de worst en voegt deze
met braadvocht en al in de sudderende hutsepot.
"Men neemt de pot van het vuur en diend op nadat men
het vlees heeft versneden.
Voor de vegetariërs hoeft er natuurlijk niet gezegd
te worden dat het vlees vervangen wordt door de
.evenwaardevolle paddestoelen.
Hen die er genoeg van hebben om altijd hutsepot met
patatten te eten kunnen afzonderlijk rijst gaar
koken of bakken of kunnen in een speciale kookvorm
"de kes" afzonderlijk "couscous" (griesmeel) klaar
maken. Men dient dan het vlees, de groenten en de
rijst of couscous afzonderlijk op en heeft dan of
wel de door de turkse gastarbeiders gekende "Pilaf
_met vlees en groenten" of de N.-Afrikaanse "cous
cous"
Als men ziet dat onze hutsepot en het turkse en
noord—afrikaanse gerecht slechts in detail met el
kaar verschillen stelt men zich terecht de vraag of
racisme en rassenhaat geen kunstmatige begrippen
zijn.