DE AMBTELIJKE KOLOS
DE AMBTELIJKE
PETEKSCHAP VAM
PALESTIJNSE KINDEKEN
EddieVaes KOLOS
UIT "DE AMBTELIJKE KOLOS"
VAN PAUL KOECK EN EDDIE VAES
UITG. EPO BERCHEM, LANGEPASTOORSTR25-27
De staat beschikt over een leger van 750.000 ambte
naren.
Deze ambtelijke kolos beheert in de schaduw van de
openbare politiek steeds meer macht, steeds meer
geld.
De auteurs schetsen in dit boek de greep van de
ambtenarij op het leven van elke dag, de groei en
bloei van de bureaukratische geest, de klasseposi
tie van de ambtenaars, de kaste van omhooggevallen
topambtenaren, de ambtelijke korruptie via dienst
betoon, allerlei dubbelfunkties en de behartiging
van privé-belangen.
Het blijkt dat de bureaukratische kanker minder
met stapels papier, traagheid en ongrijpbaarheid
te maken heeft, dan wel met machtsspel.
Dit werk is, in deze tijd van besparingen die voor
al (zoals steeds) de kleine man treffen, beslist
een AANRADER!
(U vindt het in de stedelijke bibliotheek of kunt
het bestellen op ons redaktieadres
Michel
1 De omhooggevallen topambtenaar
Jan, Piet en Klaas spoeden zich naar het zaaltje achter het
café op het dorpsplein. Meneer de volksvertegenwoordiger
heeft er zijn zitdag. Jan, Piet en Klaas zoeken er een krui
wagen. Meneer de volksvertegenwoordiger drijft handel in
dat speciale vervoermiddel, kruiwagens naar een vaste
betrekking in overheidsdienst en dat is in deze tijd een niet
te versmaden lukse. Men kan het Jan, Piet en Klaas nauwe
lijks kwalijk nemen dat ze ook een vetoogje van de wel-
vaartssoep willen scheppen. Waarom zouden ze daarvoor
niet iemand met politieke relaties inschakelen, vooral als ze
weten dat hogerop ergere manipulaties gebéuren.
Dat profitariaat met de kruiwagen, het opklimmen met het
zo goed als werktuiglijk gebruik van de ellebogen krijgt het
kind met de aangelengde poedermelk naar binnen. De
kompetitiegeest op school, de onderdanigheid om op het
bovenste blaadje te komen bij de juf, later bij de kolonel,
later bij de direkteur en toch nog bij een sterke minder
heid - bij de partijbonzen. Met die eigenaardige menge
ling van onderdanigheid, berekening en lef bouwden een
aantal hogere ambtenaren langs het partijwezen aan een
suksesvolle loopbaan.
Dat gaat ongeveer zo. Je worot lid van een regeringspartij
en we gaan er van uit dat je snugger genoeg bent om een
regeringspartij te kiezen, anders val je al meteen door de
mand. Je wordt dus ingeschreven bij een plaatselijke afde
ling. Je krijgt uitnodigingen voor vergaderingen en daar
moet je dan ook beslist naartoe. Als je echt niet kan, maar
dan ook echt niet, stuur je een bericht van verhindering.
Daar scoor je altijd een punt mee, want dat doet haast nie
mand en je valt bijgevolg meteen op bij het bestuur.
Aanvankelijk blijf je bescheiden op de achtergrond, je
kijkt de kat uit de boom, je takseert je medeleden. In zto'n
afdeling zitten nogal wat ouderen met een lange staat van
dienst in 'de beweging'. Ze houden niet van blagen die den
ken dat ze de wereld in hun handpalm hebben. Wat je
daarentegen wel doetje meldt je vrijwillig voor een aantal
klusjes waar anderen voor terugschrikken. Als er iemand
van een andere afdeling komt spreken, stel je tijdens het
dossier
debat een paar vriendelijke vragen. Zo raak je gaandeweg
op je afdeling ingeburgerd.
Het moet al gek lopen als het bestuur je na verloop van een
jaar nog niet voor één of andere funktie vraagt. Afdelingen
moeten immers afgevaardigden leveren voor partij kongres-
sen, voor gewestelijke vergaderingen en voor allerhande
kommissies. Je zorgt er voor dat je op die wijze ook buiten
je afdeling aan enige gekendheid raakt. Gewoon je aanwe
zigheid en je in de kijker lopende bereidheid om tijd uit te
trekken voor de partij knappen dat werkje op.
Na nog een jaar ziet de zaak er reeds vrij solide uit, in je
afdeling ben je een vaste waarde, je zit in de gewestelijke
vergadering en van daaruit overschouw je het hele gamma
van mogelijkheden. Je bent nu toch al lid van enkele kom
missies en van minstens één ervan neem je het sekretariaat
waar. Je zit nu in een uitstekende positie om aan te pappen
met de prominentengewestelijke bestuursleden, kamerle
den.
Richt nu je blik op een 'coming man' van de partij, peil
zijn interesses en tracht je daarin te verdiepen. Je bent dan
in staat hem af en toe een vraagje te stellen dat net snedig
genoeg is om hem te laten aanvoelen dat je de materie kent.
De plaatselijke afdeling kun je in dit stadium reeds enigs
zins verwaarlozen, af en toe toon je pro forma even je
gezicht, maar je moet je tijd nu vooral gebruiken om je in
bepaalde zaken te specialiseren, liefst in thema's die op dit
ogenblik aan de orde zijn: verkeer, onderwijs, huisvesting,
bejaardenzorg... Je bent nu in het stadium dat je het tij
dens partijkongressen moet waarmaken, je nestelt je in een
voorbereidende werkgroep en je zorgt er voor dat iedereen
je daar gehoord en gezien heeft. Men zal je dossierkennis
op prijs stellen en bij de eerstvolgende regeringswisseling
zal een kersverse minister, uiteraard van jouw partij, je in
een van de studiediensten van zijn kabinet opnemen. Dan
zit je goed, want je bent nu uitstekend geplaatst om je rela
ties te onderhouden. Een regeringswisseling laat hier nooit
lang op zich wachten en voor je de kans hebt om ongedul
dig te worden, verzeil je als automatisch in*het eigenlijke
kabinet van de minister. Verdwijnt je partij uit de regering,
dan ben je als kabinetslid zo goed als zeker dat je ergens als
hoge ambtenaar - tenminste als direkteur of adviseur -
in de administratie geparachuteerd wordt, zelfs indien daar
nog snel een totaal nieuwe dienst voor uit de grond moet
worden gestampt. Als je het maar vurig genoeg wil, kan je
in pakweg tien, twaalf jaar opklimmen van anoniem partij
lid dat de stoelen voor de afdelingsvergadering schikt, tot
kabinetslid of hoog ambtenaar. Dank zij je lef, je onderda
nigheid en je berekening, maar vooral dank zij de geruis
loze kruiwagen van de partij. Opklimmen langs het gewone
administratieve kader duurt minstens dubbel zo lang en het
blijft maar de vraag of zelfs een akademikus ooit zover
geraakt zonder een partij-duwtje in de rug.
Nu is het wel zo dat nog tachtig percent van onze top
ambtenaren moeizaam langs het normale kader omhoog
klauteren. Parachutage dreigt echter stilaan de regel te
worden. Dat heeft een sterke binding tot gevolg tussen de
betrokken minister, de pressiegroepen die hem steunen en
de administratie.
DE PALESIIJJJJ„yLyCHIELJNS|NJN.LIBANON
Er zijn heel wat vluchtelingen in de wereld. Over
een bepaalde groep spreekt men tegenwoordig erg
weinig de Palestijnse vluchtelingen. Uiteraard
is het natuurlijk wel zo dat de meest brutale
feiten uit de Palestijnse strijd vette koppen ha
len in de kranten. Maar terzeifdertijd vertoont
de openbare mening een merkwaardige koelheid ten
opzichte van de vluchtelingen. Grofweg genomen
kan men het zo stellen dat de "anti's" beweren
dat de vluchtelingen zich maar moeten integreren
waar ze zijn; de "pro's" stellen zich zonder
twijfel ermee tevreden met te hopen dat "ze bin
nenkort hun eigen vaderland zullen hebben."
Dit "binnenkort" duurt echter voor velen al 30
jaar. Sedert 1948 zijn al heel wat kinderen en
kleinkinderen geboren in de kampen. En het aan
tal wezen hieronder ligt niet aan de lage kant.
De gebeurtenissen van 1976 in Libanon zijn ons
vaag in het geheugen blijven hangen en de naam
"Tall-el-zaatar" ("tijmheuveldoet ons niet
denken aan groene natuur maar aan een bidonville
die bestookt werd door granaten; bloedige ge
vechten die leidden tot de dood van 5.000 mensen
en heel wat vrouwen die weduwe werden en kinde
ren die zonder ouders vielen.
De kinderen die er hun ouders verloren en geen ge
zin vonden waar ze in terecht konden zijn zeer
talrijk. Sommigen onder hen, de jongsten, kennen
niet eens hun naam; ze hebben een nieuwe identi
teit gekregen. Voor al deze wezen heeft het Alge
meen Verbond van Palestijnse vrouwen het tehuis
"Al Soumoud" in Beiroet opgericht. Dit "tehuis"
is geen pensionaat; het wil een gezinshaard zijn.
De 130 kinderen die er verblijven en van wie de
leeftijd tussen 3 en 16 jaar ligt, zijn er onder
gebracht in 15 families van elk 10 personen. Een
adoptiemoeder per familie leeft me.t ze samen.
Sedert Tall-el-Zaatar zijn deze moeders meestal
weduwe; ze hadden al contacten met de kinderen
en hun ouders, vóór 1976.Broers en zusters zitten
in 1 familie. Al het mogelijke wordt gedaan om
aan de kinderen een echt gezin te bieden. Voor de
kleintjes van 3 tot 6 jaar oud is er binnen het
tehuis een "kindertuin"; de oudsten gaan naar de
scholen en komen 's avonds terug naar huis. Met
de familie gaan de kinderen naar de bios en gaan
ook één keer per maand i n de natuur kamperen
Om de culturele identiteit van deze kinderen te
behouden, wordt in de vrijetijdsbesteding vooral
de nadruk gelegd op de geschiedenis van het Pa
lestijnse volk en op de traditionele uitingsvor
men hiervan.
Hierdoor komt het dat de kinderen van El Soumoud
opvoeringen verzorgd hebben van folkloristische
Palestijnse dansen in België, Frankrijk, de Sovjet-
Unie en Koeweit
Naast deze aktiviteiten is er ook nog expressie
door middel van tekenen en toneel. De tederheid
en de echte familiale atmosfeer in het tehuis heb
ben deze kinderen geholpen om de emotionele klap
te boven te komen die hen al sedert hun prille
kindertijd getraumatiseerd had. Want ze hadden de
gruwelen van Tall-el-Zaatar meegemaakt en bij hun
opname in El Soumound waren de meesten erg ziek.
Rania, bijvoorbeeld, die 3 jaar oud is en in de
armen lag van haar vader bij zijn dood sprak niet.
Het enige wat ze wilde doen was tekenen uit iets
wat op een lijk leek, stroomde bloed. Momenteel is
Rania een goedlachs kind geworden dat aan het los
komen is door eindeloze toespraken te houden, wel
iswaar nog stotterend.
Heel wat van de kinderen zijn achter op school.
Daarom zijn er in het tehuis elke middag inhaal-
lessen. Soms, in geval van bombardementen, vinden
deze plaats in schuilkelders.
HET_PETERSCHAP.
Om een vervreemding van hun eigen cultuur te voor
komen wensen de Palestijnen niet dat hun weeskinde
ren in het buitenland zouden geadopteerd worden.
Daarom wenst OXFAM-België en andere Belgische or
ganisaties in nauwe samenwerking met de vzw "Bel
gische hulp voor verplaatste personen" peters en
meters te zoeken die de kosten van een weeskind
zouden helpen dekken.
De voorgestelde financiële bijdrage is 1.000 Fr.
per maand. Namen en adressen worden opgestuurd.
Het is wenselijk dat een correspondentie met deze
kinderen onderhouden wordt. Zelf zullen ze geluk
kig zijn een andere wereld te leren kennen en zich
zelf aan die andere wereld te laten kennen.
Strook terug te zenden neer
OXFAM-België, Raadstraat, 39 - 1050 Brussel
LIBANON - PALESTIJNSE KINDEREN
Ik wens het peterschap over een kind en ik stort BF
per maand Ieerste storting op
Een attest voor vrijstelling van belasting zal mij toege
stuurd worden.
Naam, Voornaam
Adres
DatumHandtekening