De klassering van de windmolen De Riemaecker blundert -rr> yr> w ÏZ1&È5 - "T et tevreden J'SSTSStSS? «ta»: -on omgeving helemaal geen dreigende ramp is, er zitten zelfs heel wat voordelen in voor de landbouwers. De pietluttigheden, die in het klasseringsvoorstel staan (zoals het verbod om nieuwe afsluitingen aan te brengen) had men zeker kun nen laten verwijderen. Nogmaals daarom is het standpunt van de Landelijke Gilde, waarbij men kind en badwater weggooit, te betreuren. Dat het schepenkollege van Ninove dit standpunt zonder meer over neemt en meent zich zelfs te moe ten verontschuldigen voor de moge lijke klassering van de molenomge ving (zie persbericht elders in dit nummer), spreekt boekdelen deze mensen zijn namelijk bang voor de gemeenteraadsverkiezingen in oktober 1982. Maar goed, voor een gesprek is het nooit te laat. De Rijksdienst heeft zich bereid verklaard een delegatie van de landbouwers te ontvangen. Momenteel beraadt de Landelijke Gilde zich over dit voorstel en hopelijk gaan zij erop in heel wat misverstanden kunnen uit de weg worden geruimd en een voor iedereen aanvaardbare oplossing is nog altijd mogelijk. Georges Vande Winkel WAT MET DE KLASSERING TE G-p DENDERWINDEKE? f-tA&z- I'tT ;,:nr,aSTL SncTl"w«U™''oe" S di™ - (ït\t\e wie11 O.tvan 1" <"n Net op de valreep vóór het ver schijnen van dit nummer valt in onze bus de Denderklok van 22 januari met een zeer lezens waardig hoofdartikel van ge meenteraadslid A. De Riemae cker over "De Beschermingspe rikelen van de molen en zijn omgeving te Denderwindeke". Met zijn gekende spitsvondig heid meent A. De Riemaecker het ei van Columbus te hebben gevonden: de brieven, waarin eigenaars en vruchtgebruikers van de geplande klassering werden verwittigd, zijn te laat bezorgd en niet aange tekend verstuurd zoals wet telijk vereist. A.D.R. meent dan ook dat hier doortastend moet worden opgetreden en besluit: "Al was er maar één enkele krenking van rechten bewezen, ze zou moeten vol staan om de promotoren van het gaval aan te sporen ongevraagd en vrijwillig hun MANKE pro cedure te herbeginnen. Gelukkiglijk bestaat de Raad van State zelfs voor dood gewone eigenaars". Wij gaan hier het ganse arti kel niet gaan bespreken. Wij gaan er zelfs stilzwijgend aan voorbij dat A.D.R. blijk baar niet goed op de hoogte is van het verschil tussen geklasseerde monumenten, stads- en dorpsgezichten (be paald door het decreet van 3 maart 1976) en geklasseerde landschappen (in afwachting van het nieuwe decreet nog altijd bepaald door de wet van 7 augustus 1931 en het decreet van 13 juli 1972). We gaan meteen door naar "de KERN van gans de ontstane HERRIE" om het met de woorden van A.D.R. te zeggen. Het ganse artikel is immers de prullenmand waardig wegens het niet goed lezen van de wetgeving door de schrijver van het bewuste artikel. Uit gangspunt van gans zijn rede nering is dat de verantwoorde lijke minister verplicht is het voorontwerp van klassering "aangetekend te notificeren aan eigenaars en vruchtgebrui kers". En wat zegt de wet hier over? In hoofdstuk IV, afde ling I, artikel 5, §2, 3° van het "Decreet tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten van 3 maart 1976" (Belgisch Staatsblad van 22 april 1976, p. 5096-5098) lezen wij: "bij ter post aan getekende brief betekend aan de erop vermelde eigenaars en vruchtgebruikers van monumen ten" (onderlijning door ons, n.v.d.r.). In "Facetten van het bouwkundig erfgoed 1", uit gegeven in opdracht van het Mi nisterie,van Nederlandse Cul tuur, lezen wij in een toelich ting van dit decreet op p. 31: "De eigenaars, vruchtgebrui kers van de monumenten worden per aangetekende zending van het bestaan van een vooront- werplijst in kennis gesteld. Deze procedure geldt dus niet voor stads- en dorpsgezich ten" (kursivering in de tekst zelf, n.v.d.r.). Kommentaar overbodig: A.D.R. zit fundamen teel verkeerd. Alleen de eige naars en vruchtgebruikers van de molen, de hoeve en de twee kapellen moesten tijdig en aan getekend worden verwittigd. Niet de eigenaars en vruchtge bruikers van de andere in het dorpsgezicht gelegen huizen of percelen. Dat de stad dit toch heeft gedaan, is positief. De manier, waarop zij het heeft gedaan (te laat en niet aangete kend), kan men persoonlijk be treuren, maar een juridische basis om de klasseringsproce dure te laten vernietigen is het in geen geval Het artikel van A.D.R. is niet alleen een persoonlijke blunder, het kan ook zeer nadelige ge volgen hebben voor de klasse ring. Mensen, die om welke re den dan ook schrik hebben van deze klassering, kunnen op ba sis van dit artikel gaan den ken dat zij op het wettelijk vlak alles nog ongedaan kunnen maken. Een dergelijke reaktie zou het gesprek tussen land bouwers en de Rijksdienst in Brussel, waar zo dringend be hoefte aan is, kunnen verhin deren. Een rechtzetting van bedoeld artikel is dan ook het minste, dat men mag verwachten. G.V.W. nnenbaar onderzoek naar overige woicn aanleiding van het vooront- nieuwsgierigen komen werp betreffende lijst van dagen.^ vier monumenten, voor Na klassering vatbaar: Sten° molen, hoeve v' ir^i, PERSBERICHT Naar aanleiding van het in de maand december gehouden openbaar onder zoek i.v.m. de mogelijke klassering van de stenen windmolen te Dender- windeke en de omgeving als dorps gezicht is er heel wat beroering ontstaan bij de eigenaars van een perceel gelegen in één van de twee mogelijk te klasseren zones. Ook in de pers werd er uitvoerig kommentaar geleverd op dit onder zoek en de wijze waarop dit is ge beurd. Termen zoals "gebrek aan voorlich ting" "het niet raadplegen van de bevolking"hebben er toe bijge dragen dat de hele zaak werd op geschroefd en de "onrust bij de bevolking" nog toenam. De "voorlichtingsvergadering" in gericht door de Landelijke Gilde Denderwindeke heeft geenszins bij gedragen tot de verduidelijking van de hele zaak. Het Schepencollege heeft het dan ook nodig geacht om enkele zaken duidelijk te stellen. Door het College van Burgemeester en Sche penen werd op voorstel van dhr. Moens in zitting van 17 januari 1978 beslist een verzoek te richten aan de Minister van Nederlandse Cultuur tot opname op de vooront werplij st enkel wat betreft de molen van Denderwindeke en de water molen van Meerbeke. Het voorontwerp van lijst van de windmolen, hoeve en twee kapelle tjes als monument en de omgeving als dorpsgezicht werd vastgesteld bij Ministrieel Besluit van 28 sep tember 1981, zonder voorafgaande- lijke kennisgeving aan het College. Overeenkomstig artikel 5-4van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads en dorpsgezichten, dient de Mini ster het voorontwerp van lijst bij het betrokken gemeentebestuur neer te leggen TER ADVIES EN TER AAN PLAKKING in de daarop vermelde stads- en dorpsgezichten,voor het openen van een procesverbaal waar in de opmerkingen en bezwaren wor den opgenomen. Bij het verstrijken van de vastge stelde termijn van 30 dagen wordt het proces-verbaal door het col lege afgesloten. Binnen de 15 dagen na het afslui tenzendt het college het proces verbaal samen met haar advies, aan de Minister. Bij ontstentenis van een binnen de voorgeschreven ter mijn overgezonden advies wordt dit als gunstig beschouwd Hieruit blijkt dus dat het hier gaat om een wettelijk vastgestelde procedure, waardoor de plaatse lijke bevolking juist in de gele genheid gesteld wordt inzage te nemen van het dossier en desgeval lend zijn eventuele bezwaren en opmerkingen ter kennis te brengen van het SchepencollegeDoor deze procedure wordt de inspraak van de bevolking bijgevolg gewaarborgd. Er dient daarenboven gewezen dat het hier gaat om een "voorontwerp van lijst". De ingediende bezwaren en opmerkingen, samen met het ad vies van het schepencollege, moe ten de bevoegde diensten van monu menten en landschappen in staat stellen een ontwerp op te stellen. De definitieve bescherming ge beurt door de Koning bij K.B., na de Koninklijke Commissie voor Monu menten en Landschappen te hebben gehoord. Dit K.B. moet worden opge nomen uiterlijk één jaar na de pu blicatie van het ontwerp van lijst in het Belgisch StaatsbladDie termijn kan, bij gemotiveerde be slissing van de Ministereenmaal voor tenhoogste zes maanden worden verlengd Er was ook heel wat te doen over het feit dat de inwoners niet tij dig in kennis werden gesteld van het aan gang zijnde onderzoek. Uit voormeld art. 5 blijkt eveneens duidelijk dat het openbaar onder zoek kenbaar moet worden gemaakt door AANPLAKKING in het betrokken stads- of dorpsgezicht Deze aanplakking gebeurde op vol gende plaatsen molen, hoeve, ka pelletjes en Denderwindeke-dorp Daarenboven werd dezelfde bekend making uitgehangen aan het stad huis en aan de Socio-Culturele Dienst. Al deze bekendmakingen wer den véir de opening van het open baar onderzoek gedaan. Deze aanplakkingensamen met het ter inzage liggen van het dossier gedurende 30 kalenderdagen, (zater dagen, zon- en feestdagen inbegre pen) volstonden om wettelijk in orde te zijn. Om echter een maximum aan inspraak in het openbaar onderzoek te ver krijgen werd daarenbovendit on derzoek bekendgemaakt in het decem bernummer van Ninove-Info en werden alle eigenaars aangeschreven die één of meerdere eigendommen hebben in de voor klassering vatbare zones. Ter inlichting kan worden vermeld dat het hier ging om 1060 percelen behorend aan ongeveer 350 eigenaars Hieruit blijkt dus duidelijk dat het stadsbestuur alles in het werk heeft gesteld om alle belanghebbenden in kennis te stellen van de aan gang zijnde klasseringsprocedure Over de grootheid van het project kan vanzelfsprekend worden gerede twist evenals over de veronderstel ling dat het landschappelijk schoon voldoende gewaarborgd is door het gewestplan Aalst - Ninove - Geraards- bergen - Zottegem. De gewestplannen zijn inderdaad zo als bepaald in art. 1 van de wet op de Stedebouw en Ruimtelijke Or dening vastgelegd met het doel de ruimtelijke ordening te ordenen en dit zowel uit economisch, sociaal en esthetisch oogpunt, als met het doel s lands natuurschoon ongeschon den te bewaren. Binnen redelijke perken kan echter gesteld worden dat dit doel niet altijd wordt bereikt. Dit wordt zelfs toegegeven op het Secretari aat voor de Nederlandse Gemeenschap en Vlaams Gewest. In het E-Kompas nr. 16, oktober 1981, wordt immers gesteld dat het vrijwaren van de open ruimte een van de hoofd doelstellingen van de gewestplannen is. Vijf jaar toepassing van de ont- werpgewestplannen en de gewestplan nen leidt tot vaststelling dat de gewestplannen op zichzelf niet vol doende zijn om op efficiënte wijze deze betrachting te verwezenlijken" Niettemin was het Schepencollege van mening dat het geheel van het klasseringsproject beter zou worden herzien en verleende dan ook in zitting van 29 december 1981 on gunstig advies voor het geheel van het voorontwerp. Wat de klassering van de windmolen als monument betreft werd echter een gunstig advies uitgebracht. W. Moens schepen van sociale zaken, het gezin en cultuur tuinbouw een rem uij verder efficiënt uitbaten aanpassen van de bedriiv baar: Ster"- 1 \3®s fwtft 1 LreP yi® ■Aeerl of de y ÏV KVA**0 pen de menin bescherming en inhouden, (i

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokzjiel | 1982 | | pagina 9