Naar verre oorden
CARDOEN:
afé hantant
komt, vrienden,
luistert naar
dit lied
De moord te Ninove
Wannes Van de Velde, te Ninove nog
zeer recentelijk te bekijken en -
vooral - te beluisteren in "tollage
Flamand" zingt in de aanhef van zijn
versie van Karei Waeri's schalkse
1ied "Adam en Eva"
"Ik wist nie nat da'k op wat papier
gaan stellen
En die a (=oude) liekes zijn dikwijls
nog t best.
Het is zowat dezelfde motivering
die mij ertoe gebracht heeft eens
te gaan grasduinen in het Groot-
Ninoofse folkloristische verleden
van zangers die, enkel gewapend
met hun stem en een trekzak of
harmonika, poogden hun z.g.
"vliegende bladen"'met teksten die
soms alle verbeelding tartten,
voor enkele centen of franken aan
de man te brengen. Het verleden
ook van wijkkermissen en - liederen,
van politieke schimpzangen, van re
vues, van moraliserende gezangen
over bedrogen minnaars ("Ontrouwe
1iefde",vreselijke moorden ("De
moord van de man in stukken gesne
den"), oorlogsgruwelen ("De sterven
de soldaat") en meer van dat fraais.
Wie op dit ogenblik vijfendertig
tot veertig jaar oud is, heeft er
als kind in de jaren vijftig nog
de laatste stuiptrekkingen van ge
zien. Ikzelf herinner me nog zeer
levendig een groep Hollanders, ge
kleed in folkloristische kleder
dracht, die ca. 1954 de dinsdag op
de Graanmarkt of op de Oudstrijders-
plaats verscheen om er, begeleid van
gitaren en harmonika's, de liederen
te zingen waarvan zij de teksten op
grote bladen verkochten. De prijs
van zo een "vliegend blad" was, ge
loof ik, vijf frank. En tijdens de
grote vakantie te Blankenberge aan
zee stond ook daar steevast elke
week een overjaarse volkszanger zijn
gedrukte waar muzikaal aan te prij
zen
Ook te Ninove zelf zagen heel wat
volksdichters, volkszangers en volks
muzikanten het levenslicht. Oudere
Ninovieters zullen je nog enthou
siast vertellen over "Pol van Ritjes"
(Leopold Taillieu), "Jules uit de
Vooruit" (Jules Elaut) "Speir Van
De Wiele" (Prosper V.D.W.), "Beneu
Vlasschaert" (Benoit v), "Dooren
Chavatte" (Isidoor Ch.)...Maar la
ter meer hierover.
Ik zou deze eerste aflevering in
stijl willen besluiten met een -
helaas anoniem gebleven - lied in
zes coupletten over een moord te
Ninove gepleegd door een ontaarde
zoon op zijn moeder. De tekst werd
ons ter hand gesteld door stadsge
noot Willy D'Hondt.
Wat er in Ninove is geschied
Ik ijs, ik beef, ik schrik
Ieder ogenblik
Als ik er aan denke
Oh wreedheid, waarvan nooit 't
voorbeeld zag
Van het begin der wereld, tot dees
dag
Neemt aandacht op mijn lied
Wat moord en bloed bediedt
Hoort wat er is geschied
Een weduwe had eenen zoon
Zij had in Ninove hare woon,
Leefde in rust en vreugd
Getrouw aan de deugd
En aan Godes geboden
Haar zoon, een vader van een tal
rijk kroost
Vond in zijn moeder dikwijls hulp
en troost
Ook was na hare dood
Zijn erfenis zeer groot
Hij was bevrijd van nood.
En zie de zoon komt naar de stad
Hij heeft zijn moeder aangevat
Was in hare woon getrêen
Waar ze was alleen
Wreedzaam als een engel
Sprong als een tijger op zijn moeder
aan
Kwam haar zoo wreed met eenen stok te
sl aan
De zoon geheel ontaard
Sloeg moeder dood ter aard
En ging dan heen bedaard.
Nu loopt de moorder zonder rust
Van zijne moedermoord bewust
Loopt als eenen Kaïn rond
Die nooit ruste vond
In geen hoek der aarde.
Zijn vrouw en kroost zijn in een
droeven staat
Ach God, komt toch die schepsels al
te baat.
Wil hunnen vader zijn
Hen troosten in hun pijn
Op 't rampvol aardse plein.
Oh mens, wie heeft dat ooit gehoord
Dat eenen zoon zijn moeder moordt
Wie beeft niet voor die daad
Welk afschuwelijk kwaad,
God hoe kan het wezen
Dat eenen zoon zoo zeer kan zijn
ontaard
Dat hij zijn moeder die hem heeft
gebaard
Door baatzucht geheel ontsteld
Voor het vervloekte geld
Haar wreed ter neder velt.
Gij allen die mijn lied hebt gehoord
Van deze schikkelijke moord
Bidt steeds de goede God
Dat Hij van dit lot
Ons allen beware,
Bidt Zijne Moeder onbevlekt en rein
Dat Ze ons voorspreekster moge zijn
En dat de geest van kracht
U sterke dag en nacht
Tegen de duivelskracht.
ERIK DE SCHRIJVER
Dit kaartje werd aan de mensen be
steld, terwijl wij lieten zien
wat ze daarvoor allemaal konden
krijgen. Daartoe droegen wij een
fruitkorf aan de arm, waarin-alle
soorten huisbenodigheden lagen,
als zijnde jatten en teljoren,
boter- en suikerpot enz., enz.
Het was een hele djob, zo met die
korf aan uw arm rond te lopen,
maar het stimuleerde de mensen om
afval goederen bijeen te doen.
Als de kaartjes rondgedragen waren
en dat was dan zo ongeveer 10 uur
in de morgen, kwamen wij allen
weer samen, aten meegebrachte bo
terhammen terwijl de paarden hun
rantsoen aten en na een half uur
tje begonnen wij eigenlijk aan
onze toernee.
Nu kon het gebeuren dat,terwijl
wij briefjes droegen,andere mar-
chands van ons werk profiteerden
en achter ons gat, de briefjes op
haalden. Het spreekt vanzelf,als
wij daarop "vielen",het oorlog
gegeven was en het niet altijd bij
verwijt en woordenwisseling bleef.
Serieuze marchands leenden daar
zich niet toe, maar anderen von
den het heel gemakkelijk te kunnen
genieten van andermans werk.
Dus normaal begonnen wij op te ha
len zo rond 10 u 30 en kon dat
somtijds duren tot 4 a 5 uur in de
namiddag naargelang er afvalgoede-
ren gevonden werden.
Eens teruggekeerd in het logement
begonnen de vrouwen het avondeten
te bereiden terwijl de mannen de
goederen aflosten en begonnen uit
te rapen. Dat bestond erin alle
wollen kledingstukken apart te
rapen en alles op te zakken en op
te stapelen.
Het ijzer werd dan ook op een daar
toe beschikbare plaats samen ge
worpen.
Ent re koot
De paarden nogmaals goed gevoederd
en gedrenkt en daarna aan tafel
waar ik zoals reeds gezegd onder
de goedkeurende blik van mijn werk
gevers alles naarbinnen sloeg wat
op mijn teljoor werd gelegd. En
entre koot niet in het minst.
Polleken Boudewijn die toendertijd
"Klein Midden" was bij de Kaats-
maatschappij "BAL-0P"hier te Ninove
wou voor geen geld ter wereld zijn
partijtje kaatsspel missen.
Eens zaterdag 6 a 7 uur s avonds
vertrok dan ook het ganse gezel
schap en dit per trein naar de
heimat Ninove om 's anderdaags
's avonds laat weer te arriveren
waar wij gelogeerd waren.
Zo lang ik bij die mensen gewerkt
heb, heb ik Polleken zijn zondaags
partijtje kaatsen weten doen hoe
ver we ook van huis zaten. Het
spreekt vanzelf dat ik op logement
moest blijven om de paarden te ver
zorgen wat uitlegt dat ik soms 3
maanden van huis was, zonder mijn
familie te zien.
Zo heb ik eens 2 maanden in Avelgem
geweest in een logement op de Steen
weg -naar Kortrijk. De uitbater van
het logement reed met brood terwijl
de vrouw die minstens 5 a 6 kleine
kinderen had,zich bezighield met
de logeurs. Ik ben de naam van het
logement vergeten ('t is toch zo
lang al geleden) maar ik weet nog
heel goed dat wij allen op dezelf
de grote kamer sliepen. Dat was een
grote zolder en daar stonden min
stens 20 bedden. Al de logeurs,en
daar waren er veel van "Bachten de
Kupe'" sliepen daar op de zelfde
slaapplaats.
En of daar gelachen werd, en...ge
sakkerd en geruzied Frans van
"Boneuken Slek" had het met zijn
Stanse steeds over "gaan wij eens
met het koordeken werken ?"en wij,
die wisten wat dat betekende,moe
sten steeds hardop lachen, wat niet
steeds bij andere logeurs en...
slapers in goede aarde viel.
Ik zelf had rap vrede en vriend
schap gesloten met de dochter van
een Roeselaarse venter, Jantje ge
noemd. Die man leurde met lijn
waad, lakens, handdoeken enz.
Zijn dochter Marieken had ongeveer
dezelfde ouderdom als ik en ging
ook mee de baan op. Marieken
sliep niet ver van mij en had
steeds een wit kapje op het hoofd
bij het slapen gaan. Het is steeds
bij vrede en vriendschap gebleven
en later hebben wij elkaar nog in
andere logementen ontmoet.
Maar daar sliepen wij niet meer
op dezelfde "kamer"
Dubbel gespan
Frans d'Haeseleer en Polleken Boude
wijn,alsmede hun beider vrouwen,
hebben steeds hun vertrouwen aan
mij geschonken en mij meer en meer
voor mijn verantwoordelijkheid ge
steld.
Op zeker moment vertrokken wij
naar..Diest. Er wordt beslist dat
beide echtparen met de...trein ver
trekken en dat ik met de beide ge
spannen zou opkomen. Ik vertrek
hier om. 2 uur 's morgens en het
paard van Frans wordt vastgemaakt
aan het schoft van de kar van
"Bulla" waar ik mee reed.
Beide karren zijn geladen met glei-
werk. Zo trek ik door Brussel,
Leuven, naar Diest toe waar ik
met beide gespannen goed en wel
toekom om 10 uur 's avonds. Nu moet
u wel begrijpen dat zulks heden
niet meer kan,gezien het verkeer.
Maar toen was zulks toch een pres
tatie om als 16 jarige zulk trajekt
af te leggen.
De baas van het logement "De Pappot"
in de Schaffenstraat te Diest, waar
wij gelogeerd lagen, kon het niet
geloven dat ik allèën zulke route
gedaan had.
Om te besluiten ik ben steeds
graag bij Frans - Pol - Stanse en
Maria geweest. Buiten Polleken
Boudewijn die heden nog in het Oude
naardse woont, zijn al deze personen
reeds overleden. Die mensen hebben
mij steeds loyaal behandeld. Later
zijn het dan ook steeds goeie vrien
den gebleven en toen ik voor een
paar jaar naar Oudenaarde trok om
de begrafenis van Maria Mateas bij
te wonen heb ik die periode nog eens
in gedachte meegemaakt en nog eens
gedacht op al die lekkere en grote
ent're-cotes
Marcel Cardoen
Vervolg wielrennerij
Komt, vrienden luistert naar mijn
1 ied
Wegens plaatsgebrek hebben we vo
rige maand het hoofdstuk "Naar
verre oorden" moeten onderbre
ken. Dit is nogal abrupt gebeurd,
waarvoor onze excuses. Om op
nieuw aan te sluiten Herin
ner u dat er op de toernee kaar
tjes werden rondgedeeld bij de
inwoners om oude goederen op
te halen.
Zij beminden elkaar en..gingen
naar zee. Frans en Stanse op vakan
tie.