JAN VLEHINX
De hofstede
Man de weduwe
Vleminx
Op weg naar
de meeting
HECTOR PLANGQUAERT
VERVOLGVERHAAL
DOOR
Dat de tentoonstelling over het
"daensisme" in het najaar naar
Ninove komt, zoals elders in dit
nummer wordt aangekondigd, was de
aanleiding om in een aantal afle
veringen de Ninoofse streekroman
Jan Vleminx van Hector Plancquaert
te brengen.
Waarom Hector Plancquaert was
een zoon van de burgemeester van
Wortegem (Oudenaarde)waar hij
werd geboren in 1863. Al vlug werd
hij echter demokratisch en Vlaams
gezind en uiteraard kwam hij in
kontakt met zijn geestesgenoten,
de Roelanders in het Ninoofse en
de daensisten uit Aalst. Reeds bij
hun eerste deelname aan de parle
mentsverkiezingen van 1894 stond
Plancquaert op de vierde plaats
voor de demokraten in het arron
dissement Aalst ,en na enige tijd
was hij één van de leidende figuren
van het daensisme.
Tijdens de eerste wereldoorlog
werd Plancquaert aktivist hij was
van oordeel dat de Vlaamse beweging
ook onder de Duitse bezetting (en
desnoods met hun hulp) moest wor
den verdergezetZo maakte hij
deel uit van de Raad van Vlaande
ren, een soort "parlement" van het
"onafhankelijke" Vlaanderen
(1917-1918). Na de Duitse neder
laag vluchtte Plancquaert in bal
lingschap naar Nederland en
Duitsland en pas na de amnestie
van 1929 kon hij naar Vlaanderen
terugkeren.
Hij werd toen opgenomen door Denis
Ceuterick, een vroegere strijdmak
ker van hem, in Outer, waar hij
zou blijven tot zijn dood in 1953.
Zijn hele leven bleef hij trouw
aan zijn demokratisch ideaal.
Nog in 1936 zou hij opkomen met
een daensistische lijst, naast het
V.N.V., dat openlijk fascistisch
werd. Doch zijn lijst behaalde
maar 897 stemmen, blijkbaar was
er geen plaats meer voor de daen
sisten. .en Hector Plancquaert zou
zich in de toekomst afzijdig hou
den van het politieke leven.
Volgende maand meer over het boek
Jan Vleminx zelf, voor het eerst
uitgegeven in 1910 en waarin
Hector Plancquaert het ontstaan
van de christen demokratie in de
streek rond Ninove verhaalt.
Tot slot nog een woord van dank
aan Mevr. Janssens te Outer, die
de auteursrechten van het boek be
zit en zo vriendelijk was ons
zonder meer toestemming te geven
deze afleveringen te publiceren.
En hopelijk beleeft u evenveel
plezier en leesgenot, maar ook
ergernis als ik}bij het lezen
van dit verhaal in de komende maan-
enGeorges Vande Winkel
Graf Ceuterick en Plancquaert te Outer
Kalm, stil en rustig lag onder de
blakende gloed van de middagzon de
kleine hoeve, bewoond door de wedu
we Vleminx en haar zoon Jan, te
Volxem, een dorp in de omstreken
van Ninove. Zij was ongeveer twin
tig minuten van de kerk gelegen,
waarvan men de toren boven de
bomen zag uitsteken.
Op het eerste zicht ondervond men
dat hier welgestelde, ordelievende
en nette mensen woonden.
In het lommer van een linde, in
het mals frisse gras lag een jonge
man te slapen. De scherpe bitsige
stralen van de zon slaagden er
toch in hier en daar in 't dikke
loof een spleet of een gaatje te
vinden en tekenden hier en daar op
zijn kleren schitterende geelgoude
plekken.
Op een eerbiedige afstand van drie
of vier voet van hem lag een zwarte
hond met krulhaar, een pluimstaart
en een scherpe snoet.
Meester en hond, als wezens die
geen gewetenswroeging hebben, slie
pen vast en diep. Reeds begon de
stilte, die rondom de zomermiddag
heerst, nu en dan onderbroken te
worden een rijtuig was reeds
voorbijgereden, nu en dan had de
bel of de tromp van een rijwiel
weerklonken geen van beiden had
zich nog verroerd. Op de drempel
van de openstaande huisdeur ver
scheen plotseling een meid, en de
hand aan de mond brengend, riep zij
met kloeke stem
-Jan, koffie
Er kwam beweging in de jonge slaper,
doch men zag dat hij neiging gevoel
de zich opnieuw rustig uit te strek
ken.
-Jan,riep de meid scherper, 't is
drie uur
Opeens was Jan wakker en recht.
-Verdomd, grommelde hij opspringend,
ik heb mij verslapen.
Gevolgd door Max richtte hij zich
naar het huis. Binnen stelde hij
met genoegen vast dat de meid een
beetje gelogen had. ten einde hem de
nodige wilskracht te geven om op te
staan en dat het zo laat niet was,
als hij eerst meende.
De plaats, waar Jan binnentrad, was
schoner dan een gewone boerenkeuken.
't Was de plaats waar de meesters
woonden, meesters die een zekere
welstand genoten.
Toen Jan binnentrad stond zijn kof
fie gereed uitgeschonken op de ta
fel aan de kant van de deur zijn
moeder zat aan de andere zijde
tegen de muur naast de deur, die
naar de keuken van 't werkvolk
leidde, zat de meid. In de ene hand
had zij een kom koffie, in de ande
re een blad "Klokke Roeland" dat
zij aandachtig las, soms met moeite
zou men gezegd hebben, want haar
lippen vergingen nu en dan als
spelde zij een wooord dat zij moei
lijk lezen kon.
De moeder van Jan had een ernstig;
en deftig voorkomen van de rijke
Vlaamse boerin. In haar kleding
niets schreeuwends doch alles
was net en zelfs kostelijk.
De grondtrekken van haar karakter
stonden op haar gelaat te lezen
goedheid, zachtmoedigheid. Haar
man was vroeg gestorven, doch nooit
had zij eraan gedacht een nieuw
huwelijk aan te gaan. Van haar
vier kinderen had zij er twee ver
loren, haar enige dochter was
kloosterzuster geworden. Sinds
dien had al haar liefde zich samen
getrokken op Jan, die zij aanbad.
Zij kon geen minuut in zijn tegen
woordigheid zijn zonder dat haar
ogen met welgevallen op hem vielen.
Mina, de meid, was een vrouw van
omtrent de vijfendertig jaar.
Zij woonde op het hof van de
Vleminxen sedert achtentwintig
jaar. Vóór haar had een van haar
tanten op het hof gewoondToen
Mina nog maar zeven jaar oud was,
kwam zij bij haar tante op het
hof. 's Winters ging zij naar
school, doch's zomers moest zij
klein werk doen met de kinderen
spelen, patatten schillen, naar de
winkel lopen en dies meer.
Jan zette zich aan tafel, nam ook
een blad in zijn handen en las
terwijl hij koffie dronk.
Er heerste enige minuten stilte.
Men hoorde enkel de tiktak van de
horloge en t gegrommel van t pa
pier van de nieuwsbladen.
Vrouw Vleminx brak eerst het stil
zwijgen.
-Gaat gij deze namiddag uit, Jan
vroeg zij
-Ja, moeder, antwoordde Jan, 'k ga
met Victor De Wilde naar Houtem.
-Is het er kermis misschien
-Neen, we gaan zo eens voor de
wandeling
-Jan, Jan sprak Mina schalks, gij
zijt maar half oprecht.
—Hoezo
-'t En is voor de wandeling niet
dat gij naar Houtem gaat.
Jan bloosde even.
Vrouw Vleminx, die meende dat er
liefde in 't spel was, bezag nu
eens Jan al glimlachend! en dan
eens Mina, die immer schalk mon
kelde en naar vrouw Vleminx knip
oogde
-Wilt ge weten, vrouw Vleminx, waar
onze Jan naartoe gaat
Luister.
Zij ontplooide "Klokke Roeland"
en las
-Christen Volkspartij, heden
Zondag om 5 uur grote: meeting te
Houtem in de "Bonten Os" bij
Karei De Backer, Sprekers
Advokaat De Backer, Smid Lam-
brecht en Pastoor Daens.
Jan bloosde lichtjes en keek zon
der opzien in het nieuwsblad dat
hij in de handen had. Mina glim-
machte guitig terwijl vrouw
Vleminx verwonderd opkeek.
-Christen demokraten, wat zijn dat,
Jan vroeg vrouw Vleminx nieuws
gierig.
-Wel, moeder, dat is een nieuwe
politieke partij die opkomt. Zij
heeft tot doel ons Vlaams volk op
te beuren en de wetgevers te ver
plichten wat meer aan de boeren en
aan de werklieden te denken.
-En gij doet daar in mee vroeg
vrouw Vleminx.
-Zo ja en neen, moeder die partij
ziet er mij zodanig slecht niet uit.
-Gij moet het niet verduiken, Jan,
viel Mina in, ge zijt een christen
demokraat. Vrouw Vleminx, onthoud
het eens, onze Jan zal nog een po
litiek man worden.
-Dat moet hij weten, zei vrouw
Vleminx, van politiek daar ken ik
niets van dat is goed voor mans
volk.
Jan was nog immers lichtjes rood
en scheen niet te durven opkijken.
Mina zat nog altijd schalks te
glimlachen, doch ziende dat Jan
immer zonder opzien zijn gazet
voortlas, verdiepte zij zich
weer in de lezing van "Klokke
Roeland
-Er heerste enige minuten stilzwij
gen. Jan zag eens naar de horloge,
't Was drie uur. Hij stond op, klom
naar zijn kamer en verscheen wel
dra terug gans op zijn zondags
uitgedost
-Dag moeder, zegde hij naar de
deur gaande.
-God beware u, Jan, antwoordde
vrouw Vleminx. Pas toch in alle
geval op dat ge in geen moeilijk
heden komt.
-Wees gerust, moeder, zei Jan
bedaard
-Dag, Mina.
-Dag, Jan, antwoordde Mina en zette
kalm en ijverig te ontleding voort
van "Klokke Roeland".
Jan was de weg opgeslagen die naar
het dorp leidde. Hij was met Victor
De Wilde afgesproken rond vier uur
samen te komen in een herberg gele
gen tussen Volxem en Houtem, onge
veer twintig minuten van zijn hof.
De weg die hij volgde was wel juist
de naaste niet, doch jonge mensen
hebben soms redenen om kleine om
wegen te maken. Traag met de handen
op den rug, stapte hij voort tus
sen de korenvelden. Hij scheen
niet haastig nu en dan bleef hij
staan. Zijn blikken echter werden
onrustiger en wendden zich bijna
zonder ophouden in de richting
van het dorp.
Opeens zag hij in de verte drie
koppen boven 't koorn uitsteken.
Dit 'oefende grote invloed uit op
zijn wijze van marcheren. De ster-
rekundigen maken ons in grote dikke
boeken wijs hoe wonder de hemel
lichamen zijn in hun dolle loop
door het heelal en hoe zij juist en
stipt op 't gegeven ogenblik op de
plaats komen opduiken, dikwijls
jaren te voren uitgerekend, aange
duid en voorspeld door onze geleer
den. De mens, helaas, bezit de
zelfde stiptheid niet. De geleerden
hebben wel te cijferen en te reke
nen, dat belet niet dat er dage
lijks duizenden mensen te lang in
hun bed liggen, 's avonds te laat
uitzitten in tegenstrijd met het
belang van hun gezondheid en voor
al met de zin van hun vrouw er
zijn er ook kolossaal veel die
vergeten hun schulden en zelfs
hun advokaat te betalen.
Een soort van mensen nochtans
maakt uizondering op de regel en
kan o'p het gebied van stiptheid in
zekere omstandigheden met kometen,
vallende sterren en andere hemel
lichamen wedijveren dat zijn de
jonge lieden die een meisje tege
moet komen
Met gemeten stap ging Jan nu voort.
Kort na elkaar galmden twee, drie
helle schaterlachen over het veld.
Jan werd roder en roder en juist
toen hij aan de weg kwam die de
kerkwegel kruiste, kwamen daar ook
drie jonge meisjes aan van tussen
het koren en botsten om zo te zeg
gen op hem te midden van de straat.
Van de drie meisjes was er ene
veel beter gekleed dan de andere
t was de dochter van een rijke
boer van Volxem, LeonieUtenhove
Zij moest omtrent 25 jaar tellen.
t Was wat men noemen mag een
"boerenschoonheid" 't is te zeg
gen dat het een kloeke vrouw was,
met volle borst en blozende wangen.
Zij had een lieve kleine mond,
waarvan de lippen mollig zonder
te dik zijn, niet bitsig tegen
elkander gesloten waren doch
elkander eerder zachtjes raak
ten en waarvan het fris gezond
rood afstak tegen het blanke
vlees van kin en beneden wan
gen.
De twee meisjes, de Leonie verge
zelden waren Treeze, de meid, en
Trien, een jonge werkvrouw van
haar vaders hof.
Gans bescheiden gingen zij een
twintigtal meter verder en lie
ten Jan en Leonie met hun hart
voi liefde en geluk en hun geest
vervoerd door de poëzie van dat
samenzijn te midden van die rijke
velden, onder die heldere blauwe
hemel, in de verlevendigende gloed
van een warme glanzende zomerzon.
Wat de jongelieden vertelden
Wel, niet veel belangrijks, doch
't onbeduidendste woord maakte
hen toch zo gelukkig. Gestadig
zweefde er een glimlach om hun
lippen en 't minste woord dat aan-
(Vervolg pagina 11)