De postoverval CARDOEN ïiü-A DE TIPS VAN NEKES DE COIFFEUR ALARM DE GANGSTERS BURGEMEESTER ETIENNE COSIJNS IN EXCLUSIEF 1 APRIL-INTERVIEW IK BEN DE BOUWER VAN HET NIEUWE STADHUIS EN DAAR BEN IK FIER OVER Het één april interview van 't Klokzjiël met de burgemees ter begint tot de journalis tieke geplogenheden van Ninove te behoren. Reikhalzend hadden we de dag verbeid en toen het zover was trokken we 's morgens vroeg om 7 uur stadhuiswaarts, alwaar de burgemeester ons verwelkomde in de burgemeesterskamer. Alsof iets reeds lang op zijn lever lag opende hij zonder een vraag af te wachten zelf het gesprek. Bij het buitengaan viel ons oog op een nieuw schilderij dat de burgemeesterskamer siert Een regenboog bij azuur blauwe hemel Prachtwerk, wilde de burgmees ter nog kwijt. Anonymus Zowat dertig a vijfendertig jaar geleden werd het geldtransport van de post naar de statie door een paar postbedienden, en dit met behulp van een karretje ge daan. Het was nog vroegere fol klore. Rond 17 uur bij sluitings uur van de post, reed het karre tje langs de Pamelstraat naar buiten, voortgeduwd door twee fakteurs, de Dreefstraat op. Het was een rood karretje, met deksel op, zoiets als een vroe ger bakkerskarretje. Een fak- teur had beide berrie's, de an dere duwde met zijn één hand, terwijl hij met de andere een rijwiel vasthield .Want van het moment dat ze hun vracht (geld, waardepapieren enz) op de be stemde trein afgeleverd hadden, reed de ene fakteur naar huis, terwijl de andere het karretje terug naar het postgebouw moest brengen. Dat duurde zo al vele jaren, en het zouden er nog vele zijn, ware het niet dat op zekere dag een bende dieven het geldkarre- tje afwachtte, en met gans de inhoud, zijnde de postzakken, er vandoor was Nu leest men dagelijks van over vallen, op post en bank, maar toendertijd was dat nog geen dage lijkse kost en sloeg die overval in als een bom. Gans Ninove stond op stelten en de politie niet in het minst. Onderzoek volgde op onderzoek en een zekere bende Pannekouke scheen, lijk naderhand is gebleken daar de hand in te hebben. Het spreeekt vanzelf dat er di- rekt na de feiten voorzorgsmaat regelen werden genomen om derge lijke feiten te voorkomen. Te dien einde diende er elke dag een politieagent het karretje te vergezellen. Om kwart voor vijf uur moest de aangeduide agent aan de post zijn en het "Transport" vergezellen tot wanneer het goed en wel, op de trein geladen en deze...ver trokken was. Zo verliep geruime tijd alles op perbest tot wanneer hier te lande de overvallen maar steeds toena men en het ritme van misdadigheid maar steeds de hoogte inging. Het spreekt vanzelf dat de dienst doende agent zich bewust was van zijn taak en dit in alle geval als geen spelletje opnam. Recht over de post woonde toen de haarkapper De Troeyer RenéBui ten zijn taak als haarkapper, nam hij het nog op zich, om het dagelijks gebeuren als zijnde on gevallen, diefstalte correspon deren met enkele dagbladen. Vroeger had René, in bizondere en eerste instantie het sportgebeu ren verzorgd, maar nu was hij overgeschakeld naar "Dagelijks nieuws" In die zin was René dan ook een vaste klant op het politie- bureel en dit om het nieuws, heet van de naald te hebben. René was gaarne gezien van al le agenten en daar waar het nodig was kon hij diskreet blij ven Omzeggens alle middagen was René op het politiebureel en zag het doen en laten van ons allen, en kreeg zowaar ook een soortspeurdersneus René De Troeyer (Nekes de coif feur), wiens zoon Isidoor nu nog in de ouderlijke woonst verblijft en er dezelfde stiel van zijn vader beoefent, was dol op wan delen en "straatlopen". Soms ving hij één of ander ge rucht op en dan was hij er als de kippen bij om ons dat over te brengen. Het dient gezegd dat René meer dan één goede "Tip" heeft gegeven. En nu volgt het relaas van zo een "TIP". Het is rond 3 uur in de namiddag. Ik ben op dienstronde in de Koe poortstraat, tot wanneer René door de Koepoort komt en vanals hij mij ziet op mij begint te wenken. Ik zie dat er iets voor handen is, want René heeft nog zijn witte coiffeurskiel aan. Zo wit als zijn coiffeurskiel is, zo wit is het gelaat van René Hij begint mij met horten en sto ten te vertellen dat hij drie vreemde mannen langs de dienst ingang (Pamelstraat) in het post kantoor heeft zien binnengaan en dat het "heel zeker" indivi duen zijn die de post gaan over vallen. Terwijl hij dit op hoge toon vertelt, zijn er reeds verschei dene omstaanders die met René meeknikken. Goede raad is duur. Ik moet iets doen. Ik trek mijn revolver, loop door de Koepoort, de dienst ingang van het postkantoor bin nen en zie er inderdaad drie vreemde heren. Mijn zenuwen staan gespannen van, emotie en...schrik. Ik bulder tegen die drie mannen van zoiets als tegen de muur te staan. Die mannen willen iets antwoorden, maar ik hoor of zie niets, ze moeten tegen de muur staan met de armen omhoog. Ineens ben ik de enige die nog iets te zeggen heeft (zo voel ik het tenminste)De drie man nen gehoorzamen en steken, (ja wat denkt gij wel) de armen in de hoogte. Nu moogt gij mij geloven of niet, maar ik voelde mij zoiets als een overwinnaar en ineens zo kalm als maar kon. Het duurt natuurlijk langer, dit alles te vertellen, dan het voorval zelf. Op mijn lawaai en geroep gaat de deur van de dienstingang open en komt er personeel kijken wat er in de gang gebeurt. De aangehou denen "mogen nu een woordje" zeg gen en beweren."inspecteurs"van het postwezen te zijn, wat door de post- en bureeloverste wordt bevestigd Ik krijg het gevoel dat de grond onder mijn voeten wegzaktik ben opgelucht en.teleurgesteld Ik voel mij de speelbal van allen die daar zijn. Ik bied dan ook in eerste instan tie mijn verontschuldigingen-"'aan de drie vermeendegang-sters aan, die mij op hunne beurt..felici teren voor mijn.^tmoedig (Sic) optreden. Dat er nadien een hartelijk woord je gelachen werd hoeft geen be toog. Tot zelfs op het politiebureel werd de draak met dit voorval ge stoken. Tot politiecommissaris Keppens, mij een riem onder het hart stak, en mij een voorbeeldig en moedig politieagent noemde, zienswijze door Burgemeester Van Trimpont gevolgd. Ik heb echter, van dit moment af, goed rekening gehouden met de waarde van de "Tips" welke mij door "Neekes de coiffeur" werden gegeven. Ontelbare malen, en nu nog,hebben wij dit voorval reeds verteld "Neekes de coiffeur" is reeds ver scheidene jaren dood, maar tel kens ik bij zijn zoon, Isidoor, mijn haar laat knippen komt de postoverval te berde en "gangsters" die in laatste instantie post- inspekteurs waren. M. Cardoen volgende maand: Bockstael Burgemeester (zichtbaar opgewonden) Mijnen besten vriend. Een ding begrijp ik niet van 't Klokzjiël. Ik geef een persconferentie achter pot en pint in het café Gambrinus en 't Klokzjiël dat anders altijd dweis wil doen, neemt deze keer mijn woorden letterlijk op. Vriend, dat is niet ernstig. Maar het kwaad is geschied en er bestaat ver warring bij het volk. Ik hoor overal vertellen dat ik ongelukkig ben omdat ik weldra naar de Centrumlaan moet verhuizen. (Burgemeester raakt over zijn toeren en roept uit Schrijf maar in dikke letters wat ik over het nieuwe stadhuis denk en ditmaal is het geen cafépraat Ik ben de bouwer van het nieuwe stadhuis en daar ben ik fier t'j over. (Burgemeester staat plechtig recht en vervolgt) Wie was er misschien burgemeester de zes voorbije jaren in Ninove Ik, Etienne Cosijns Wie had de meerderheid in het schepen college De partij van Etienne Cosijns Wie is naar de verkiezingen gegaan met de slogan "Hij deed het goed" Ik, Etienne Cosijns. Zodus, het moet gedaan zijn met al die roddel over mij en het nieuwe stadhuis. Binnenkort laat ik die plaat met de naam van Mark Galle erop verwijderen en hang er een nieuwe in de plaats m^t als opschrift Etienne Cosijns haec fecit, (nvdr. dit is Latijn en betekent in het Nederlands Etienne Cosijns heeft dit gedaan.) Ziezo, schrijf dit maar alle maal onverbloemd in 't Klokzjiël. 't Klokzjiël Jawel, burgemeester. Burgemeester (opnieuw zeer agressief) Ge zijt dikke dommerikken, da's mijn gedacht over jullie. 't Klokzjiël (aarzelend) Misschien. Burgmeeester Ezels die ge zijt, kort- zichtigen Met uw Klokhuis slaat ge de bal mis. Daarom dat ik bij de opening afwezig bleef. Ge mist de kans van uw leven. Beseft ge dan niet dat binnenkort het stadhuis (nvdr. het oude) leegkomt. Nu zit ge in een huisje van niets. Met enkele maanden wachten had ge het stadhuis kunnen krijgen. Uw huurgeld zou onze lege stadskas ten goede kunnen komen, t' Klokhuis in 't stadhuis, dat is stads kernvernieuwing, iets waar ge in uw blad zo mee dweept. Hoe nu nog een geschikte huurder vinden Enfin, mijn aanbod blijft. En daarbij, hier hangen tenminste klokken. Voor een klein prijsje laat ik het. t Klokzjiël blijft mijn eerste keus. Denk er nog eens goed over na. t Klokzjiël Beloofd burgemeester. (Pogend het gesprek over een andere boeg te gooien, brengen we voorzichtig in het midden - Alles goed met Antoine in 't college Burgemeester begint eerst te gieche len en ontploft dan in een lachbui, in korte schokjes komt het er uit) An-toi-ne is in ver-wach-ting. 't Klokzjiël (stomverbaasd) Hoezo Burgemeester Nee, nee, ik bedoel, hij verkeert... hij verwacht het huwelijk. Zo is het. Versta mij niet verkeerd. Er is niets verkeerd met Antoine. Ik heb hem wel gewaarschuwd "An toine let op. Doe het kuis en christe lijk. Zie dat er geen malheuren van komen. Breng het schepencollege niet weer in opspraak." t Klokzjiël Antoine is een oude loper, ik zou er toch niet zo gerust in zijn. Burgemeester omdat ge van 't Klok- zjiël zijt, wil ik U alles verklappen. Ik heb Antoine beloofd dat met zijn trouw het nieuwe stadhuis wordt inge huldigd. Gans Groot-Ninove wordt op de receptie uitgenodigd, 't Zal voor Antoine een prikkel zijn om vol te houden op de weg der versterving. t Klokzjiël Zeer zeker burgemeester. Ge boft nogal met uw schepenen. Eerst enen die minister wordt, nu enen die trouwt. Ninove wordt be roemd. (De burgemeester doet vriende lijk teken dat de tijd om is en dat nog een zware werkdag wacht. Zichtbaar tevreden doet hij ons uitgeleide.) t Klokzjiël Burgemeester, nog één kort vraagje. Geld verschieten, is dat moeilijk Burgmeester (niet voliedig begrijpende) Vraag me dat volgend jaar in 't nieuwe stadhuis. Ge zijt nu reeds uitgenodigd. t'Klokzjiël (schertsend) In 't centrum Etienne Cosijns

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokzjiel | 1983 | | pagina 10