skoon ninove
S tadskenn vornieu wing
TMpuek vom utnA^coCjo
dee! I
Zelfs in een dwergstadje als
Ninove komen duidelijk al de mo
derne problemen naar voor in ver
band met onze stedelijke omgeving.
Iedereen voelt wel de paradox aan
tussen het stadsleven, het attrac
tieve van de stad, enerzijds, en
hetgeen de stad in feite onleef
baar maakt: verkeerscongestie,
pollutie, gevaar, parkeerproble
men, maar ook verval, verkrotting,
sociale onrust, vandalisme.
1Eén van de grote verpesters
van het stadsleven (in essentie
een concentratie van belevingen
en ervaringen op een tamelijk be
perkte oppervlakte) is onbetwist
baar de auto. Haast nergens is
er een geslaagd huwelijk tussen
stad en wagen. Hoewel de auto in
onze moderne tijd levensnoodzake
lijk is voor de stad, verdringt
hij toch merendeels het typisch
stedelijke. De straten die ver
keersaders zouden moeten zijn
in de ruimste zin van het woord,
zijn gedegradeerd tot autoaders
met erlangs veel te nauwe voet
paden. Een straat oversteken is
levensgevaarlijk voor kinderen
en bejaarden. De lucht is ver
pest door uitlaatgassen. Hoe pot
sierlijk de dames die fijn ge-
toiletteerd de deur van hun kap
per buitenkomen - als parels voor
de zwijnen. Maar hoe droevig voor
het kind dat staat te wachten
om over te steken Hoe geïsoleerd
de frele boompjes die men her en
der in het kader van stadskern
vernieuwing aanplant, of hoe lach
wekkend de dikwijls plompe bloem
bakken, onhandig neergezet door
heen de stadscentra. Dergelijke
opsmukkingen zijn niet meer dan
pleisters op een houten been,
slechts details van een oplossing.
Het zijn echter juist deze enkele
details die voor de hand liggen
om het geweten (voorlopig) te
sussen, (relatief goedkoop groen
is 'in'-dus weinig politieke
moed voor nodig)Iedereen voelt
aan dat er met de wagen in de
steden iets mis loopt, maar wei
nigen zijn bereid hun auto te
laten staan om te voet te gaan of
het openbaar vervoer te gebrui
ken - misschien zal de economische
crisis ons ertoe verplichten.
Lange tijd heeft men getracht de
problemen op te lossen op de zo
genaamd tecnocratische manier
dit was technocratische manier
te pogen de auto en zijn gevolgen
in de stad onder controle te krij
gen, d.m.v. een aantal ruimte
lijke ingrepen als systematische
verbreding van wegen, opkopen
van panden en rooien van bomen
voor parkings, aanleggen van
ringplanen en invalswegen om het
centrum te ontlasten. Vele van
deze ingrepen werden voorafgegaan
door verkeersstudies die de doel
treffendheid moesten bewijzen,
maar de auto bleef oppermachtig.
Enerzijds was er het groeiend
wagenpark anderzijds blijkt de
wagen een kruid te zijn dat on
middellijk iedere nieuwe ruimte
inpalmt zonder ergens anders
oppervlakte op te geven. Men ging
nog meer cijferen en rekenen.
Blauwe zones, parkeermeters en
ondergrondse parkings, in combi
natie met grote parkings aan de
stadsranden en een regelmatig
openbaar vervoer naar het centrum
zouden de langparkeerders mensen
die voor lange tijd in het centrum
moeten zijn) weghouden. Mooi in
theorie, maar praktisch nergens
bewezen. De algemene tendens om
zijn wagen zo dicht mogelijk te
parkeren bij de plaats waar men
wil zijn, blijft overheersen
het publiek doet het uit gemak
zucht en omdat momenteel weinig
andere oplossingen voorhanden zijn;
de tertiaire sector meent nog
steeds dat een maximale bereik
baarheid met de auto de enige ma
nier is voor een aantrekkelijk
stadscentrum. Intussen bewezen
de autoloze wandelstraten en win
kelcentra dat ook deze oplossing
commercieel leefbaar is (hoewel
het elitaire karakter van de
meeste van deze voetgangersgebie
den moeilijk kan ontkend wor
den). Het wordt tijd dat de han
delaars inzien dat een parking
juist vóir de winkeldeur niet de
enige oplossing is voor het par
keerprobleem. Er zijn verschil
lende alternatieven waarop we
later hopen terug te komen.
2. Een andere oorzaak voor de ma
laise van onze steden ligt onge
twijfeld op het sociale vlak.
In grotere steden wordt heel wat
herrie veroorzaakt door vooral
werkloze jongeren iedereen kent
wel de tv-beelden van plundering
en vernielzucht. Het belangrijke
hieromtrent inzake stadsver
nieuwing is wel dat er een samen
hang is tussen de algemene grie
ven van deze mensen en hun klach
ten wat betreft wonen. Hun onte
vredenheid over hun sociaal onver
mogen keert zich soms expliciet
naar de bebouwde omgeving onder
de vorm van de krakersbewegingen,
Het is begrijpelijk (zonder daar
om het geweld van de krakers
acties goed te keuren) dat het
deze mensen de ogen uitsteekt wan
neer zij te veel huur moeten be
talen voor panden die in feite
staan te verkrotten. We belanden
hier bij het punt waaraan men bin
nen de stadskernvernieuwing
steeds meer aandacht gaat besteden,
nl. het doorbreken van de nefaste
spiraal van de speculatie. Iede
reen weet dat de prijs van stads-
grond zeer hoog ligt vooral in
de gouden jaren zestig was er
veel vraag naar aaneensluitende
percelen om kantoorblokken, waren
huizen, .op te richten. Een eer
ste gevolg was de afbraak van de
kleinschaligheid van het stads-
weefsel. (cfr. later). Een tweede
gevolg was echter de verdringing
van de woonfunctie uit het stads
centrum want omdat huurders
en eigenaars financieel niet dat
gene konden garanderen wat de
grote bouwpromotiefirma's wel
aanboden (inzake grondprijs),
verdwenen automatisch veel woon-
panden uit het stadscentrum.
Hierdoor komt men dan uiteinde
lijk terecht in een verkrottings-
spiraal eigenaars doen in af
wachting van de verkoop van hun
pand nog zo weinig mogelijk her
stellingen en investeringen
wel trachten ze nog het maximum
aan huurwinst te bekomen. Des te
meer panden in het centrum inge
nomen worden, des te hoger de
prijs van de grond wordt en des
te meer eigenaars zullen bezwij
ken. Eens het stadscentrum volzet
is, zwermt verkrotting uit naar
omliggende wijken. Soms komt het
zover dat hele stadswijken met de
grond gelijk gemaakt worden, (vb.
Marollen in Brussel)Gelukkig
is Ninove te klein om dergelijke
kaalslag mee te maken. Toch zijn
er verkrottingsverschijnselen
(Burchtdam)Waar in grote ste
den oplossingen zeer moeilijk
zijn door politieke blokvorming,
heeft men in Ninove de kans om
op zachte manier, met weinig
zware politieke ingrepen, de ver
krotting in te dijken.
3. We vernoemden zoeven reeds het
probleem van de schaalvergroting
in de stad, en ook dit is een as
pect van het stadsvernieuwings
probleem. Het evenwicht tussen de
mens en zijn stedelijke omgeving
(met als criterium voor schaal de
afmetingen van de mens zelf) is
op vele manieren verstoord te
nauwe voetpaden en te brede stra
ten grootschalige gebouwen, ge
wrongen tussen resten van histo
rische kleinschaligheid teveel
zonering van functies (werkzone,
woon-, handels-, ontspannings-
waar dit vroeger veel meer door
elkaar gemengd was. Het attrac
tieve van de stad ligt juist in
het feit dat er meer te beleven
valt dan erbuiten, dat op minder
oppervlakte meer kan meegemaakt
en ervaren worden. Door schaal
vergroting gaat een deel van dit
attractieve verloren. Grootscha
lige elementen vormen koele,
doodse eilanden in een omgeving.
Eén reactie hierop is wat men in
Nederland de 'nieuwe kneuterig
heid' is gaan noemen, nl. het over
dreven accentueren van kleinscha
lige vormen (bloembakken, schuine
raampjes en hoeken, balkonnetjes,
niveauverschillen, insprongen en
uitsteeksels,...) Op zichzelf
kunnen dergelijke zaken heel waar
devol zijn, maar er is een moder
ne trend die van het middel een
doel maakt, wat leidt tot over-
ladenheid en overdreven drukte.
Een andere reactie op deze groot
schalige opdringerigheid is de
ietwat commerciële romantische
stijl al wat oud is of aandoet,
is goed.
In onze steden manifesteert zich
dit vooral door het afschrapen
van de buitenste pleisterlaag om
het (veelal lelijke) achterlig
gende metselwerk zichtbaar te ma
ken. Buiten de stad is er de mo
degril van de fermetten, die in
haakt op deze retro-beweging
Er zijn echter natuurlijk heel
wat waardevolle historische ge
bouwen die de moeite waard zijn
om gerestaureerd en bewaard te
worden, eventueel met een nieuwe
bestemming. Dit hoeven niet al
tijd kerken of andere gebouwen
in een welbepaalde stijl te zijn.
Ook een leegstaand pakhuis of
fabrieksgebouw kan door zijn
historische verwijzingen bijdra
gen in onze cultuur. Een derge
lijke recyclagegedachte maakt
de laatste tijd veel opgang om
dat steeds meer mensen met de
kringloop- en herbruik-idee be
gaan zijn.
4. Een ander aspect van stadsver
nieuwing betreft de nieuwbouw
binnen de stad. Het komt erop aan
te leren van wat vroeger is misge
lopen, en trachten vooruit te
zien op eventueel schadelijke
gevolgen. Een boeiende idee in
dit verband is het plannen van
een 'kapstok' op stedebouwkundig
niveau nu dient men op dit ni
veau te hanteren met BPA's,
APA's, gewest- en structuurplan
nen. De praktijk bewees echter
dat een dergelijke planning een
veel te eng keurslijf vormt voor
de stedebouwkundige problemen
tussen het opmaken van een gpA
of gewestplan en de definitieve
goedkeuring ervan verloopt mak
kelijk 5 jaar. In die tijd kan
er reeds heel wat veranderd zijn -
denk maar aan de huidige econo
mische crisis - zodat het pas
goedgekeurde plan reeds gedemo-
deerd is. Tegenwoordig lijken
kapstok'-plannen meer en meer
bekendheid te krijgen hier
wordt niet ieder lapje grond on
der één streng bepaalde zone ge-
catalogeerd, jaren vooraf. Wel
worden een paar sleutel ideeën en
-gebieden vastgelegd, waarrond
dan de rest - naargelang een op
lossing zich opdringt - kan inge
vuld worden m.a.w. een kapstok
die de kleren moet dragen. Ver
scheidene technieken kunnen toege
past worden, o.a. de marge'-tech
niek, waarbij rond vaste zones
(woon-, werk-, school-,.-)marges
voorzien worden die later dan ver
der verdeeld kunnen worden -
aanpassing blijft mogelijk. Ook
kunnen totaal witte gebieden voor
zien worden i.p.v. lukraak een
bestemming te schikken voor een
gebied waarmee men onmiddellijk
geen weg weet, kan men dit gewoon
open laten en later zien wat er
mee gebeurt. Politici en admini
stratie zijn echter niet zeer
happig op een dergelijke flexi
bele planning omdat zij vrezen
de controle op het proces te
verliezen. Het zal in de toekomst
echter noodzakelijk zijn om over
een soepeler planning te beschik
ken op stedebouwkundig niveau,
wil men op tijd kunnen bijsturen
of corrigeren.
Tot hier een kort overlopen van
de stadsvernieuwingsproblematiek.
Natuurlijk zijn al deze aspecten
niet in een stad als Ninove
zichtbaar, maar toch zijn ook
hier enkele symptomen waar te
nemen, die om oplossing vragen.
Samenvattend zou men iedere in
greep in de stadsvernieuwing aan
volgend diagramma kunnen toet
sen, dat meteen de omvang en de
diversiteit van de problematiek
weergeeft
VERNIEUWING
MODIEUZE
SOCIALE
HISTORISCH ASPECT
1Bloemenperk
2. Herbruik van een leegstaand
fabrieksgebouw
3. Restauratie van een gotische
gevel
4. Anti-verkrottingspremies
5. Afschaffen van de pleisterlagen
6. Sociale appartementen
(wordt vervolgd)
Bart Meganck, de auteur van
deze tekst, maakte in het ka
der van zijn studies (inge-
nieur-architect-KUL) een
werk over de mogelijkheden
van de renovatie van oude
industriegebouwen te Ninove.
Noteer nu reeds van donderdag
4 nov. tot zaterdag 12 nov. 1983
organiseert de Werkgroep "stads-
kernvernieuwingsdagen"
Vergeet ook onze RW 80 wandeling
niet op zondag 8 mei (zie kalender)