8 s KATMANDOE DE TREKKING '4000 HETER FEEST IN KATMANDOE Naar het land van de Yeti Lente en de eerste zonnige dagen brengen bij velen van ons al reiskriebels teweeg. Enkele maan den reeds, ligt een reisverslaa te wachten op publikatie, daar het wat lang is uitgevallen en we telkens met plaatsgebrek hadden af te rekenen. Het gebeurt echter niet elke dag dat twee ninovieterinnen een reis ondernemen naar de Nepale- se bergen, hun avonturen willen we de lezers dan ook niet langer onthouden Hun reis vond plaats in oktober en de helft van november (om de moes son-regens te vermijden)het beste seizoen cm dat Verre-Oostenland te bezoeken. Een kiekje van de Yeti, de verschrikkelijke sneeuwman, hebben ze voor ons niet kunnen schieten. Spijtig, maar anders had den we de meisjes ook misschien nooit meer terug gezien. Vrienden waren er reeds geweest, we hadden er ook al over gelezen en zelfs een t.v-reportage overtuig den ons ervan dat we dit land eens moesten zien. Nepal, in het verre Oosten, had zich genesteld in onze geest en ons besluit werd steeds vaster we zouden erheen gaan, kost wat kost en dat laatste viel echt nog mee 23.000 fr. voor de vlucht heen en terug (Amsterdam- Dubai-Bombay-Bangladesj-Katmandoe) Een vriendin zou mijn reisgezellin zijn. Twee vrouwen alleen naar zo'n ver land De kommentaar laat zich vermoeden We waren gek, men zou ons er houden als blanke sla vinnen, vermoorden, we zouden de weg verliezen, van de bergen rollen (liefst aan de "verkeerde" kant en in China terechtkomen Kortom, de klassieke vooroordelen van mensen die nooit verder dan de supermarkt lopen. Gelukkig waren er de Nino- vieters die er wèl geweest waren en die hun lof over het land en de Ne- palezen niet op konden. De Himalaja, het dak van de wereld, was overwel digend prachtig, vonden ze en de mensen waren uitermate vriendelijk. Aan "derde-wereldprijzen", zouden we er kunnen verblijven, zodat we al les samen aan een budget zouden ko men dat niet zoveel hoger ligt dan wat we hier in België in dezelfde periode konden uiteeven, met reis kosten inbegrepen. Al deze argumenten, plus onze avon tuurlijke nieuwsgierigheid waren voldoende om aan de voorbereiding te beginnen: sparen uiteraard, inen tingen tegen tetanos, gele koorts en cholera (deze zijn niet ver plicht, wel aan te raden), tickets bestellen enz. Een aanrader is ook een waterfilter mee te nemen, want in dergelijke landen is dat element niet te vertrouwen, tenzij je het kookt. Op weg nu. Het avontuur begon al met de tussen landing in BangladesjMotorpech aan het vliegtuig, en er was er geen ander meer dat verder vloog naar Nepal. Eén nachtje blijven dus maar. Daar hadden we de eerste ontmoeting met Oosterlingen. Kinde ren stonden daar s'nachts te bede len voor geld, en bezagen ons ver schrikkelijk. Ik voelde iets apart in mezelf. Iets dat ik niet kan uitdrukken, een soort schaamte. De volgende dag vlogen we naar Nepal. Als ik hoog boven de wolken vloog, en door het raampje keek, verscheen voor onze ogen de Himalaja die ik nog nooit gezien had; uit de wolken rezen de bergen op, bedekt met een laag sneeuw. Ze leken zo ver, en toch zo dichtbijKilometers vlogen we langs de Himalaja (2700km lang, en 240 km breed). Dan meldden ze ons dat we gingen landen in Katmandoe. Enkele kontroles door,en daar gingen we voor 7 weken. In de bak van een rammelende taxi reden we Nepal binnen. Het kleine Koninkrijk, dat ingeklemd wordt tussen India en Tibet. Een stad met meer dan 150.000 inwoners. De lucht was fris. Ver weg lag de majestueuze Himalajaketen. Want nu zaten we in de vallei. De taxi bracht ons naar het centrum van de hoofdstad. Het eerste wat opviel, was het fel ge luid van claxonerende auto's, fiet sers met rinkelende bellen, en roche lende Nepalezen. Vervolgens gingen we Katmandoe verkennen. Soms was het alsof je terug was gekeerd in de tijd van Marco Polo. Een oeroude be schaving overlaadde ons met exotische bezienswaardigheden, geluiden en kleuren. De vrouwen, kinderen waren er zo kleurrijk gekleed, dat het schitterde in onze ogen. Overal ston den Hindoetempels en Boeddhistische heiligdommen sommige hadden koe pels, andere leken op pagoden, weer andere werden omringd door gebedsmo lens. We zagen vergulde godenbeelden en houtsnijwerk dat zo fijn was als kant. Heilige koeien stapten onge hinderd door de smalle straten, men zag schoenpoetsers, en sherpa's die enorme vrachten hout in rieten manden op hun rug droegen, verbonden met banden op hun hoofd, waarmee ze hun vracht in evenwicht hielden. Maar zelfs hier waren toeristen, en veel. Eethuisjes waren er speciaal voor westerlingen, dat was eigenlijk niet wat we zochten. De stad fasci neerde me, maar maakte me ook on rustig, door de vele geluiden, de drukte, het vuil, de ziekten, en bedelaars. Het was zo anders dan bij ons. De hoge stoepa, die we vanuit smalle straatjes zagen, lag op een berg, vanwaar je een mooi uitzicht had over Katmandoe. De stoepa's zijn van oorsprong grafheuvels, monumen ten waaraan het boeddhisme overal ter wereld te herkennen is, het principe is steeds hetzelfde. Het vierkante onderstuk symboliseert de aarde. Het daarop geplaatste half bolvormige deel komt overeen met water, de trappen of ringen stellen het vuur voor. Daarbovenop komt het stuk dat de lucht voorstelt. De top wordt gevormd door een schotelvormige halve maan, waarop de zon rust. Dit symboliseert de kos mos en de geest. Bovenaan zijn met kleuren de ogen van Boeddha ge schilderd. Rond de stoepa hangen gekleurde gebedsvlaggen. Een Sherpa, van het taaie dragersvolk. De Himalaja lokte ons voortdurend. We zouden een tocht maken van 3 weken in de bergen. Voor beklimming en trektochten worden aparte ver gunningen uitgereikt. Bij de tweede soort vergunning moest je, je aan de gebruikelijke route houden, en uit de buurt blijven van bergen waarvoor de eerste soort vergunning vereist was. Aan voedsel namen we gedroogd fruit mee. Ook genoeg geld^, alhoe wel je op deze trekking (Pokhara- Muktinath rond de Annapoerna) wel één bank tegenkwam waar je cheques kont uitwisselen. Een kaart met al de wegjes erop en eraan kochten we ook nog, en vertrekken konden we. "Het wordt groots!", krabbelde ik neer in mijn dagboek. Ons doel lag op 4000 meter, tot juist aan de sneeuwgrens. We vertrokken en stap ten door eeuwige rijstvelden. Op boerderijtjes met een halve hectare land verbouwen de Nepalezen rijst, tarwe, boekweit, aardappelen en maïs. Boeren bewerken hun land met primitieve gereedschappen. Sterke bergbewoners komen langs met vrach ten hout, aardewerk, meel. Sommigen negeerden ons, maar vaak glimlach ten ze. Nepal is het land van de glimlach. Ze groeten ons met "Namaste" wat letterlijk betekent "Ik groet de goddelijke kwaliteiten in u"Rond de middag kwamen we in een dorpje waar er altijd eten te verkrijgen was.Meestal was het Nepa- lees voedsel, rijst met bonen linzen, aardappelen en kolen als groente. Heel lekker, en je kon er zoveel van eten als je wou. Dit voor slechts 24 frank! Ik zag hoe een kind met donkere ogen gefascineerd staarde naar mijn lichte huid. We keken naar de bergen, en ik dacht; op foto's komen die bergen niet tot hun recht. Alleen met het blote oog neem je de diepte en de enorme af metingen vgn dat landschap waar. Die avond overnachtten we in een klein kamertje (nogal vuil) voor 6 frank. De naam van het dorp was Karhe (1700 m)Na verloop van tijd raakten mijn ingewanden evenals mijn spieren gewend aan de nieuwe leefwijze. Onze benen waren al echte sportbenen, steeds klimmen en dalen. We trokken verder door dennebossen weiden bedekt met wilde bloemen en heuvels met ter- rasgewijze aangelegde akkers, waarop rijst verbouwd werd. Gans de dag klimmen, het hing in onze benen en de tocht was lang. Heel in de verte zien we de "Machha- puchhre"als een koning op zijn troon stond hij tussen honderd andere pieken. Ik keek toe als ge hypnotiseerd. En het werd donker, we zochten een slaapplaats waar we een prachtig zicht hadden over het ganse AnnapoernagebergteGe durende 3 dagen stapten we door een sprookjesbos. Een bos vol met rododendrans, en rond de takken mos over gans de boom. Elke dag kwamen we door een paar dorpen. Huisjes van steen, hout of aange stampte klei, soms gepleisterd, de ramen meestal zonder glas. Soms gingen we op een rotsblok zitten, keken achterom naar de hellingen die we beklommen hadden en staarden naar de andere voor ons uit, die nog zo ver lagen. Deze dag trokken we naar Tatopani wat "Heet water" betekent, naar de daar aanwezige bron. Onze huid kon wel eens warm water verdragen. De ganse dag was het dalen. Nog nooit was ik zoveel meters na elkaar afgedaald en mijn dijen en knieën voelde ik goed.De mensen zijn er zo hard. Ik zag ze urenlang naast me over die rotspaden omhoog en omlaag gaan, soms op blote voeten, met heel wat zwaardere lasten dan ik droeg. Het was onze 16de dag in Nepal. Ik voelde me gelukkig. Na een tocht van 8 uur kwamen we in een klein dorpje, waar er een 6-tal huisjes stonden. Als de zon ver dween was het daar ijskoud. In het huisje waar we sliepen, rolde ik mijn slaapzak uit in een hoek van de grote gemeenschappelijke kamer met de rokerige open vuur plaats. Meer rook dan vuur was het welOm ons op te warmen konden we maar best in onze slaapzak kruipen. Mijn ogen traanden van de rook. De volgende dag zagen we langs de weg een grote waterval. Juist daaronder lag een heel klein dorpje, waar we lekkere pannekoeken aten. De bergen waren hier al heel wat kaler dan enkele dagen geleden, en de zon stak fel. We volgden een snel- stromende rivier, de Kali Gandaki. Die 1.5 kilometer breed is. Deze rivier stroomt tussen de rotmassa's van de Annapoerna den de Dhaulagiri. Soms moesten we over lange bruggen die meewaggelden met elke stap die we deden. Die waren vastgemaakt met stalen kabels, en de bruggen zelf waren gemaakt van houten plankjes. Bijna waren we aan het eindpunt van deze trekking, gelegen op 4000 meter. Juist aan de sneeuwgrens. Tegen de middag stak er een koude gierende luchtstroom op, die dwars doorheen onze kleren ging. De bodem was volkomen kaal, geen enkele be groeiing, alleen enkele berken, die nog iets van de moesson opving en in hun goudgele kleur. Op onze eindbestemming was het koud, zelfs heel koud, en de regen maakte ons stilaan doornat. We zochten een slaapplaats, waar het zeker niet warm was, de mensen daar hadden niet veel hout, daar er geen begroeiing meer is. Deze dag zouden we wel eens een biertje kunnen verdragen (chang, bier van gerst, maïs of rijst) of rakshi^een uit rijst gedistilleerd vuurwater, waarmee we ons opwarmden. Zohard als we geklommen hadden, dronken we ook. De rakshi ging samen met hete koffie (mustang- koffie genoemd)warm was het wel. Na 3 uurtjes, konden we al zingen en trakteerden voor alle koulij ders (dus iedereen)Om half zes werd ik wakker en zag de wolken loze hemel met de zon op de hoge bergen. Vandaag gingen we terug. In een paar minuten waren we over de heuvels heen die we met veel moeite hadden beklommen, dag na na dag, ik had ze goed leren kennen. Na onze trekking deden we het kalm aan. We bezochten kleine dorpjes rond Katmandoe, vanwaar je ook nog een prachtig zicht had op de Himalaja-pieken. Nepalezen speel den voor ons fluit en tamtam, en maakten het gezellig. De volgende dag gingen we met de bus naar Bakthapoer. Het is ongelooflijk hoeveel mensen er op een bus wor den gestampt. Achteraan hingen er, boven op het dak zat het vol. De dagen van de Nepalezen ver lopen héél rustig volgens de re gelmaat van de religieuze func ties. Hun werk wordt onderbroken, door de gebedsuren en de maaltij den. 's Zaterdags ligt alles stil, deze dag wordt als ongeluksdag aanzien, 's Zondags wordt er niet veel gewerkt en tijdens de week zijn er godsdienstige feestdagen ter ere van de talloze godheden. De laatste drie dagen van ons ver blijf was er feest in Katmandoe. Nieuwjaarsfeest voor de Newari's (een stam)De eerste dag was het hondenfestival, de tweede dag voor de koeien en de laatste dag, de dag van de weelde. Iedereen ver sierde zijn huis met kaarsen en lampen en gekleurde vlaggen. Het werd tijd om naar huis te gaan. Al met al had ons avontuur ons niet veel gekost, heel weinig voor zoveel te zien. Op het vliegtuig hield ik me stevig vast toen we over de startbaan raasden. Als een teruggespoelde film schoten die unieke kostbare weken in omgekeerde volgorde aan me voor bij Ik ging naar huis met de gedachte^ eens naar Azië terug te keren, waar ik al een Nepalese naam had gekregen, nameli ik BIMALA

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokzjiel | 1983 | | pagina 8