recht en krom
De
verplichte
luiheid
Iedere Klokzjiël-lezer doet wel eens
iets "in het zwart", soms zelfs zon
der dat hij er zich van bewust is.
Betreft het een middenstander of zelf
standige dan wordt zoiets meestal
afgedaan als "nationale sport". Gaat
het echter om een dopper, dan wordt
de schuldige met de vinger gewezen en
krijgt hij het etiket "profiteur"
opgeplakt.
Het staat vast dat deze ondergrondse
of illegale ekonomie zo oud is als
de sociale en fiskale wetgeving zelf.
Merkwaardig is wel dat het fenomeen
meer aandacht krijgt in tijden van
krisis dan in tijden van voorspoed.
In de kranten werd de laatste jaren
meer en meer de band gelegd tussen
zwart-werk en werklozen. In de vol
machtenpol itiek van de huidige rege
ring staat de bestrijding van het
sluikwerk vooraan op het lijstje (cfr
de sociale zekerheidskaart van mini
ster Hansenne).Ondertussen wassen de
liberalen zonder scrupules het zwart
geld van de blauwe fraudeurs uit (zie
de fiskale amnestie).
Preciese gegevens over de omvang van
het zwart cirkuit zijn er uiteraard
niet. Nationaal en internationaal wer
den pogingen tot metingen ondernomen.
Naar gelang de gebruikte methode resul
teerde dit in zeer uiteenlopende cij
fers. Zo schommelt de schatting van de
Amerikaanse "zwarte markt" tussen
5,9% en 33,5% van het Bruto Nationaal
Produkt (BNP), voor Italië tussen 10
en 30% en voor België zou de opbrengst
in 1980-'81 zo ongeveer 15 a 20 van
het BNP of 200 a 250 miljard vertegen
woordigen.
EEN DRAAK MET VELE KOPPEN
Uit wat voorafging is reeds duidelijk
dat de termen zwart-werk of sluikwerk
vele ladingen dekt. De klusjesman die
geen BTW aanrekent, de doppende loodgie
ter die iets bijverdient, de praktijken
van de koppelbazen, de fiskale fraude
van dokter of notaris, enz. Zij allen
werken in het zwart. In dit artikel zul
len we het echter uitsluitend hebben
over het zwart-werk van de steuntrekkers,
en meer bepaald over de doppende sluik-
werker
Uit deze reglementering blijkt duidelijk
dat de wetgever niets onverlet heeft ge
laten om de werkloze tot nietsdoen te
verplichten.
Zoals in 1982 ongeveer 2000 doppers aan
den lijve hebben ondervonden treedt de
RVA ongenadig streng op bij betrapping
op zwart-werk. Het ten onrechte gekre
gen dopgeld moet worden terugbetaald en
er volgt een schorsing die tot 13 weken
kan oplopen. Bij herhaling kan de zwart
werker zelfs volledig van het recht op
dopgeld worden uitgesloten. Voorwaar
redenen genoeg om op uw passen te tel
len.
Het wraakroepende aan deze reglemente
ring is dat de werkloze duidelijk ge-
dikskrimineerd wordt t.o.v. hij of zij
die nog werk heeft. Enerzijds onder
gaat de dopper door zijn werkloosheid
een inkomensverlies van ten minste
40%. Anderzijds mag hij in zijn vrije
tijd bv. geen grote herstellingen uit
voeren aan zijn eigen woning, wat
een werknemer straffeloos wel mag.
Zij met het laagste inkomen mogen dus
minder bricol eren dan zij die een
hoge wedde hebben
Voor wanneer een doppers-opstand
R.V.A,-REGLEMENTERING
Een werkloze heeft slechts recht op
dopgeld indien hij voldoet aan een re
sem voorwaarden. O.m. moet hij werk
loos geworden zijn wegens omstandig
heden onafhankelijk van zijn wil,
mag hij geen vervangingsinkomen heb
ben (bijvoorbeeld pensioen), mag hij
geen andere vergoedingen ontvangen
(bvb opzeggingsvergoeding of vakantie
geld) en mag hij niet werken en een
loon ontvangen. Het is over deze laat
ste voorwaarde dat we het hier willen
hebben.
Artikel 126 van het KB van 20/12/63
stelt als basisprincipe het verbod
voor de werkloze om te werken tijdens
zijn werkloosheid. Artikel 128 vermeldt
de uitzonderingen op dit basisprincipe
en artikel 152 behandelt de gevolgen
voor de werkloze die tijdens zijn werk
loosheid enkel op de zondagen, "feest
dagen en de gewone dag van inactiviteit
arbeid verricht.
Het zijn deze drie artikels die in twee
afleveringen de revue zullen passeren.
HET KUMULATIEVERBOD (ART. 126)
Art. 126 maakt een onderscheid tussen
"arbeid voor een derde" en arbeid voor
zichzelf".
a) Arbeid voor een derde
Positief geformuleerd zijn arbeids
prestaties voor een derde dus toege
laten, zolang zij maar geen mate
riële voordelen opleveren die kun
nen bijdragen in het levensonderhoud,
De rechtspraak die zich moet uit
spreken over wat onder "loon" of
"materiëel voordeel" dient verstaan
te worden is nogal tegenstrijdig.
Zo oordeelde de arbeidsrechtbank van
Brussel dat een werkloze die zijn
echtgenote, conciërge van een appar
tementsgebouw, helpt bij het binnen
plaatsen der vuilnisbakken en bij
enkele huurders wat klusjes heeft
opgeknapt waarvoor hij enkele hon
derden franken drinkgeld ontving,
toegelaten arbeidsprestaties ver
richtte.
Anderzijds oordeelde het arbeids
hof te Antwerpen dat een werkloze
die tijdelijk hulp bood in het
landbouwbedrijf van zijn zieke vader,
arbeid verrichtte die hem een mate
riëel voordeel bood dat tot zijn
levensonderhoud bijdroeg, vermits
hij inwonend was bij zijn ouders
Dergelijke tegenstrijdige recht
spraak is schering en inslag en
illustreert de rechtsonzekerheid
waarin de dopper zich bevindt.
Door het KB van 5/10/79 werd aan
art 126 een belangrijke alinea toe
gevoegd die luidt als volgt
M.a.w. zonder voorafgaande schrifte
lijke aangifte bij de RVA dat u
gratis uw buurman helpt bij het
rooien van zijn aardappelen wordt
onweerlegbaar vermoed dat dit werk
u materieel voordeel verschaft, en
kunt u geschorst worden door de RVA.
loosheidsuitkeringen verliest en dat
hij deze aanspraak slechts behoudt
voor zover hij voldoet aan de voor
waarden van art 128 of art 152 (zie
verder). Het onderscheid tussen pro
fessionele en niet-professionele
sportbeoefenaar, artiest of brand
weerman, is van geen tel
De werkloosheidsvergoeding maakt één
kleine uitzondering
Hurenhuip Is
ip is niet
steeds sluikwerk:
werklozen
vrijgesproken
b) Arbeid voor zichzelf
In tegenstelling met de activiteiten
voor een derde, wordt hier niet ver
wezen naar de inkomsten die hieruit
kunnen voortvloeien.
Wat is "arbeid voor zichzelf"?
Vb.:het zelfstandig beroep van lood
gieter, fietsenmaker of haarkapper
maar ook zelf groenten kweken, zijn
deuren verven enz.
De rechtspraak oordeelde in de vol
gende gevallen dat het aktiviteiten
waren die de perken van het beheer
van eigen bezit niet te buiten gingen
en dus toegelaten waren aan werklozen:
-het passief beheer van een verzeke-
DE PRECISERINGEN VAN EN DE
UITZONDERINGEN OP HET KUMULA-
TIE VERBOD
(ART. 128 - K.B. 20/12/63)
A)De werkloze die enigerlei arbeid VOOR
EEN DERDE verricht, behoudt zijn aan
spraak op dopgeld op voorwaarde dat:
1hij daarvan aangifte doet bij de
RVA, bij de aanvang van zijn werkloos
heid
2)de arbeid niet uitgeoefend wordt
tussen 7 en 18uur,tenzij het inciden
tele arbeid van gering belang betreft,
waarvoor geen loon of materieel voor
deel wordt verkregen. M.a.w. occa
sionele pro deo activiteiten zijn on
beperkt toegelaten
3)derde voorwaarde: in een aantal be
roepen is het ook verboden te werken
vóór en na de normale arbeidsuren
(dus voor 7 en na 18 uur)
Het gaat om volgende beroepen en on
dernemingen
-een beroep dat uiteraard alleen na
18 uur wordt uitgeoefend
-een beroep dat valt onder de horeca
(hotel, restaurant, café) of de ver-
maakondernemingen of arbeid als leur
der, reiziger, verzekeringsagent of-
makelaar, tenzij de in deze beroepen
verrichtte arbeid van gering belang
is. M.a.w. men mag mits de vereiste
aangifte, na 18 uur arbeid van gering
belang presteren vb efkens in een
café helpen, ook wanneer deze loon of
materiëel voordeel opbrengt en mits
voldaan is aan de 4 en 5de voorwaarde
(zie verder)
-arbeid die verboden is bij de wet
van 6/4/60 betreffende de uitvoering
van bouwwerken.
Deze wet verbiedt te werken in het
bouwbedrijf, vóór 7 uur en na 18 uur,
op de zaterdagen, zondagen en wette
lijke feestdagen. Dit verbod geldt
echter niet voor de bouwheer en zijn
familieleden tot en met de vierde
graad en evenmin voor een zelfstandige
aannemer en zijn gezinsleden.
Samengevat kan men dus zeggen dat een
dopper tijdens de normale arbeidsuren
mag gaan metsen bij zijn buurman voor
zover deze arbeid slechts incidenteel
ringsportefeuilleJAR-Tongeren,26/11/76) wordt verricht, van gering belang is
-herstellingen en kleine onderhouds
werken aangebracht aan de eigen wo
ning (AH-Lui k29/5/72)
-herstellingen aangebracht aan een
eigen wagen (AH-Bergen 22/11/77)
-het klaarmaken van een stuk bouw
grond, om er later een eigen woning
op te bouwen (AH-Luik 25/5/74)
Eveneens toegelaten zijn het kweken
van groenten voor eigen gebruik en
het buitenzetten van de vuilniszakken.
Niet toegelaten volgens de recht-
spraak zijn
-het aanplanten van kerstbomen en de
verkoop ervan rond kerstmis
(AH-Luik 24/4/74)
-het zich actief bezighouden met het
beheer van een venootschap waarvan
men de meerderheid der aandelen heeft
(AR-Antwerpen 8/4/71)
-ruwbouwwerken uitvoeren aan een ei
gen woning (AR-Namen 7/5/82)
-schilderwerken uitvoeren aan een
verhuurde woning
Uit al het voorgaande moet ook afge
leid worden dat een wielrenner, een
voetballer, een artiest, een brand
weerman wanneer hij voor zijn presta
ties een materiëel voordeel ontvangt,
principieel zijn aanspraak op werk- C) Controlebepaling
Het gaat hen dus om een feitenkwestie
waarover geval per geval door de RVA
of desnoods de rechtbank zal worden
geoordeeld.
en geen materiëel voordeel opbrengt,
dat er vooraf aangifte is gedaan en
dat voldaan is aan de 4de en 5de
voorwaarde (zie verder).
4)Vierde voorwaarde: alleen de werklo
zen die onmiddellijk vóór hun aanvraag
om werkloosheidsuitkeringen de hoeda
nigheid van bezoldigd werknemer had
den, mogen, in de beperkte mate die
hierdoor werd aangegeven, arbeid
voor een derde verrichten tijdens
hun werkloosheid
Uit deze voorwaarde volgt dat school
verlaters bv zich niet kunnen beroepen
op artikel 128 tenzij de schaarse ge
vallen die hun wachttijd in loondienst
hebben doorgebracht.
Vijfde voorwaarde het is daarenbo
ven nooit toegelaten met arbeid voor
een derde, in de zin van art 128,te
beginnen tijdens de werkloosheid.
Men moet bedoelde arbeid immers reeds
hebben verricht voordat men geheel
of gedeeltelijk werkloos werd.
Uit deze vijf voorwaarden volgt bv dat
een bediende die werkloos wordt en als
bijberoep joernalist speelde, dit tij-
vervolg pag 9
Er mogen door de werkloze "geen
arbeidsprestaties worden verricht
voor een derde, al dan niet in loon
dienst, waarvoor hij enig loon of
materieel voordeel ontvangt dat tot
zijn levensonderhoud en dat van
zijn gezin kan bijdragen.
"De activiteit zonder loonverricht
voor rekening van een derde,moet,
om als zodanig te worden beschouwd
het voorwerp zijn geweest van een
voorafgaande aangifte bij de R.V.A.
"De vergoeding van niet meer dan hon
derd frank per dag die culturele cen
tra en jeugdtehuizen verlenen aan
jonge werklozen, (die doppen op basis
van hun studies)die zij al of niet
met vrijstelling van stempelkontrole
tewerkstellen, wordt niet als loon
beschouwd". Allen dus naar Tien-Twen.
BRUGGE De Brugse rechter
Sabine Onghenae heeft een aantal
werkloze mannen en vrouwen
vrijgesproken nadat ze door RVA-
ambtenaren werden gedaagd voor
sluikwerk. De rechter weigerde in
te gaan op de strafvorderingseis
van de arbeidsauditeur tegen de
betichten die «niet om den brode
of beroepshalve maar totaal koste
loos en uit menslievendheid een
familielid, buur of vriend met het
opknappen van een of ander kar
weitje hadden geholpen». De
RVA-amblenaren hadden tijdens
kontroles proces-verbaal opgesteld
tegen werkloze mannen die, om
hun vrouw een handje te helpen,
op boodschap gingen of de vuiI-
nisbakken uit een herberg hadden
buitengezet. «Kosteloos werken
op toevallige basis mag», zei de
RVA-inspektie, als het maar op
voorhand aan de betrokken dien
sten wordt gemeld. Rechter Ong
henae vond de vlijt van de RVA-
ambtenaren welletjes en stelde
«laat ons ernstig blijven en vooral
de zware misbruiken bestraffen».
(FVB)
Een werkloze mag voor zichzelf
geen arbeid verrichten die inge
schakeld is in het economisch
ruilverkeer van goederen en dien
sten en die niet beperkt is tot
het beheer van eigen bezit".
De werkloze die in de loop van de da
(werkdag, zon-of feestdag)een acti
viteit uitoefent welke krachtens
art 126 niet is toegestaan moet voor
af het overeenkomstig vakje op zijn
controlekaart schrappen. Indien het
een activiteit betreft die voor reke
ning van een derde werd uitgevoerd
moet deze schrapping geparafeerd wor
den door deze persoon, alvorens de
activiteiten worden gestart.De werk
loze moet zijn controlekaart op de
plaats van zijn tewerkstelling bewa
ren (art 153, 154, KB 20/12/63).
Indien de controlekaart reeds was
afgestempeld moeten de stempels
vernietigd worden, hetzij door de
aangestelde van het controlebu
reau, hetzij door de werkloze
zelf (art 78, MB 4/5/64)