Vedetten I cardoen in Blankenberge AU M0UT0N BLANC FARKTZANGERS INSPECTIE Zomer 1945 De oorlog, op Belgisch grondgebied tenminste, is voorbij. De vakantieoorden zijn weer openge steld, en het wordt tijd dat wij er weer eens op uit kunnen. Wij, dat zijn de leden van onze toneelgroep "Jeugd Vreugd", aangevuld met en kele supporters. Wij gaan twee weken met vakantie, naar Blankenberge. Ik met mijn vrouw, Georges Cassiman met Angèle en Elza De Coster logeren in het hotel "Ru bens", aan F 550 per dag, vol pensi on. De anderen konden zich dat niet permitteren, want die hadden met de Engelsen geen commerce ge daan, of hadden geen rekker ge maakt (later, meer daarover). Waren Mouch (Grijseels Edouard) lo geerde met zijn vrouw en dochter bij een duivenmelker (Waren was een ver stokt duivenmelker); Turen Banane (Arthur UI in) was met zijn Suzanne ook ergens goedkoop gelogeerd, en Célestine De Cooman had, samen met haar man Jules Van Vaerenbergh, letterlijk en figuurlijk hun tent opgeslagen te Bredene. Het spreekt vanzelf, dat wij steeds samenwaren - alleen 's nachts was dit bij wijze van spreken niet het geval Het begon heel goed, want de eerste keer dat wij erop uit trokken, zong Angèle de eerste prijs in een cro- chetwestrijd. Deze werd georgani seerd in Hotel-restaurant "Gaité", op de dijk. Voor het eerst trad daar een volledig damesorkest op, en vanzelfsprekend moesten wij daar bij zijn. Voor die gelegenheid hadden wij ons allen een wit matrozenmutsje ge kocht, en toen wij daar zo aantraden waren wij natuurlijk het middelpunt van de belangstelling. Wanneer Angè le dan ook nog de eerste prijs weg kaapte met haar op maat gemaakt lied je "La Choupetta", kon de leute niet meer op. De eerste prijs van F 800, was juist voldoende om een rondje te geven. WAREN MOUCH,IRIJN LEONIE EN DOCHTER Anno 1945 Maar, wij hadden de smaak weg Wij gingen trachten zoveel mogelijk bij te verdienen, teneinde onze fin anciën op peil te houden. Iedere avond gaven wij dan ook verscheidene "demonstraties" weg van danskunst. Wij hadden namelijk een café gevon den, "Au Mouton Blanc", waar wij, als vergoeding voor onze "diens ten", de avond konden doorbrengen met op tijd en stond gratis vertier. Het spreekt vanzelf wat wij iets in de plaats gaven Hoeveel maal wij iedere avond "optraden" weet ik niet meer, maar minstens tien keer dans- ten wij "In the mood". Dat was een dansnummer dat wij in de revue "Gieënen trok bij de mok" gedanst hadden, en dat werkelijk een sukses- nummer was. Wij dansten dat met zijn vieren: Georges, Angèle, Florence en ik. Soms nam Elza De Coster de plaats van Florence in, en zij deed dat even goed. De toeristen waren enthou siast, en trachtten steeds met ons mee te dansen. Iedere avond was het "vollen bak", tot vroeg in de morgen, zodat de uitbater van "Au Mouton Blanc" gouden zaken deed, en op het einde van onze vakantie, ons aanbood om nog een tijdje te blijven, op zijn kosten. Kortom, het was een reuzetijd. Als wij op straat liepen, werden wij door menig toerist herkend en aangespro ken, met andere woorden, wij werden stilaan "vedetten". Dat neemt niet weg, dat onze financiën toch stilaan naar omlaag gingen, en er een ferme "injectie" nodig werd geacht. Na... rijp overleg besloten wij op de Blank- enbergse markt te gaan staan, en liedjes te verkopen. Ons plan was rap gemaakt: wij zouden naar Jules Merckx, onze ondervoorzitter, tele foneren, en hem vragen naar Blanken berge te komen, voorzien van alle restanten van oude programma's, die wij ter gelegenheid van onze revue's verkochten. Hij moest eveneens Dore- ken Chavatte, onze akkordeonist, mee brengen, en dit om ons te accompagne ren. In die oude programma's van ons stonden steeds een paar liederen ge drukt, en dat gingen wij verko pen. Zo gezegd, zo gedaan. Naar Jules getelefoneerd, en een paar dagen nadien staat daar 's morgens een camion van den "Union Allumetière" voor het hotel Rubens, met aan het hoofd van wel twintig man onze onder voorzitter Jules Merckx, mede met de familie Jules De Coster, Doreken Chavatte en de temboer-majoor Maurice Pinte. Het wordt een hartelijk weerzien, en wat slechts een vage gedachte was, gaat nu werkelijkheid worden. Jules Merckx heeft werkelijk goed werk verricht, en alles meegebracht wat wij nodig hadden. Hij heeft zelfs 500 paar bretellen meegebracht om ons op de markt te doen verkopen, iets wat Georges en ik kategoriek weigeren. In stoet trekken wij door de Kerkstraat in Blankenberge, met Pynte op kop. Deze heeft een biljart- stok in de hand, en geeft als tam boer-majoor de kadans aan, terwijl Doreken Chavatte er de muziek in houdt. Het spreekt vanzelf, dat wij door vele toeristen "herkend" worden, en daar zij weten dat er iets "op til" moet zijn, sluiten velen zich bij ons aan, zodat op zeker ogenblik een ganse "stoet" door de Kerkstraat trekt. Op een bepaald moment komen wij voor een likeurwinkel, waar een demonstratie wordt gegeven door een zogenoemde "Robotman". Deze staart met starre blik voor zich uit, is zwaar gemaquilleerd, en telkens hij met hoekige gebaren een glas drank omhoog naar zijn lippen brengt, wrijft hij stuntelig over zijn buik, wat er op wil wijzen dat de drank lekker is. Het is echt een raadsel hoe die man zijn blik onbewogen en star voor zich uit kan houden. Velen van ons betwijfelen het zelfs of er werkelijk leven in die man is, en het geen echte robot is. Op zeker ogenblik zegt Pynte: "ik zal rap gaan weten of het een mechanische of een levende man is". En werkelijk, hij gaat voor de robot staan, neemt het glas drank uit diens hand, maakt dezelfde hoeki ge gebaren, maar eens met het glas aan zijn mond gekomen, drinkt hij het glas leeg! Mensenlief! Of er ge lachen werd, en in de handen geklapt. Tot zelfs de robot stond er lachend bij. Door die onverwachte reklaam die wij voor hem hadden gemaakt, stond de uitbater van de likeurwinkel erop, dat wij allen gratis een glas "Cinza no" dronken. Wat wij dan ook graag deden. Vol hilariteit trokken wij dan markt- waarts, en zonder overdrijven durf ik te stellen dat onze groep wel tot honderd mensen aangezwollen was. Op de markt waren de taken gauw ver deeld: terwijl Doreken Chavatte de airekens speelde, zouden Georges, Banane en Pynte met liedjes rondgaan. Angèle, Elza en ik zouden zingen. Middelerwijl dansten wij een paar dansjes, die de Engelsen hier binnen gebracht hadden, zoals "Boomps a Daisy" en "Oky-Poky". Mensenlief, wat was dat een sukses Vijf frank voor een liedje. De mensen duwden en dromden om in de kring rondom ons te geraken. De briefkens van vijf frank vulden de akkordeonkast van Doreken Chavatte. Een beeld dat ik nooit ver- ANGELE CASSIMAN - VAN LAETHEM DE BESTE NIN00FSE ACTRICE VAN HAAR TIJD Anno 1945 geet, waren de mensen van Ninove, die daar ook op vakantie waren, en die ons voor het eerste als "liedjeszangers" bezig zagen. Er waren er, die de ar men in de hoogte staken, en op hun buik wreven van het lachen. Kortom, nu hadden wij gevonden wat wij zochten. Geld in overvloed, en dit op een plezante manier, ware het niet dat schone liedjes niet lang duren. 0p zeker ogenblik, gaat de cirkel rondom ons open en verschijnt daar een politiecommissaris en een inspecteur. Beide mannen komen regel recht naar mij toe, en vragen sinds wanneer er muziek mag gemaakt worden op de openbare weg en op de markten, zonder voorafgaandelijke toelating. Terwijl ik antwoord, dat wij een troep toneelliefhebbers van Ninove zijn, en dit slechts doen om ons ple zier en niet uit winstbejag, maken de andere mannen zich uit de voeten. Ik roep op Pynte dat hij mij niet alleen moet laten, en terwijl Pynte bij mij komt, gaat de commissaris streng verder, van "er is op iedere vraag een antwoord" en "weet gij niet dat zulks verboden is" en "geef eens beiden uw eenzeivigheidskaart"Ik bekijk Pynte, hij bekijkt mij, en onderwijl halen wij beiden sip onze eenzeivigheidskaart boven. Wanneer de commissaris bemerkt, dat wij zelf twee politieagenten zijn en dit mee deelt aan zijn inspekteur, kan hij niet nalaten dat er een lach op zijn gezicht verschijnt. Hij komt geheim zinnig tot aan mijn oor, en vraagt serieus of ze in Ninove soms geen politiecommissaris vandoen hebben. Het ijs is gebroken, en er wordt van beide zijden geglimlacht, zij het dan van onzentwege wat -zuur, en in bange verwachting. Wanneer dan de commissaris zegt, dat wij moeten opkrassen, en dat dit goed is voor ene keer, maken wij ons rap uit de voeten, echter niet zon der de stoel en de akkordeonkas van Doreken Chavatte mee te nemen. Wat er naderhand gebeurde, hoeft geen betoog. Niemand geraakte uitverteld. Gelachen, gelachen, en nog eens ver tellen en lachen. Nu was onze vakantie ten volle gelukt. Toen wij enkele dagen nadien thuis arriveerden en weer op dienst moes ten, was ons gemeentebestuur reeds volledig op de hoogte van het gebeu ren. Mensen als Omer Van Trimpont, Hubert Wachtelaer, Maurice Viol on, Fred De Weghe en Edgard Cornel is heb ben daar echt deugd van gêhad, en hartelijk gelachen. Tientallen malen hebben wij alles in geuren en kleu ren moeten vertellen. Wij hebben veel beleefd. Maar dat was toch een uniek feit, dat twee politiemannen met liedjes stonden. Volgende, en vele jaren later, heb ik bewuste politiecommissaris nog dikwijls ontmoet bij het doorbrengen van onze vakantie in Blankenberge Nooit hebben wij mekaar gesproken, maar hij herkende mij, want steeds knikte hij glimlachend naar mij. Denkelijk zal hij ook lang het por tret van de twee Ninoofse politie mannen bij zich hebben gedragen,zij het dan als liedjeszangers. Marcel Cardoen. volgende maand:"Pynte's zwanezang" THUREN BANANE EN ZIJN Anno 1945 SUZANNE Watlez 83

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokzjiel | 1984 | | pagina 10