Engels vissen of matchvissen HENGEL RUBRIEK De redactie heeft besloten van af deze uitgave maandelijks een artikel te wijden aan de sport. Onze reporters zullen de een na de ander de sporten die in groot Ninove worden beoefend in de kijker brengen. De bedoe ling is die sporten meer te leren kennen. De aspecten ervan te belichten. Een andere kijk op de sport zelf. De redactie hoopt dat deze reeks over de sport onze talrijke lezeres sen en lezers zal bevallen. De redactie V.K. Ninove speelt op de kloppers langs de Denderstraat. De uitbouw van de klub is volledig privé.Het management wordt gerund door vrij willigers en voetbalfanaten, die er hun vrije tijd en ook hun zak- gel insteken. Er spelen te Ninove 10 ploegen. Van preminiemen,de allerkleinsten tot veteranen, de ploeg van de oude gloriën. De klub telt meer dan 300 spelers. Het sportieve wordt geleid door trainer Elegeert. Wij gingen hem opzoeken om zijn visie te horen over voetbal. Walter Elegeert trad voor het eerst aan in Schelle- belle, verkreeg zijn transfert naar Aalst. Opgenomen in de militaire ploeg, werd hij aangekocht door Racing White nu R.W.D.M., vervol gens na drie jaar Waregem, Brugge, Moeskroen, speler-trainer in Deinze, hulptrainer bij Cerele Brugge, daarna trainer te Ninove waar hij reeds zes jaar de ploeg onder bevel heeft. Weliswaar werd deze periode onderbroken door een half jaar Aalst. Vanzelfsprekend is Elegeert een gediplomeerd Hei zei- trainer. Onze eerste vraag luidde "Waar ligt het verschil tussen de voetbal van toen en deze van nu Voor 20 jaar, vertelt Elegeert,was het voetbal gebaseerd op de tech niek en behendigheid. Vandaag gaat de voetbal uit van meer atletische voetbal, fysieke voetbal.Nochtans ziet men de laatste jaren een ken tering komen die weer meer naar de techniek overgaat. De ideale voet bal zou wel eens kunnen zijn een fysiek en technisch sterke speler. Wat ook de begeleiding van de ploeg betreft is hier zeker een groot ver schil. Bijvoorbeeld ploegen van eerste en tweede afdeling kennen een voorbereiding naar wedstrijden toe die voor 20 jaar ondenkbaar was. Medische begeleiding, afzondering, psychologische aanpak, kinesithera pie, sportieve begeleiding maakt heden ten dage dat de speler maxi mum wordt voorbereid op zijn wed strijd. Dit alles brengt mee dat voetbal op een zeer hoog niveau kan gespeeld worden, en dat het gezegde, dat voetbal achteruit zou gaan, zeker niet strookt met de werkelijkheid. "Het is een feit dat ook in lage re afdelingen er beter gevoetbald wordt en dat het 1iefhebbersvoet bal de sporen volgt van de profs. Het beter spelen in lagere kan worden uitgelegd door het feit dat oudere profs naar die reeksen afdalen en daar hun kennis en voet bal-bagage aan de man brengen. Deze verbetering brengt ook mee dat deze lagere ploegen ook trai ners aantrekken. De periode van de trainer-melkboer, bakker of anderen schijnt definitief voorbij. Misschien kunnen die mensen zich nog nuttig maken bij jeugdvoetbal maar daar schuilt dan het gevaar in dat zij jong talent al wel eens voor eeuwig naar de vaantjes hel pen. Zo is het dan inderdaad dat de taak van trainer zwaar wordt omdat er meer en meer van hem ver wacht wordt. Al de taken die u op noemt vallen wel onder zijn bevoegd heid. Stel daar nog bij dat hij al de ploegen ook gedurende de week moet begeleiden en dan wordt het in derdaad teveel voor een man. Er zouden dus meer gekwalificeerde begeleiders moeten komen die de trai ner helpen. Maar dan komen wij in de kas van de klubs terecht en dat is dan weer een andere zaak". Al vaak lezen wij dat er trainerwis sels worden gedaan. In België geldt zelfs een gezegde dat wanneer een trainer zijn kontrakt tekent hij reeds met een been buiten staat Elegeert had hierover het volgende over "Het is inderdaad in België een mode dat er trainerwissel wordt gedaan wanneer het minder goed gaat met de uitslagen van de ploeg. Ik denk dat dat ook in het buiten land bestaat. Hoe komt zo iets ten berde Dat hangt veelal af van de entourage van de klub. Slechte re sultaten brengen eerst de suppor ters aan het morren, dat slaat over naar het bestuur die onder druk komt te staan. Dit bestuur is dan verplicht iets te gaan onder- nemen. Spelers op de kant zetten. Bestuur wegdenken. Zaken die niet mogelijk zijn. Daarom kiest men normaal voor het gemakkelijke Trainerwissel Elegeert voegt eraan toe dat de trainer inderdaad met die gedachte aan zijn werk begint. "Hij weet wanneer hij de verantwoordelijkheid draagt voor een klub en dat wanneer het slecht gaat hij dan die verant woordelijkheid moet opnemen. Hij moet dus durven instaan voor de de slechte resultaten. Wat nog niet wil zeggen dat een trainer de deur uit moet. Voetbal is geen wetenschap. Een trainer kan enorme inspanningen doen en bergen werk presteren dat zal nog niet de garantie zijn dat alles in de ploeg op wieltjes draait". In België bestaat een degelijke Heizelschool voor trainers. Wij zien echter dat nog vele vreemde trainers onze velden bevolken. Daarentegen is de uitwijking naar het buitenland van een belgische trainer eerder zeldzaam. Elegeert had de volgende uitleg. "Inderdaad, onze Heizelschool pro duceert goede trainers. Die krijgen echter geen bescherming van de K.B.V.B. Dit in tegenstelling met het buitenland waar de trainer door zijn bond is beschermd. Komt daar nog bij dat in het buitenland ook een trainerssyndikaat bestaat die de trainersjobs behartigt zodat het voor ons moeilijk is om naar het buitenland te gaan trainer spelen. Komt daar nog bij dat de meeste belgische trainers hun trainervak als bijberoep uitoefenen en dus moeilijk kunnen uitwijken. Wat niet belet dat vreemde trainers het hier bijzonder gemakkelijk krijgen. Denkelijk komt er weldra ook een kentering voor de belgische trainer. Meerdere oud-spelers die prof waren, volgen nu de school. Eens hun diploma op zak zullen zij er zeker aan houden ook als full proftrainer te fungeren. Of dat nu in het buitenland of bij ons gebeurt, zal hun geen zorg zijn. Alhoewel de belgische trainer de avonturiersmentaliteit ontbreekt om naar het buitenland uit te wij ken. Alhoewel dan weer de vraag zal gesteld worden of zij zonder buitenlandse licentie daar aan het werk zullen kunnen". In voetbal bestaat er een systeem van kopen en verkopen van spelers die men transfers noemt. Is dit duur systeem nog te verantwoorden en is,een klub niet beter van in de diepte te werken, dat wil zeg gen eigen jeugd opleiding naar het seniorenelf. Elegeert vindt dat de tijd van dure tranfers van bui tenlanders of van spelers die enorm veel kosten aan verplaatsingskosten, voorbij zal zijn. Het wordt dus tijd, gelukkig maar, dat de klubs meer en meer aandacht gaan besteden aan eigen kweek. Ik persoonlijk ben erg gelukkig met deze evolutie om dat ik de mening ben toegedaan dat men een ploeg bouwt. Een ploeg bou wen gaat niet in enige maanden, zelfs al worden er spelers aange kocht. Voor men een speler optimaal kan gebruiken moet men hem door en door kennen. Dat is niet mogelijk met een aangekochte speler. Indien men echter in eigen rangen gaat werken dan gebeurt het dat men de jonge spelers die men jaar in jaar uit volgt kan kneden en gereedmaken voor het fanion elftal en dat die speler daar maximaal zal renderen". Men hoort heden tendage klagen over afbraakvoetbal, agressieve voetbal die dan maakt dat de toe schouwers de rug naar de voetbal sport keren. Het attraktieve schijnt eruit te zijn. Elegeert antwoord als volgt. Volgens zijn gevoelen neemt het toeschouwersgetal niet af op het hoogste niveau. Dat gebeurt dan wel in de klassen daaronder. Hij vermoedt zelfs een stijging van het aantal in de lagere klassen pro vinciaal. Dit zou kunnen het gevolg zijn van de crisistijd. Dat het attraktieve uit de voetbal verdween en dat voetbal achteruit gaat,be twist hij erg. Walter vindt dat de voetbal, voor de kenners dan, ver beterd is. Taktisch toch. Het attraktieve kan er alleen komen als de trainers de voorkeur gaan geven aan offensief voetbal en aan de technische spelers. Het is niet altijd gemakkelijk. Wanneer men een ploeg attraktief, dus offensieve voetbal, laat spelen moeten de re sultaten volgen. Indien niet, dan zal de klub nogal geneigd zijn de realistische voetbal aan te kleven die de punten garandeert. Persoon lijk, zegt Walter, ben ik van na ture een aanvaller. In mijn ploeg is die natuur zichtbaar. Ik opteer voor offensief voetbal en tracht dat ook op mijn spelers over te brengen. Ik denk altijd aanvallend en ik geloof niet dat ik mijn spe lers anders zal kunnen doen spelen. Lentulo 15 jaar geleden was het matchvis sen zijn eerste kinderschoentjes ontgroeid. Internationale wedstrijd hengelaars werden gekonfronteerd met deze viswijze op de Wereld kampioenschappen en velen van hen konden of hadden er nooit mee ge werkt. Dus werd het verplichtend onderwijs, de matchhengel deed zijn eigenlijke, officiële entree. De Fransen zijn er niet helemaal mee akkoord met de benaming "Engels", zij beweren dat zij lang voor de engelsen, a la frangaise visten". In elk geval, zeker feit, de belgen hebben het niet uitgevonden. Is dat nu wonder die matchwijze of is het iets voor specialisten of enkel snobisme Geen enkel van de drie... het is enkel een verbetering, het geeft je meer visplezier, het heeft zo een beetje charme omdat het een andere belevenis is. Wat is nu de matchhengel Velen van ons zullen daar wel al over gele zen hebben en heel normaal komen er vissers tot een gewoon besluit... "wel, dat is ne lansêe Ja, d'er wordt en moet met geworpen worden, maar het nu "lansee" of "werp hengel" categoreren, dat zal wel moeilijk uitkomen. Vastgestelde maten worden door de fabrikanten geëerbiedigd, te zeggen 3,60/3,90/4,20 en 4,50 meter-Afvragen waarom, ik zou d'er geen antwoord kunnen opgeven., altijd driedelig en met tegeneenschuivende bussen De hengel wordt voorzien van 14 tot 18 ogen, bij voorkeur de bekende FUJI-ogen met hoge brug. Wrijving van het nylon is uitgesloten en de draad wordt zonder tegenstand door de ogen geleid met als resultaat... verre en juiste worpen. Het laatste deel heeft een gekurkt handvat van 70 a 80 cm en de molen wordt ver voorwaarts op het handvat vastgezet. Men voelt bij het monteren de stabiliteit en men verbetert het evenwicht van hengel en molen door de molen verder of korter te zetten. De hengel moet in de hand liggen, los en zonder moeite, de hengel moet liggen zoals de stok van een koordenloper. De molen gevuld met 14 geeft u worpen van 30 meter zonder moeite. Winderig weer waar door het vissen met de vaste hengel praktisch onmogelijk is wordt door de matchhengel opgelost, onder ande re bereikt u een visaktieradius die veel groter is en zonder moeite. Geloof nu ook niet dat de match hengel ALLES oplost, verre van. U moet u precies niet op 3 meter of met hennep op 5,6 mester met de match vissen, ge kunt het wel doen, maar., zie er het nut niet van in. De Engelsen, Ieren vissen praktisch met geen andere hengel, geloof het vrij, zij kunnen het zo sekuur dat men op de duur aan zijn eigen tech niek begint te twijfelen. Toch voor delen bestaan, men kan er mee lepe len, men kan er mee snoeken, snoek- baarsen, zelfs karperen, mits aan passing van de reservespoelen van uw molen. De andere kant van de bladzijde zijn de attributen die men nodig heeft, de dobbers.een enorme gamma...en de vraag..welke Dan spreekt men nog niet van een swingtip, een quivertip, of zink- methode genaamd (ledger). D'er komt vast en zeker veel bij te pas, onder andere bij de vaste stok komt er ook veel bij te schaven en te wegen. Schaft u zich een match hengel aan, kies u een lengte van 3,60 of 3,90 meter, te korte hengels beperken het fijne van het "matchen", een werkende topaktie dat niet mag overslaan naar het 3de stuk, zo mogelijk met een topoog waarop u een swing-of quivertip kunt mon teren. Bij aankoop zal uw winkelier d'er nog veel kunnen bijvoegen en raad geven. In elk geval, moeilijk of niet ieder zijn eigen dunk,het is een fantastische manier van Fikken vissen GEKEUVEL MET WALTER ELEGEERT, TRAINER V.K. NINOVE Wij vroegen verder of een trainer die men nu in alle klassen aantreft wel opgewassen is tegen zijn taak. Spelleiding.ManagementOpstelling der ploegen. Materiaal en spelers materiaal. Psycho-aanpak. Doorge voerde trainingen. Walter ant woordde het volgende

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokzjiel | 1984 | | pagina 11