INFORMATIEBELEID DESPRETS: ONWIL OF SLUWHEID skoon ninove <|esclii<Mlcius van hel; kerkplein ie ninove 2.De watermolen als bepalend element NA DE FUSIE NIEUWE STADHUIS DE WATERMOLEN HET WATERMOLENBRUGJE DE SCHEIDINGSMUUR i«?rkgmcp ^tmificu DE BELLEMAN Ouderen hebben hem nog gekend, de belleman die met de fiets en de bel en met luide stem tot in de uithoeken van Ninove zijn mare ging verkondigen. Gemeentebestu ren hebben altijd de verplichting gehad hun bevolking over een aan tal bestuurszaken degelijk in te lichten. Deze verplichting is niet ontstaan uit een of andere toege ving aan de milieubeweging, maar is zo oud en zo essentieel als de democratie zelf. Tot die ver plichte openbaarmakingen horen de berichten inzake huwelijks belofte bij de burgerlijke stand, aanvragen tot het beginnen van een hinderlijk bedrijf en bepaal de bouwaanvragen.Ook de agenda van de gemeenteraad en het bekend maken van bepaalde politiever ordeningen of reglementeringen horen publiek te worden bekend gemaakt.Voor de fusie in de kleine entiteiten volgde eenieder de politiek via het burengesprek, via de veldwachter of via het aanplakbord bij het gemeentehuis dat voor eenieder nabij was. Na de fusie is het misgelopen met het openbaar maken van berichten in Groot-Ninove. De berichten wer den alleen nog centraal en gespreid uitgehangen, enerzijds aan het oud stadhuis (buiten burgerlijke stand, binnen in de gang de agenda van de gemeenteraad en dergelijke), anderzijds aan het De Montplein voor ruimtelijke ordening en te Meerbeke aan het oud-gemeentehuis voor hinderlijke inrichtingen.Wij hebben er steeds voor gepleit dat men enerzijds centraal zou aan plakken te Ninove op één plaats en anderzijds in alle deelgemeenten een dubbel zou uithangen omtrent die zaken die betrekking hebben op het grondgebied van die deelgemeen te. Eigenlijk elementair toch, en voor weinig of geen geld te rea liseren. Meer nog, wij hebben er steeds voor gepleit dat het stads bestuur een WEKELIJKSE rubriek zou openen via de reclamebladen voor het openbaar maken van die zaken die op niveau van Groot-Ninove wettelijk openbaar moeten worden gemaakt. Dat doen toch ook de no tarissen, de deurwaarders of elke burger die een mededeling aan het publiek moet brengen. Het reclame blad is eigenlijk toch een moderne vorm van de vroegere belleman of de burenpraat. Elk bedrijf dat deftig gerund wordt zou zo iets doen. Stel je voor dat een notaris een affiche inzake openbare ver koop alleen aan zijn venster zou uithangen Men zou die man voor idioot aanzien. Openbare berichten dienen zo bekend mogelijk gemaakt te worden en niet in een onzichtbaar hoekje wegge borgen te wórden. Het stadsbestuur heeft van de fusie gebruik gemaakt om het' informatiekanaal naar de bevolking toe te versmallen. Maar sinds het stadsbestuur ver huisd is naar het nieuw stadhuis is het nog erger geworden. De burgerlijke stand wordt uitge hangen op de binnenkoer van het nieuwe stadhuis, 's Avonds zijn de berichten wegens de duisternis niet te lezen. En wie passeert nu langs die binnkenkoer tenzij diegene die op het stadhuis moet zijn. Trouwens de vraag stelt zich of die binnenkoer een open baar plein is, waar eenieder dag en nacht mag vertoeven. De be richten inzake bouwvergunningen en hinderlijke inrichtingen en dergelijke (bv. agenda gemeente raad) hangen uit in de BINNEN- GANG van de lokettenzaalzaal die alleen in de voormiddag op de werkdagen voor het publiek toegankelijk is. Bovendien hangen die zaken kriskras door mekaar, vermengd met allerlei andere zaken, zodat het een toeval mag heten dat men juist op die medeling zijn oog laat vallen, die men zoekt. informatoren van de Centrumlaan, schepen Desprets, is dit onwil of is dit sluwheid Hoelang wen sen jullie het publiek nog voor de gek te houden Wij althans zijn jullie geklungel beu en hebben klacht ingediend bij het gouverne ment. Schepen Desprets, in Pollare is er onlangs op een zeer onregle mentaire manier een bouwvergunning uitgereikt, waarvoor een openbare bekendmaking vereist was, die niet is gebeurd. Schepen Desprets, wij wantrouwen u en wij vermoeden dat uw geklungel inzake openbare aan plakkingen wel eens het schild zou kunnen zijn, waaronder zich prak tijken afspelen die het daglicht schuwen. Heren van de Centrumlaan, uw informatiepaneel in uw stadhuis paleis is een WARBOEL De Werkgroep Leefmilieu Maar vaak zijn gebruiken taaier dan reglementen en uit dat gebruik is de huidige Damweg ontstaan, die op abdijeigendom lag. Misschien is er maar één gebouw, uit gans dat complexe abdijbe luik dat vanaf den beginne tot op heden onveranderd op zijn plaats is gebleven de watermol en.Reeds in 1167 is er sprake van "twee watermolens nevens de inkom".In de latere abdijdocumenten is er slechts sprake van één watermolen (de molen bij de Dam), zodat het voor Van Gassen een probleem was die tweede molen te situeren. Nu tekent de Van Deventerkaart (1560) blijkbaar wel een tweede waterrad bij de splitsing van de Beverbeek en de noordelijke vest- gracht. Is dat die tweede water molen De watermolen aan de Dam stond op de Beverbeek. Naast de molen lag het molenaarshuisje en het geheel werd in de 15de eeuw verpacht. De molen was een graan- en slagmolen. Alleen de abdij en haar pachters mochten in die wa termolen hun graan laten malen. De Ninovieters zelf waren verplicht de watermolens van de stadsheer te gebruiken maar deden dit niet al tijd. Op vlak van de landbouweco nomie betekende de abdij te Ninove nogal wat. Ze bezat er 400 bunder 500 ha) landbouwgrond, waaron der heel veel akkerland. Vergeten we niet dat in de 15de eeuw in en rond het beluik naast de kloosterlingen nog zo een 250 mensen werkzaam waren, die hielpen bij de exploitatie van de abdij eigendommen. Geen wonder dat er naast de watermolen(s) ook nog een abdijwindmolen (zeker vanaf de 16de eeuw) is bijgekomen. Molens en molenrechten speelden in de middeleeuwse agrarische samenle ving een overwegende rol. Zo is het te begrijpen dat zich naar de watermolen (en niet bv. naar de abdijkerk) het oudste stratenpa- troon heeft ontwikkeld. Temeer daar vlak achter de watermolen tot 1603 het eerste neerhof van de abdij lag. Toen is dat afgebrand en niet meer heropgebouwd. HET SPAUSSTRAETKEN Vanuit de stad, vertrekkend vanaf de Vijfhoek, liep een bochtig niet geplaveid straatje naar de molen. De oude documenten noemen het "spausstraetje"(Over de beteke nis daarvan later meer). Voor de molen verbreidde zich het straatje tot een pleintje, het molenpleintje, weliswaar gelegen buiten het beluik, maar toch eigendom van de abdij. Op dat pleintje, onmiddellijk naast de molen stond de "Voorpoort" of "Hoofdpoort", de hoofdingang van het abdijbeluik. Het spaus straetje was bewoond langs de zuidwestkant, waar ook thans nog de meeste woonhuizen staan en- gaf vorm aan het huidige kerkplein. Eertijds was dit plein een dries, een onbebouwd stuk grond tussen het spausstraetje en het beluik. Ook deze dries was voor het grootste gedeelte abdijeigendom. Vanaf de Voorpoort, die toen iets meer zuidwestwaarts lag dan de huidige poort, vertrok een weg binnen het beluik. Deze weg waar aan het huidig tracé Kloosterweg en Abdijstraat nog in grote lij nen identiek is, verbond de water molen met de hoger liggende vel den van het abdijbeluik en via de Veldpoort ook de Ninoofse kou ter. Langs deze weg spreiden zich de kloostergebouwen uit. De water molen was dus het bepalend ele ment voor het oudste wegenpatroon in en rondom het beluik. Aan de molenstuw op het grondgebied van het abdijbeluik lag een brugje over de Beverbeek. Via deze brug en verder via de Vestbarm van de Geraardsbergse Poort (huidig steeg je aan de cinema Central) kon men naar de Geraardsbergse straat toe, ofwel via een tweede brugje over de stadsvest naar de Bleekstraat. Vele burgers gebruikten dit brugje aan de abdijwatermolen als openba re weg, zodat een toestand ontstond van een publieke erfdienstbaarheid, een verworvenheid en gebruik die de abten in de 17de eeuw herhaalde keren hebben pogen af te schaffen. Biê'fÈMTRAA Het abdijbeluik vormde een juri dische uitzonderïngszone, zowel burgerlijk als kerkelijk, binnen de stad en parochie van Ninove. Noch het schepengezag, noch dat van de deken gold er. Dit gaf aanlei ding tot talrijke bevoegdheidscon flicten en ruzies tussen stad en abdij. (Deze uitzonderingstoestand betrof alleen het beluik en niet de abdijeigendommen buiten het be luik, zoals het Kerkplein). De scheidingsgrens tussen het stads- territorium en het beluik was dus meer dan een gewone perceelsgrens tussen twee eigendommen. De be grenzing van het beluik moet te ruggaan tot 1157. Op die schei dingsgrens werd langs de kant van de stedelijke bewoning een vervolg pag 12 nog de oude loop van de schei dingsmuur weer. Waar de twee au to's staan, stond vroeger de eer ste VoorpoortDe Dam kon men slechts bereiken via het abdij domein Scheidingsmuur en molenpleintje De stippelijn geeft de oude schei dingsmuur weer tussen de stad en de abdij. Zwaartepunt van het Kerkplein was voor 1600 het mo lenpleintje. Daar kwamen drie wegen toe/de binnenweg van de abdij, het spausstraatje en de weg langsheen de scheidingsmuur De gronden op en rond het kerk - plein die abdijeigendom waren zijn lichtjes zwart gekleurd. Het molenpleintje Thans een rommelig gedoe. De oude perceelsgrenzen van dit pleintje zijn nog in grote mate aflees baar. Links, naast het woonhuis is nog een oud stuk perceelsmuur zichtbaar. Rechtop is de Bever beek, die eertijds het plein af sloot, overwelfd. Rechts geeft de voorgevel van het molenhuis

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokzjiel | 1985 | | pagina 9