swingende
fllili
nostalgie
Evenals bij de Jazz-Kroegentocht
bewijst het daverend succes van het
toneelstuk De Heren Van Ninove dat
er in deze stad wel degelijk een
publiek bestaat voor kuituur en
amusement als alle registers van
publiciteit, sponsoring en organisa
tie maar opengetrokken worden. Reeds
maanden op voorhand werden de Nino-
vieters overspoeld met reklame voor
dit stuk langs de mooie affiche van
Rik Wattez, advertenties en artikels
in de pers en spotjes op de vrije
zenders. Enkel de T.V. ontbrak er
nog aan. Men ziet dat André Baro
lang "in de stiel" gezeten heeft.
Andere organisatoren mogen hier ge
rust een punt aan zuigen en zouden
beter stoppen met het eeuwig gezaag
over "veranderde tijden" en gebrek
aan belangstelling. Dat de gepensio
neerdenbonden voor de kaartenverkoop
zorgden, zal er wel mee voor gezorgd
hebben dat de drie avonden uitver
kocht waren.
CAFE CHANTANT
Over naar het toneel zelf, hoewel
we bezwaarlijk van een echt toneel
stuk kunnen gewagen.
Een verhaal of plot is er in feite
niet, behalve dit
In een café (uiteraard zitten
enkele stamgasten en praten over
figuren, de Heren van Ninove dus,
15
die één voor één komen binnenvallen
(soms letterlijk) al of niet bege
leid door agent Cardoen. Dan volgt
een, soms heel summiere sketch met
deze figuur, hij of zij zingt een
"liedje of er wordt gezongen door
één van de stamgasten of de café
baas. En tenslotte "verstijft" dit
figuur in het spotlicht, terwijl
een straatzanger (Pol Beeckmans) op
de melodie van "Leopold twee" een
stroofje zingt over de "verdwenen"
figuur om zo weer de overgang te
vormen naar de volgende sketch.
Het oude systeem van de rode draad
dus. U ziet het, dit is eerder de
struktuur van een revue dan van een
toneelstuk. Deze opeenvolging zou
eentonig dreigen te worden was er
niet het akteertalent van de "klan
ten" Albert Van Oudenhove (Beireke
Ford als U dat meer zegt), Philippe
Van Der Haegen en cafébaas en-bazin
Roland Van Ginderachter en Diane De
Turck die alles aan mekaar praten
en zingen
Als Marcel Cardoen in zijn eigen
rol van agent echter ten tonele ver
schijnt, gaan de poppen pas goed aan
het dansen. Hij is het in feite die
de figuren reliëf geeft en ze terug
doet leven. Het subtielst is dat
het geval in zijn dialoog met Juf
frouw Penne (=Mariette Van Geert)
die hij verafgoodt maar die hem
toch in verlegenheid brengt als ze
het gesprek in A.B.N. tracht te voe
ren. Prachtig was ook de scène met
Boxtael (=Raf Bouten) en het verhaal
van de ontplofte kelder, vroeger
reeds verteld in dit blad en uiter
aard wordt het grandioos en ontroe
rend als hij samen met Kazzeken
(Kamiel Van Impe in eigen rol) Agent
Pinte tot leven wekt. Hier bewijst
Marcel Cardoen dat hij, ook op zijn
leeftijd, de koning van het Ninoofse
toneel blijft.
André Baro en de begeleidingsgroep.
Het kan dan ook niet anders of de
huidige revuespelers zullen zich
afvragen hoe het komt dat al deze
mensen niet meer bereid waren met
hen mee te spelen en hier wel.
Wat er ook van zij, laat ons hopen
dat, indien "De heren van Ninove"
als gezelschap verder blijven spelen,
we in Ninove geen dodel-ijke konku-
rentieslag zullen meemaken.
REVUE
De gebroeders Van Aelbrouck brach
ten het er ook goed af, vooral Erik
als zanger-pottenverkoper Louis
Verlak en natuurlijk in de rol van
zijn vader, 'Roger lambik. Ook Albéric
De Grem en Willy Provost deden hun
dubbele rollen eer aan. Wat het zin
gen betreft, zijn het vooral Pol
Beeckmans, Roland Van Ginder, Albert
Van Oudenhove en Erik Van Aelbrouck
die het schitterend deden. Op het
einde was er ook nog een jong talent
Anja Van Den Eynde of Lien van Gin
derachter, het is niet duidelijk in
de rolverdeling) dat prachtig "Die
grijze haren" vertolkte. Een jonge
belofte. Orkest en koor van Spiraal
o.l.v. Theo Vanderpoorten begeleid
den de zangers en zangeressen schit
terend.
Wie het toneelleven in Ninove een
beetje volgt zal het opgevallen zijn
dat het grootste deel van de akteurs-
bezetting samengesteld was uit vroe
gere leden van het revuegezelschap.
Dat geldt ook voor auteur-regisseur
NOSTALGIA
Wat de inhoud van sketches en lied
jes aangaat is het duidelijk dat
het hier om de uitdrukking van nos
talgische gevoelens gaat. Al die
vroegere 'helden' worden nog eens in
het zonnetje gezet (nog eens, want
er komen verscheidene herhalingen
uit vroegere revues terug). En vooral
van de liedjes druipt het Ninoofs
chauvinisme zo af. Wie daaraan twij
felt moet maar eens de refreintjes
herlezen die achteraan op het pro
grammablaadje staan. Nu ja, wie had
ook anders verwacht Het publiek
zal het zo wel het liefste horen.
Wat meer relativering had voor ons
echter wel gemogen. Wat ons meer
stoorde was het hier en daar bij de
haren bijgesleurde vlaams-nationa-
lisme. Maar we begrijpen dat de au
teur, gezien zijn politiek engage
ment het niet heeft kunnen laten.
Toch zeggen we "Nen dikke profi
ciat, auljen dingen was wél!"
Furi us
Pol Beeckmans in de rol van de
straatzanger die de sketches aan
mekaar zingt.
Erik Van Aelbrouck, een lied zingend
van marktkramer-zanger Louis Verlak.
Filip Van Der Haegen zingt Cheerio terwijl het eeuwige driemanschap, Car
doen, Pinte en Kazzen terug verenigd zijn.
Marcel Cardoen en Kazzeken beelden hun avonturen uit in het karakollenkraam.
Filip Van Der Haegen, Beir Ford en Roland Van Ginderachter volgen geboeid.
Diane De turck tapt pintjes.
Het gezelschap verenigd voor de slotliedjesversterkt door orkest en
koor Spiraal o.l.v. Theo Vanderpoorten.