O
Flip Kerieuzenees
en de GROTE ZONEROPRUINING
PAULA DE JONGE
te
JW
in memoriam
11
Sedert enkele maanden is te Ninove
het CONTAINER-PARK open. Een voortref
felijk idee, waardoor de Ninoofse bur
ger zijn afval, rommel, brol en over
tolligheden kan deponeren per katego-
n'e steengruis - tuinafval - kroon-
kurken - metaal - olie en papier. Bij
een eerste bezoek, de koffer van de
wagen vol met kroonkurken, schoten
door Flip K. zijn hoofd de volgende
herinneringen uit een tijd waar con
tainers nog niet bestonden, laat staan
dat er parken voor ingericht waren...
- Zomer 1958 -
"Djëk! Ik heb een mooi werkje voor
je..." Lap, I am gezien! Mijn vader
luidde met dergelijke mededeling een
onrustige periode in. Waar hij de naam
Djèk vandaan haalde, wisten wij niet,
maar hij noemde eenieder van zijn zo
nen zo die te dicht in zijn buurt
rondhing, en die hij een geschikt
slachtoffer vond voor een "mooi werkje".
"Euh, ik was juist op weg om commis
sies (boodschappen) te doen, enne..."
Mijn vader deed handig of hij mijn
smoesje niet gehoord had. Zacht tussen
zijn tanden fluitend stevende hij naar
buiten. Hij wachtte even aan de deur
om zich ervan te gewissen dat wij met
zijn drieën klaar waren voor de nog on
bekende opdracht, en schoof dan geheim
zinnig de linten van het vliegengordijn
opzij. Het was bloedheet buiten. Een
ideale dag om te gaan vissen in de
beek. Ik verwenste mezelf en mijn
broers dat wij niet onmiddellijk na
de afwas verdwenen waren. Maar ja,
de Tour de France en de krant met Piet
Fluwijn en Bolleke, zij hadden ons in
de val gelokt.
"Neen, niet naar het zoldertje!" pre
velde mijn broer. Het zoldertje van
de atelier bij ons thuis - mijn vader
had een zaak voor elektriciteits-instal
laties - was het Siberië van onze
jeugd, al was het op die dag zeker
45 graden Celsius boven nul onder de
golfplaten. Het lag namelijk vol met
spullen van een gediplomeerd elekri-
cien buizen in alle maten, machons
(verbindingsmoffen), bochten, bakskes
(kontaktdozen)allerlei draad van
verschillende doorsnedes (zoveel-carré
zeiden wij als echte professionals),
neonbuizen, lampen, enz.Tenmaal per
jaar kreeg mijn vader het in zijn
hoofd om "den inventair" op te maken.
Met een groot boek nam hij plaats op
de trap en wij worden over de zolder ver
spreid als padvinders.Op korte instruk-
ties moesten wij dan alles, maar dan
ook alles tot en met het laatste stukje
draad van tien-carré, vastpakken,
naar mijn vader slepen, die het des
kundig bekeek en dan mompelend in zijn
register opschreef. En dan moesten
wij het stuk voorraad terugleggen.
En dat was nog het moeilijkste van
alles, want mijn vader hield er een
eigenaardige gewoonte op na om aan te
wijzen waar wij iets moesten terug
leggen.
"Waar, va?"
"Daar, joeng!"
Foeter, foeter, natuurlijk in het. ver
ste hoekje!
"Hier zo?"
"Nee, wachtekeer, daar manneke, in
de andere hoek..."
Foeter, foeter, zucht, voorwerp stie
kem wagmoffelen en terug naar af.
"Zo, de volgende?"
"Jamaar, jamaar, djèk! Waar hedde da
gelegd? Het moet daar liggen."
Terug naar de andere hoek! Soms nam
mijn vader een plastiekbuis van drie
meter en wees ons daarmee aan waar
wij iets moesten stockeren.
Met een zucht van verlichting merkten
wij op die zomerdag dat wij niet
het zoldertje op moesten. Maar even later
drong een nog meer verschikkende ge
dachte tot ons door...
"Verdoemelinge, het kotje!" siste mijn
broer. Nog even hadden wij een spran
keitje hoop, maar mijn vader sneed al
le ontsnappingsmogelijkheden met één
woord af.
"RUFFELEN". sprak hij. Wij wisten wat
dat betekende "De oude rommel moet
weg uit het kotje."
Het was alsof de hemel inviel. Het
kotje was nog stukken erger dan het
"Toon es hier... Mmmmm, brol! Weg met
die rommel! Ruffelen!"
En daar vloog het ding in een wijde
boog op een steeds groeiende berg.
Andere voorwerpen kregen uitstel.
"Moet dat niet weg, va?"
"Wat, toon es-hier... Ben je gek?-Dat
mag niet weg, nondedju! Dat heb ik
nog nodig."
Wij keken dan even naar elkaar en leg
den het geredde stuk terug op de plank.
"Dag dinges!" mompelden wij. "Tot
volgende keer.
En zo richtten wij in één maraton-zit-
ting een container-park avant-1a-lettre
op. De berg van geruffelde dingen nam
angstwekkende proporties aan en werd
als slotstuk zorgvuldig geschift per
zoldertje. Het bevond zich achteraan
de tuin, vlak naast de garage. Wij
stalden er onze fietsen in, verborgen
er onze illegale sigaretten en voor
de rest vloog alles erin wat een mens
niet meer nodig heeft "oud ijzer",
vodden, rommel, kapotte dingen,
kortom "brol".
Bij ons thuis werd gedurende ongeveer
twee jaar het kotje volgestouwd en
op on-dagen zoals die bewuste keer,
ging mijn vader op een omgekeerde bier
krat zitten en dirigeerde hij de gro
te opruiming. Het was dus zover. Met
een duivelse handigheid leidde mijn
broer even de aandacht van mijn vader
af, zodat wij het heilige pakje siga
retten (rode Bastos, later Gold Dollar
omwille van het mooie pakje en de spe
ciale "cowboy-smaak") in veiligheid
konden brengen. En dan kon het feest
beginnen. Wij wisten dat dit minstens
drie dagen zou duren.
Alles werd uitgehaald. De spinnen
scharrelden rakelings langs je armen
weg. De slakken, de kevers en de alom
tegenwoordige grijze "zwijntjes" (bed-
depissers is de echte naam, hadden
wij dat geweten...), de mieren en de
rupsen wisten niet waar zij het hadden
en wij nog minder. Het gras lag na
drie dagen bezaaid met brol, en het
ruffelen moest nog beginnen. Dit ging
als volgt.
"Djèk, geef eens dat dinges daar!"
"Dit hier, va?"
"Nééje, dat er naast. Ja, nee dat
niet, daarzie! Jaaa, nu zie ik je
werken! Wat is dat?!"
"Dat is het ding dat wij vorige keer
niet mochten wegdoen..."
soort ijzer - steengruis - hout -
papier - vodden en glas. Elke soort
kreeg zijn bestemming. Het overtollige
vuil mochten wij met een stootkar
naar de vuilnisbelt brengen. Dagen
werden eraan besteed, Want de stoot
kar bleek een uitstekende race-machine!
Het "oud ijzer" brachten wij naar Gal-
lootje, de "ijzermarchang"Hij droeg
een pet, een enorme peper-en-zout
kleurige snor en een drupje aan zijn
neus. Met een magneet testte hij de
kwaliteit en de soort van onze lading.
Wij wezen hem deskundig op de roodko
peren, en vooral de geelkoperen (zès
frank de kilo!) spullen en keken met
spanning toe hoe Gall ootje de gewich
ten op de baskuul (balans) gooide.
Hij deed er dan altijd een schepje
bovenop en rekende op een vettige om
slag uit wat onze prestaties waard
waren.
"Waaw! Zes-en-zeventig knotsen!"
Wat in die tijd goed was voor drie
pakjes rode Bastos, voor elk een voor
raad zuurpoeder', een gezamenlijke la
ding "buuskers" (voetzoekers), en als
klapstuk voor elk een EXPO, de ter
gelegenheid van de Wereld-Tentoonstel
ling zopas uitgebrachte stevige blok
roomijs. In drie kleuren en smaken,
tussen twee heerlijke wafeltjes, en
zo groot dat je op het laatst niet
meer wist van welke kleur je eerst
moest 1i kken.
Bernard Lernout
Op 14 juni 11. overleed op 78 jarige
leeftijd Paula De Jonge, echtgenote
van Richard Hemerijkx. Zij en haar
man stichtten één van de grootste
families uit de streek. Zij hebben
samen 14 kinderen en meer dan 50
klei nki nderen.
Hiermee verdween op de wijk Vreckom
een soort stam - moeder zoals er
waarschijnlijk niet veel meer zijn.
Voor haar grote familie en ook voor
de buurt was ze altijd aanwezig,
ook al zag je haar niet veel op
straat.Onze krant verliest ook haar
oudste medewerkster. Zeer regelmatig
stuurde ze ons opgaven toe voor
kruiswoordraadsels, een niet zo een
voudige klus. En ze was ook erg knap
in het oplossen van andermans opgaven.
We weten dat onze krant haar nauw
aan het hart lag en dat ze met haar
intelligente en kritische geest ach
ter ons stond, ook waar het ging
over artikels die niet direkt honing
waren aan de baard van gezagsdragers.
"Ge moet toch ook dingen durven schrij
ven die tegen de stroom ingaan" zei
ze. We zullen niet alleen haar kruis
woordraadsels missen. Hoe ze ons leer
de dat ouder worden geen synoniem is
van geestelijke vergrijzing, maar van
aangepaste interesses en betrokkenheid
t.o.v. het maatschappelijke leven, zul
len we hopelijk nooit vergeten.
r
!h 't Kl©k^jfët adverteren,
ie> i nVe^ferdta
KONTAKTADRESSEN
Rik TEMBUYSER
Zonnestraat 58
9180 DENDERHOUTEM
Tel 053 77.77.67
't KLOKHUIS
Geraardsbergsestraat
27
9100 NINOVE
Tel 051 32. 1.7 19
(TIJDENS DE OPENINGS
UREN)