gladde Jongens,
Op het ogenblik dat ik dit
op mijn computertje intik,
is het zaterdag voor Kerst
mis. Gisteren heeft Pi en op
de buis wanneer wordt hij
ei genlijk door n i euw bloed
vervangen, zijn moppen
hebben een baard die langer
is dan de straalstroom over
de Atlantische Oceaan een
glas regenwater verwed op
een witte Kerst. Ik kijk.
naar buiten: Okegem slaapt
nog, maar aan de helderheid
van Menus merk ik dat de
hemel geen sneeuw draaqt
Kerstvakantie, altijd een
heel speciale sfeer. Mijn
gedachten dwalen weg en ik
zit weer aan vroeger te
denken. Wanneer hadden wij
ook weer die strenge winter,
met pakken sneeuw en met
meer dan tien onder nul,
weken aan een stuk? Nog net
voor de vakantie was het
begonnenOp het college
mochten wij van de Rosten
(.de gevreesde subr egen t om
drie uur in de namiddag naar
huis, omdat wij met de fiets
naar het do r p vijf k i1ome ter
verder voor het donker naar
huis moesten. Wij joelden
naar de fietsenstalling,
nijdig nagestaard door de
sukkels van de stad. Zij
waren te voet, zij moesten
niet ver. Zij konden lekker
in de studie blijven, tot
zeven uur, ha!
Het kon niet
En sneeuwen
op
"God de Wader is weer
zijn stock aan het opkui-
sen...", zei mijn broer.
"Gelijk ons vader, als hij
het in zijn hoofd krijgt.
Ik moest lachen en bootste
mijn vader na.
"Djék! Wat ligt er daar
nog achter die stapel regen
wolken?"
"Drie weken sneeuw, die
wij vorig jaar niet mochten
wegdoenVa
"Wat? Toon es hier. Weg
met die brol, ik. kan het
niet meer z i en
Op veilige afstand van het
college, hielden wij halt.
Het was mijn beurt. Ik
pulkte voor elk een sigaret
uit mijn pakje Gold Dollar.
Met handschoenen en in de
sneeuw smaakt een sigaret
anders. En in de wi n ter
hadden wij het voordeel dat
je adem er toch uitziet als
rook, dus hoefden wij enkel
ervoor te zorgen dat de
sigaret keurig verborgen
bleef in de handpalm. En
met dik.ke handschoenen kon
je je klauw ook niet
verbranden. Dus dat zat
snor. Tot op die keer...
-- "Dedju! De Rosten!" slik
te mijn broer en hij liet
als de bliksem zijn sigaret
vallen. De anderen reageer
den met hetzelfde instinkt.
Ik wilde het eerst niet
geloven, maar terwijl wij op
de fiets sprongen, ik als
enige met sigaret achter de
duim, zag ik de onheilspel
lende zwarte Volkswagen na
deren. De Rosten maakte er
een sport van om af en toe
s'avonds te gaan patrouille
ren. En wee diegenen die
betrapt werden op roken, of
wat nog duizend keer erger
wasop "vrijen", wat in
onze gloriedagen gelijk
stond met het tot op minder
dan twee meter benaderen van
een inboorlinge van het St-
Georges, de meisjesschool.
"Laat vallen die siga
ret!" siste mijn broer, maar
het was te laat. Ik was als
verlamd. Ik hoorde alleen
nog het sputteren van de
zwarte kever, en ik voelde
de priemende blik van de
Rosten. Tot overmaat van
ramp reed ik. voorop, met één
hand stevig aan het stuur en
de andere hand krampachtig
vervormd om die stomme siga
ret te verbergen.
"Laat ze toch vallen,
nondedju! Daar komt herrie
van! Allez joeng, voor hij
het in zijn hoofd haalt om
ons te doen stoppen!"
Waarom lieten de anderen mij
niet met rust, verdomme! En
met die s t o mme sneeuw wa s
het fietspad hier en daar
spekglad. Ik zwaaide af en
toe vervaarlijk met mijn
stuur en moest mi j n
rechterhand als een stompje
konijnepoot gebruiken om bij
te sturen. Ik dacht er even
aan om mijn hand gewoon
dicht te knijpen, in de hoop
dat mijn wollen handschoen
de gloeiende punt zou weer
staan
-- "Niet kijken! En als je
kijkt, beleefd groeten! Hij
is vlak achter ons."
Ik hoorde de anderen zweten
achter mijDe zwarte kever
scheen te vertragen, en
bleef dan onheilspellend in
onze buurt. Ik hoorde hem
naderen, eerst achter mij en
dan naast mijIk was de
enige die met één hand reed.
Ik was het zwakke dier in de
kudde. En het roofdier
voelde mijn angst. Mijn
stuur deed gekke dingen, en
ik voelde een onheilspellen
de nadering. De zwarte wa
gen bleef langzaam naast mij