KARNAVAL '87
AÖ EEN
DUVELKEN
OP NE RESSOR:
PRINS NESTOR!
BUTTEREDE
NESTOR I
18
VERHALEN UIT DE GROTE DOOS
Zaterdag 21 februari 1987.
Prinsenpronkzitting in de Roose
velt. De zaal zat goed vol (de
karnaval groepen moeten immers
goeie punten verdienen!). Het
orkest Eddy's Four speelde voor
treffelijk. Het revuegezelschap
haalde haar laatste succeslied
jes nog eens boven en bracht een
spetterende komerenpraat. Hans
Van Laethem zong de nummers van
de Mexicoplaat van de Tempeliers
de zaal in. Etienne Cosijns werd
ereridder gebombardeerd en zei
een pittig woordje. Minder pit
tig, eerder droogjes kwam ere-
karnavalist "binnen de stede",
Eddy Vander Straeten, over.
De man had wellicht te weinig
tijd gevonden om iet voor te be
reiden. Gemoedelijk, maar toch
ook niet echt karnavalesk sprak
dan de welgekende kwizienier
Etienne Cocquyt als buitensteed-
se erekarnavalist.
Spanning kwam er pas echt als
"de doos", als een levensgroot
verrassingspakket, door de kar
naval raad naar het podium werd
gedragen. Voorzitter Leon Wets
maakte de zaal nog nieuwsgieriger
door de kwaliteiten van de nieuwe
prins te roemen zonder echter
onmiddellijk het best bewaarde
geheim van de laatste maanden
prijs te geven (zelfs de raads
leden kénnen de naam niet en
zetten heuse weddingschappen in).
Tenslotte werd dan (in het bijzijn
van een deurwaarder alstublieft!)
het slot geopend, viel de inge
pakte doos open en sprong als een
duiveltje met opengespreide armen.
Nestor Van Volxem tevoorschijn.
Wie had verwacht dat de komeer van
daarnet, Stanse Lawijt, hier nu
als prins zou verschijnen
Na de ceremoniële geplogenheden,
stapte NESTOR de Eerste resoluut
in de ton om in de hierbij afge
drukte Ninoofse verzen zichzelf
voor te stellen en zijn wensen
voor Karnaval 87 uit te spreken.
Daarna zong hij waarempel ook
nog enkele liedjes, zodat men
van een ware prinselijke show
kon spreken. Zouden zijn revue
vrienden hem toch een handje
toegestoken hebben We wensen
hem en zijn feestende onderdanen
alvast "ne graulekken karnaval
1987"i
Ressorken
Zejje verskoesjt, Karnavalisten
Da'k het ik was in die deus
G' emballeerd door die artisten
As een pralin' van eerste keus
Awel, 'k kan 't zelf eik nog nie
snappen
Dat Nestor van Nieken Sjapong
Hier as prinske staat te klappen
Subiet springt nog mijne presjong.
'k Wil mijn leven hier vertellen
Maar in t ket en heel beperkt
Want ik moen flees gaan bestellen
Mijn vrouw heeft thuis nog zoveel
werk.
In Meerbeek bennek'ik geboeren
Dat dorp bringt berremiësters voesj
Mor in Nerewijk gink ik isj loeren
En daar sprong ik dan uit mijn koesj
Met een balleken aan mijn voeten
Skiptege'k de ruiten uit
Slagen kreeg ik, ik moest boeten
Maar mijn zangstem gink veruit.
Ge ziet, de voetbal is de kern
't is de wettel van de struik
't Stond geschreven in de ster'n
'k Hem ne voetbal in den buik.
't Is toch wreed eh, nondepitjes
Door da leren rond geval
Zag ik daar Richard en Witjes
En ik zat in..karnaval
Eerst op bals, dan in de stoeten
En op nen avond, akkerdju
Stond ik met alletwee mijn voeten
Hier op scène in de revue,
Tisken al die straffe rakkers:
Marcel en Hans, Suzy, Omer...
Zonder al mijn goeie makkers
Stond ik hier nu niet zo ver.
Bij de voetbal leerd'ook dingen
Achter'n tap in de kantin'
Zekken dingen moeten swingen
Dus wij vlog'er nogal in.
Van kantine naar e kafeeken
Daune stap gink vlot voor mij
Maar 't succes, dat weet ik zeker
Ligt aan 't zwetteken aan mijn zij.
Nu dat Leon mij heeft gekozen
En tot prins gebombardeerd
En Etjen mij zonder blozen
Flees de sleters presenteert
Van de skoensjte stad te lande
Wordt het tijd dammen 't geval
Van de regels eens behandelen,
De regels van ons karnaval..
Want zeg nu zelf eens, beste maten
Wat er hier in 't stad gebeert
Met ons ou' Nienofske straten
Geen kat vindt hier haar jongen
weer
Daarom stel ik uien veren
Dat g'hier overal meegt rij'n
Zowel naar achtern as naar veren
Maar het moet op 't plentje zijn.
Geen belasting voor terrassen
Al beslaan ze heel de mert
Dat zijn dingen die niet passen
Voor een stad met e greut hert.
Dan de bieren en de wijnen
Wie dat daar geen geld voor vindt
Kan terecht aan de fonteinen
Die Cornel spiët'n in de wind.
Door de polis wordt niet geschreven
't Es de prins die da verbiedt
Niemand wordt er nog bekeven
Die hier zat lupt of verkleed.
Verder wens ik, Ninovieters
Hier bijeen in groot getal
Bier- of wijn- of kaffeegieters
Ne plezante Karnaval
ALAAF