22Ronde van Vlaanderen-dans in Ninove POST LIT FOllARC U* Op zondag 5 april is het opnieuw zo ver: in de late na middag duiken de renners uit de Ronde van Vlaanderen op de grens met Zandbergen het Ninoofse grondgebied binnen. De finale-kilometers van de 71e Vlaamse topklajsieker word en gereden in de deelgemeenten Poll are, Denderwindekeen Meerbeke waar de aankomstlijn ligt. Er is tussendoor nog een minimale doortocht in Ninove zelf, namelijk op de Edingse- steenweg en de Brusselsestraat. Die 5de april moet zowat de sportieve hoogdag van Vlaander en worden, ook al wordt de zege misschien behaald door een Australiër, een Deen of een Ier uit Tipperary. Feit is dat Ninove dan zowat het sportieve hart van Europa is: een massa joernalisten uit meer dan tien landen seinen die avond hun verslag door naar hun respek- tievelijke kranten, radio- of televisiezenders. En al is de wielersport niet meer wat ze geweest is, toch blijft ze steeds een van de weinige heroïsche krachtsporten De Waalse surrealist Louis Scutenaire verklaarde dat het. vooral de solitaire inspan-, ning is die hem zo fel in deze sport boeit. En inderdaad, spijts ploegenspel, gesofisti keerde fietsen en een sterk doorgedreven medische bege leiding blijft de renner via zijn individuele prestaties, pijnen en vreugden een ouder wetse heroïek uitstralen. Na meer dan 250 kilometer, in soms ongure weersomstandigheden over Vlaamse wegen en hellingen, zijn renners precies niet meer van deze tijd. Je komt dan opnieuw helemaal in de sfeer te zitten die Karei Van Wijnendaele in zijn in 1943 verschenen "Het rijke Vlaamse wielerleven" wist op te roepen. Hij die de Flandriens nog typ eerde als onze ambassadeurs "die het in den vreemde gingen verkonden dat we niet dat min derwaardig volk zijn waarvoor men ons in eigen land wilde doen doorgaan: een volk dat zich te verhelpen had met een dialekt, bij gebreke aan eene beschaafde taal Sta me toe dat ik jullie in ditzelfde Klokzjiëlnummer een paar wielergedichten serveer: ze maken deel uit van mijn nieuw te verschijnen dichtbundel: "Met de pen op de Peyresourde" waarin ik een lyrisch totaal beeld van de wielersport breng. Ik zoek wèl nog een sponsor voor de uitgave ervan. In Meerbeke heeft "men" nu al een paar jaar een smak geld over om de eindmeet van de Ronde Van Vlaanderen op het asfalt te mogen schilderen. Wie weet kan er geen kruimel- \v sy ?Si tje van deze rijke sponsortafel vallen voor deze arme dichter. En voor ik het vergeet: duim voor mijn favoriet Eddy, de jongste zoon van moeder Bertha uit Nevele! Willie VERHEGGHE. DE FLANDRIENS Vanachter Leuvense stoven kwamen ze, met forse kop en pezige benen, ze hadden poten aan hun lijf en trokken er harder dan anderen mee aan het stuur. Ze stuurden ansichtkaarten naar huis met groetjes uit het verre Frankrijk en wisten niet, nooit van opgeven. Ze brachten geld mee om een koe of een café op het dorpsplein te kopen. Of ze werden velomaker en vertelden met glanzende ogen over de Tourmalet en de Peyresourde. Ze verschenen heel trots op sportavonden en pinkten er al eens 'n traan weg. Soms zag je ze nog eens op begrafenissen of op televisie. Ze waren niet van deze tijd, de flandriens, ze moeten nu bijna allemaal dood zijn. WILLIE VERHEGGHE DE RONDE VAN VLAANDEREN De dag dat Vlaanderen op zijn paasbest en in de wielerwolken is, de dolle rit langs kerken en langs pleinen, de dorpen die als korte dikke dames op de landkaart zitten. En de verbazende verdwazing van de koeien, de zondagspaarden die naar fietsenglans en felgekleurde mannen kijken. En op hol slaan, Pontiac-tic-tac. De Muur van Geraardsbergen die zijn kinderkoppen heeft gekuist, de rennersruggen krommer maakt, hun tongen uit de mond en stom slaat. Ach, die hotsende hoogdag voor hotdog en Vlaanderen, de massage-geur die huwt met juffrouw Wierook van de zondagsmis en aan de meet de Miss die niet mis is en de zegebloemen aan de warmte van haar weelderige boezem bloeien laat WILLIE VERHEGGHE. 1951, FIORENZO MAGNI Vier jaar was ik toen hij met kalend hoofd voor de derde maal zijn tegenstanders had onthoofd en door de Denderleeuwse straten reed de Ronde van Vlaanderen-kroon lag opnieuw voor hem gereed. De zwaantjes reden toen met hoge helmen, baarlijke duivels waren het, zwarte schelmen in hun lange leren jassen mijn vader zei me op te passen. Magni de Italiaan hield van onze kasseien, ik zag het trillen van zijn dijen en zijn krachtig rukken aan het stuur, zijn blik was vastberaden, zat vol vuur. Magni kan niet meer verliezen zei mijn pa, en hij liet me kiezen blijven we nog wachten op de rest of wil je binnen, naar het warme nest Toen al kon ik niet aan de koers weerstaan en wou nog niet direkt naar binnen gaan die dag is me steeds bijgebleven, hij staat met warme letters in mijn hart geschreven. WILLIE VERHEGGHE ii i ,ii y - isM NsL. 'f.B.2103=3

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokzjiel | 1987 | | pagina 22