1^&efeL Oever Nienovieters en elm tiimcfo Stek Sinjte Piëter nen droëd in za gat a za vliege rond de stad Op 29 juni vermeldt de kalen der het feest van de heiligen Petrus en Paul us. Dat was voor de jonge Ninovieters vroeger het signaal om "Sintje Piëter te vieren". Sint Paulus kwam er niet aan te pas. Die dag waren de kinderen meester op straat en konden naar harte lust hun "sinjtepiëterspelen bovenhalen: "kartoesjen smoutjen, reukpotten zwieren, kezzen grab belen, potje springen" enz. Van dat spontane kinderfeest lijkt me niet veel over te blijven. De wijk Shopping- centrum, meer bekend als de "Stoësjenbeirg"heeft het feest sedert enkele jaren naar zich toe getrokken met haar rond die tijd gehouden Sint-Pieters feesten waarbij men de onver mijdelijke braderij tracht te verzoenen met georganiseerde kinder-en grote mensenspelen (al dan niet gestoord door min der georganiseerd politieop treden). Een lofwaardig ini tiatief dat de animo in de stad erin houdt maar dat toch maar een schaduw is van het traditionele straatfeest dat de kinderen er zo tot de ja ren zestig van maakten. Som mige volwassenen ergerden zich misschien aan het luidruchtige spel met voetzoekers en zo van de jonge snotneuzen, maar an deren sympathiseerden en bo den de kinderen choco met mastellen aan of een zakje ker sen. Deze laatsten dienden dan voor het "kezze grabbel'n". Hiervoor werden een paar "au- fels kezzen" in een teil water gelegd en om beurten moest men dan het hoofd in het water ste ken en met de mónd de handen op de rug) zoveel mogelijk ker sen trachten te grabbelen. "Pot je springen" of "potje stampen" bestond er dan weer in een blik je, gevuld met water, op het uiteinde van een plank te zet ten. Onder die plank lag een baksteen of zo, zodat het pot je de hoogte in vloog als men op het andere uiteinde van de plank sprong.Dan bestond de kunst erin dat in de vlucht op te vangen zonder al te nat te worden. Met die zelfde konserveblikjes maakten we ook "reukpotten" (rookpotten) een soort primi tieve wierookvaten, maar met een ander geurtje. Met een ke pernagel sloegen we een hele boel gaten in de zijwand voor de wind- en rookcirkula- tie en ook om er een touw door heen te halen. In de pot maak ten we een vuurtje met papier en takjes. Wat groene blaren zorgden voor de nodige rook. Aan de touwen zwierden we de pot rond en de rook kwam prach tig te voorschijn door de ga ten en... stinken dat dat deed! Dat stinken was nog erger als er carbuur werd gebruikt, maar dat was ook een stuk gevaarlij ker en moet menige ouder de stuipen op het lijf hebben ge jaagd. Dat laatste effekt had echter vooral het spelen met vuurwerk en voetzoekers ofte "kartoesjen". Leverancier was onder andere "Taufrazjiëluit de "Gisbeir- gestroët". Die naam moest, ge loof ik, slaan op de winkel van ene Gustaaf Grijzeels. Die 1awaaimakertjes werden ont stoken op de meest onwaarschijn lijke plaatsen zoals in regen pijpen (mooie klank), brieven- bussen(spannend) en natuurlijk achter de hielen van "madammen, meniëren en mammezellekes ofte mokkes". Wie niet vlug genoeg kon weglopen moest de oorvijgen er maar bijnemen natuurlijk. Een ander spel zat vernuftiger in mekaar. Ik heb het zelf nooit gespeeld maar de Zjoren" (Georges Vande Winkel) heeft het me beschreven. Hij heeft het zelf nog gespeeld in Den- derwindeke, wat bewijst dat de traditie niet tot Ninove beperkt bleef en hij beweert dat hij het nog zien spelen heeft in Nederwijk begin jaren zeventig. Het gaat als volgt: men maakt een touwtje vast aan een paal of iets dergelijks aan één kant van de straat of de "kasj" op zo'10 a 20 cm hoogte. Men gaat naar de overkant met het touw en gaat daar verdoken op de loer liggen, het eind touw in de hand. Komt er een arge loze man of vrouw afgestapt dan spant men het touw snel op zodat deze (bijna struikelt. Hij of zij mag ech ter niet boos worden want het is Sinte Pi eter en dat is het feest van de kinderen. Hij moet als tol iets betalen in ruil voor het poetsen van zijn

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokzjiel | 1987 | | pagina 20