Klasjdop Herreken Ink en Pikkel 'n T^&efel 18 Nu het toch na al die plagerijen van Medard en zijn familie stil- lekesaan zomer wordt en de toetsen en examens achter de rug liggen, kunnen de "kadejjen" eindelijk volop naar buiten om te ravotten en te'spelen. In vorige afleve ringen hebben we hier al veel Ni- noofse kinderspelen en bijhorende kinderliedjes beschreven en van kommentaar voorzien. Er blijven er echter nog veel over. Voor een deel hiervan kan ik op nieuw verwijzen naar het schitter ende boekje: SPELE WEEROM, kinder spel van alle tijden, uitgegeven bij de Nederlandsche Boekhandel/ Uigeverij Pelckmansi, Kapellen. De volgende in Ninove bekende spelen staan er uitvoerig in uit gelegd: - "Schreefskiet'n of metje skiet'n" (Meetje schieten), een spel waar- bij men met muntstukken (of'inkel- geljd") naar een meet, schreef, streep smijt. - "Kall'n" of klinkslaan en "met de meirembolle skiet'n of knik keren, reeds vroeger beschreven - "Berreken ink" of hinkelen, voor- al door meisjes veel gespeeld in de fameuze met krijt getrokken "kotjes". Als hinkelblok heeft men een houten blokje nodig (ber reken), maar ook met een steen of een "krasjeldeusken" (lucifers - doosje) kan men zich uit de slag trekken. - "Omer, skiër of mes" (hamer, scheer of mes): In het boekje noemt men het ook; "Bok sta- bok sta vast" en het schijnt nog van de Romeinen afkomstig te zijn die het "Bucca, Bucca quot sunt hie?"" (bok, bok, hoeveel horens zijn het er heetten.Ook Pieter Bruegel heeft het spel afgebeeld op zijn groot schilderij "De kin derspelen". Een foto op ware grootte van dit werk is trouwens in het Ninoofse stadhuis nog te bewonderen tot 19 juli Een must - Diabolo en jojo (of klimtol) -"Klasjdop" (drijftol) en "Kapdop" (priktolBij de "kapdop" windt men het touw rond de tol of dop en gooit of "kapt" deze naar de grond, het touw rond de wijsvin ger houdend zodat de dop zo lang mogelijk blijft tollen. Vroeger kapte men ook met de dop naar de ande tollen in een poging deze uit te schakelen en zelfs te klieven. Bij "Klasjdop" wordt de dop in beweqing gehouden door een zweepje dat naar de tol wordt •■-it" -"StelIjteleupen" (steltlopen) of hoe kleine kinderen rap groot worden. - Blaaspijpschieten. Deze "bliës- paujpen" zijn wel niet zo gevaar lijk als die van de indianen uit het Amazoneqebied maar toch... "dikke mamerenbillen"" zijn niet KAPDOP veilig als ze onder schot genomen worden - "Afpakken" (afneemspel) Met een toeaeknooote draad worden al lerlei ongewikkelde figuren gevormd tussen de vingers van beide han den. Dit spel schijnt over de ganse wereld verspreid te zijn. DE eskimo's bijvoorbeeld brengen er de lange wintermaanden mee door. De figuren stellen dan voorwerpen, dieren en goden voor, die als illustratiemateriaal die nen voor verhalen en legenden/. op en wast eer billen me ziëp. -"P'ikkeln(bikkelen) werd vroe- veel gespeeld nu veel minder. De goeie "pikkel"n" waren van lood. Die welke men nu in de han del vindt zijn van een harder me taal (inox?) en doen pijn aan de handen. Men kan zich echter ook behelpen met vijf goed uitgezochte steentjes. (In de oudheid werd het gespeeld met de kootjes van schapepoten In Ninove kent (of kende) men echter nog heel wat andere kinder spelen die ik in "spele weerom" niet terugvond, maar daarover volgende keer meer. Als toemaatje alvast enkele "telrijmpjes"ik veronderstel om te zeggen of te zingen bij het touwtjespringen. Een twee drie vier vijf zes zeven Waar is Jan mijne man gebleven Hij is niet hier, hij is niet daar Hij is met zijn meisje naar Amerika. Volgende rijmpjes zijn in het frans (met haar orHet tweede is onvolledig. "!ie bezorgt mij de rest Un deux trois quatre cinq six sept Violet, violet £>U PAUl PS K lELT'N -Riëpen" (hoepelen of reeplopen) Ideaal materiaal is "e velowiel zonder rejongs" en een stokje om de reen aan het rollen te houden. Misschien heeft het volgende liedje hiermee te maken. Striëp, striëp, oever manne riëp Da masken heft eer roksken Un deux trois quatre cinq six sept Violet en de bicyclet Un deux trois Madam Leroi Quatre cinq six Marie-Louise RUF

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokzjiel | 1987 | | pagina 18