Scheerlinck
CPTICL LEPITTEC
het franse taalgebied moet over
gewaaid zijn. "Diannenbal" is
een vlaamse verspreking van
"qui a la balie?". Het gaat zo:
wie "af" is staat met zijn of
haar rug naar de spelers toe
die op enige afstand van elkaar
staan. Hij of zij gooit achter
waarts een bal op die door één
der spelers opgevangen wordt en
achter de rug verstopt. Is dat
gedaan, d$n roept men samen:
"Un deux trois diannenbal, wie
heeft den bal?" waarop wie "af"
was zich omdraait en tracht te
raden wie de bal heeft. Is dat
juist dan is die "af".
- "Iën twië drau patat" gelijkt
hier nogal goed op. Het is ech
ter geen balspel. Wie "af" is
staat met zijn gezicht tegen de
muur. Hij slaat drie keer snel
op de muur zeggende: "iën twië
drau patat" en keert zich met
een ruk om. Achter hem heeft de
groep spelers die vertrokken
was vanop een lijn, zich snel
in zijn richting verplaatst.
Worden ze daar zichtbaar op be
trapt dan moeten ze terug naar
de startstreep. Wie het eerst
ongezien de muur kan raken is
gewonnen.
- "Upke springen" (letterlijk:
hoopje springen) heet in het
nederlands "haasje over". Bij
ons heeft men dan enerzijds
degene die "upke stoët" en de
gene die "upke springt".
- "Neesdoeksken"een groep
kinderen zit in een kring.
Iemand loopt met een zakdoek
rond hen en legt die achter
iemand neer. Wanneer het kind
dat merkt, springt het op en
loopt achter de eerste aan
rondom de kring. Bij dit spel
hoort een mooi kinderliedje dat
door de groep gezongen wordt:
Wie zitj er in man hofken?
Adam!
En wie nog?
Eva!
Al wie da nie om en ziet
En hee(f)t hem niet, en
hee(f)t hem niet
Al wie da nie om en ziet
En hee(f)t hem niet.
- "Ridderit van 't stoeltjen" is
een mooie Nlnoofse benamingvoor
de stoelendans en wordt ook door
volwassenen wel eens op feesten
gespeeld. Het woordje "ridderit"
zal wel iets met een ridder te
maken hebben die hier in de
plaats van op zijn paard op een
stoel springt. Ik veronderstel
dat iedereen het spel wel kent.
Verwantschap tussen kinderspel
en grotemensenspel is er ook
voor wat betreft het vroeger be
sproken "met de meirembolle
skiet'n", het "metje skiet'n"
van vorige keer en het
- "Flokskiet'n": op een kurk of
"stopsel" wordt.geld gelegd als in
zet door alle spelers. Daar wordt
een cirkel rond getrokken, zoals
bij "d'oe" van het knikkerspel
en vanop een afstand wordt er
naar gegooid met "skolj'n"
(schijven) zoals van bakschie-
ting. Hoe het juist in mekaar
zit weet ik echter niet.
Bij speciale gelegenheden zijn
er nog enkele typische spelle
tjes. Zo kan men bij een beek of
vijver met platte steentjes "nen
twië-, drau- of vierslag probere
smautj'n". Als er veel wind is
kan men "ne rook oploëten"
"Ne rook" is een vlieger.Het
woord komt waarschijnlijk ven
"draak". Plezant is de "rook"
zelf te maken met papier, dun
hout, lijm en touw en mooist
is hem te beschilderen.
Als het gevroren heeft kan men
"slibberen" en "slibberboëne
moken" en op het ijs kan men
"skofferdaunjen"een prachtig
ninoofs woord voor schaatsen.
Het moet afkomstig zijn van een
oud-nederlands woord dat geschre
ven wordt als "schaverdijnen" of
zoiets.
En in de zomer kan men met een
"brandgalas" of vergrootglas
(lens) figuurtjes branden in een
c!un stuk papier, zoals wij de
den op de koer van 't Klein
Kleusterken; waar men altijd
moest oppassen dat buurman op
de speelplaats de "straal" niet
op onze eigen bil richtte want
dat kon plots pijnlijk worden...
Wie kan me voor volgende keer
iets meer bezorgen over het
jongleren met balletjes als
meisjesspel (als ge mij niet
verkeerd wilt verstaan!)
Wie weet er ook iets meer over
het oude spel "Anker en zonne"
te vertellen? Wat ik ook zoek
is verhaaltjes, hoe kort ook,
over spoken, "kledden me zan
keet',' de "loekkepee" en derge-
11jke. Tot volgende maand.
ALS U EENS WAT ANDERS WIL
Modern behang: tijdloos mooi
Klassiek behang: stijlvol elegant
BEHANG VOOR ELK DEKOR
BRILLEN LENZEN BOORAPPARATEN
RUF
Graanmarkt 4
Tel. 33.99.96
Ninove
Preulegem 36
Tel. 33.15.23
Cartier
Biezenstraat 27 9400 NINOVE
054/33.21.12