VOLKSTONEEL IN DE LEBEKE
Het laatste weekeind van
augustus, en - in extremis
ook nog eens op 6 septem
ber, werd op het "Hof van
Latte" in Nederhasselt het
openluchtspel De mannen
van het houten geloof" op
gevoerd. Uitgangspunt was
het gelijknamig boek van
Laurent Meganck, waarin
deze de geschiedenis van
zijn eigen geboortegehucht
de Lebeke, heeft verhaald.
Samen met Leo Janssens (de
man achter o.a. de prach
tige openluchtspelen van
't Zusterhuis, denk maar
aan "Kabouters in de stad"
en "De blauwe vogel") be
werkte de auteur zelf het
boek tot een toneelver
sie. De opvoeringen ge
beurden dan weer in een
regie van Paul Cieters,
al jaren huisregisseur
bij toneelkring "Hand in
hand" uit Denderhoutem
die dan ook het gros van
de hoofdspelers voor deze
produktie leverde. Maar
er waren vele tientallen
bijrollen, en daarvoor
werd duchtig gerekru
teerd onder de mensen van
de Lebeke zelve. Ook op
vallend: het groot aantal
akteurs uit één bepaalde
Ninoofse school, op gebied
van schooltoneel nochtans
verre van de "crème de la
crème
EEN BEPROEFD RECEPT,
ZONDER VERRASSINGEN
Van bij de eerste scènes
al was duidelijk dat de
geschiedenis van de Lebeke
weinig meer voorstelde dan
die van zovele andere
"boeregaten in de Vlaan
ders". Paul Cieters geeft
dit ook toe in het pro
grammaboekje: "Er werden
in de Lebeke nooit grote
daden gesteld, nooit he
roïsche, gelukkig ook geen
bloedige bladzijden ge
schreven". Het gehucht had
zijn boeren met hun lief
en met hun leed, zijn
dorpsvetes, zijn stropers,
alweters, naïeve idealiste
en mankepoten, zijn volks
kaffee waar men druppels
binnenkapt zonder te moe
ten betalen. Wat we te
zien kregen, was een gre
tige grabbel uit de grote
doos met cliché 1s-die- het-
nog-altijd- blij ven-doen.
Het procédé is traditio
neel zet enkele mensen
rond een tafel in het
"estaminet" van Tist Kal-
lieter, en laat ze er
maar op los komeren over
de rest van het gebuurte;
zorg ervoor dat van tijd
tot tijd eens iemand
komt mee aanzitten rond
die tafel, doe hem een
"tournee générale" beta-
lep en laat hem vervolgens
iets typisch over "zijn
ben, in sommige van die
Vlaamse feuilletons, waar
mee de BRT jarenlang de
verzamelde huiskamers aan
het kijkkastje heeft weten
■te kluisteren. De bouw van
de eigen houten kerk (van
daar de titel) is natuur
lijk authentiek, maar
dezelfde perikelen zagen
we ook al gebeuren in
"De paradijsvogels". Ook
het mysterie van de af
brandende huizen zal wel
"echt Lebeeks" zijn. Maar
voor de rest miste dit
stuk inhoudelijk te veel
originaliteit; er zat te
weinig verrassing in om
echt te kunnen boéien.
Best te pruimen waren nog
de massascènes: de kies-
eigen zelve" vertellen,
iets wat bij voorkeur
echt gebeurd is en waarmee
de persbon in kwestie zijn
plaats in het rijtje der
onvergetelijke dorpsfigu
ren heeft verdiend; kruid
het geheel met een aan
zienlijke portie goedkope
grappen, grollen en moppen
(indien mogelijk niet ge
speend van enig seksisme,
want dat horen de mensen
graag), en je hebt een
suksesstuk.
Ik had eerlijk gezegd de
indruk dit allemaal al
eens eerder gezien te heb-
meeting met een allesbe-
halve-playbackênde fanfare,
de inhaling, van de eerste
"vaste paster". Bijzonder
geslaagd was de processie:
je kon de nostalgie zo
zien oppruttelen vanuit
het gemoed van oudere men
sen, die dat allemaal nog
in 't echt hadden meege
maakt; maar ook jonge
snobs als ik konden nu
eindelijk begrijpen waarom
onze moeders die proces
sies van vroeger altijd
al zo schoon hadden ge
vonden. Dergelijke momen
ten waren echter zeld-
De mannen van het
houterig geloof