"KREJATER VLEIDE ZICH
STEVIGE ARM
IN DE HOLTE VAN EEN
Eind november klom vzw Krejater
op de toneelplanken van het
Zusterhuis voor haar nieuwste
theaterproduktie "In de holte
van je arm". Krejater mag zowat
beschouwd worden als de voort
zetting van Teedrie, het ter
ziele gegane toneelgezelschap
uit Jeugdklup Tien-Twen, dat
ons in haar korte bestaan blij
wist te verrassen met -naar
Ninoofse normen- jeugdig en
modern, zelfs gewaagd theater.
Teedrie, en in navolging daar
van Krejater, opteerde haast
uitsluitend voor toneelwerken
uit de Angelsaksische litera
tuur, met een zowaar maniakale
voorliefde voor Alan Ayckbourn.
Met "In de holte van je arm',
een stuk van Nederlandse ori
gine, geschreven door Dimitri
Frenkel Frank, wordt deze tra
ditie verbroken. Hoewel... in
houd, thematiek, enscenering
blijken nog steeds in dezelfde
lijn te liggen.
"In de holte van je arm" laat
ons 2 echtparen zien: Otto
Astrid en Fred Pinda Beide
koppels bevinden zich in'een
herkenbare situatie: na zovele
jaren huwelijksleven komt men
tot het besef dat men op me
kaar is uitgekeken, men wil
eindelijk eens iets echt opwin
dends meemaken in zijn leven.
Otto is zijn hautaine, dilet
tante bourgeoismadame beu en
trapt het af. Hij trekt zich
terug in een eenzaam flatkamer
tje, waar hij denkt zich onge
stoord te kunnen bezinnen over
verleden, heden en toekomst.
Algauw echter komt zijn buur
man, bijna letterlijk met de
deur in huis, bij hem binnen-
-vallen. Ook Fred zit gevangen
in de uitzichtloze spiraal
van een huwelijk, dat reeds
lang niets boeiends meer te
bieden heeft. Hij wil van Lin
da weggaan, maar heeft het
nooit gedurfd. Met de steun
van Otto lukt het hem wel.
Fred en Otto delen voortaan
dezelfde flat, en groeien
echt naar mekaar toe. Na ver
loop van tijd echter komen hun
beider vrouwen aanbellen. Zij
willen hun man terug, maar
zijn te ijdel om dit toe te
geven. Ze doen zich integen
deel voor als de koele echtge
note, die, tevreden-met-het-
hernieuwd-vrijgezellenbestaan
gauw nog even afscheid komen
nemen van die opgeblazen drift
kikker. Het stuk draait uit op
een soortement partnerruil,
die dan wel een louterend ef-
fekt blijkt te hebben: elk
wordt zich bewust van de on
zinnige manier waarop men een
al bij al ordinaire huyelijks-
krisis tracht te bezweren. Het
eindigt met een "happy end":
Fred en Pinda kruipen weer in
hetzelfde bed (helaas niet op
scène te zien), en Otto en As
trid gaan samen uit eten...
We zouden "In de holte van je
arm" kunnen omschrijven als een
psychologisch blijspel. Psycho
logisch, want het zijn toch de
met elkaar overhoop liggende
karakters van de personages,
hun motivaties, zelfbegooche
lingen en frustraties die wor
den geëtaleerd. Een blijspel
ook, zoals we van D.F.Frank
gewend zijn: grappig, fijn hu
moristisch, bijwijlen ironisch
en zelfs sarkastisch. Zonder
daarbij te verglijden tot het
niveau van de wansmakelijke
billenkletsers.
Volgens het programmapapiertje
zou er zelfs een vleugje Sex
hebben ingezeten. Het konven-
tionele gezinnetje, met de
stress en de neurotische toe
standen die het voor de be-
tokkenen met zich meebrengt,
wordt hier belachelijk gemaakt.
Terzeifdertijd echter toont
"In de holte van je arm" ook
aan hoe moeilijk het is aan
zo'n gezinnetje te ontkomen,
er zich los van te maken:
men spot met de pantoffelheld
die beseft dat zijn huwelijk
mislukt is en weg wil van zijn
vrouw, maar niet durft.
Men lacht met Astrid, die zich
zelf heeft verheven tot een
dame van de Sjieke Kuituur,
maar in feite een bedorven
bourgeoise is, voor wie al
leen geld, status en een goe
de naam telt Het thema van
de vervreemding,-de isolatie,
de kommunikatiestoornis komt
hier ook aan bod.
Vele getrouwde toeschouwers
moeten in dit stuk ongetwij
feld flarden van hun eigen hu
welijksrelatie hebben terugge
vonden. Wij hopen voor de veel
al jonggehuwde akteurs en ak-
trices dat het stuk een (nog)
niet al te biografische inslag
en/of freudiaanse loutering
had!
Ik heb de indruk dat regisseur
Leo Janssens tamelijk getrouw
de oorspronkelijke tekst heeft
gevolgd. Geen bezwaar, want
Frenkel Frank is een prachtig
taalvirtuoos, die via zijn
taalgebruik diep in de mense
lijke ziel doordringt. Af en
tie dreigde de tekst wel. eens
te gaan slabakken. Wat meer
spirit was dan best op zijn
plaats geweest. Visueel ook
kende het stuk een aantal min
dere momenten. Zoals de vrij
scène van Otto en Pinda, die
nogal grotesk overkwam. Maar
Eric Van Aelbrouck in onder
lijfje is dan weer een subliem
gezi cht.
Over de akteursprestaties kun
nen we kort zijn, want ze wa
ren zoals we ze van een frisse
ploeg als Krejater moch ten
verwachten: op niveau. Philippe
Van Der Haegen als gefrustreer
de Otto, Marleen Delahaye als
bazige Pinda, Eric Van Ael
brouck als olijke, naïeve
Fred: daarover hoeven we ons
geen zorgen meer te maken:
ze hebben het, ze kunnen het.
Peggy De Brauwer, die lijkt ons
elke productie sterker te gaan
akteren; wat ons laat beslui
ten dat haar ontstellend zwakke
prestatie in Krejaters debuut
"Het ware westen" een spijtige
vergissing moet zijn geweest.
Wij hopen dat Krejater in de
toekomst nog meer dergelijke
sprankelende stukken brengt.
Hoewel ze moeten opletten niet
zichzelf in een doodlopend
straatje op te sluiten. Er
zou dringend uitbreiding van
het akteursbestand moeten ko
men; zoniet blijft Krejater
gevangen in een zeer enge re-
pertoi rekeuze. De wil tot der
gelijke uitbreiding is aanwezig,
getuige de oproep in het pro
grammaboekje. Als die er ook