Groote gebeurtenissen te Erpe
De Koornbloem
De Invoer van vreemd Vee in België.
In vele gevallen ligt het middel voor de hand, om dit
gebrek te verhelpen. In plaats van de boomen te griffelen
met een gemeener voor zich zelf onvruchtbare verscheiden
heid, zou men een geschikt mengsel van verscheidenheden
moeten invoeren, nadat men het noodige getal boomen van
de mislukte verscheidenheid heeft verwijderd. Kan dit niet
goed gedaan worden, vooral in lang aangelegde boomgaar
den, dan kan men toch do bevruchting bevorderen door
eenige bijenzwermen aan te brengen. Op die wijze te werk
gaande, js het mogelijk het getal boomen eener andere
verscheidenheid, die men wil tusschen planten, ongetwijfeld
te beperken. Daarbij moet men natuurlijk zorg dragen, eene
verscheidenheid te kiezen welke rond denzelfden tijd bloeit
als deze die men wil verbeteren.
Hiermede in verband staat het feit, dat men onlangs in
eenen Engelschen proefboomgaard, eene rij appelaars van
de soort John Downie, die overvloedig bloeit en draagt,
heeft tusschengepiant, ten einde de kruisbevruchting der
andere appelaars te begunstigen. Daar uit een verder onder
zoek blijkt, dat er in Engeland vele boomgaarden weinig
opbrengen, bij gebrek aan gepaste bevruchting, dienen er
nu door 't Ministerie van Landbouw schikkingen genomen
te worden, met het doel de zaak verder te doorgronden en
er meer licht in te brengen.
't Ware te wenschen dat bedoeld vraagstuk, zoo gewich
tig voor de fruitteelt, nu eens voor goed langs proef on-
dervindelijken weg opgehelderd wierde. Op 't gebied der
fruitteelt is er voor de wetenschap nog veel te doen, zoodat
ernstig doorgevoerde proeven zonder twijfel veel nut zou
den opleveren
Over een tweetal maanden werd er door het onder-komi-
teit van Aalst van onze gemeente gevraagd dagelijks twee
honderd vijftig kgr. melk af te leveren aan de stad. Alhoe
wel de weinige koeien die hier nog overschieten zoo eerlijk
zijn van alles af te geven wat ze hebben, werd c maar
200 kgr. ter melkerij gebracht en daar de boeren hier in
't algemeen weinig geleerd zijn, was het hun onmogelijk
uit te rekenen hoe men van 200 kgr. kon 250 kgr. leveren.
Zoo stonden de zaken toen eenigen tijd nadien onzen
Heer Burgemeester per brief verwittigd wierd dat het op
een nijpen ging, als de boeren niet rap waren om het ge
vraagde te leveren. Daar onze Heer Burgemeester op de
hoogte was van den toestand gaf hij kennis van den brief
aan het bestuur van onzen Boerenbond met verzoek er ook
op 't antwoorden. Ziehier de brief
Prov. Bevoorradingscommissie van Oost-Vlaanderen.
Onder-Gomiteit Aalst.
Aalst, den 22-1-19.
Aan den Heer Burgemeester te Erpe.
Mijnheer,
MELK. Wij hebben de eer Ued. ons vorig schrijven
te herinneren betrekkelijk de aflevering der molk aan de
stad Aalst.
Tot onze groote verwondering bestatigen wij dat uwe
gemeente aan zijne verplichtingen te kort gebleven is.
Wij meenen Ued. te moeten verwittigen dat de zaak in
handen gegeven is van de bevoegde overheid.»
Strenge maatregelen zullen genomen worden tegenover
de nalatigen en wederspannigen het is niet aan te nemen
dat zieken, kinderen, ouderlingen der stad Aalst de nood
lottige gevolgen moeten dragen van de wraakroepende
handelwijs van sommige gewetenlooze landbouwers.
Wij hopen dat Ued. de noodige maatregelen zal willen
nemen om ons voldoening te geven en verwachten uw
geëerd antwoord per omgaande.
Aanvaard, Mijnheer, de verzekering onzer hoogachting.
Het uitvoerend bureel van het
ondercomiteit Aalst.
De Voorzitter,
P. E.
Het bestuur van den Bond gaf daarop het volgende ant
woord
Landbouwvereeniging der gemeente Erpe.
Aan den Heer Voorzitter
van het ondercomiteit Aalst.
Mijnheer,
Door bemiddeling van onzen achtbaren Heer Burgemees
ter, hebben wij kennisgenomen van uw schrijven, betrek
kelijk het afleveren van melk door de gemeente Erpe.
Gij schijnt verwondert te zijn Mijnheer dal de gemeente
Erpe niet haastiger is om aan uw verzoek te voldoen. Wij
zijn nog meer verwondert dat Mijnheer zoo maar denkt
anders niets te doen te hebben dan te schrijven tegen dien
dag en zoo voort, alle dagen zooveel liters melk willen wij:
juist gelijk in den tijd van de Duitschers. Dien tijd is ver
dwenen Mijnheer. Wij willen melk leveren. Doch, wij land
bouwers zijn nu vrije Belgen zoowel als de stedelingen en
vooraleer wij melk leveren willen wij weten aan welke
voorwaarden. Daarbij zouden we eerst eene boerenverte-
genwoordiging willen in het onderkomiteit te Aalst. Gij
meent den Heer Burgemeester te moeten verwittigen dat de
zaak in handen gegeven is van de be voegde overheid.
Die bevoegde overheid is toch niet Sanguinetto hopen wij,
Mijnheer, dien feilen klepper zijnen boerenhaat zal zeker
wel op de eerste dagen van November in zijn beenen gezakt
zijn hetgeen hem wel te pas zal gekomen zijn om nog op
tijd weg te geraken.
Strenge maatregelen zullen genomen worden tegen nala
tigen en weerspannigen zegt Mijnheer, 't Is wonder dat
Mijnheer niet zegt WIJ zullen ze vijf mark per kilo boet
geven, juist gelijk dit achtbaar lid van het O. G. van Aalst
zegde, tot de Voorzitter van het O. G. te Erpe, over het te
weinig afleveren der halfvroege aardappelen. Het is niet
aan te nemen schrijft Mijnheer, dat zieken, ouderlingen en
kinderen, de noodlottige gevolgen moeten dragen van de
wraakroepende handelwijze van sommige gewetenlooze
landbouwers.
Vooreerst Mijnheer, gewetenlooze lieden vind men
meer bij andere klassen dan wel bij de landbouwers. En is
er ooit iets wraakroepend geweest, dan was het wel de
verkoop der koeien op de Venne, die men drie, vier duizend
frank het stuk verkocht en die met volle recht dienden
terug gegeven te worden aan de voormalige eigenaars, en
die men toch nog beter kon behouden aangezien de stad de
melk zoo streng noodig had voor zieken, ouderlingen en
kinderen.
Wij hopen Mijnheer, dat onzen achtbaren Heer Burge
meester wel zal inzien dat de tijd van dwinglandij uit is en
dat er ook dient rekening gehouden te worden van de rech
ten der landbouwers.
Aanvaard Mijnheer, de verzekering onzer hoogachting.
De landbouwvereeniging van Erpe,
De Voorzitter.
Of ons antwoord hen nu wat zwaar op de maag viel,
weet ik niet in alle geval ze hielden zich stil tot nu verle
den week. Een ander Heerschap die nog aan 't hoofd ge
staan heeft van den aardappeldienst zaliger, kwam nu met
een fransche koleire bij onzen Heer Burgemeester toegesto-
ven. Na er een soort litanie opgezegd te hebben op den kap
der boeren, wist Meneer nog te vertellen dat er door onze
melkerij van deze week af alle dagen moest 360 kgr. melk
aan de stad geleverd worden of er gingen ander banden van
't vat springen. Maar wat peerdengedachten krijgen die
Ileeren uit de stad nu toch. Over twee maand komt er
eenen die 250 kgr. vraagt die er niet was r.u komt er
een anderen die 360 kgr. vraagt en sedert is het getal
koeien nog verminderd. Integendeel zijn er eenige muilezels
bijgekomen, maar of die dieren nu ook melk geven is iets
wat ik niet weet. Ik heb al gezien dat die beesten schrik
kelijke lange ooren hebben, maar om het ander te onder
zoeken zou ik moeten mijnen grooten bril opzetten en onge
lukkiglijk de glazen zijn gebroken. Maar misschien zouden
die Heeren uit de stad, die heel slim zijn, daar kunnen uit
leg over geven. Het ware heel voordeelig het te weten, aan
gezien er in het comiteit tegenwoordig veel suiker komt en
er ook gaat veel rijst komen en kon er nu van die ezels ook
wat melk komen, misschien zou die 360 kgr. melk nog
kunnen geleverd worden en er zou nog wat overschieten
voor 'nen goeiën rijstpap, rijstpap van een muilezel.
Een Boerenkind.
De oorlog heeft het jarenlange werk van onze Belgische
fokkers een gevoeligen knak gegeven er blijft maar wei
nig meer over van onze heerlijke Brabantsche paarden en
onze taaie Ardennais onze prachtige koeistallen zijn
deerlijk geplunderd geweest en wat er nog overschiet van
onze degelijke pluimveerassen fs verbasterd goed.
Overal is er eene groote leemte in onze stallen en, om die
leemte aan te vullen en om aan het volk het voedsel te
bezorgen, is er dringende behoefte uit vreemde landen die
ren in te voeren. Voorzeker wekt deze maatregel zekere
vrees bij de fokkers, zoo b.v. kan de invoer der vreemde
rassen onze eigene landrassen verbasteren... Doch wij staan
voor eene brutale noodzakelijkheid daarbij, tot hoeverre
kan deze vrees gegrond zijn
De weinige paarden in België gebleven, met de uitgewe
kene paarden in Frankrijk en Holland vormen reeds een
fokmateriaal voor Belgische trekpaarden. Door toedoen van
den grond, de luchtgesteltenis, het bloed en al de omstan
digheden die maken dat een ras zoo of zoo is, zullen wij in
de toekomst onze heerlijke paarden van vroeger terugvin
den. Zeker zullen wij de eerste jaren die prachtige vertoo
ningen niet meer te zien krijgen die de jaarlijksche prijs
kamp in Brussel ons gaf, in den tijd toen wij wat al te
kieskeurig waren in zake paardenbeoordeeling. De invoer
van vreemde paarden en dus, van vreemd bloed zou de
hergeboorte van ons Belgisch ras zeer vermoeilijken en
men zou later moeten beginnen met raszuivering alvorens
aan rasveredeling te kunnen doen. Vreemd bloed kan door
kruising ons paardenras als trekpaard— niet verbeteren,
hoe degelijk ook zekere vreemde rassen mogen zijn. Voor
uitziende maatregelen dienen dus getroffen te wordep in
voer bijzonder van ruinen ingevoerd
hengsten niet tot den teeltdienst toe l
laten, enz.
Lofwaardig is dan ook de invoer va
muilezels, deze zullen ons ras zeker nie
verbasteren.
In België treft men bijzonder twe
rundtypen. Voor de zuivere Vlaamsch
koe verwant met de melk rijke rasse
der lage landen hollandsche en fransclj
vlaamsche zou er aanvullingsmate
riaal gevonden worden in Holland en i
Noord-Frankrijk. Doch deze laatst
streek is door den oorlog zeer geteister
geweest, en de opeischingen van d
legers hebben de stallen deerlijk geplun
derd.
De blauwe koe van de hoogere belgi-
sche streken is geen zuiver tijpe zij
heeft veel Durhams bloed in. Invoer van
Engelsch vee zou dit ras niet veel scha
den (vergeleken met hetgene het was
vóór den oorlog, doch, was vóór den
oorlog dit ras wel doelmatig uitgelezen?)
De Engelsche runders zijn vleeschtijpen
en dit benadeeligt de melkopbrengst.Nu,
de melk- en de boteropbrengst is en zal
in België, waar eene dichte bevolking
veel voedsel vraagt, altijd van het eerste
belang blijven.
Kruising door invoer van zekere
vreemde rassen o. a. Fransche, ware
misschien belangwekkend alzoo de
invoer van Normandische koeien, die
zeer sterk gebouwd zijn en tevens eerste
boterkoeiën zijn.
De schapen waren te lande merkelijk
verminderd, alhoewel het schaapboeren
eene winstgevende zaak is, indien het
met verstand en kennis gedaan wordt.
Men spreekt van Engelsche kudden in
te voeren. Engelsche schapen, gekruist
met onze inlandsche, kunnen zeer be
langrijke halfbloedschapen voortbrengen
omdat onze schapen geen vleeschschapen
zijn. De beste Fransche rassen zijn allen
half-bloedrassen, voortkomende van
Fransche rassen met Engelsche vleesch
schapen, zoo b. v. Dishley-Merinos
schapen.
De varkensstallen, dank zij de vrucht
baarheid der zeugen, zullen sneller aan
gevuld zijn. In deze jaren van levens
duurte moeten wij trachten van veel, en
snel voort te brengen. Invoer van groote
Yorkshire beeren, die hajfbloedlingen
geven welke snel groeien en vroeg rijp
zijn, ware wenschelijk. P L. lb. ing.
Bericht,
Zondag 23 Februari vergadering vooi
do leden van de veeverzekering Aalst-
Papenrode Help U Zelve, zoo helpo li
God om 3 ure, bij Petrus Vinck.
Inschrijving voor plantaardappels,
lijnmeel, zaden, landvetten, paardewor-
tels, hooi en kolen.
Landbouwers abonneert u op
Aankondigingen.
Reeds te bekomen, in onzen bond
alle zaden, paardenwortels, hooi, kolen
TE KOOP 20.000 k. allerbeste hooi
oogst 1018, bij den heer Louis Parent
Dendermondschensteenweg, Hofstade.
TE KOOP 1000 rechtstammige mira
bellen groote ronde, blauwe, witte en
tippen, van 0,80 fr. tot 1,25 fr. alsook
sparrenhaagplanten, notelaars, pruime
laars en andere fruitboomen bij Placidi
Van den Eeckhout, te Erondegem, Dorp
TE KOOP een allerschoonste Stiere-
kalf, bij de Wed. Frans De Jaeger
Aygem.
TE KOOP een allerbeste Stierekalf
bij de Wed. Roelandts, Eeckent, Hael
tert.