Schandaal te Oultre.
De Fosfoorzuurmesten
v
i
Deze week kondigde men te Oultre af dat de
geleverde aardappelen gingen betaald worden en
dat aan den prijs van 4 frank per 100 kilos.
Dit heeft natuurlijk eene ware opschudding in
de gemeente verwekt en menigen landbouwer
van woede doen blozen.
Het is hier nog eens eene heldendaad van den
alom beroemden aardappeldienst.De landbouwers
zijn vast besloten hun geld te weigeren en hebben
eene klacht bij de bevoegde overheid ingediend.
Eenige landbouwers van Oultre verhalen ons
het volgende
In den bamis van verleden jaar werden onze
aardappelen geleverd en met nattig weder werden
ze opgehoopt. De Duitschers haalden er een klein
deelken van weg.
Na den wapenstilstand vroegen de landbouwers
om hunne aardappelen weer te halen en ze te
verdeelen, de rotte met de goede zonder vergoe
ding. Dit werd niet aanvaard, alhoewel men wel
wist dat er veel slechte in kwamen. Eindelijk is
men begonnen de rotte uit de goede te rapen en
zijn deze laatste verkocht aan 12, 15, tot 25 fr.
Nu schijnt het dat men er, na aftrok van al die
nuttelooze kosten, nog vier frank per 100 kilos
gaat voor betalen.
Merk bijzonder op Dat men ons 5, 10 tot 50°/0
aftrok bij de levering voor kleine en gerapte. Dus
dat al het verlies voor bedorven aardappelen op
de rekening kwam der bevoorradingskommissie.
Dat wij onze aardappelen zelf konden
inkoopen.maar dat men van verdeelen niet hooren
wilde
Daar hebben wij nog een staalken van de
sdhoone en vooruitziende werkingen van den
aardappeldienst, en van hun deftige handeling.
Laat ons eens rekenen men leverde in Oultre
omtrent 1.000.000 kilos aardappelen.Mentrok af
gemiddeld 10 °/0 dat maakte 110.000 kilos ge
leverd.
In Aalst verkocht men zulke aardappelen, de
goede met de slechte aan 30 centiemen. Men be
kwam zoo 110.000 X 0,30 33.000 frank.
Men betaalde aan de boeren 15,00 fr. 16.500.
Men betaalde nog aan eenigen de premie voor
totale levering, maakt 500 fr. Te zamen 17.000 fr.
Blijft eene winst 33.000 17.000 16.000 fr.
Dus vooi' de gemeente Oultre bleef er over had
de oorlog niet opgehouden, de som van 16.000 fr.
(dat kon meer en minder zijn). Hiervan moesten
nog al de kostelijke heeren en werklieden betaald
worden.
De rest kwam in de kas van den aardappel-
dienst.
arm in de wereld en moest een ambacht leeren, dit
wist zij wel.
Bazin Damhout zeide aan hare buurvrouw, dat zij
niet mocht nalaten de Zusters van hare beslissing te
verwittigen, en bij deze gelegenheid hen duizendmaal
en uit den grond des harten moest bedanken voor hun
ne goedheid.
Daar Lina reeds in het gesticht met bijzondere
vriendelijkheid was onthaald geworden, volgde zij den
raad harer buurvrouw.
Wie het meest verrast en bedroeft schenen bij de
onverwachte aankondiging, waren de Zusters. Gode-
Iieve was eene leerlinge, op welke zij niet alleenlijk
trotsch waren, maar zij hadden allen het meisje bijzon
der lief om hare voorbeeldige zedigheid en ijver, en
meer nog misschien om hare aandoenlijke dankbaar
heid. Daarenboven, Godelieve was hun reeds sedert
eenige maanden behulpzaam geweest om de kleinste
meisjes te leeren spellen.
Nadat de Zusters de redenen van bazin Wildenslag
hadden gehoord, staken zij de hoofden bijeen en spra
ken eenigen tijd in stilte met elkander.
Dan zeide de oudste
Vrouw, het zou ons pijn doen, onze beste leerlin
ge nu reeds te moeten verliezen. Wij waren fier op
haar, en hadden ze nog wel gaarne een jaar behouden,
om te doen zien waartoe wij bekwaam zijn, als onze
lessen in eenen goeden grond vallen. Zoudt gij ze
niet nog een beetje op onze school kunnen laten
Onmogelijk, Zuster, antwoordde bazin Wilden-
Wie streek er de winsten op, had de oorlog
voortgeduurd
De aardappeldienst.
Wie moet er de verliezen dragen
De boeren.
Hoe rijmt men dat te saam
Wie liet de aardappels rotten
De aardappeldienst.
Wie moet die domme handelwijze betalen
De boeren.
Wie stelde de bende schatters en loopers aan
't werk
De aardappeldienst.
Wie heeft ze betaald
De boeren.
De boeren zijn alles kwijt hunne waren en
hun geld Is dat domheid of diefstal
Dit zijn eenige vragen en antwoorden uit den
catechismus der aardappelbende.
Wanneer maken de boeren een anderen op
Volgende protestbrief werd gestuurd, 1) aan
den heer Minister van Tusticie 2) Aan den heer
Gouverneur van Oost-Vlaanderen 3) Aan de heer
procureur des Konings te Audenaarde
Aalst, den 12 Mei 1919.
Hooggeachte Heer
Op de gemeente Oultre bij Ninove komt zich
een schandaal te voltrekken welke ik ter uwer
kennis wil brengen en waarover ik een rechter
lijk onderzoek wil vragen.
De Bevoorradingskommissie dier gemeente
handelend in naam en op rekening der Provin
ciale Bevoorradingskommissie Afdeeling Aalst,
wil aan de landbouwers dier gemeente de aard
appelen geleverd in den herfst 1918 betalen aan
den prijs van vier frank (4,00) per 100 kilos.
Bij de aflevering dezer aardappelen werd de
prijs door het Onderkomiteit Aalst vastgesteld op
14,00 frank,plus 5 fr. premie en vergoeding voor
levering 0,50 fr.; te saam 19,50 fr. per 100 kilos.
Het schijnt dat door slechte behandeling van
wege genoemde commissies vele aardappelen be
dorven zijn. In elk geval werden ze door de land
bouwers goed afgeleverd en dienen dus aan vroe
ger beloofde prijs betaald te worden.
Al de landbouwers van Oultre weigeren hun
geld aan de voorwaarden van 4 frank per 100
kilos te ontvangen, als protest tegen deze hande
ling.
Zij verklaren dat genoemde commissies
verantwoordelijk moeten gesteld worden voor
hunne daden, al het verlies moeten dragen, aan
gezien zij anderszins al de winsten zouden opge
streken hebben.
Zij beschuldigen deze commissies veel nutteloos
geld te hebben uitgegeven en weigeren deze kos
ten te betalen.
slag met eenen zucht. Ik wenschte het ook wel.
Vermits ik slechts één kind heb, dat heeft mogen naar
de school gaan, zou ik ze willen laten leeren zoolang
ze kan maar mijn man is niet meer te stillen. Wij
kunnen zóó niet leven. De kinderen kosten geld. Ik
heb er niet minder dan zes en, gelooft mij of niet, ze
eten ons waarlijk het haar van het hoofd. Als de kin
deren hunnen eigen kost niet verdienen, zoohaast ze
groot zijn, dan moeten al de menschen van onze soort
naar de armen.
En wanneer denkt gij, dat Godelieve. met den
kleermakersstiel te leeren, haren kost zou beginnen te
verdienen
Niet spoedig, Zusters, ik weet het wel binnen
twee jaar misschien, zoo allengskens.
Welnu, wij willen u een goed voorstel doen- Laat
Godelieveken nog naar de school komen. Zij zal hier
het noenmaal en het avondmaal genieten, en zelfs het
ontbijt, indien gij wilt. Wij zullen eene bjzondere zorg
aanwenden om haar goed te leeren naaien. En zoo
haast zij dertien of veertien jaar bereikt en wel onder
wezen is, zullen wij zeiven haar op eenen winkel
doen, bij eene meesteresse, die haar zal beschermen
en bevorderen. Zij zal dus den verloren tijd ruim
schoots inwinnen. Bevalt u dit voorstel
Ach menschen lief, wat zijt gij toch goed voor
mijn arm kind riep moeder Wildenslag met de tra-
nen in de oogen. Dat God u beloone voor uwe lief
dadigheid. Ja, ja, zeker, ik neem uw edelmoedig voor-
I stel aan uit gansch mijn hart.
Zij weigeren de verliezen te dragen voor al de
bcdorvene aardappelen, waarvan zij de geheele
verantwoordelijkheid op de bevoorradingsdienst
schuift. Zij eischen de volle betaling hunner goed
afgeleverde waren.
In de hoop op een spoedig onderzoek en eene
rechtvaardige handeling, bieden wij U, hoogge
achte heer, onze gevoelens van diepen eerbied.
Voor den Landbouwersbond van Oultre,
O.Caudron,
Algemeene Schrijver der Landbouw-
vereeniging van het Arr. Aalst.
Gezonken Fosfaat.
Gezonken fosfaat wordt vervaardigd uit arme
fosfaten of beenderen, opgelost in zwavelzuur of
chloorwaterstofzuur, waarna bij de oplossing-
kalkpap gevoegd wordt het fosfoorzuur bezinkt
op den bodem in den vorm van poeder. Dit fos
foorzuur is grootendeels oplosbaar in citroen
zuren ammoniak.
Als meststof is het bezonken fosfaat van wei
nig beteekenis, het is te duur,doch het wordt veel
bij de voeding van jonge runders en varkens, on
der de benaming van voedende fosfaat gebezigd,
om het beendergestel te verkloeken en er de vor
ming van te verhaasten.
Staalslakken.
De staalslakken, nog metaalschuim, slak of
slakkenmeel, Thamasslak, Thomasmeel,Thomas
fosfaat, ijzerslak, basisch fosfaat, enz. genaamd,
en die bij de zuivering van het staal in de staal-
en ijzerfabrieken bekomen wordt, is zwaar en
zwartachtig van kleur.
Het ijzererts bevat gewoonlijk veel fosfoor,dat
het ijzer en het staal broos en breekbaar maakt,
wanneer dit daar niet uit verwijderd wordt. Men
vewijdert het er uit met warme lucht door het
ijzer te jagen, de zuurstof verbindt met het fos-
foor en vormt fosfoorzuur, dat zich wederom
verbindt met de kalksteen, die bij het smeltend
ijzer gevoegd werd. Aldus bekomt men fosfoor-
zuurkalk, dat met de overblijvende kalk als
schuim bovengedreven komt. Dit schuim afzon
derlijk verzameld, verstijft door de koude en
vormt zware steenbrokken, vol blazen. De brok
ken worden uiterst fijn gemalen en gezift.
De staalslakken bevatten 10 tot 18 fosfoor
zuur, waarvan 2 tot 3 °/0 en soms 7 tot 10 op
losbaar in citroenzuren ammoniak, de rest in
sterke zuren omtrent 40 °/0 kalk, 4 tot 5
magnezia-erts magnesiumoxyde en soms
tot 15 ijzer.
De spoedige werking der staalslakken hangt af
van hunne fijnheid zij worden gewoonlijk ver-
Zoo bleef Godelieve, ondanks de tegenwerpingen
haars vaders, op de school der Zusters.
Wat Bavo betreft, het is onnoodig te bevestigen,
dat hij op de gemeenteschool insgelijks zich onder al
zijne medeleerlingen onderscheidde. Hij was in de ge
leerdheid oneindig verder dan Lieveken hij had een
schoon geschrift, was zeer geoefend in het rekenen en
had reeds eenige vorderingen in de Fransche taal ge
daan. Zijne meesters hadden hun genoegen in zijn
helder begrijp en in zijne leerzaamheid, en roemden op
zijnen spoedigen voortgang.
Daar zijne ouders hem voor den stiel van mekaniek-
maker of van timmerman bestemden, woonde hij se
dert anderhalf jaar de lessen der teeken-academie bij,
en alles liet vermoeden, dat hij ook in dit nieuwe vak
behendig worden zou.
Met al deze bezigheden, en alhoewel hij nu slechts
te acht uren des avonds naar huis kwam, vond hij
nog tijds genoeg om spelenderwijze Lieveken voort te
helpen in hare eerste studie der Fransche taal, welke
zij op hare school nu insgelijks had begonnen te lee
ren.
Een gansch jaar verliep er dus, zonder dat eenige
tegenspoed het stille geluk van Bazin Damhout en van
beide kinderen kwam storen. Een enkel voorval in
dien men het voorval mag heeten was van aard
om aangeteekend te worden in hunne herinnering.
Bavo had sedert eenigen tijd eene zonderlinge strek
king tot eenzaamheid getoond.