Het Belgisch Trekpaard
Tist en Wannes.
Wedstrijden
DE KONINKLIJKE MAATSCHAPPIJ
Koninklijke straat, 20, Brussel.
REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE
I. Gedurende de werkznamheden der jury
leden worden alleen in de renperkentoegelaten
1) de voorzitter, de schrijver en de schatbewaar
der der maatschappij 2) de voorzitter en de
schrijver der jury 3) de algemeene bestuurder
der prijskampen en zijne toegevoegden 4) de
leerlingen der Veeartsenijschool en van de
Staats-Landbouwinstituut en van het Landbouw-
instituut van Leuven die den Jury toegevoegd
zijn; 5) de eigenaar en de geleider van het paard;
van zoodra het paard niet meer aan de beoor
deeling der jury onderworpen is, hebben de
eigenaar en zijn helper geenen toegang meer tot
het renperk.dat zij onmiddellijk moeten verlaten.
Het paard mag den jury slechts voorgesteld
worden door den eigenaar of zijn rechthebbende
en den geleider; de hengsten moeten gebreideld
zijn. Bij terugroeping geschiedt de voorstelling
in dezelfde voorwaarden. De paarden zullen zoo
veel mogelijk voorgebracht worden volgens de
nummers der catalogus.
Hl. De heeren eigenaars worden verzocht
hunne paarden slechts uit de stallen of boxen te
laten bij oproeping van de toegevoegde bediendon
der bestuurder der prijskampen bijzonderlijk met
dezen dienst belast.
Het renperk waar hunne paarden zullen beoor
deeld worden zal de eigenaars aangeduid worden
door voormelde bedienden.
De heeren tentoonstellers worden verzocht
hunne bedienden aan te bevelen altijd in de na
bijheid der stallingen hunner paarden te blijven
de geleiders die in de verschillige renperken tre
den of naar de stallingen terugkeeren na de
beoordeeling der Jury, zijn verzocht enkel van
den stap gebruik te maken.
IV. Gedurende de Werkzaamheden der Jury
is alle wandeling (uitgenomen in bijzonder geval)
of proefloop van paarden binnen de afhankelijk
heden der tentoonstelling streng verboden. Zij
zijn toegelaten, zelfs in het renperk, vóór 9 uren
's morgens en 's avonds na de werkzaamheden
der jury.
V. Het is streng verboden doeken of deksels
te plaatsen om de paarden te verbergen in de
stallingen,
VI. Na de afkondiging der eereprijskampen
moeten alleen de bekroonde paarden in het ren
perk blijven. De overigen moeten onmiddellijk
verwijderd worden.
vn. Alle tentoonsteller die zieh niet zou
gedragen naar de voorschriften van het tegen-
oorringen en andere kleine juweelen verpand. Wat
ware het dan niet geweest, indien de tijd tot werken
haar volstrekt hadde ontbroken
Godelieve gevoefde wel, hoe zij zich het nuttigst
maken kon. Zij ijverde met eene aanhoudendheid om
vrouw Damhout allen huisarbeid te sparen, en wan
neer zij zelve niets meer te doen wist, greep zij naald
en garen en naaide mede aan het grofste lijnwaad.
Op eenige dagen tijds was Adriaan Damhout zicht
baar aan het beteren maar zijne herstelling vorderde
zeer langzaam. Inderdaad, de dokter had hem na den
eersten dag nog tweemaal bloed afgetrokken. Daarbij
had hij hem het gebruik van alle voedsel verboden.
Geen wonder dus, dat de arme man welhaast zoo ma
ger was als een geraamte, en ofschoon gezond van
harte misschien, zoo zwak,dathij nauwelijks kon spre
ken. Mogelijk ook dat zijne ziekte voortduurde en
zich slechts langzaam liet overwinnen.
Zoohaast zijne beternis toeliet, dat men hem gezel
schap hield, gingen vrouw Damhout en Lieveken bij
zijn bed zitten naaien, en dan gaven zij hem moed en
troostten hem door allerlei zoete woorden. Het was
insgelijks bij het bed zijns vaders dat Bavo een gedeel
te van den avond doorbracht.
Er geschiedde iets zonderlings in den jongen. Hij
was somber en zwaarmoedig de anderen, bij de
zekerheid dat de zieke zou genezen, toonden vreugde
en lachten betere tijden tegen, maar Bavo's lippen
bewogen nooit meer tot den minsten glimlach. Het was,
als drukte er iets op zijn hart.
woordig reglement, kan uit de prijskampen ge
sloten worden.
De Commissie doet een beroep op den goeden
wil van allen om hare taak te vergemakkelijken.
voor KWEEKMERRIËN en MERRIEVEULENS
van 2 en 3 jaar.
Artikel 1. Er zullen in 1919 in de Provincie
Oost-Vlaanderen wedstrijden gehouden worden
zonder toekenning van premiën, voor kweek-
merriën van inlandsch ras en voor merrieveulens
van 2 en 3 jaar, in de volgende omschrijvingen
Art. 2. De wedstrijden zullen gehouden
worden op de dagen en plaatsen hierna aange
wezen
a) Voor de omschrijving Gent, te Gent (Bees
tenmarkt), den maandag 2 Juni, te 10 uur.
b) Voor de omschrijving Eekloo, te Eekloo
(Groote Markt), den dinsdag, 3 Juni, te 10 1/2 u.
c) Voor de omschrijving S. Niklaas, te S. Ni
klaas (Wandelplaats), den woensdag 4 Juni ten
2 uur.
dj Voor de omschrijving Ninove, te Ninove
(Graanmarkt), den donderdag, 5 Juni, te 10 1/2 u.
e) Voor de omschrijving Geeraardshergen, te
Geeraardsbergen (Groote Markt), den vrijdag
6 Juni, te 10 1/2 uur.
f) Voor de omschrijving Audenaarde, te Aude-
naarde (Stadhuis), den zaterdag, 7 Juni te 10 uur.
Art. 3 De plaatselijke overheden der steden
en gemeenten van de provincie zijn gelast aan
de belanghebbenden kennis te geven van de
plaatsen, dagen en uren tot het houden der wed
strijden bepaald.
Vergaderingen.
Met deze hebben wij de eer, al de gemeente
lijke bonden dringend te verzoeken eene ver
gadering te houden, binnen de 14 dagen, tot
kiezing der afgevaardigden, waarover spraak
was in de algemeene vergadering der heeren
aandeelhouders Zondag laatstleden.
HERDERSEM. De vergadering van Zondag
8 Juni zal gehouden worden na de hoogmis in
plaats van om 4 ure 's namiddags.
WELLE. Dringende algemeene vergadering
op Maandag (Tweede Sinxendag), om 1 uur na
middag zeer stipt.
MOORSEL. Maandag, Tweede Sinxendag,
algomeene vergadering, om 4 ure, bij Frans Van
Brempt, Statie.
Dagorde: Inschrijving voor kolen, vetten voor
den oogst vollediging van het Bestuur.
Deze duistere gemoedstemming werd inniger en ver
meerderde tot eene soort van geheime spijtigheid,
wanneer zijne moeder, in stede van te gaan slapen,
alleen bleef zitten werken tot half in den nacht.
Zij zeide hem somwijlen, dat het niet anders kon
zijn dat, dewijl vader niet arbeider, kon, zij moest
pogen iets te verdienen om den bitteren tijd door te
worstelen.
De jongen antwoordde daar niet op, maar ging on
tevreden en morrend naar zijn bed.
Eenige dagen later had Bavo eensklaps zijne blij
moedigheid teruggevonden. Hij was het nu die den
anderen moed gaf en zich opgeruimd toonde. Vermits
hij sedert eenige dagen veel vroeger dan gewoonlijk
zich naar de school begaf om er werkzaam te zijn,
vooronderstelde men, dat hij in de prijskampen op
zijne school was gelukt, en hij ontkende zulks niet.
leder juichte dus met hem over zijne waarschijnlijke
zegepraal.
Nu Adriaan Damhout geheel buiten gevaar was ge
raakt, oordeelde de dokter, dat het tijd was om zijne
neergedrukte krachten allengs een beetje te herstellen.
Hij zeide dus op zekeren Maandag tot de vrouw, dat
zij eene sterke soep van ossenvleeSch moest koken,
en hem daarvan nu en dan een kopje moest te drinken
geven.
Groot was de verlegenheid en het verdriet van bazin
Damhout. Zij was reeds twee weken huishuur ten
achter haar laatste weekloon had zij den bakker ge
heel gegeven, om nog wat brood op borg te bekomen.
Tist. Dag Wannes.
Wannes. Dag Tist.
T. Hewel jongen, wat zijt ge nu zinnens te
doen met uwe slechte partij rogge, gaat ge ze
afmaaien en aardappels op planten
W. Maar Tist lief, wordt ge nu toch heele-
maal gek, zoo laat reeds, daarbij ik heb geen
plantsoen.
T. Ja, dan zult ge eene vrucht kweeken, ge
zult strooi krijgen zoo lang als vlas, en graan
korrels gelijk lijnzaad.
W. Och, Tist jongen, ge wilt met mij den
spot drijven maar ge zult nog stom staan te
kijken, met uwen mond vol tanden voor het oogst
is en zeggen Wannes weet het toch te repa-
reeren.
T. Dat zullen we eens zien
W. Ja, dat zullen we eens zien Nu met
den regen van deze week zal alles zijn kopken
rechten en frisch en gezond worden, daarbij ik
heb gisteren weer nitrate en ammoniak gehaald.
T. Hebt gij u wat vuiligheid laten in d'han-
den steken
W. Hoe is 't mogelijk Tist zoo gaan we
geen vrienden blijven als ge met mij nog lacht.
Luister eens hier vriend.
T. Hewel
W Heb ik u verleden week niet gezegd
dat ik voor mij genomen had, die prullemans te
laten varen, en liever niets te strooien, dan die
vuiligheid
T. Dat is een goed gedacht.
W. Ik heb, zeg ik, gisteren nitrate en am
moniak gehaald in den bond.
T. Ah, nitrate en ammoniak gehaald in den
bond, nu versta ik u.
W. Ja, en reeds in ons nieuw magazijn
Zie besten Tist, daar moet ge eens gaan naar
kijken, dat is iets jongen, dat is d'affairen
T. Wat ge toch zegt, is dat zoo iets bijzon
ders.
W. Ge moet het eerst zien, en dan van spre
ken, het is zoo groot, sterk gebouwd, schoon
gerief om alles op orde en met waarborg te sta
pelen, zoo wel gelegen voor 't lossen aan 't wa
ter en ijzerenweg, dat er den eind aan verloren
is, daarbij wij kunnen er met een wagen in en
uit rijden.
T. 't Is zeker zoo groot »kn kerk
W. Hewel, 't is toch zoHKot als die van
St Stephanus te Moorsel.
T. Jongens toch, dan kan men er alle ver
schillende waren inleggen
W. Ja, man, dan kunnen wij nog dikwijls
zonder op voorhand ingeschreven te zijn om vet
ten, lijnmeel enz- rijden. Ons Koornbloeme-
ken zal ons wel in tijds laten weten wat er
Niets was er in huis, dat waarde genoeg had om tot
pand tegen geld te worden aanvaard. Nu moest er
vleesch zijn goed ossenvleesch om haren zieken man
een beetjen te versterken. Hoe zou zij dit vleesch be
komen zonder geld Zij dacht aan het bureel van
liefdadigheid, zij droomde van de menschlievendheid
van den eenen of anderen rijken in te roepen maar
deze middelen boezemden haar schrik in het gepeins
alleen van eene aalmoes te gaan vragen, deed haar
beven.
Onder hare angstige bewegingen opende zij werk
tuigelijk de kleine lade der kas, waar zij haar geld in
legde, wanneer zij geld had. Een schreeuw van ver
rassing ontsnapte haar. De lade was ledig sedert meer
dan vijftien dagen., en d|ar blonk haar nu eensklaps
een glinsterend vijffrankstuk in de oogen 1
Hoe kwam dat muntstuk daar Was het God zelf,
die medelijden had gehad met haren nood Maar neen!
hier kon geen wonderwerk in het spel zijn. Lieve
ken Maar Lieveken had geen geld, en hare ouders
vergingen schier van gebrek. Men kon het zien op
hunne bleeke aangezichten en holle wangen, dat de
honger hun ingewand verteerde Daarenboven, Lina
Wildenslag verborg het niet, dat zij soms geheele da
gen zonder eten waren en bazin Damhout, hoe arm
ook, hadhaarmeteenigestuivers te gelijk het weekloon
van Lieveken doen aanvaarden. Zeker, Lina hadde in
elk ander geval deze teruggaaf geweigerd maar nu
zeide zij zelve, met de tranen in de oogen, dat de
ellende haar dwong te vergeten, dat zij een hart had.