- mK Ammoniak miraai;Esa nieuw siiKsiolmEst Bemesting es Meststoffen lo magazijn ZseDargKaai. Zemelen. Zaai haver. Duivenboonen. mtm •IT:; 'wm IWi:. 1° Vóór alles vermijde men, koeien te koopen die komen uit een hoeve waar de kwaal heerscht. Elke koe van verdachte herkomst moet tot na het kalven afzonderlijk gezet worden, derwijze dat zij, indien zij aangetast is, de andere dieren niet kunne be smetten 2° Bij de eerste teekens van ver werpen leide men de koe uit den gemeenen stal, voere men haar mest ver weg, en ontsmette men de plaats waar zij lag. Hetgeen van de misgeboorte voort komt moet verzameld worden op versch stroo, buiten gebracht zonder den grond te raken, en met onge- bluschte kalk ondergedolven worden. Hetzelfde moet gedaan worden met de nageboorte, om de ziektekiemen niet te verspreiden. Na het werpen ontsmette men zoo volledig mogelijk de baarmoeder. Dit geschiedt door middel van overvloe dige en herhaalde uitspoelingen met een bederfwerende vloeistof, zooals het potaschpermanganaatzuur, tegen 1/2 t. h. opgelosf in water. De be sproeiingen moeten gedaan worden over gansch de binnenoppervlakte van de baarmoeder. Eene koe mag slechts drie maanden na de misgeboorte bij den stier ge bracht worden Na de dekking dient het teellid van den stier ontsmet volgens voormelde wijze, en door het inspuiten der scheede. 3° Wanneer er in een stal een mis geboorte voorkomt, is het te vreezen dat de ziektekiem reeds vespreid is, en moeten de gezonde dieren aanzien worden als met de kwaal bedreigd. Deze kan beperkt worden door te vermijden, dat het strooisel lang in den stal blijft door het dikwijls weg nemen der drekstoffen die het achter deel der koeien bevuilen, door dit, zoo noodig, te reinigen, en inzonder heid door op vaste tijdstippen de staart, de bilnaald, de aars en de geslachtsdeelen te wasschen. Die plaatsen moeten daarna met phenol- oplossing van 2 t. h. besproeid wor den De stal moet alle acht dagen met overvloedig water gewasschen, en daarna met ontsmettende oplossingen besproeid worden, bijvoorbeeld met een oplossing van 3 t. h. zwavelzuur ijzer en koper. Het mest moet, dadelijk na het uit halen, in hoopen gelegd worden op een zekere afstand van de hoeve, in stede van op de binnenplaats. Het is van belang, te zorgen dat de aal en het regenwater, die door het mest loopen, niet kunnen geraken in den put, waaruit men het water voor het vee haalt; want de ziektekie men van het verwerpen zouden daar door tejug tot de gezonde beesten kunnen komen. Dienvolgens dienen stalvloer, de greppels, de mestput, de aalput ondoordringbaar gemaakt; de waterput moet op een hoogte van 5 tot 6 meter, te rekenen van af zijn Ope ning, gecimenteerd zijn. De eigenaar,wiens dieren aangtast zijn door het besmettelijk verwerp, heeft er steeds belang bij noch koe noch kalf te koopen, zoo lang de ziek te niet verdwenen is. Zij eindigt aldus rasser dan wanneer er gedurig nieuwe beesten in de besmette lokalen wor den gebracht. De benuttiging van de vrije stikstof uit de lucht tot het vervaardigen van meststof, was steeds een vraagstuk van het hoogst ekonomisch belang. Stikstof heeft een groote weerbaar heid tegen over de andere stoffen en zij verbindt zich met deze zeer moei lijk; dit heeft voor gevolg dat de stik stofzouten in de natuur tamelijk zeld zaam zijn en bijgevolg zeer duur.Voe gen wij er bij dat niet alleen in land bouw, stikstof een der eerste grond stoffen is, maar dat ook de meeste nijverheden stikstofverbindingen noo dig hebben. Vroeger bestonden er enkel twee belangrijke bronnen van stikstof-zou ten, en deze moesten dan ook aan heel de behoefte van de wereld voorzien. Het waren de salpeter uit Chili, die ons het soda-nitraat gaven, en de am- moniakale atvalproducten der licht- gasfabrieken die de zwavelzure am moniak voort brachten. Deze twee bronnen schenen ontoereikend en men zocht meer zouten voort tebrengen en men hoopte ze beter koop te hebben met vrije stikstof uit de lucht vast te zetten. Ware de stikstof betrekkelijk beter koop dan zou de landbouw ook den voortbrengingsprijs zijner vruchten merkelijk zien dalen. Of nu de fabrieken, die deze stof uit de lucht vastzetten, daarin zullen sla gen, valt nog af te wachten. Om stik stof met andere stoffen te veubinden zijn er groote krachten noodig, ster ke elektrische stroomen. en alles hangt af of men deze stroomen goed koop kan voortbrengen. Daarom zijn de meeste dezer fabrieken gelegen in de nabijheid der groote watervallen of andere natuurlijke krachten; de machl van het vallende water de blanke kolenwordt gekaapt en tot straffe elektrische stroomen omgezet. Tijdens den oorlog hadden de vech tende mogendheden de grootste be hoeften aan stikstofzouten en dit tot het vervaardigen der explosieven.... Duitschland eerst, als gevolg van de blokade en het ander kamp later—ge noodzaakt door den duikbooten oorlog—mochten op de salpetermij- van Chili niet rekenen, Nood dwong eene grootere uitbreiding te geven aan fabrieken die stikstofzouten zou den vervaardigen met stikstof uit de lucht.... En zoo ontstonden, in de verst afgelegen bergen, overal waar vallende waters schier kosteloos de drijfkracht schonk, nieuwe fabrieken sikstofzouten. Zullen al deze fabrie ken in werking blijven en zal de wed ijver ons alzoo de beterkoop stikstof bezorgen? Laat het ons hopen.... Er bestaan drie procédés om indu strieel de luchtstikstofte verbinden: Het oudste is het Noorweegsch procédé De stikstof wordt verbonden mef. dt znurstof van de lucht door de werking van een sterken artifieieelen bliksem; men bekomt nitrisch zuur, dat met kalk verbonden wordt en het kalk nitraat of Noorweegsche salpeter geeft. Dit zout was reeds in den han del voor den oorlog. Bij de eerste leveringen vond het weinig bijval: het zout was zeer vochtslorpend, werd nat en smolt afs men het wat te lang aan de lucht blootstelde..Tegenwoor- deg nochtans vindt men het in den handel onder vorm van kleine korrels, die hoegenaamd niet vochtopslorpend zijn. De behandeling er van is zoo ge makkelijk als dit van nitraat. Even bekend voor den oorlog was het procédé Franck-Caro. In ovens, hoog-gestookt door sterke elektrische stroomen, laat men eenen luchtstroom over gesmoltene calcium-karbuur gaan; de stikstof verbindt zichmethet karbuur om het kalk-cyonamide of nutrolim te geven. Deze meststof had voor den oorlog een tamelijk groot verbrui': gevonden, ondanks hare on aangename geur en zeer groote stui- verigheid; de twee nadeelen nochtans waren zeer verminderd in het cyona- mide onder gekorrelde vorm. Een nieuw procédé vond onder den oorlog groote verspreiding. Een Fransche scheikundige M. Le Chate- lier had voor den oorlog, in zijn labo ratorium, de synthèse bekomen van de ammoniak mét stikstof te verbinden aan waterstof in tegenwoordigheid van sterke canaliseerende stoffen. Deze laooratorium-proef werd gein- dustraliseerd in Duitschland door het procédé Haber en uitgebaat door de Badische Anilin und Soda Fabriek. Voor den oorlog maakte deze fabriek reeds eenige duizenden ton zwavelzu re ammoniak 's jaars. Later slaagde de bekende Duitsche scheikundige Oswald, deze ammoniak over te zet ten tot nitrisch zuur. De verbinding van het zuur met een deel van de ammoniak geeft dan het ammoniak- nitraat. Dit procédé werd het meeste ge bruikt bij het vervaardigen van het stikstofzout. dat dienen moest voor het laden der granaten en andere ont- ploffingstuigen. Ammoniak-nitraat bevat 350/o stik stof. De meeste proeven met dit zout gedaan en die de werking ervan moes ten vergelijken met die van soda-ni traat en zwavelzuren ammoniak, ge ven den besten uitslag. Dit bevestigt eene mededeeling door Prof Schlos- sing gedaan aan de Académie des Sciences van Parijs. Ik weet niet of in Beigie dergelijke proeven reeds ge daan zijn zij waren nochtans wen- schelijk gezien de belangrijke rol die ammoniak-nitraat geroepen is te spe len als nieuw stikstofmest. B. VAN DEN AKKER (20e vervolg). Het verschil tusschen stalmest en hulp of kunstmest zal onzen lezers nu wel duidelijk zijn. Men onderscheidt allereerst enkelvou dige hulpmeststoffen. Deze leveren of phosphorzuur (zooals beendermeel, tho- masphosphaat en superphosphaat), of stikstof (zooals Chilisalpeter en zwavel zure ammoniak, kalkstikstof, kalksalpe- ter), of kali (zooals kaïniet, carnaliet, lylviaiet en de verschillende gezuiverde kalizouten), of kalk (zooals gaskalk, schuimaarde, meelkalk, kluitkalk, land- bouwkalk, gips, mergel). Kalk wordt bovendien nog gebruikt als grondverbe teringsmiddel. Thans moeten wij de voornaamste hulpmeststoffen de revue doen passeeren. Beginnen wij, volgens belofte, met die, welke haar waarde ontleenen aan hun stikstofgehalte. Hulpmeststoffen met stikstof Van de bemestingen met hulpmeststof fen lijkt die met een stikstofleverende wel het dankbaarste, omdat er zooveel uiterlijke ken teekenen zijn voor haar werkzaamheid. En hiervan zal wel 't gevolg geweest zijn, dat voor de Chilisal peter vroeger nog al eens misbruikt is. Met uitzondering van de vlinderbloe migen, die zich met behulp van bacteriën waarmede zij samenleven, kunnen mees ter maken van de vrije stikstof des damp- krings, stellen alle andere cultuurplan ten vrij hooge eischen aan het stikstofge halte des bodems. Door een gemiddelden oogst van tarwe wordt per H A. niet minder dan 70 K G. stikstof aan den bodem onttrokken. En nu zijn er gewas sen, die nog meer noodig hebben, niet altijd, omdat zij percentsgewijze rijker aan stikstof, maar vaak, omdat hun op brengsten per hectare grooter zijn. De bodem ontvangt met regen en sneeuw ook wat stikstof uit de damp kringslucht, maar daarmede behoeven de land- en de tuinman geen rekening te houden. Op gronden, die, zooals men dat noemt van nature rijk aan stikstof zijn, wordt een opzettelijke stiks'tofbemesting noodig als daarop veel wordt verbouwd, dat be trekkelijk of zeer rijk aan eiwit (stikstof) is en na den oogst van de boerderij wordt weggevoerd, zooals granen en peulvruch ten. Van het eiwit, dat in de vervoederde producten aanwezig is, verlaat nog heel wat met vee en zuivel de boerderij. In den stalmest en de ier vindt men de stikstof van de onverteerde, van de ver teerde, niet geresor beerde, en van de ontlede eiwitstoffen van het voeder, als mede die van de spijsverteringsvochten. Deze vormt maar een gedeelte van al de stikstof, die door den oogst aan het land is onttrokken. Als men boert op een van nature aan stikstof rijken grond zal men toch nog spoedig voor een stikstoftekort komen te staan, maar het is gewenscht het niet zoover te laten komen. Dan zijn er gronden, die veel stikstof bevatten, welke slechts zeer geleidelijk ter beschikking van de planten komt. Want wat is 't geval de landbouwkun dige onderscheidt drie soorten van stik- verbindingen, n.l, organische stikstof in den vorm van ammoniak en in dien van salpeterzuur. Als de stikstof deel uitmaakt van de eiwitstoffen, is zij aanwezig in organi- schen vorm. Zoo bevindt zij zich dus in de groene bemesting, in de plant.enover- blijfselen in den bodem (humus veen) in de vaste uitwerpselen van mensch en dier. In urine komt zij 0. a. voor ali ureum of pisstof, die door aanraking met de lucht gemakkelijk in den vluchtigen ammoniak overgaat. En ammoniak op zijn beurt kan door bepaalde bacterie- soorten iD salpeterzuur worden omgezet. Nu moeten wij even op een geijkte uitdrukking wijzen, die eigenlijk minder juist is. Er wordt gezegd de planten nemen de stikstof zeer waarschijnlijk slechts op in den vorm van salpeterzuur en niet irt dien van ammoniak. De planten nemen geen salpeterzuur op, maar salpeterzure zouten, geen am moniak. maar ammoniakzouten. Men stelt de stikstof, aangevoerd met de oudste twee stikstofleverende hulp meststoffen (Chilisalpeter en zwavelzure ammoniak), respectievelijk als salpeter zure natron en als zwavelzuren ammo niak ter beschikking van de planten. Men brengt de stikstof dus aan in zoogenaamde zouten de planten nemen nu ook geen salpeterzuur maar salpeter zure zouten op het zout van den zwa velzuren ammoniak wordt eerst omgezet in koolzuren ammoniak en later zijn de bacteriën er de oorzaak van dat uit de ammoniak-zouten, welke de plant niet opneemt, salpeterzure zouten ontstaan, waarvan de plant wel kan profiteeren. Voor de zemelen is het met geduld te wachten. Al onze voorraad zeme len in de molens werd naar Frankrijk gestuurd en heden zitten de boeren zonder krachtvoeder. Vandaar ver mindering van melk en schade aan de landbouwer en de volksvoeding. Om geene moeilijkheden op te loopen zullen er geene inschrijvingen voor zemelen aanvaard worden. Iedereen zal er een deel bekomen. Die eerst komt zal natuurlijk eerst bediend zijn zoolang de voorraad duurt. Verre afgelegen bonden kunnen nog eene inschrijving zenden. Er werd eene klacht in het minis terie neergelegd en wij verhopen dat de toestand weldra zal beteren. Voor het einde der week wordt een wagon verwacht. Er is reeds zaaihaver aan de markt die niet te duur komt. Zweedsche, Hollandsche en Schotsche. De plaatselijke bonden kunnen zon der wachten hunne inschrijvingen doen. Prijs omtrent i35 tot 140 fr. de 100 kilos. Volgende soorten worden aangegeven Victoire, Seger, Zeelandsche, Ligowo. Deze haver zal binnen eene maand kunnen geleverd worden. Op herhaalde aanvraag der duiven- liefhebbers hebben wij na lang zoeken schoone en goede duivenboonen ge vonden klem gezond en van den ouden oogst. Prijs per kilo 1,20 fr. Met 100 kilos n5 fr. Alle dagen te bekomen in den voor middag van 8 tot 12 ure Kaïniet in zakken 14,50. Zemelen aan 34 fr. de 100 ltgr. zonder zak Sucrema, in zakken van 50 kilos, aan 41,00 fr. de 100 kilos zonder zakken. Bloem aan 94,00 fr. de 100 kilos zon der zak. Maïs (nieuwe) aan 75,50 fr. de 100 kilos zonder zak. Lijnmeel aan 94 fr. Amerikaansche haver 77.00 fr. de 100 K. zonder zakken. Het Bestuur heeft besloten geen en kele waar uit het magazijn te laten gaan zonder comptante betaling. Studie van den Notaris De Windt te Aalst. De Notaris DE WINDT, te Aalst, zal openbaar verkoopen op Maandag 15 December 1919, om 8 uren 's morgens te Moorsel, Dorp, Kasteeldreef 60 Olmen Boomen metende van 1.40 m. tot 2.40 m. DOOR

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1919 | | pagina 3