m sxnanap Bemesting en Meststoffen Prachtig Tooneelfeest lo Magazijn Zeebergkaai. mÊÊSSBÊMBi M&ÉmM iiili: Aan onze Abonnenten. SMliEill msmssam MMiËlSil B. VAN DEN AKKER (20® vervolg). De bacteriëndoen echter niets voorniets bij die omzetting heeft stikstofverlies plaats, zoodat 1 kilo stikstof in zwavel zuren ammoniak in waarde gelijk ge steld wordt met 0,9 kilo stikstof in chili- salpeter. Wij spraken boven herhaaldelijk van zwavelzuren ammoniak en Chilisalpeter. Laat ons even mededeelen, waar die hulp- meststoffen van daan komen en hoe zij gebruikt kunnen worden. Want hoewel beide meststoffen om de stikstof gekocht worden, is 't onder bepaalde omstandig heden niet onverschillig, welke van de twee men gebruikt, Beginnen wij met den zwavelzuren ammoniak. In de planten kan geen eiwit gevormd worden, als zij in den bodem geen op neembare stikstofverbindingen vinden. Eiwitstoffen zijn nl. stikstofverbindingen. Zoo gaat het ook met lijken van die ren, enz. Bij de ontleding en de verdere omzetting gaat een deel der stikstof in vrijen vorm, dus als gaz, in den damp kring over. Maar ook dit deel isnietvoor de planten verloren, daar met regen en sneeuw een bepaalde hoeveelheid aan den bodem wordt teruggegeven en de met de vlinderbloemigen samenlevende bacteriën weder atmospherische stikstof kunnnen vastleggen. De stikstofverbindingen in plantendee- len, door mensch of dier opgegeten, wor den gedeeltelijk in hun lichaam als vleesch of lijm of hoornstof afgezet en verlaten, voor een deel, na al of niet ont leedt te zijn, het lichaam. Ook de stik stof, die met de in het lichaam afgezette stikstofverbindingen achterblijft, komt na langer of korter tijd weder in lucht of bodem terecht. Zoo gaat de stikstof altijd in een kringetje rond. Dit zal nu wel duidelijk zijn. De stikstof, welke deel uitmaakt van zwavelzuren ammoniak, is plantenstik- stof zoo goed als die, welke aanwezig is in groene bemesting en stalmest, want geen zwavelzure ammoniak zonder gas fabrieken gee*n gasfabrieken zonder steenkolen, geen steenkolen zonder plantengroei. De steenkolen zijn toch ontstaan uit voorwereldlijke planten, die, evengoed als de planten van onzen tijd, uit cellen waren opgebouwd en levende cellen zon der eiwit zijn ondenkbaar. Van die voor wereldlijke planten trouwens komen onder onze tegenwoordige flora nog meerdere verwanten voor, zooals de paardenstaarten en de varens. Het is dus, vernomen den oorsprong van de steenkolen, geen wonder, dat men hieruit een' stikstofverbinding kan afzon deren. De steenkolen worden in zoogenaamde retorten verhit. Zij worden, zooals Tiet heet, aan het proces der droge distillatie onderworpen. Daarbij ontstaan naast de gassen, die te zamen het lichtgas vormen eenige, die men hierin niet kan gebrui ken, of omdat zij onbrandbaar zijn of omdat bij hun verbranding voor de ge zondheid schadelijke verbindingen ont staan. Drie van die gassen heeten zwar velwaterstof, koolzuur en ammoniakgas. Dat uit steenkolen eerstgenoemd gas kan ontstaan, heeft wel iedereen be merkt, al wist hij wellicht niet, dat het gas, waarmede hij te doen had, zwavel waterstof heette. De aan rottende eieren herinnerende reuk, die men waarneemt aan den rook, welken den schoorsteen van de locomotief verlaat, is dien van het daarin aanwezige zwavelwaterstof. Als zwavelwaterstof verbrandt, ontstaan water en het zeer nadeelige zwaveldio- xvde, Koolzuur is onbrandbaar, onderhoudt de verbranding niet en is, in een hoeveel heid van een enkel procent in de damp kringslucht aanwezig, reeds nadeelig voor mensch en dier Het ruwe lichtgas d, i. het gasmensel, hetwelk de retorten verlaat, moet dus van zwavelwaterstof, koolzuur en am moniakgas worden bevrijd. Het wordt daarom door buizen, de zoogenaamde klimpijpen, naar een in het water gele gen grootere buis gevoerd. Hier verliest het gasmengsel een beetje waterdamp, ammoniak en teer. Vervolgens gaat het door koelers, waarin waterdamp in wa ter overgaat m. a. w. waterdamp con denseert. Hierin blijft een groot deel van bet ammoniakgas, dat zeer gemakkelijk in water oplost, achter. Op zijn verderen weg wordt het gasmengsel in meer inni ge aanraking met water gebracht (in de zoogenaamde scrubbers) en hierdoor zoo goed als geheel van zijn ammoniakgas beroofd, terwijl ook nog een weinig koolzuur en zwavelwaterstof in dat water oplossen. Het water uit bovenge noemde grootere buis, uit de koelers en de scrubbers wordt als gaswater in put ten verzameld. Het gaswater houdt per liter van 7 1/2 tot 15 gram ammoniakgas opgelost, Per 1000 gram (1 liter) water, heeft men nu 2 1/2 tot 10 gram ammoniakgas hieri van bevat het gaswater dus 1/4 a 1 pet. Jammer, dat dit voor den plantengroe- nadeelige verbindingen en zooveel water bevat. Het laatste maakt, dat de vervoerkos ten, in verhouding tot de waarde der in dat water opgeloste stikstofverbinding, meestal te hoog worden. Daarom wordt het gaswater op zwavelzuren ammoniak verwerkt. Sommige kleinere fabrieken zijn daarvoor niet ingericht en verkoo- pen het daarom aan grootere fabrieken of fabrieken van zwavelzuren ammoniak. Nu zal men wel vragen Worden in dit geval de transportkosten- niet te hoog Wij antwoorden daarop, dat het vervoer dan wel altijd kan geschieden te water bij groote hoeveelheden tegelijk, waar door de transportkosten betrekkelijk laag blijven. Ter bereiding van zwavelzuren ammo niak wordt het gaswater verhit. Warm water kan in het algemeen minder gas opgelost houden dan kouder, dus ook minder ammoniakgas. Ieder weet wel, dat men door gewoon water te koken hieruit de lucht, die er in opgelost is, kan uitdrijven. In gekookt en daarna afgekoeld water gaan bijv. goudvisschen dood en dit bij gebrek aan lucht (zuurstof) voor de ademhaling. Doordat warmer water veel minder ammoniakgas kan houden dan kouder, wordt bij verwarming van het gaswater het grootste deel van den ammoniak in gasvormigen toestand uitgedreven. Hij word naar een reservoir geleid, dat in wendig met lood bekleed en gedeeltelijk met sterk zwavelzuur gevuld is. Loo'd is een metaal, dat wel door zwavelzuur aangetast wordt, maar waarop het zuur zoodra het metaal met een laagje zwa- velzuurlood bekleed is, geen invloed meer heeft. Het zwavelzuur bindt zeer gemakkelijk gassen, dus ook ammoniak- Sis Trompet die een welstellend boerken was en met zijne zonen tevens den stiel van zager deed, had het groot ongeluk zijn vrouwken te ver liezen. Een paar uren na het overlij den ging Sis weenend en snikkend bij de goede pastoor om eene begrafenis te vragen. Dat mag toch wid een schoone dienst zijn, niet waar\:egde de pas toor. Ocii» mijnheer de Pastoor snikte Sis, doet het zooals het behoort, gij weet dat beter als ik. En na eenige troostwoorden verliet Sis Trompet de pastorij. Een veertiental dagen, nadat alle geburen gestoeft hadden op de schoo ne dienst die Sis voor zijn vrouwken had doen celebreeren nadat de kommeeren al wisten te vertellen dat Sis wel mocht iets doen voor zijne vrouw, want dat hij door zijne zat- lapperijen aan zijn goed schaapken veel verdriet had aangedaan, trok Sis naar de pastorij om den dienst te betalen. Maar hoe trok hij een aardig gezicht toen hij de rekening zag Wel, wel, Mijnheer de Pastoor, zooveel Ik meende dat het maar de helft ging kosten Ge zijt mis jongen, zegde de pastoor, dat is wel de tarief voor dezen schoonen dienst. Hebt ge niet gezien dat we beste kleeren aan had den, schoone versiering, het beste ge zang en muziek alles schoon en solemneel, Ah dat is solemneel peisde Sis, en betaalde zonder morren. Het is mijne schuld dacht hij. maar ik heb toch mijn plicht gedaan voor mijn lieve Trien, en hij trok welgezind uit de pastorij. Eenigen tijd nadien, was Sis altijd maar aan 't peinzen waarom toch de pastoor altijd lachtte als hij hem te genkwam. Hij heeft mij een farce gebakken zei Sis, maar ik zal hem toch ook eens vasthebben. Zekeren Zondag na de hoogmis werd Sis naar de pastorij geroepen waar de pastoor hem vroeg om zijnen notelaar te komen zagen. Sis lachtte bij zich zeiven en zeiik kom morgen vooraf. 's Avonds dronk Sis eene goede pot en beraamde in stilte zijn plan. Hoe stond de pastoor verwonderd te zien toen hij Sis met zijne twee zoons zag aankomen met frakken en hoeden aan om te zagen N De boom werd gepeld en opgelegd onder het gestadig zingen en juichen van Sis en zijne zonen. -t Is weer eens maandag dachten de menschen. Ze zullen niet lang werken want ze zijn gekleed om naar de kermis te gaan dacht de pastoor. Heel den dag was het in den hoi van de pastorij een gestadig zingen en fluiten. 's Avonds was heel de boom aan stukken en Sis gaf zijne rekening aan den pastoor. Deze stond versteld te kijken, her telde nogmaals, zag en kon het niet gelooven. Ja maar, Sis, dat is niet juist, overjaargaf ik u tien franken en nu vraagt g'er twintig. Ja, mijnheer de pastoor, zegde Sis, geheimzinnig lachende, dat is onze tarief voor zulk werk. Ziet ge niet dat we op ons beste zijn gekleed en heel de dag geschuifeld en gezon gen hebben. Uwen boom is solem neel gezaagd, mijnheer de pastoor Nu schoot de pastoor in eerien schaterlach en zegde Sis, ge wilt mij vasthebben, omdat ik uwe vrouw solemneel heb begraven, maar ik zal u, moest ge hertrouwen, gratis eene andere zalven. Nu schoten allen in een lach, maar Sis wilde er iiiets van af doen ten wa re de Pastoor eene goede fiesch wijn ten beste gat, hetwelk geschiedde waarmede het proces gesloten was. De pastoor lachtte nog hartelijk vele jaren nadien als hij dacht aan de toe ren van Sis Trompet en aan zijnen solemneel gezaagden notelaar TE MOORSEL Op Zondag 14 December gaf de Tooneelkring Jan De Meer een prachtig en welgelukt tooneelfeest, dat ons herinnerde aan de eervolle en roemrijke vertooningen uit het verle den. De tooneelkring ontving destijds de naam van het drama <1 J an de Meer een stuk van zijnen diepbe- treurden Voorzitter en waardevollen tooneelschrijverDoctor Tan Cau- dron. Dit stuk maakte de naam en eens voor goed de faam van dezen kunst kring. Hoevele beroemde en schoone stukken kregen we hier te zien De tijd die alles vergruisd en de oorlog die zooveel heeft verwoest, hebben toch geen leed gedaan aan dezen tooneelkring. Weliswaar helaas, zijn bijna alle oudere van de planken verdwenen, maar de jongere schijnen met evenveel talent hunne meesters van nabij te volgen. Het weze gezegd dat het drama Tante Klara onverbeterlijk werd vertolkt waarin elke rol meesterlijk werd gespeeld. Noemen wij de jonkvrouwen Clo- tilde en Louise Van Brempt en K. Van Eeckhoorn de onovertroffen stillen en braven dienstknecht Eugeen De Kegel evenals de heeren De L00- ze en F. Lion, de waardige renteniers de jongeren als Victor Van Brempt, Richard Caudron en Alfons Saeyes die eer deden aan hun spel en veel belovende tooneelspelers zijn. In het blijspel Op zoek naar Annemie heeft Alfons De Backer een onovertroffen boer Botermelk ge weest. Hij heeft kostelijke oogenblikken doorgemaakt en tranen doen lachen aan het publiek. De Waalsche koet sier (Cam. Hendrickx) evenals Nelle zeepsop, Jef Kramick en den generaal hebben een echt blijspel gespeelt. Frans Merckx en Jef Van Brempt beloven felle spekers te worden. Tusschen het tweede en derde be drijf greep eene roerende en plechtig heid plaats die ik niet kan nalaten aan te stippen. De leden van den tooneel kring boden eenige geschenken aan hunnen ieverigen makker Eugeen De Kegel die 27 jaar op de planken komt. Men bood hem ook twee ruikers,ter wijl de Voorzitter Doktor Van de Maele hem kort maar innerlijk toe sprak in deze woorden Vriend Eugeen, Heden willen wij den dag herdenken waarop Gij 21 jaar geleden voor de istf> maal optrad als tooneelspeler van den kring fan De Meer Se dert djen, hebt gij meesterlijk eene rol vervuld in al de prachtige stukken die hier opgevoerd zijn. Mij is de eer te beurt gevallen, in naam van de leden van «Jan de Meer» als een blijk van hulde en dankbaar heid U deze geschenken aan te bie den. Gelief ze te waardeeren, niet naar hunne innerlijke waarde, maar naar de gevoelens dergenen in wier naam ze u aangeboden worden. Deze gelegenheid wil ik niet laten voorbijgaan zonder ook een woord van dank en herinnering te wijden aan de vele en verdienstelijke vroegere leden, heden afwezig, sommige van hier vertrokken, andere door den ouderdom belet ofwel door de onver biddelijke dood weggemaaid, waar onder de diep betreurde Voorzitter Dokter Jan Caudron. Maatschappijen als de Tooneelkring Jan De Meer wier doel tot geen eigenbaat strekt, maar tot opbeuring en beschaving van het volk, en die in de maat zijner ge ringe krachten, zich tracht verdien stelijk te maken voor degene, die le den en stierven voor ons geliefd vaderland, mogen niet verdwijnen, maar dienen door allen ondersteund te worden, de eene met mede te hel pen tot de opvoering van waardevolle tooneelstukken de andere door gelde lijke middelen. Vriend Eugeen, nog eens onzen hartelijken dank wij hopen dat velen uw schoon voorbeeld mogen volgen. Lang leve Eugeen De Kegel Lang leve de Kring «Jan De Meer» Efen woord van dank aan de inrich ters de heeren Dftkter Van de Maele, V. De Vis en den too- neelmeester Clement Sayes. Aan allen die medewerkten tot het dubbel edel doel veredeling van het volk en ver zameling van gelden tot het oprichten van een gedenkschrift voor de gesneu velden en gemartelden onzer gemeen te. Ziener Alle dagen te bekomen in den voor middag van 8 tot 12 ure Kaïniet in zakken 14,50. Zemelen aan 34 fr. de 100 kgr. zonder zak. Sucrema, in zakken van 50 kilos, aan 41,00 fr. de 100 kilos zonder zakken. Bloem aan 94,00 fr. de 100 kilos zon der zak. Maïs (nieuwe) aan 75,50 fr. de 100 kilos zonder zak. Lijnmeel aan 94 fr. Amerikaansche haver 77.00 fr. de 100 K. zonder zakken. Het Bestuur heeft besloten geen en kele waar uit het magazijn te laten gaan zonder comptante betaling. In den loop der toekomende maand zal de post het kwijtschrift aanbieden, voor vernieuwing van het abonne- ÉmÈÊÊiÊmnuÈtÈÊÊ rivjt.WfWM'W'MtW tMOHvHvHtlvI'H if> 4 t ikvHiKitMOi-Mbl DOOR fij'»-MM»!*!* ï^t':

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1919 | | pagina 3