Hand- en Geestesarbeid.
Smokkelaars van St-Malo
Bemesting en Meststoffen
Het Lied van den Landman
Theo door Stevens-
Wij drijven de ploeg door het land
En zaaien dan graan op de voren,
En werkend met nijvere hand,
Zoo winnen wij weelderig kor^n.
En gaan wij den akker eens rond,
Zoo welt ons een lied uit het hart
O Vlaanderen, gezegende grond,
Gij hoedt ons voor kommer en smart 1
Wij drijven de ploeg door het veld
En zaaien dan graan op de voren
Wij zijn niet bevreesd voor geweld,
Geen rossen vertrappen ons koren.
En zien wij den oogst in het rond,
Zoo vloeit ons één lied uit het hart
O Vlaanderen, gezegende grond,
Gij hoedt ons voor kommer en smart 1
Wij bergen den oogst in de schuur, x
En duchten geen wintersche dagen
Dan schuiven wij dicht bij het vuur.
En lachen met buien en vlagen.
En slaan wij den blik in het rond,
Zoo welt ons één lied uit het hart
O Vlaanderen gezegende grond,
Gij hoedt ons voor. kcfmmer en smart
Door de tijden heen hebben steeds
twee soorten van klassieke arbeid be
staan de hand- en geestesarbeid.
Tiisschen beide werkwijzen heeft
men steeds eenigen wrevel ontmoet,
wrével die nog immer niet is uit den
w$g geruimd.
Bij onze voorouders was de hand
arbeid aanzien als vernederd, onwaar
dig huns medeburger men aanzag
een handarbeider als een slaaf, enkel
geestesarbeid wierd verheven, gepre
zen. Op onze huidige dagen is den
handarbeid hervormd, in eene nieuwe
periode getreden, alhoewel tusschen
beide kategoriën steeds- eene zekere
lichte vijandigheid, kleingeestige strij
digheid oiijft voortheerschehl
Zij die tot het geesteswerk zijn uit
verkozen, doordrongen der waardig
heid hunner bediening, begaan een
misstap, den handarbeider te aanzien
als een mensch van groofelijks minde
ren rang en anderzijds een handar
beider, de vermoeiefiissen die hij te
verduren heeft te hoogschattende, de
ongeregeldheden zijns leven overdrij
vende, de gevaren aan dewelke hij
blootgesteld is overpredikende, 'be
weren soms, dat zij die deze zwarig
heden niet kennen, de geesteswerkers
dus, nietsdoeners zijn, van geenerlei
nut in onze samenleving.
Gewis er bestaat ruim onderscheid
tusschen geesteö- en handarbeid, men
DE
13 «o»
De smokkelaar is een zeer zonderling
tnan, prevelde Pierre tot zichzelve, waarbij
hij echter den jongeling aanzag.
O. spreek niet over hem, zei Henry
met aandrang zeg me slechts openhartig of
ik aldan niet uw zoon ben.
't Scheen den ouden man zwaar te vallen
hierop te antwoorden eindelijk zegde hij
Welnu, weet het dan Henry, ge zijt
niet van mijn bloed. Maar ik hoop toch dat
gij mij niet verlaten en op mijn ouden dag
alleen laten zult. Ik heb u liefgehad, Henry,
alsof ge mijn eigen kind waart, want de
Hemel had mij geen kinderen geschonken.
Gij zult daarom toch niet van mij heengaan
Neen, neen, vader Hoe 't mij ook in
de wereld moge gaan, niets zal ons scheiden.
Doch vertel me meer vertel me wat ge
hier omtrent weet.
Dat wil ik, mijn kind, en ik zou het
reeds vroeger gedaan hebben, als ik geweten
had dat de kennis daarvan u nuttig had kun
nen zijn. Maar ik vreesde dat het u treurig
zou stemmen, en daarom zweeg ik. De
smokkelaar is een zonderling man een
zeer zonderling man. Hij heeft iets over zich,
dat ik niet kan doorgronden.
Laat hij zijn wie hij wil, viel de jonge
ling hem een weinig in de rede ik wil nu
iets omtrent mijne geboorte weten.
Ja ik begrijp het, en ik zal u mededee-
len wat ik weet.
De oude man liet het hoofd op de hand
steunen als Om na te denken en begon toen
kan het werk van een straatkeerdei*7
een mijnwerker niet in vergelijking
stellen met dat van een wijsgeer, een
rechtsgeleerden, doch men hoeft ech
ter de zaak niet te diep te doorpeilen,
anders leidt men onvermijdelijk tot
een al te gevaarlijke klassenstrijd
die ons in de reeds vage toekomst
onheil voorspellen. Der eersten zijn
enkel hunne hersenen werkstellig,hun
organisme neemt geen deel in 't. vol
brengen hunner taak (alhoewel
meefdere intellektueemn soms meer
hun lichaamsgestel onderdrukken dan
welkdanige arbeider) de anderen,
leveren eene uitsluitend lichamelijke
krachtinspanning, de geest treedt
voor geen zier bij hen in.
En juist hier ligt de kern der vrucht
beide werkkrachten scheiden zich
niet, ze behoeven onderlinge hulp. De
smid heeft den ingenieur noodig, de
ongeschoolde arbeider den kantoor-
gastkortom de gedachtsaanschou-
welijkheden, de voorstellingen kun
nen onmogelijk ten uitvoer gebracht
worden zonder de flinke medewer
king der iiand, en, omgekeerd, de
handwerker moet bepoep doep op het
initiatief van den geestesa^Teider. Er
bestaat geen lager noch hooger
arbeid, alle werken zonder onder
scheid zijn van ontontbeerlijk nut
voor onze menschheid deswege,
elke nederige werker hoe klein hij
ons ook toeschijne, is men eerbied
verschuldigd, minachting en afkeer
mag niet regeeren tu^chen beide
standen want het stuk Van de eene
groepis nuttig, vruchtafwerpend zoo
als dit der andere aan de gemeen
schap.
Onze sociale heilige plicht gebiedt
ons zulks niet uit het oog te verliezen;
mochten alle individuen dan ook door
drongen wezen dier edele gedachte,
de wereld zou er anders uitzien, het
leven zou meer broederlijk gedeeld
worden J. L. A.
B. VAN DEN AKKER
25® (vervolg).
Iets anders abnormaals heeft plaats
als een der andere plantendoedende ver
bindingen in overmaat aanwezeg is.
Bemest men gedurende den eersten
groei sterk met Chilisalpeter, dan zijn
de andere voedende verbindingen in het
minimum en hiernaar regelt zich de pro
ductie of liever de groei Eerst wanneer
het stikstofovermaat verbruikt is, wordt
de ontwikkeling der planten weder
't Is reeds meer dan achttien jaar geleden.
Ja, juist, 't zal in November aanstaande ne
gentien jaar zijn, dat ik u voor 'f eerst zag.
Ik herinner me het jaar en den dag nog zeer
goed, want 't was in dezelfde maand waarin
onze groote keizer de trotsche stad Weenen
innam en de slag bij Austerlitz won.
't Was een koude, stormachtige nacht, en
ik zat met mijn vrouw bij 't schoorsteenvuur,
waar gij later wel duizendmaal gezeten hebt.
't Was bijna negen uur, toen we zacht op de
deur hoorden kloppen. Ik haastte me open te
doen, en een vrouw met een kind op den
arm trad binnen. Zij zette zich bij ons neder,
om zich te warmen en mijn vrouw gaf haar
iets te eten. Toen zij het knaapje op den
grond had gezet, zag hij vrijmoedig om zich
heen, en zoodra hij mij bespeurde, kwam
hij naar mij toe en vatte mijne knieën, alsof
ik zijn vader was. De arme vrouw begon te
weenen toen zij dit zag en deelde ons medej
dat de vader van hét knaapje dood was
dat hij in 't leger van Napoleon had gediend
en in een veldslag doodelijk gewond was.
Wij trachtten haar te troosten zoo goed we
konden, en ze bleef den geheelen nacht bij
ons. Den volgenden morgen smeekte zij ons,
voor het kind te willen zorgen, totdat zij van
Rennes terugkwam, waarheen zij moest,
om den gouverneur te sprekenWij beloof
den dit gaarne.
Een week later kwam zij terug en bleef
toen drie dagen bij ons. We hadden intus
schen het kind reeds lief gekregen alsof het
ons eigen was, want 't was een allerliefste
knaap, die zich ook verwonderlijk snel aan
ons hechtte. Toen de arme vrouw ten tweede
maal afscheid van ons nam, vroeg en bad
zij ons of wij den kleinen knaap tot ons
nemen en voor hem zorgen wilden alsof hij
afhankelijk van den nog beschikbaren
stikstofvoorraad.
Is de hoeveelheid salpeterstikstof fnet
de hoeveelheid bodemstikstof niet vol
doende om de planten gedurende haar
geheelen groei te voeden, dan is de stroo-
opbrengst te groot in verhouding tot de
korrelopbrengst. Dekt men echter het
stikstof-tekort, dan zal de korrelvor
ming bevorderd worden.
Waaruit volgt, dat de landbouwer, die
met Chilisalpeter bemest, zijn planten
gedurende den groei nauwkeurig moet
waarnemen, opdat de gewenschte ver
houding tusschen korrel- en stroo-pro-
ductie bewaard of geschapen worde.
Békend is, dat bij overmatig stikstof-
gebruik op suikerbieten in het belang
van het suikergehalte een nauwe stand
der planten gewenscht is.
Wordt een stikstofbemesting zeer een
gegeven of geeft men laat overmatige,
zoodat een stikstofoverschot in den
boden wordt gebracht, dan wordt het
rijpingsproces vertraagd.
Dat Ghilisalpet'èr rijke ouders maar
arme kinderen zou maken, m. a. w. dat
het den bodem zou uitputten, is ken
dwaling. Door proeven van Heiden en
Fiedler is bewezen, dat dit zout slechts
in geringe mate oplossend op de andere
bodembestanddeelen inwerkt, inaar het
spreekt van zelf, dat door de grootere
oogsten, welke het gevolg zijn vin de
sterker# benlesting, meer dan anders
voedende bestanddeelen uit den bodem
worden weggevoerd. Wat belet de ouders
un om het meerdere bedrag, voor den
oogst bedongen, voor hun kinderen ren-
tegevend in effecten te beleggen? Dit is
toch beter dan het plantenvoedsel rente
loos in den bodem te laten!
Herhaald mag worden, dat men over
't algemeen een te kwaden dunk van het
Chilisalpeter heel'tL wat bptrel't het weg
zakken daarvan met het bodemvoclit.
Maar dit mag. uiemand verleiden het ge
vaar daarvoor nu weder te onderschat
ten.
Het gemakkelijk wegzakken van de sal-
petaroplossing heeft echter ook een voor
deel. Het. heefkn.l. tot gevolg, dat de
plantenwortels dieper dan anders jn den
bodem dringen, en dit kan op droge gron
den en in droge jaren niets anders dan
voordeelig zijn.
Niettemin geve men de wintergewassen
in den herfst, althans op gronden van
niet fijne structuur, niet meer Chilisal
peter dan waarvan zij nog voor de win
ter kunnen profiteeren.
Daar Chili bijtende oigfenschappen heeft,
strooit men het nooit over te veld staanda
gewassen, als deze nat zijn,van dauw of
regen
Op den natuurkundige toestand des
bodems oefent een herhaalde bemesting
met Chilisalpeter somtijds -eei\ ongunsti-
gen invloed uit. Hef doet er een min of
ons eigen kind was Wij beloofden dit van
ganscher harte ijoch hoe we de vrouw ook
verzochten bij ons te blijven, we konden
haar er niet toe bewegen. Zij verliet ons en
we zagen haar eerst weder toen het lente
was. Toen bleef zij weer een week. In den
zomer kwam zij nog eens eens, en nog eens
in den herfst daarna hebben we haar niet
wedergezien en ook niets van haar gehoord,
hoeveel nasporingen ik ook naar haar'gedaan
heb.
En ik ben die knaap vroeg Henry
met bevende stem.
Ja, gij zijt die knaap en ik kan mijn
hand op mijn hart leggen en voor God be
zweren dat ik de belofte gehouden heb die
ik aan uwe moeder deed.
Gij gelooft dus dat die vroi^v mijne
moeder was
Ik weet het. Mijn hart wordt nog smar
telijk aangedaan, als ik er aan denk hoe
bedroefd zij was telkens zij naar u kwam
zien. Zij nam u in haar armen en weende en
snikte luide. Dan zette zij u op den grond,
knielde bij u neder en bad voor u. Als zij
weer haar tranen had gedroogd, liet ze mij
en mijnevrouw'nogmaals beloven dat we
zeer goed voor u voor zouden zorgen alsof
gij ons eigen kind waart.
De oogen van den jongeling werden met
tranen gevuld een geruimen tijd was hij
niet in staat te spreken eindelijk zeide hij
Ja, zij moet mijne moeder geweest
zijn, want ik heb haar beeld zoo vaak voor
mijn geest gezien. Ik weet niet of 't in een
droom of in een gewichtig voorval in mijn
kindsheid is geweest, maar ik meen haar
gelaat te hebben gezien en ik kan het mij
nog voorstellen. Ik heb haar in mijn droo-
men gezien alsof ze levend voor mij stond.
meer harde korst op ontstaan, die de bo-
demventilatie belemmert. Maar daarte
gen is het behaklien een uitstekend mid
del. En daar di€ bij granen en andere
gewassen alleen mogelijk is, hls zij op
rijen geteeld worden, blijkt ook hieruit
het groote belang der rijenteelt in onzen
tijd met ruim, steeds toenemend kunst-
mestgebruik: Omgekeerd is het Chilisal
peter nuttig, omdat het kan medewer
ken uit uitbreiding der rijenteelt, op
daarvoor geschikten bodem, die nog
zooveel andere vöordeelen heeft.
In den laatsten tijd vragen twee niéu
we stikstofhoudende kunstmeststoffen
de aandacht van den land- en den tuin
man. In deze meststoffen heelt de nijver
heid de vjrijfe stikstof uit den damkring
vprtgesteld, zoodat de in kalksalpeter,
kalkstikstof en stikstofk^Jk aanwezige
stikstofverbinding tot voeding der kui
tuurgewassen kan dienen. Stikstofkalk
en kalkstikstof zijn twee namen van
twee kunstmeststoffen, die niet viel van
elkaar .verschillen. De eerste is, evenals
kalksalpeter, ook in ons land verkrijg
baar.
- Reeds lang zijn pogingen aangewend
om de weerbarstige luchtstikstof aan
banden te "leggen, maa'r pas in den laaf-
sten tijd is dit op bevredigende wijze ge
lukt. Dit is maar gelukkig* want liet
Chilisalpeter zal in afzienbaren tijd op
raken en hoe meer de voorraad krimpt,
des te duurder zou het tot op zekere
hoogte worden, als het geen concprren-
ten kreeg.
Kalksalpeter wordt tot heden uitslui
tend in Noorwegen bereid, omdat men
daar over gocdkoope drijfkracht be
schikt en wel drijfkracht van waterval
len.De eerste Kalk salpeter-Maatschappij
is sedert 1905 opgericht in Notodden,
gelegen in het Hitterdal (Noorwegen).
Zij profiteert van den Tinfos-Watervak
die een kracht van 20000 paarden (In
oefent. De bedoelde maatschappij hemt
zich het bezit van nog bijna 18 maal zoo
veel paardekrachten van denzelfden oor
sprong verzekerd^ tengevolge waarvan
deze maatsqhappij, als zij deze natuur
kracht gehdel gebruikt, per jaar 40 mil-
lioen kg. kalksalpeter zal kunnen voort
brengen, evenveel stikstof bevattende als
1/6 deel van het Chilisalpeter, dat in de
laatste jaren gemiddeld op den geheelen
aardbol per jaar verbruikt wordt.
Het kalksalpeter bevat bijna al zijn
stikstof (ongeveer 12 %j in overeenkom-
stigen vorm als het Chilisalpeter. Het
eerste trekt, evenals het laatste, gemak
kelijk vocht aan. Volgens proeven van
Stutzer, Grandeau, Sebelien en Larsen is
1 kg. stikstof in kalksalpeter volkomen
gelijkwaardig met 1 kg. stikstof in Chi
lisalpeter. Als een voordeel van kalksal-
petergebruik wordt aangevoerd, dat het
nooit het nadeelige perchforaat bevat en
•dat in kalksalpeter de stikstof aan cal-
Weet ge ook wat er van mijn moeder ge
worden is v
Ik kan er u niets van zeggen, Henry
al mijn nasporingen bleven yu elite loos.
Denkt ge dat zij dood is
IIk vrees het. Bedenk slechts sinds
zeventien jaar is zij niet meer hier geweest
zou zij, indien zij nog in 't leven was. een
zoo langen tijd hebben laten voorbijgaan
zonder haar kind te komen zien
O neen, zeker niet, zei Henry innig
bewogen. Ook ik vrees dat zij niet meer in
leven zal zijn. Maar gij spraakt van den
smokkelaar alsof hij tot mijn persoon in bij
zondere betrekking stond, wat weet ge daar
omtrent
Ik kan/fne daar geen begrip van vor
men, alleen weet ik dat hij een zonderling
persoon is.
't Kan niet zijn dat... Neen, dat is niet
denkbaar neen, neen
Wat bedoelt ge
Ge zult me misschien zeer dwaas vin
den, maar ik bedoel 't kan toch niet zijn,
dat hij dat hij mijn vader is
Neen dat niet 1 riep de oude man drif
tig, dat is niet mogelijk Ten eerste was uwe
moeder bij uw vaders.begrafenis tegenwoor
dig. Hij was doodelijk gewond van het slag
veld naar huis vervoerd en stierf daar. Ten
andere is Montmorillon niet oud genoeg om
uw vader te kunnen zijn.
Ge hebt gelijk, zei Henry
En 'eindelijk, vervolgde de oude man,
kende de smokkelaar uw vader zeer goed
want hij was bij hem aan zijn sterfbed.
Maar ge kent toch den naam mijns
vader, ge weet toch hoe mijn familie
naam is.
DOOR