BEDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
Waar een wil is,
is een weg
Brief van Jlonkel Wisius.
Belangrijke berichten.
DE REACTIE
DER REGEERING
Vakonderwijs
voor de handboowers.
Landbouwweekblad
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
Gene fDoedep üoop
hope t^indepen,
ZONDAG 16 APRIL 1922.
Prijs 10 centiemen.
4de JAARGANG Nr 172.
Abonnementsprijs j 5,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
In meer dan een artikel werd reeds
in De Koornbloem gewezen op het
uitwijken van landbouwers en van land-
bouwwerklieden. Vele andere dagbla
den zijn er op teruggekomen. Hetzelfde
wordt bestatigd geheel België door.Nog
niet lang geleden hebben wij in een der
grootste dagbladen van de hoofdstad
een merkwaardig artikel gelezen dat ge
schreven was door een volksvertegen
woordiger uit Luxemburg.
Deze wees op hetzelfde gevaar en de
gevolgen die er kunnen uit voortvloeien
voor zijn streek en het geheele Vader
land.
De oorzaken, den toestend zelf, wor
den wel door velen aangeteekend en
duidelijk beschreven maar over midde
len om dien erbarmelijken toestand te
verbeteren, over wat zou kunnen ge
daan worden om de droeve gevolgen te
kunnen vermijden werd tot nog toe wei
nig of niet gezegd.
Het land zit in de schuld, diep in de
schuld, dat is gemakkelijk te zeggen
het is zoo dikwijls al gezegd en er is
ook niemand meer die er nog aan twij
felt. Maar de middelen zoeken en vinden
om uit de schuld te geraken dat is wat
anders.
Ten andere middelen zal misschien
elk wel vinden, doch er is een zekere
vastberadenheid noodig om zich uit de
maatschappelijke moeilijkheden willen te
redden. Men stoot steeds op dwarsboo-
men en deze dwarsboomen zijn soms
personen en soms belangen van zekere
personen of voorrechten die niet altijd
gemakkelijk uit den weg te ruimen zijn.
Daarom noemt men dan de middelen
die zouden moeten gebruikt worden
doortastende middelen. Waar een WIL
is, is een weg.
Hetzelfde geldt ook voor den toe
stand die we thans bespreken.
Er heerscht tegenwoordig in ons par
lement, in de Kamer een geest onder de
gekozenen van het volk, die vijandig
staat tegenover al wat landbouwbelang
heet.
Al wat den dag van vandaag niet, op
maatschappelijk gebied, naar belang van
den werkman richt, schijnt uit den booze
en vindt weinige of geen verdedigers,
En nochtans als wij een voorbeeld ne
men aan de beschaafde landen die ons
omringen, is het zoo klaar als putwater
dat het bestuur van een land waar den
landbouw verwaarloosd wordt daar de
regeering vroeg of laat moet inzien dat
ze op een dwaalspoor verkeert.
De oorlog is er noodig geweest om
aan het rijke Engeland te bewijzen dat
het ook niet aan dezen regel kon ont
snappen. De landbouw werd er ook van
regeeringswege uit het oog verloren,
men zag maar uit één oog nijverheid
Alles voor de nijverheid, was de leus,
maar het scheelde weinig of Engeland
moest zich overgeven bij gebrek aan
voedsel.
Bij het zien van den grooten bloei der
Engelsche nijverheid heeft Duitschland
denzelfden weg willen opgaan, den weg
van de grootnijverheid. Zijn staatslie
den hebben ook de dwaling ingezien en
begrepen dat de landbouw moest be
schermd en gesteund worden. In korte
jaren ging dan de landbouw zoo zeer
vooruit dat de slechtste Duitsche gron
den het dubbel voortbrachten van den
rijken Franschen grond.
Als men dat alles overweegt, vragen
wij ons af hoe het mogelijk is dat er in
ons land nog menschen gevonden wor
den, die zich in het bestuur van het land
zouden willen verdienstelijk maken en
niet alleen den landbouw verachten,
maar hem zelfs uit al hun macht schij
nen te bekampen.
Waar is dan dat middel, zal men vra
gen, om aan het uitwijken van landbou
wers en landbouwwerklieden een einde
te stellen Men moet zorgen dat elke
burger, 't zij boer of werkman, een deftig
bestaan, dus werk, vinde in zijn eigen
Vaderland. Volgens zeer geloofwaardige
statistieken waren er in 1921 in Frankrijk
meer dan 400,000 Belgen.
5000 Boeren zijn in 't Noorden van
Frankrijk gevestigd en 15,000 landarbei
ders trekken er jaarlijks naartoe om er
seizoenwerk te verrichten. Dat maakt op
zijn minst 20,000 menschen die in hun
eigen land hun brood niet kunnen ver
dienen. Zou men die menschen in Bel
gië werk kunnen verschaffen Dat is de
vraag die we in 't kort willen beantwoor
den.
In onze Kempen liggen duizenden
hectaren grond, die te ontginnen zijn, die
vruchtbaar te maken zijn. Welk een
bron van rijkdom ligt daar dus niet uit te
baten. Waar een persoonlijk initiatief
niet vooruit wil, daar moet de staat in
grijpen, bijzonder als het vraagstukken
geldt, zoo belangrijk als dit.
De woningsnood is zulk een nationaal
en zedelijk gevaar geworden, dat het
een plicht wordt voor den staat om er
tusschen te komen.
De uitwijking der landbouwers wordt
eveneens een gevaar op nationaal en
zedelijk gebied. De rijke grondeigenaars
zien in de ontginning in de Kempen geen
voordeel genoeg en laten den grond
braak liggen terwijl zoovele menschen
naar een stukje grond trachten om het
bedrijf dat zij van vader tot zoon geleerd
hebben in vrede uit te oefenen. Daarom
mag de staat hen niet laten begaan, zijn
tusschenkomst is niet alleen gewettigd,
maar noodzakelijk.
Geen hoekje grond mag verloren gaan,
als men bedenkt dat een brood zoo duur
moet betaald worden met geld dikwijls
zoo lastig gewonnen.
Dat onze Minister van Landbouw
hierop eens nadenke en zich aan 't werk
stelle.
Waar een wil is, daar is een weg.
H. Klopterop.
BESTE REDACTIE,
Met het aanhoudend winterweer die
me niet toeliet standvastig op mijnen
akker te werken, is het er nogmaals van
gekomen U eenige regelen te zenden.
Vooreerst kan ik niet wachten U en
alle lezers mijn verdriet te klagen over
het slechte seizoen. Vooreerst dienen
droogen zomer, vervolgeus eenen kou
den en sturen winter en nu bij het uitko
men, nu dat nog vele miserie kon her
steld worden, is het weer nog even erg
tegen de boeren gekant.
Zou daar ook al iets achter schuilen
Zou de weermaker op ons kwaad zijn,
ofwel uitgekocht door die menschen die
meenen dat de boeren te rijk en te vrij
worden.
Zie, dat zou ik moeielijk gelooven,
alhoewel in dezen tijd alles te gelooven
is Hoe het ook komt, het is een feit dat
wij een slecht jaar achter den rug heb
ben en zoo het niet betert, kunnen we
nog een krijgen. Ik geloof dat iedereen
zal uitgepluisd zijn en de laatste centen
zal verspeeld hebben om eten voor de
beesten aan te koopen.
Voor eene zaak ben ik nieuwsgierig
en dat is om te weten hoe het dees jaar
zal afloopen met de contributies. Als ik
mij niet bedrieg, heb ik in den tijd gele
zen dat de nieuwe wet op de belastin
gen zoo gemaakt is dat men eenen per
honderd moet betalen op de gemaakte
winsten. Doet men veel winst, dan be
taalt men veel, maakt men minder, men
betaalt minderen zoo er geene winsten
worden gemaakt betaalt men niets.
Dus zullen de boeren voor het ver-
loopen jaar van alle belastingen ontsla
gen zijn, want wie zou durven beweren
dat wij geld verdienden of winsten
maakten Ik voor mijn deel mag zeg
gen dat ik rijker was over een jaar als
nu, nadat mijn gezin en ik er twaalf
maanden bij gewerkt hebben.
Ik verhoop dus dat de wet zal recht-
veerdig gemaakt zijn en geen boerenbe
drog zal bevatten laat ons hopen en...
afwachten.
En om van iets anders te spreken
dees week ben ik over de Groote Markt
gegaan en heb ons nieuw lokaal eens
nagezien 't is een schoon gebouw en
't schijnt zeer groot te zijn Wij zullen
er in ons eigen huis zitten en daar zal
een goed pintje ons nog lekkerder sma
ken. Ik zeg een pintje, want aan eenen
goeden borrel, eenen goeien ouden kla
ren of nen Hasselt, daar moeten wij niet
meer aan denken I Het schijnt dat dit
voor sommige lieden ongezond is, voor
mijn deel zeg ik dat ik er altijd lekker
bij vaar als mijn Trien mij 's morgens
'ne grooten ingiet, vooraleer ik op reis
ga. Zoo ze het malheur heeft naar de
koestal te gaan of naar de lochting, dan
snap ik me nog eentje en ik mag U
zeggen dat ik dubbel welgezind en
zwierig de baan op trek.
Wij zullen dan op tijds in om' .oka^l
eenen pot gaan pakken, zoo we naar de
stad gaan en hopen er eenen goeden
thuis te vinden voor alle boeren en boe-
rinnekes.
't Is toch weer eenen vooruitgang bij,
die onze vereeniging maakt er is al
hoewel nog veel te doen en wij moeten
ons nog veel uitbreiden op alle gebied.
Bonden stichten, bonden herinrichten en
doen herleven, onze handel nog ver
meerderen en bloeiender maken.
Ook is het noodig dat er op alle ge
meenten eens eene herkiezing gebeurt
van het bestuur. Sommige bestuurleden
zien nooit naar de vergaderingen om of
zitten met de maatschappij niet in, zulke
menschen moeten vervangen worden
door ieverige goeie mannen, die leven
brengen in onze gilden en die in de weer
zijn om aan al de leden het meeste voor
deel te bezorgen. Met luirikken en sla
pers kunnen we niet vooruit en deze zijn
enkel goed om door goeie voormannen
en ievierige mannen meegesleept te wor
den op den weg des vooruitgangs.
Ook zouden sommige vuiltongen
moeten uitgesloten worden, die stand
vastig weten te zeeveren en te zagen en
deftige menschen willen slecht maken.
Die lieden worden soms door een of
ander nijdige boerenvriend opge
maakt, en dienen als werktuigen in dezes
handen, om de macht van den boeren
bond die immer aangroeit te verbreken.
En terwijl ze standvastig willen ge
nieten van de voordeelen die onze vers
eenigirtgen"geven, kunnen ze niet nala
ten dezelve in een valsch daglicht te
stellen. Zulke Pilatussen en slepdragers
kunnen we gemakkelijk missen.
We gaan voort met de goeie soldaten,
en zullen niet minder goed werk maken
en onzen kring verbreeden en verbe
teren.
Laten wij intusschen hopen dat, wan
neer al onze bonden op hunne pooten
gezet worden, sommige besturen herin
gericht of aangevuld, alle slechte
elementen van kant gezet, in een woord,
wanneer ons boerenleger op alle manie
ren zal ingericht zijn, met flinke leiders
aan 't hoofd laat ons dan hopen dat tegen
dien tijd ons huis zal gereed zijn, hersteld
en naar onze behoeften gemaakt. En dan
komt er voor ons een heerlijken dag in
't verschietde inhaling van ons nieuw
lokaal 1 Op dien schoonen dag zal
Nonkel Wisius wel tegenwoordig zijn,
als God hem de gezondheid laatop dien
schoonen dag wil ik eens kennis maken
met al mijne broeders van goeden wil,
met al de landbouwers die evenals ik
droomen en werken voor eene weerdige
plaats in de samenleving, de plaats die
toekomt aan de noeste werkers, de heer
lijkste en nuttigste voortbrengers van
onzen nationalen rijkdom.
NONKEL WISIUS.
Maandag 17 April (2e Paaschdag),
zal het Magazijn gesloten zijn.
1). De intresten der aandeelen der
Landbouwersvereeniging R. U. Z. zul
len uitbetaald worden op 2de Paaschdag
van af 8 tot K) ure 's morgend (zomer
uur).
2). De intresten der aandeelhouders
van de Brandverzekering zullen uitbe
taald worden op denzelfden dag en uur
als hierboven.
3) Op 2' Paaschdag, om 11 uren stipt
zal de TOMBOLA onzer Brandverze
kering plaats hebben.
Volledige lijst der prijzen
Een kalfmachien als hoofdprijs
Eene lavementspuit.
Eene broek (voor 't roozen te be
letten.
Een landdraad 25 roeden lang.
Een landdraad
Twee haagscharen.
Twee damensacochen.
Twee geldbeugels.
Twee banknoottaschjes.
Een sigarenkoker.
Twee pijpen.
Het kort overzicht, hetwelk we acht
dagen geleden gaven, over de begroo
ting van landbouw en het verslag over
die begrooting ingediend, gaf in korte
trekken neer, wat de onderzoeks-com-
missie meende te moeten aanvoeren om
den toestand van den Belgischen land
bouw te schetsen en de aangevraagde
kredieten te doen aannemen door het
Senaat.
In het verslag werd gewezen op de
groote krisis die de landbouw op dit
oogenblik doorworstelt, krisis die in de
eerstkomende jaren nog scherper dreigt
te worden. Zelf hebben de heeren on
derzoekers het aangedurfd de bewering
op te werpen, dat de winsten door de
landbouwers gemaakt in werkelijkheid
niet zoo groot zijn als men ze zich in
sommige kringen voorspiegelt.
Als middelen die de staat moet aan
wenden om den landbouw te bevorde
ren, de opbrengst te doen verhoogen en
zoo de heerschende krisis te bevechten,
moet vooreerst het landbouwonderwijs
worden uitgebreid.
Uitgelezen zaai- en plantgoed moet
meer en meer gebruikt worden door
boeren.
De veekweekers moesten er toe ge
bracht worden de voortbrengst hunner
dieren te verhoogenlandbouwvereeni-
gingen moeten worden gesteund en ge
holpen. Al die middelen moeten te baat
worden genomen t zoo toch beweerden
de verslaggevers.
In hoeverre staat de vooruitgang en
de belangen van onze Belgische land
bouwers in verband met de in 't Senaat
voorgehouden middelen Hoe kan de
crisis die voor de deur staat, worden
geweerd
Wij willen geenszins betwisten dat
die middelen niet veel zouden bijdragen
om de vooruitgang in den landbouw te
bevorderen, de opbrengst te verhoogen
en zoo de crisis ten deele te voorkomen.
Maar vooraleer al die middelen de mo
gelijke uitslagen, die ze geven kunnen,
zullen opleveren, zal de regeering hare
landbouwpolitiek heelemaal moeten wij
zigen.
Men wil onze boeren met alle moge
lijke middelen helpen om de voort
brengst van onzen landbouw te ver-
grooten, maar werkt men niet tegelijker
tijd om de voordeelen welke die meer
dere voortbrengst afwerpt op te eischen
voor de staatskas of ze prijs te geven
aan de andere standen der Belgische
bevolking.
Ligt de voornaamste oorzaak van de
krisis, die de landbouw doorworstelt,
niet uitsluitend in de mededinging die
ons wordt aangedaan door de uit vreem
de landen hier ingevoerde producten.
In ons klein, doch dicht bevolkte land,
is het onmogelijk voldoende voort te
brengen om in eigen onderhoud te voor
zien, we moeten uit vreemde landen in
voeren. Maar worden de belangen der
landbouwers daar niet heelemaal over
het hoofd gekeken
De uit Denemarken en Argentine in
gevoerde boter bracht de prijs der in-
landsche boter van 15 - 16 fr. op 9-10
fr. de kgr.
Door de massale invoer van eieren
kwam de prijs op 0,30 fr. 't stuk.
De prijs van het vee, per kilogram
levend gewicht, kwam van 4 a 5 fr. op
2,75 - 3 fr.
De prijs der paarden, koeien en zwij
nen verminderen 30 a 40 °/0.
Zulke prijsdaling komt dan nog voor
op 't oogenblik dat voortbrengst en on
derhoudskosten 2 a 4 maal zoo hoog zijn
als op ander jaren. Daarenboven is er
bitter weinig prijsvermindering waar te
nemen op de waren die de landbouwer
voor zijne uitbating noodig heeft.
De regeering bevoordeeligt uitslui
tend den verbruiker ten nadeele van den
voortbrenger voor den eerste draagt
zij zorg hem goedkoop te kunnen laten
leven, terwijl zij den tweede in de on
mogelijkheid stelt zijne produkten aan
eenigzins vrinstgevenden prijs op de
markt te brengen. Zelf werd in 1920 de
hoogste prijs voor inlandsche boter be
paald op 10 fr. per kgr. terwijl de Hol-
Iandsche boter hier vrij mocht verkocht
worden aan 14 fr.
Veel meer zouden we kunnen aanha
len om aan te toonen hoe de belangen
van den landbouwer worden opgeof
ferd door de regeering veel terecht
wijzingen zouden we kunnen adresseeren
aan het Ministerie van Landbouw, het
welk toch de belangen van de landbou
wers zou moeten verdedigen en voor
staan.
En na al de doodende concurrentie,
die ons van 't buitenland wordt aange
daan en die door de regeering wordt in
de hand gewerkt hebben nu nog de
schreeuwende lasten die ons worden
aangerekend voor bedrijfsbelasting,
belasting op 't bedrijfskapitaal, gemeen
tetaksen en meer andere.
Indien onze regeering, door het heffen
van invoerrechten op de vreemde pro
ducten de prijs derzelfde aan zoo'n prjjs
tracht te houden, als noodig is om de
inlandsche voortbrengers in de mogelijk
heid te stellen, met eenige winst hunne
voortbrengselen op de markt te brengen,
dan zouden wij, landbouwers van liever
lede naar de middelen grijpen, die de
opbrengst onzer landerjjen kan verhoo
gen.
Dan zou onze boerenjeugd zich meer
op landbouwonderwijs toeleggen en
zouden de intellectuëele krachten uit
ons boerenvolk niet meer voor den stiel
verloren gaan. Dan zou men niet meer
hoeven te treuren om de ontvolking van
den buiten, of zou men niet zoo angstig
die groote landverhuizing moeten be-
statigen. Hard-Labour.
Wat oneindig verschil is er tusschen
de moeder der boeren hier in 't land en
die in den vreemde! Herinneren wij ons
toen de moeder der Aalstersche boeren
nog in Brabant woonde, in welken be
nepen toestand hare zonen door gansch
het arrondissement Aalst verspreid leef
den. Zij nochtans had weeldedaar
haar trouwe kinderen voor haar werk
ten, kon zij voor den ouden dag wel
zorgen, ja schatten vergaren. Heelemaal
vergat zij hare weldoende zonen niet.
Nu en dan zond zij in hun midden een
welsprekend heerschap, rijk betaald,
om hen te leeren hoe zij het eten der
beesten moesten verzorgen, om hen op
de hoogte te brengen van het rantsoe
neeren, van de verbetering der rassen,
het gebruiken van vetstoffen, het ver
anderen van plantsoengoed enz. enz.
Zeer wel, opperbestMaar waar
bleef moeders middel om zonder te hoo-
ge kosten haren raad te volgen Bijna
al de kisten der zonen vond men ledig
wat konden ze dus veranderen of ver
beteren
Bij den inval der Duitschers zat moe
der niet meer gerust in Brabant en be
sloot bij de eerste gelegenheid zich tus
schen hare ontelbare zonen, te Aalst, te
komen vestigen. In 1918 deed zij hare
meubels overbrengen naar Den Mei
boom een tweeden Noordpool, en
veel te diep om vandaar al hare zonen
in 't oog te houden want zij zag dat
de eene het hoofd zeer hoog droeg, vol
hoogmoed, terwijl de andere moedeloos
was en gebukt ging. Een nieuw leven,
zei moeder Voortaan zullen mijne zo
nen gelijk staan ieder zal de vruchten
van zijnen arbeid in eigen zak zien te
recht komen ik wil niet meer dat zij
zoo slaafsch behandeld worden, zoo zeer
veracht en misprezen blijven als de wor
men der aarde, hun plaats is hooger on
der de zon
Weldra zal ik een der grootste en
sierlijkste eigendommen der Groote
Markt bewonen van op mijn boven
zal ik den kleinsten zoowel als den
grootsten mijner afstammelingen be
waken en hun toeroepen Gij die ge
bukt gaat, het hoofd recht Kom naar
de bron, Spaar- en Leenbank. Gij die
het hoofd recht draagt, zoekt uwen
minderen broeder op plaatst uw geld
gerust en voordeelig en helpt wonden
heelen Breng uw verzei ering bij moeder.
In geval van ramp, zendt zij u een broe
der voor eene minzame en voordeelige
regeling, dan zult gij niet uitgeperst
worden als de druiven. Bezoekt hare
drukpers, 't is de uwe leest luistert
naar moeders stem De Koornbloem
Nog eenige dagen geduld en moeder
Redt U Zeiven zorgt voor plaatsen om
al hare kinderen op een blijde feest te
kunnen ontvangen.
Zoo leeft moeder R. U. Z. in voor
spoed voor alle landbouwers die hare
zonen willen worden en haar gezondheid
voorspelt de onsterfelijkheid.
Waar de boer zijn tenten slaat
En in 't zweet zijns aanschijns staat
Te spitten en te ploegen,
Roemt elk zijn moed.
Waar het onrecht en de haat
Hem in 't aanzicht spuwt en slaat,
In steden en in kroegen
Wie heeft den moed,
Om voor de boeren recht te staan,
En haat en onrecht neer te slaan
Met woorden en met daden
t Is Red U Zelf, De Korenbloem
Heil aan die moeder, eer en roem
Zij blijve vastberaden.
Een harer oudste zonen,
Fr. Van de Velde.
Wij lezen in De Standaard van
Zondag 1.1. een artikel over vakonder
wijs en landbouw, dat wij om zijne
degelijkheid en om zijn groot belang
aan de lezers van De Koornbloem
ten beste willen geven. Vele gemeente
besturen zullen er wel nut weten uit te
trekken
Eenieder is er van overtuigd dat in
den landbouw de vakopleiding zoo nood
zakelijk is als in gelijk welk beroep en
dat eene degelijke vulgarisatie van de
landbouwtechniek de grootste factor is
om de opbrengsten van veld en veestapel
te vermeerderen.
De landen, die tegenwoordig aan de
spil staan met de krachtige en oordeel
kundige uitbating en de hooge opbren-
sten van hunnen landbouw, zooa's
Denemarken en Holland zijn juist
degene waar het vakonderwijs voor de
landbouwers het best ingericht en het
meest uitgebreid is.
In een verslag van het Internationaal
Landbouwinstituut van Rome lezen wij
dat in België slechts 2 °/0 der jonge land
bouwerszonen tusschen 14 a 17 jaar eene
vakkundige opleiding genieten. In een
land, waar de landbouw de bijzonderste
rijkdom is, is deze verhouding zeker te
kiein, en zij geeft ons een gedacht van
de grootte van den weg, die er nog af te
leggen is om aan het landbouwvakon-
derwijs in België de noodige uitbreiding
te geven.
De jonge landbouwers kunnen in
België van beroepsonderwijs genieten in
twee soorten scholen in de lagere lan
delijke beroepsafdeelingen, en in de
tijdelijke landbouwscholen. Wij laten
onverlet de voordrachten aan volwasse
nen en de landbouwafdeelingen van de
vrije middelbare scholen.
De lagere landelijke beroepsafdeelin
gen zijn avond- of winterscholen voor
jongelingen die hun lager onderwijs
gedaan hebben. Het programma behelst
vakken van algemeene ontwikkeling
rekenen, teekenen, opstellen maken.
Daarnevens 30 uren landbouw, 30 uren
veeteelt, 10 uren huishoudkunde en 30
uren praktische oefeningen.
De scholen worden ingericht en on
dersteund door de ministeries van Land
bouw en van Kunsten en Wetenschap
pen. Daar waar de scholen bestaan,
hebben zij een niet te ontkennen invloed
gehad op den vooruitgang in het land
bouwbedrijf. Staatslandbouwkundigen
weten dat zij tusschen de oud-leerlingen
dezer scholen hunne beste proefnemers
vinden. Ongelukkiglijk tellen wij in
België slechts 30 (dertig) lagere landelijke
beroepsafdeelingen.
De tijdelijke landbouwscholen worden
ingericht en bestuurd door Staatagrono-
men. De kosten dezer scholen worden
gedragen door den Staatnochtans ont
vangen zij ook geldelijken steun van
provincie, gemeente en soms, van plaat
selijke landbouwvereenigingen.
De leergangen.worden 's Winters ge
geven gewoonlijk op drie of vier namid
dagen in de week. De Staatsagronoom
maakt zelf het program op, rekening
RNBL