BEDT U ZELVEN Arbeid adelt Waar een wil is, is een weg Brief van Jlonkel Wisius. Belangrijke berichten. DE REACTIE DER REGEERING Vakonderwijs voor de handboowers. Landbouwweekblad moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. Gene fDoedep üoop hope t^indepen, ZONDAG 16 APRIL 1922. Prijs 10 centiemen. 4de JAARGANG Nr 172. Abonnementsprijs j 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers In meer dan een artikel werd reeds in De Koornbloem gewezen op het uitwijken van landbouwers en van land- bouwwerklieden. Vele andere dagbla den zijn er op teruggekomen. Hetzelfde wordt bestatigd geheel België door.Nog niet lang geleden hebben wij in een der grootste dagbladen van de hoofdstad een merkwaardig artikel gelezen dat ge schreven was door een volksvertegen woordiger uit Luxemburg. Deze wees op hetzelfde gevaar en de gevolgen die er kunnen uit voortvloeien voor zijn streek en het geheele Vader land. De oorzaken, den toestend zelf, wor den wel door velen aangeteekend en duidelijk beschreven maar over midde len om dien erbarmelijken toestand te verbeteren, over wat zou kunnen ge daan worden om de droeve gevolgen te kunnen vermijden werd tot nog toe wei nig of niet gezegd. Het land zit in de schuld, diep in de schuld, dat is gemakkelijk te zeggen het is zoo dikwijls al gezegd en er is ook niemand meer die er nog aan twij felt. Maar de middelen zoeken en vinden om uit de schuld te geraken dat is wat anders. Ten andere middelen zal misschien elk wel vinden, doch er is een zekere vastberadenheid noodig om zich uit de maatschappelijke moeilijkheden willen te redden. Men stoot steeds op dwarsboo- men en deze dwarsboomen zijn soms personen en soms belangen van zekere personen of voorrechten die niet altijd gemakkelijk uit den weg te ruimen zijn. Daarom noemt men dan de middelen die zouden moeten gebruikt worden doortastende middelen. Waar een WIL is, is een weg. Hetzelfde geldt ook voor den toe stand die we thans bespreken. Er heerscht tegenwoordig in ons par lement, in de Kamer een geest onder de gekozenen van het volk, die vijandig staat tegenover al wat landbouwbelang heet. Al wat den dag van vandaag niet, op maatschappelijk gebied, naar belang van den werkman richt, schijnt uit den booze en vindt weinige of geen verdedigers, En nochtans als wij een voorbeeld ne men aan de beschaafde landen die ons omringen, is het zoo klaar als putwater dat het bestuur van een land waar den landbouw verwaarloosd wordt daar de regeering vroeg of laat moet inzien dat ze op een dwaalspoor verkeert. De oorlog is er noodig geweest om aan het rijke Engeland te bewijzen dat het ook niet aan dezen regel kon ont snappen. De landbouw werd er ook van regeeringswege uit het oog verloren, men zag maar uit één oog nijverheid Alles voor de nijverheid, was de leus, maar het scheelde weinig of Engeland moest zich overgeven bij gebrek aan voedsel. Bij het zien van den grooten bloei der Engelsche nijverheid heeft Duitschland denzelfden weg willen opgaan, den weg van de grootnijverheid. Zijn staatslie den hebben ook de dwaling ingezien en begrepen dat de landbouw moest be schermd en gesteund worden. In korte jaren ging dan de landbouw zoo zeer vooruit dat de slechtste Duitsche gron den het dubbel voortbrachten van den rijken Franschen grond. Als men dat alles overweegt, vragen wij ons af hoe het mogelijk is dat er in ons land nog menschen gevonden wor den, die zich in het bestuur van het land zouden willen verdienstelijk maken en niet alleen den landbouw verachten, maar hem zelfs uit al hun macht schij nen te bekampen. Waar is dan dat middel, zal men vra gen, om aan het uitwijken van landbou wers en landbouwwerklieden een einde te stellen Men moet zorgen dat elke burger, 't zij boer of werkman, een deftig bestaan, dus werk, vinde in zijn eigen Vaderland. Volgens zeer geloofwaardige statistieken waren er in 1921 in Frankrijk meer dan 400,000 Belgen. 5000 Boeren zijn in 't Noorden van Frankrijk gevestigd en 15,000 landarbei ders trekken er jaarlijks naartoe om er seizoenwerk te verrichten. Dat maakt op zijn minst 20,000 menschen die in hun eigen land hun brood niet kunnen ver dienen. Zou men die menschen in Bel gië werk kunnen verschaffen Dat is de vraag die we in 't kort willen beantwoor den. In onze Kempen liggen duizenden hectaren grond, die te ontginnen zijn, die vruchtbaar te maken zijn. Welk een bron van rijkdom ligt daar dus niet uit te baten. Waar een persoonlijk initiatief niet vooruit wil, daar moet de staat in grijpen, bijzonder als het vraagstukken geldt, zoo belangrijk als dit. De woningsnood is zulk een nationaal en zedelijk gevaar geworden, dat het een plicht wordt voor den staat om er tusschen te komen. De uitwijking der landbouwers wordt eveneens een gevaar op nationaal en zedelijk gebied. De rijke grondeigenaars zien in de ontginning in de Kempen geen voordeel genoeg en laten den grond braak liggen terwijl zoovele menschen naar een stukje grond trachten om het bedrijf dat zij van vader tot zoon geleerd hebben in vrede uit te oefenen. Daarom mag de staat hen niet laten begaan, zijn tusschenkomst is niet alleen gewettigd, maar noodzakelijk. Geen hoekje grond mag verloren gaan, als men bedenkt dat een brood zoo duur moet betaald worden met geld dikwijls zoo lastig gewonnen. Dat onze Minister van Landbouw hierop eens nadenke en zich aan 't werk stelle. Waar een wil is, daar is een weg. H. Klopterop. BESTE REDACTIE, Met het aanhoudend winterweer die me niet toeliet standvastig op mijnen akker te werken, is het er nogmaals van gekomen U eenige regelen te zenden. Vooreerst kan ik niet wachten U en alle lezers mijn verdriet te klagen over het slechte seizoen. Vooreerst dienen droogen zomer, vervolgeus eenen kou den en sturen winter en nu bij het uitko men, nu dat nog vele miserie kon her steld worden, is het weer nog even erg tegen de boeren gekant. Zou daar ook al iets achter schuilen Zou de weermaker op ons kwaad zijn, ofwel uitgekocht door die menschen die meenen dat de boeren te rijk en te vrij worden. Zie, dat zou ik moeielijk gelooven, alhoewel in dezen tijd alles te gelooven is Hoe het ook komt, het is een feit dat wij een slecht jaar achter den rug heb ben en zoo het niet betert, kunnen we nog een krijgen. Ik geloof dat iedereen zal uitgepluisd zijn en de laatste centen zal verspeeld hebben om eten voor de beesten aan te koopen. Voor eene zaak ben ik nieuwsgierig en dat is om te weten hoe het dees jaar zal afloopen met de contributies. Als ik mij niet bedrieg, heb ik in den tijd gele zen dat de nieuwe wet op de belastin gen zoo gemaakt is dat men eenen per honderd moet betalen op de gemaakte winsten. Doet men veel winst, dan be taalt men veel, maakt men minder, men betaalt minderen zoo er geene winsten worden gemaakt betaalt men niets. Dus zullen de boeren voor het ver- loopen jaar van alle belastingen ontsla gen zijn, want wie zou durven beweren dat wij geld verdienden of winsten maakten Ik voor mijn deel mag zeg gen dat ik rijker was over een jaar als nu, nadat mijn gezin en ik er twaalf maanden bij gewerkt hebben. Ik verhoop dus dat de wet zal recht- veerdig gemaakt zijn en geen boerenbe drog zal bevatten laat ons hopen en... afwachten. En om van iets anders te spreken dees week ben ik over de Groote Markt gegaan en heb ons nieuw lokaal eens nagezien 't is een schoon gebouw en 't schijnt zeer groot te zijn Wij zullen er in ons eigen huis zitten en daar zal een goed pintje ons nog lekkerder sma ken. Ik zeg een pintje, want aan eenen goeden borrel, eenen goeien ouden kla ren of nen Hasselt, daar moeten wij niet meer aan denken I Het schijnt dat dit voor sommige lieden ongezond is, voor mijn deel zeg ik dat ik er altijd lekker bij vaar als mijn Trien mij 's morgens 'ne grooten ingiet, vooraleer ik op reis ga. Zoo ze het malheur heeft naar de koestal te gaan of naar de lochting, dan snap ik me nog eentje en ik mag U zeggen dat ik dubbel welgezind en zwierig de baan op trek. Wij zullen dan op tijds in om' .oka^l eenen pot gaan pakken, zoo we naar de stad gaan en hopen er eenen goeden thuis te vinden voor alle boeren en boe- rinnekes. 't Is toch weer eenen vooruitgang bij, die onze vereeniging maakt er is al hoewel nog veel te doen en wij moeten ons nog veel uitbreiden op alle gebied. Bonden stichten, bonden herinrichten en doen herleven, onze handel nog ver meerderen en bloeiender maken. Ook is het noodig dat er op alle ge meenten eens eene herkiezing gebeurt van het bestuur. Sommige bestuurleden zien nooit naar de vergaderingen om of zitten met de maatschappij niet in, zulke menschen moeten vervangen worden door ieverige goeie mannen, die leven brengen in onze gilden en die in de weer zijn om aan al de leden het meeste voor deel te bezorgen. Met luirikken en sla pers kunnen we niet vooruit en deze zijn enkel goed om door goeie voormannen en ievierige mannen meegesleept te wor den op den weg des vooruitgangs. Ook zouden sommige vuiltongen moeten uitgesloten worden, die stand vastig weten te zeeveren en te zagen en deftige menschen willen slecht maken. Die lieden worden soms door een of ander nijdige boerenvriend opge maakt, en dienen als werktuigen in dezes handen, om de macht van den boeren bond die immer aangroeit te verbreken. En terwijl ze standvastig willen ge nieten van de voordeelen die onze vers eenigirtgen"geven, kunnen ze niet nala ten dezelve in een valsch daglicht te stellen. Zulke Pilatussen en slepdragers kunnen we gemakkelijk missen. We gaan voort met de goeie soldaten, en zullen niet minder goed werk maken en onzen kring verbreeden en verbe teren. Laten wij intusschen hopen dat, wan neer al onze bonden op hunne pooten gezet worden, sommige besturen herin gericht of aangevuld, alle slechte elementen van kant gezet, in een woord, wanneer ons boerenleger op alle manie ren zal ingericht zijn, met flinke leiders aan 't hoofd laat ons dan hopen dat tegen dien tijd ons huis zal gereed zijn, hersteld en naar onze behoeften gemaakt. En dan komt er voor ons een heerlijken dag in 't verschietde inhaling van ons nieuw lokaal 1 Op dien schoonen dag zal Nonkel Wisius wel tegenwoordig zijn, als God hem de gezondheid laatop dien schoonen dag wil ik eens kennis maken met al mijne broeders van goeden wil, met al de landbouwers die evenals ik droomen en werken voor eene weerdige plaats in de samenleving, de plaats die toekomt aan de noeste werkers, de heer lijkste en nuttigste voortbrengers van onzen nationalen rijkdom. NONKEL WISIUS. Maandag 17 April (2e Paaschdag), zal het Magazijn gesloten zijn. 1). De intresten der aandeelen der Landbouwersvereeniging R. U. Z. zul len uitbetaald worden op 2de Paaschdag van af 8 tot K) ure 's morgend (zomer uur). 2). De intresten der aandeelhouders van de Brandverzekering zullen uitbe taald worden op denzelfden dag en uur als hierboven. 3) Op 2' Paaschdag, om 11 uren stipt zal de TOMBOLA onzer Brandverze kering plaats hebben. Volledige lijst der prijzen Een kalfmachien als hoofdprijs Eene lavementspuit. Eene broek (voor 't roozen te be letten. Een landdraad 25 roeden lang. Een landdraad Twee haagscharen. Twee damensacochen. Twee geldbeugels. Twee banknoottaschjes. Een sigarenkoker. Twee pijpen. Het kort overzicht, hetwelk we acht dagen geleden gaven, over de begroo ting van landbouw en het verslag over die begrooting ingediend, gaf in korte trekken neer, wat de onderzoeks-com- missie meende te moeten aanvoeren om den toestand van den Belgischen land bouw te schetsen en de aangevraagde kredieten te doen aannemen door het Senaat. In het verslag werd gewezen op de groote krisis die de landbouw op dit oogenblik doorworstelt, krisis die in de eerstkomende jaren nog scherper dreigt te worden. Zelf hebben de heeren on derzoekers het aangedurfd de bewering op te werpen, dat de winsten door de landbouwers gemaakt in werkelijkheid niet zoo groot zijn als men ze zich in sommige kringen voorspiegelt. Als middelen die de staat moet aan wenden om den landbouw te bevorde ren, de opbrengst te doen verhoogen en zoo de heerschende krisis te bevechten, moet vooreerst het landbouwonderwijs worden uitgebreid. Uitgelezen zaai- en plantgoed moet meer en meer gebruikt worden door boeren. De veekweekers moesten er toe ge bracht worden de voortbrengst hunner dieren te verhoogenlandbouwvereeni- gingen moeten worden gesteund en ge holpen. Al die middelen moeten te baat worden genomen t zoo toch beweerden de verslaggevers. In hoeverre staat de vooruitgang en de belangen van onze Belgische land bouwers in verband met de in 't Senaat voorgehouden middelen Hoe kan de crisis die voor de deur staat, worden geweerd Wij willen geenszins betwisten dat die middelen niet veel zouden bijdragen om de vooruitgang in den landbouw te bevorderen, de opbrengst te verhoogen en zoo de crisis ten deele te voorkomen. Maar vooraleer al die middelen de mo gelijke uitslagen, die ze geven kunnen, zullen opleveren, zal de regeering hare landbouwpolitiek heelemaal moeten wij zigen. Men wil onze boeren met alle moge lijke middelen helpen om de voort brengst van onzen landbouw te ver- grooten, maar werkt men niet tegelijker tijd om de voordeelen welke die meer dere voortbrengst afwerpt op te eischen voor de staatskas of ze prijs te geven aan de andere standen der Belgische bevolking. Ligt de voornaamste oorzaak van de krisis, die de landbouw doorworstelt, niet uitsluitend in de mededinging die ons wordt aangedaan door de uit vreem de landen hier ingevoerde producten. In ons klein, doch dicht bevolkte land, is het onmogelijk voldoende voort te brengen om in eigen onderhoud te voor zien, we moeten uit vreemde landen in voeren. Maar worden de belangen der landbouwers daar niet heelemaal over het hoofd gekeken De uit Denemarken en Argentine in gevoerde boter bracht de prijs der in- landsche boter van 15 - 16 fr. op 9-10 fr. de kgr. Door de massale invoer van eieren kwam de prijs op 0,30 fr. 't stuk. De prijs van het vee, per kilogram levend gewicht, kwam van 4 a 5 fr. op 2,75 - 3 fr. De prijs der paarden, koeien en zwij nen verminderen 30 a 40 °/0. Zulke prijsdaling komt dan nog voor op 't oogenblik dat voortbrengst en on derhoudskosten 2 a 4 maal zoo hoog zijn als op ander jaren. Daarenboven is er bitter weinig prijsvermindering waar te nemen op de waren die de landbouwer voor zijne uitbating noodig heeft. De regeering bevoordeeligt uitslui tend den verbruiker ten nadeele van den voortbrenger voor den eerste draagt zij zorg hem goedkoop te kunnen laten leven, terwijl zij den tweede in de on mogelijkheid stelt zijne produkten aan eenigzins vrinstgevenden prijs op de markt te brengen. Zelf werd in 1920 de hoogste prijs voor inlandsche boter be paald op 10 fr. per kgr. terwijl de Hol- Iandsche boter hier vrij mocht verkocht worden aan 14 fr. Veel meer zouden we kunnen aanha len om aan te toonen hoe de belangen van den landbouwer worden opgeof ferd door de regeering veel terecht wijzingen zouden we kunnen adresseeren aan het Ministerie van Landbouw, het welk toch de belangen van de landbou wers zou moeten verdedigen en voor staan. En na al de doodende concurrentie, die ons van 't buitenland wordt aange daan en die door de regeering wordt in de hand gewerkt hebben nu nog de schreeuwende lasten die ons worden aangerekend voor bedrijfsbelasting, belasting op 't bedrijfskapitaal, gemeen tetaksen en meer andere. Indien onze regeering, door het heffen van invoerrechten op de vreemde pro ducten de prijs derzelfde aan zoo'n prjjs tracht te houden, als noodig is om de inlandsche voortbrengers in de mogelijk heid te stellen, met eenige winst hunne voortbrengselen op de markt te brengen, dan zouden wij, landbouwers van liever lede naar de middelen grijpen, die de opbrengst onzer landerjjen kan verhoo gen. Dan zou onze boerenjeugd zich meer op landbouwonderwijs toeleggen en zouden de intellectuëele krachten uit ons boerenvolk niet meer voor den stiel verloren gaan. Dan zou men niet meer hoeven te treuren om de ontvolking van den buiten, of zou men niet zoo angstig die groote landverhuizing moeten be- statigen. Hard-Labour. Wat oneindig verschil is er tusschen de moeder der boeren hier in 't land en die in den vreemde! Herinneren wij ons toen de moeder der Aalstersche boeren nog in Brabant woonde, in welken be nepen toestand hare zonen door gansch het arrondissement Aalst verspreid leef den. Zij nochtans had weeldedaar haar trouwe kinderen voor haar werk ten, kon zij voor den ouden dag wel zorgen, ja schatten vergaren. Heelemaal vergat zij hare weldoende zonen niet. Nu en dan zond zij in hun midden een welsprekend heerschap, rijk betaald, om hen te leeren hoe zij het eten der beesten moesten verzorgen, om hen op de hoogte te brengen van het rantsoe neeren, van de verbetering der rassen, het gebruiken van vetstoffen, het ver anderen van plantsoengoed enz. enz. Zeer wel, opperbestMaar waar bleef moeders middel om zonder te hoo- ge kosten haren raad te volgen Bijna al de kisten der zonen vond men ledig wat konden ze dus veranderen of ver beteren Bij den inval der Duitschers zat moe der niet meer gerust in Brabant en be sloot bij de eerste gelegenheid zich tus schen hare ontelbare zonen, te Aalst, te komen vestigen. In 1918 deed zij hare meubels overbrengen naar Den Mei boom een tweeden Noordpool, en veel te diep om vandaar al hare zonen in 't oog te houden want zij zag dat de eene het hoofd zeer hoog droeg, vol hoogmoed, terwijl de andere moedeloos was en gebukt ging. Een nieuw leven, zei moeder Voortaan zullen mijne zo nen gelijk staan ieder zal de vruchten van zijnen arbeid in eigen zak zien te recht komen ik wil niet meer dat zij zoo slaafsch behandeld worden, zoo zeer veracht en misprezen blijven als de wor men der aarde, hun plaats is hooger on der de zon Weldra zal ik een der grootste en sierlijkste eigendommen der Groote Markt bewonen van op mijn boven zal ik den kleinsten zoowel als den grootsten mijner afstammelingen be waken en hun toeroepen Gij die ge bukt gaat, het hoofd recht Kom naar de bron, Spaar- en Leenbank. Gij die het hoofd recht draagt, zoekt uwen minderen broeder op plaatst uw geld gerust en voordeelig en helpt wonden heelen Breng uw verzei ering bij moeder. In geval van ramp, zendt zij u een broe der voor eene minzame en voordeelige regeling, dan zult gij niet uitgeperst worden als de druiven. Bezoekt hare drukpers, 't is de uwe leest luistert naar moeders stem De Koornbloem Nog eenige dagen geduld en moeder Redt U Zeiven zorgt voor plaatsen om al hare kinderen op een blijde feest te kunnen ontvangen. Zoo leeft moeder R. U. Z. in voor spoed voor alle landbouwers die hare zonen willen worden en haar gezondheid voorspelt de onsterfelijkheid. Waar de boer zijn tenten slaat En in 't zweet zijns aanschijns staat Te spitten en te ploegen, Roemt elk zijn moed. Waar het onrecht en de haat Hem in 't aanzicht spuwt en slaat, In steden en in kroegen Wie heeft den moed, Om voor de boeren recht te staan, En haat en onrecht neer te slaan Met woorden en met daden t Is Red U Zelf, De Korenbloem Heil aan die moeder, eer en roem Zij blijve vastberaden. Een harer oudste zonen, Fr. Van de Velde. Wij lezen in De Standaard van Zondag 1.1. een artikel over vakonder wijs en landbouw, dat wij om zijne degelijkheid en om zijn groot belang aan de lezers van De Koornbloem ten beste willen geven. Vele gemeente besturen zullen er wel nut weten uit te trekken Eenieder is er van overtuigd dat in den landbouw de vakopleiding zoo nood zakelijk is als in gelijk welk beroep en dat eene degelijke vulgarisatie van de landbouwtechniek de grootste factor is om de opbrengsten van veld en veestapel te vermeerderen. De landen, die tegenwoordig aan de spil staan met de krachtige en oordeel kundige uitbating en de hooge opbren- sten van hunnen landbouw, zooa's Denemarken en Holland zijn juist degene waar het vakonderwijs voor de landbouwers het best ingericht en het meest uitgebreid is. In een verslag van het Internationaal Landbouwinstituut van Rome lezen wij dat in België slechts 2 °/0 der jonge land bouwerszonen tusschen 14 a 17 jaar eene vakkundige opleiding genieten. In een land, waar de landbouw de bijzonderste rijkdom is, is deze verhouding zeker te kiein, en zij geeft ons een gedacht van de grootte van den weg, die er nog af te leggen is om aan het landbouwvakon- derwijs in België de noodige uitbreiding te geven. De jonge landbouwers kunnen in België van beroepsonderwijs genieten in twee soorten scholen in de lagere lan delijke beroepsafdeelingen, en in de tijdelijke landbouwscholen. Wij laten onverlet de voordrachten aan volwasse nen en de landbouwafdeelingen van de vrije middelbare scholen. De lagere landelijke beroepsafdeelin gen zijn avond- of winterscholen voor jongelingen die hun lager onderwijs gedaan hebben. Het programma behelst vakken van algemeene ontwikkeling rekenen, teekenen, opstellen maken. Daarnevens 30 uren landbouw, 30 uren veeteelt, 10 uren huishoudkunde en 30 uren praktische oefeningen. De scholen worden ingericht en on dersteund door de ministeries van Land bouw en van Kunsten en Wetenschap pen. Daar waar de scholen bestaan, hebben zij een niet te ontkennen invloed gehad op den vooruitgang in het land bouwbedrijf. Staatslandbouwkundigen weten dat zij tusschen de oud-leerlingen dezer scholen hunne beste proefnemers vinden. Ongelukkiglijk tellen wij in België slechts 30 (dertig) lagere landelijke beroepsafdeelingen. De tijdelijke landbouwscholen worden ingericht en bestuurd door Staatagrono- men. De kosten dezer scholen worden gedragen door den Staatnochtans ont vangen zij ook geldelijken steun van provincie, gemeente en soms, van plaat selijke landbouwvereenigingen. De leergangen.worden 's Winters ge geven gewoonlijk op drie of vier namid dagen in de week. De Staatsagronoom maakt zelf het program op, rekening RNBL

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1