REDT U ZELVEN Arbeid adelt BRIEF VAN NONKEL WISIÜS Hoe een boomgaard aangelegd Pulpputten. Landbouwweekblad Ministerie van Landboimerdediging BERICHT AAN DE LANDBOUWERS Brand dar Graangewassen moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. Leest en verspreidt ons Blad. ZONDAG 22 OCT. 1922. Prijs 111 centiemen. 4de JAARGANG Nr 199. Abonnementsprijs i 5,00 frank 's jaars. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers BESTE REDACTIE, Het is er nogmaals van gekomen U eenige regelkes te zenden. Alhoewel ik de laatste dagen hard heb gewerkt, heb ik van de reeds lange avonden geprofiteerd om met de lezers van ons geliefd blad een praatjen te doen. Ik moet eerst spreken over de aard appelen. Ge moet weten dat ik verleden jaar al mijn plantgoed vernieuwd had in den bond. Eerstelingen die ik in 't vroeg verkocht aan de stedelingen voor 0,60, 0,50 tot 0,30 fr. de kilo. Deze vroege aardappelen brachten geweldig veel op, alhoewel ze erg geleden hadden van de kou. Ik moet zeggen dat het eene goede vrucht is, waar nog ne cent van in huis komt, want tusschen haakjes gezegd, wij werken toch eerst en vooral voor onzen intrest en eene vrucht waar weinig van voortkomt, is voor mij geen duit waard. De Krugers die ik in den bamis in 't magazijn had gehaald, heb ik gesne den, daar ze nogal dik waren en geplant op een goedbewerkten en bemesten grond. Als ik zeg goed bemest, dat wilt zeggen dat ik het land alles geef wat de vruchten moeten hebben, want ik ver geet ook niet van superphosphaat te strooien, hetgeen de aardappelen goed van eten maakt. Ewel, zulke patatten die zijn er nog nooit gegroeid en ware het niet dat ik moet opletten voor de spions, ik zou U eens zeggen hoeveel ze van de roede hebben opgebracht. Mijne Roode Star was zeer goed, maar mijnen Industrie, menschen lief, dat gaat alle gedacht te boven. De op brengst is niet te gelooven en ze zijn daarbij goed en gezond. Ik kan me niet tegenhouden van lachen als ik daaraan denk Toen ik met dit plantsoen van Poolschen Industrie tehuis kwam, begon mijne vrouw een lang sermoen te doen wat aardige pa tatten, wat leelijken bucht, wat slecht goed, enz. Wie heeft u dat in uw han den gestoken Die zullen we toch niet planten En zoo ging de litanie van mijnen vrouwelijken predikant. Wat kon ik antwoorden de meesteresse had gelijk, en ik zou ook gaan twijfelen hebben of ze mij in den bond niet hadden gefopt. Maar de goede rede zegevierde en het scheen mij vast, dat ik moest vertrou wen hebben in hunne handelingen. Ik had vast betrouwen en ik heb dat goed geplant. Twee maand nadien kwam alleman naar mijne partij kijken en me nige filosoof stond te watertanden bij mijn prachtig aardappelveld Want ge moet weten dat er op ons dorp nog menschen zijn die men ook landbouwers noemt en die maar altijd van hun oud versleten goed voortplan ten. Het nieuw plantgoed is te duur, of het is te vroeg, of te klein of te dik. of te laat en wat weet ik al. Die lieden kunnen hunnen intrest niet berekenen en doen maar altijd voort gelijk Manuël. En met den prijskamp heb ik mij ge weerd wanneer de premiën eens uitge deeld worden zal er eentje af kunnen. Dan zal ik nog eens naar Aalst komen, om mijnen prijs af te halen, want ik ben fier en mijn vrouw niet min, dat ik als een oude kleine pachter zulke felle vruchten win, en vele mannen voorbij- spring en voor hunnen neus met de prij zen ga loopen. Maar de schoonste prijs die ik won dat zijn de hoopen aardappelen die in de remise en stal liggen en die ik verkoop aan 20 frank. Ik zeg aan 20 frank, want ik las meer maals in De Koornbloem, dat wij ze niet minder mochten afgeven. Als trouw lid van den bond en als voorvechter van Redt U Zeiven, houd ik mij aan het wachtwoord Niet verkoopen aan spot prijzen Dat is ons recht en onze plicht. Als we berekenen wat wij uitgaven aan plantgoed, vetten, arbeid en landpacht, dan moeten we weten dat deze prijs een allerlaagste is en slechts kan geduld wor den omdat de aardappelen zeer goed ge lukt zijn. En denkt ge dat vele menschen dat j niet verstaan Ik heb over eenige dagen met een stedeling geredetwist en hij gaf mij ten slotte volkomen gelijk, omdat ik hem deed zien dat het voor ons ook een broodstrijd was. Die man was zoo over tuigd dat hij mij seffens vroeg om hem 500 kilos te leveren voor zijn winter provisie aan den officieelen prijs van 20 frank. Hier moet ik ons blad dank zeggen voor de knappe verdediging van onze belangen De Koornbloem is onze steun en onze macht. Ja, Vrienden, zonder het te weten gaan we stil aan de weg op van de goe de verstandhouding en van den b.-oeder- lijken kamp voor onze belangen. Onze hoofdmannen onderzoeken de toestan den en geven ons het teeken wij allen gaan hand in hand en volgen hunnen raad. Ziedaar de syndikale en eendrachtige werking tot lotsverbetering, zonder ge weld, noch getier Een ander schoon voorbeeld van onze werking is wel de pulpkwestie men vroeg over eenigen tijd 300 frank voor een wagon, een prijs die in even redigheid der andere waren veel te hoog was. De Koornbloem protesteerde en be wees dat wij ongelijk hadden van te koopen aan die condities, waarop de meeste boeren zich onthielden. Het ge volg bleef niet lang uit en op dees oogenblik zitten de fabrieken te wach ten naar koopers, terwijl de prijzen op den helft kwamen. Nu wordt het wellicht den oogenblik om te koopen, want veel lager kan dat niet veel meer komen. In alle geval zul len de boeren die naar den raad van hun hoofdmans geluisterd hebben 100 tot 150 frank op een wagon pulp ge wonnen hebben een schoone uitslag Laat mij toe, Beste Redactie, ook nog een ander punt aan te raken en wel na melijk de kwestie der pachtwet, 't Is zoo lang geleden dat ik standvastig hoorde van het wetsontwerp Van Die voet. Reeds van vóór de kiezing werd het alom verteld op meetings en rond gedragen met strooibrieven, dat deze wet ons ging redden van de slavernij. Ongelukkiglijk is er reeds meer dan een jaar verloopen en alles blijft kalm en rustig. Ik kan het niet begrijpen en ik zou moeten gaan geloof hechten aan de woorden van mijnen vriend Slinger steen die zegt dat het weggelegd is tot de naaste kiezing. Maar dat ware al te grof, gelooft me vrij en ik durf zweren dat ik het niet zal laten gebeuren. Ik zal wachten totdat het dagorde uitkomt voor den toeko menden Kamerzittijd om te zien of het ja of neen voorkomt. Is het neen dan zal ik nogeens mijn laatste krachten bezi gen om al de boeren t'hoop te tromme len op eene manifestatie. Ik zal hen doen zien dat we allemaal te braaf en te on- noozel zijn en zoo we niet beginnen te roeren, dat we zullen vergeten gera ken... tot de naaste kiezing. Ja, ja, alhoewel mijne haren grijs en mijn beenen stijf zijn, is mijn hart nog vol vuur en zal ik het niet verdragen dat men ons boeren langer voor den aap houdt. Ik herinner me nog goed dat het in De Koornbloem klaar bewezen werd dat het Wetsontwerp Van Die voet maar een arm wetje was. Toch zouden wij, goedzakkige klut sen, hiermee weeral tevreden geweest zijn, met de goede hoop dat we later volle voldoening kregen. En nu zouden we aan dat arm wetje nog niet aange- raken 1 Dat zullen we nog zien, en ik zeg het U, ik zal het hierbij niet laten. Boeren, verwacht u op eene manifestatie ten voordeele van de pachtwet, zoo onze Kamerheeren ze weeral in den steek laten 1 Beste groeten van NONKEL WISIUS. Geef uw blad na lezing voort. Fruit- en Groentenkweek gepaard. Wie met zijn tijd meewil en meegaat, die ondervindt genoeg dat het op heden niet meer volstaat met veel te jamme ren, te stenen en te zuchten over onzen ongelukkigen toestand, er moeten, wil len wij de groote landbouwcrisis, die voor de deur staat vermijden, daden ge steld worden. Wat onzen machtigen boerenbond Redt U Zeiven reeds vermag op koop en verkoop, blijkt uit de artikels die we lezen in De Koornbloem 't zij over de pulp, het fruit, de aardap pelen enz., maar wat zou het niet zijn, moesten al de landbouwers eens veree- nigd zijn in een machtig landbouwers- syndikaat. We zouden de eene overwin ning op de andere behalen en geestdrif tig zou men ons van alle kanten toeroe pen Daar is het prachtig syndikaal boerenleger, leve leve de boeren. Ongelukkiglijk kan ik in dit artikel niet op denzelfden toon voortgaan, ik moet, al sprak ik nog zoo graag over syndikaat en syndikalisme, naar mijn onderwerp terug, dat voor vandaag is Het aanleggen van spinrok of fuseau en van den struikvorm, twee gemakkelijk te bekomen vormen, welke ik dan ook aanprijs, omdat ze, eens gevormd, maar weinig of geene onderhoudszorgen meer vergen. De vorming van spinrok of fuseau heeft veel gelijkenis met die van pyra- mide en maakt zoo een vorm uit tus schen dien van pyramide en die van rechtstaand snoer. Evenals voor de pyramiden raad ik de landbouwers aan liever eenjarige plantsoenen te nemen om er de vorming van spinrok mede te beginnen, oudere plantsoenen koopen is zich blootstellen aan teleurstellingen zoo men niet volko men op de hoogte is van zijn vak of zijn toevlucht niet wil nemen tot een bekwa men hovenier. Ik zal dan ook als ver trekpunt een eenjarige griffel nemen en U aantoonen hoe ge die snoeien moet om goede uitslagen en welgevormde spinrokken te bekomen. Op een hoogte van 0,60 tot 0,70 m. van den grond snoeit men af om een goede verlengenis en 5 tot 6 zijscheuten te bekomen. De verlengenis op een oog in tegenovergestelde richting van de griffel om zoo rechte stammen te be houden. Men tracht door alle mogelijke middelen, zoo kunstmatige als natuurlij ke, binst den Zomer het evenwicht tus schen de gesteltakken te bewaren. In den Herfst daaropvolgende of beter nog na den Winter doet men een 2esnoeiïng op 0,60 tot 0,70 m. hooger op een oog in tegenovergestelde richting van den vorigen snoei en al de zijtakken kort men in tot op een lengte van 0,20 tot 0,25 m. op een oog naar onder en vol gens de gesteltakken min of meer kloekte bezitten, snoeit men korter of langer. De hoogstgeplaatste oogen, wanneer die kloek en welgevormd zijn, zal men uitsteken om zoo de nevenbladoogen te doen ontwikkelen en het gestel beter in evenwicht te houden. Men moet niet, evenals bij de pyramide, een afstand la ten tusschen de opeenvolgende gestel len, doch lucht en licht moeten hunnen heilzamen invloed kunnen uitoefenen op al de deelen van den boom. De gestel takken van spinrok of fuseau worden ge woonlijk niet langer dan van 70 tot 80 cm., eens die lengte verkregen snoeit men ze af op vruchthout. Voor spinrok neemt men variëteiten die zeer vruchtbaar zijn en niet al te kloek. Vele variëteiten nemen is weeral niet aan te bevelen, doch men neme er ook geene die allen op hetzelfde tijdstip rijpen. Ziehier welke soorten ik voor dezen vorm warm durf aanbevelen Bon Chretien William, Beurré capiau- mont, Durondeau, Beurré Clairgeau en Zepherin Grègoire. Voor spinrok grif felt men op kwee. Een derde vorm, welke ik bijzonder aanbeveel voor boomgaarden waar fruit- en groententeelt gepaard gaan, is de struikvorm. Hij kan dienen voor ap pel- en pereboom, want deze boomen leenen er zich bijzonder goed toe. Hij is bijzonder goed voor kleine tuinen en voor personen die zich weinig met het verzorgen hunner fruitboomen kunnen bezighouden, hij is inderdaad niet moei lijk om bel omen, Voor perelaar is 't best op kwee af te griffelen, voor appelboom op zoetappel. Voor tusschenplantingen die later dan weggenomen worden in boomgaarden is deze vorm ook aan te bevelen, wel te verstaan als fruit- en veeteelt niet ge paard gaan. Laat me toe i- dit artikel slechts het aanleggen van struikvorm voor pere- boomen uiteen te doen en in een vol gend artikel den struikvorm voor ap pelboom. Op een 50 tot 60 cm. boven den grond snoeit men af om alzoo een ver lengenis en drie gesteltakken te beko men, een 2' snoeiïng op 0,50 m. boven de 1' op een oog in tegenovergestelde richting van de vorige geplaatst om nogmaals te doen vertakken. Dan snoeit men de verlengenis weg en men hoeft nog slechts te trachten door de volgende snoeiïngen, het evenwicht in de gestel takken te behouden en te dicht staande takken of verloopen vruchthout weg te snoeien. Voor struikvorm neme men geene al te kloeke variëteiten maar zeer vrucht bare, zooals Bon chretien William, Souvenir du Congres, Seigneur Espe ren, Fertility Durondeau. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. Er wordt aan de landbouwers ter kennis gebracht dat de officieele laagste prijs voor goede keukenaardappelen op 20 frank bepaald is. Overtredingen wor den voor 't hof van 't Ajuinland gevon nist. De d.d. Minister, Boereman. Aalst, den 18 October 1922. De Stinkbraud der Rogge. De stinkbrand der rogge is min ver spreid dan die der tarwe zij wordt al thans in onze streken, slechts bij uitzon dering waargenomen. Zij wordt ver oorzaakt door eene brandzwam die met de Tilletia-soorten van de tarwe nauw verwant is, n 1. Telletia Secalis Kühn. De sporen hebben een bruinen wand, die met verheven lijsten is bezet. De Stuif brand der Tarwe Deze ziekte wordt veroorzaakt door Ustilago Tritici Jens, en kan gemakke lijk van den stinkbrand onderscheiden worden. Bij den stinkbrand blijven de kafjes der bloemen behouden en de spo ren blijven binnen de zaadhuid opgeslo ten. Bij den stuifbrand worden de kafjes daarentegen vernield, en de brandspo- ren liggen bloot en stuiven langzamer hand weg, zoodat op den duur niets an ders overblijft dan de aarspil. De uitge strooide sporen blijven althans gedeelte lijk aan de graankorrels en de kafjes alsook aan het stroo der naburige plan ten hangen aldus wordt ieder aange taste aar een oorzaak van ontreiniging voor de gezonde aren. De kieming der sporen van Ustilago Tritici schijnt slechts moeilijk plaats te grijpen en verschilt eenigszins van die van den Stinkbrand. Bij den Stuifbrand ontstaat uit de spore een promycelium, dat de gedaante heeft van een korte kiembuis die promycelium behoudt soms dien vorm en is wellicht in staat om rechtstreeks de besmetting van jonge planten te veroorzaken in andere ge vallen deelt het zich in verscheidene cel len en vormt het sporidiën zooals voor de haver. Het feit dat de kieming van de sporen van den stuifbrand der tarwe slechts moei ijk plaats grijpt, is waar schijnlijk de oorzaak waarom deze ziekte slechts zelden een groote uitbreiding neemt. De Stuifbrand van de Haver. De zwam die den stuifbrand van de haver teweegbrengt, werd door Jensen Ustilago Avenae genoemd. De haver wordt soms op eene ver schrikkelijke wijze door deze ziekte aan getast. De zieke planten hebben een eigenaardig uitzicht het onderste ge deelte der pluim blijft gedeeltelijk ver borgen in de scheede van het bovenste blad der plant, zoodat de bloeiwijze zich minder volkomen uitspreidt dan onder gewone omstandigheden. De spil der pluim en hare takken zijn dikker en de geheele plant blijft korter dan anders. Dikwijls zijn al de pluimen van dezelfde plant aangetast in andere gevallen blij ven enkele pluimen gezond. Van de ge heele pluim blijft soms niet anders over dan de spil en hare takken. De Brand Van de Gerst. De gerst wordt bjjna evenzeer als de haver door den brand aangetast. Men onderscheidt bij de gerst twee soorten van brand, die door hare gedaante en door de ontwikkeling der sporen van elkander zeer verschillen. Eerste soort de sporen komen naar buiten te voorschijn en kunnen wegstui ven. Jensen noemt deze soort naakten gerstebrandde zwam die er de oorzaak van is. wordt Ustilago nuda hordei ge noemd. Tijdens den bloei van den gerst zijn de brandsporen reeds rijp en wor den zij door den wind uitgestrooid. Waarschijnlijk worden zij daardoor op gezonde gerstebloemen gebracht, en wordt hun promycelium in het volgend voorjaar in de gerstekiemen gedreven. Dit promycelium wordt eenigszins ver takt, maar brengt geen sporidiën voort. Tweede soort de brandsporen blij ven, evenals bij den stinkbrand van de tarwe, van binnen in de overblijfselen van den vruchtwand opgesloten, en de aangetaste aar blijft geheel of gedeelte lijk verborgen in de scheede van het bovenste blad. Dit is de bedekte gerste brand de overeenkomstige woeker- zwam wordt Ustilago tecta hordei Jens, geheeten. De kieming der sporen stemt in hoofdzaak overeen met hetgeen hooger voor de haver beschreven werd, Het promycelium deelt zich hier eveneens in verscheidene cellen, en op de plaats van de wanden tusschen de cellen ontstaan sporidiën. Bij de hooger beschreven brandsoor- ten blijven de uitwendige ziektever schijnselen tot de aren beperkt de hal men zelf zien er volkomen gezond uit. Bij de twee volgende soorten daarente gen vertoonen ook de stengels en de bladen uitwendige teekens der ziekte. De Stengelbrand van de Rogge. Deze ziekte is niet verspreid wan neer zij echter hevig heerscht wordt zij zeer schadelijk. Op de stengelleden, de bladscheeden en de bladen ontstaan zeer lange, grauwe strepen, waar de opperhuid weldra openbarst een mas sa brandsporen wordt aldus in vrjjheid gesteld. De sporen worden gevormd ten koste van de strookjes celweefsels, die zich tusschen de bladnerven bevin den na het wegstuiven der sporen blijft schier niets anders over dan de naburige bladnerven en stengelbundels. Dienten gevolge scheuren halmen en bladen wel dra in strooken en de plant verliest hare stevigheid. Soms gaat de stengelbrand ook op de aren over in dit geval zijn de kafjes onvolkomen ontwikkeld, en vertoonen zij tusschen hunne nerven de kenschet sende grauwzwarte strepen. Gewoonlijk komt het echter niet zoo ver nog voor de aar verschijnt is de halm in de meeste gevallen reeds doorgeknakt. Indien de ziekte de plant aantast nadat de aar reeds gevormd is, doet deze den ver zwakten halm door haar gewicht knik ken en dientengevolge wordt zij niet meer voldoende gevoed. Zij verdroogt en de opbrengst is doorgaans verloren slechts zelden brengen aren van aange taste halmen meer of min wel gevormde graankorrels voort. De stengelbrand van de rogge wordt door Orocystis occult veroorzaakt. De sporen dezer zwam zijn vereenigd tot een soort van kluwens in het midden van ieder kluwen bevinden zich 1 a 3 groote sporen die omringd zijn van klei neren. Alleen de groote sporen kunnen kiemen. Op iedere boerderij is het bewaren van pulp van groot belang maar bij zonder in jaren als nu, dat het voeder zeldzaam en bijgevolg duur is, moet men de beste bewaringstelsels onderzoeken en aannemen. Men kan op dit punt niet te veel aan dringen, des te meer daar de hoeveel heid beetenbladeren, die bij de suiker- beetenpulp kan gevoegd worden groo- ter is. Men kan ook bij de pulp ander groenvoeder voegen als klavers, luzer ne enz. Doch eerst en vooral is het van belang een goede put te maken en niet uit het oog te verliezen dat de pulp een tamelijk groote hoeveelheid water in houdt. De gezondmaking van den put is een eerste punt men moet ook een helling aanleggen die den overvloed van vocht laat afloopen. Het stilstaan van water moet ten allen prijze vermeden worden, omdat daardoor de onderste lagen zoo zeer aan bederf lijden want het bederf, bijaldien dat er veel pulp verloren gaat, geeft nog aan de rest den ondragelijken reuk mee, die zich in den omtrek nog verspreidt. Men zal ten andere ook niet vergeten dat het doorsijpelde water van den put dikwijls oorzaak is van het uitsterven van de beplantingen in den omtrek. In België worden de "pulpputten ge rekend onder de gevaarlijke, ongezonde en ongewenschte instellingen, wanneer ze op min dan 50 meters afstand van een anders woning gelegen zijn. Groote pulpputten maakt men van 2 meters breedte, soms wel eens van 3 meters. De wanden worden met voor deel in lichte helling gestoken, omdat het vastleggen aldus vergemakkelijkt wordt. Op den bodem van de put maakt men twee hellingen, eene naar het midden van den put, een andere van het midden naar het andere einde. Zoo kan het nat met alle gemak afloopen en als men er voor zorgt een teerput te maken, dan mag men zeker zijn dat de pulp hare goede hoedanigheden zal bewaren. Men maakt dus twee hellingen voor het afloopende water om den put heel en al gezond te houden. Men kan ook een put metsen in steen of in bewapend beton. Gewoonlijk maakt men er geen dak op, maar dit zou toch in alle geval zeer voordeelig zijn, omdat de regen aldus zou buiten gehouden worden. Ieder landbouwer kent het 'belang van het verzorgen der pulpputten, doch 't is niet op het oogenblik, als men ze zal moeten gebruiken, dat men er zich moet mee bekommeren. Neen, de tijd is daar om ze voor te bereiden of om ze na te zien indien ze gemetst zijn. Nu moet men probeeren of de afloop in goede voorwaarden geschieden kan. Voor het inleggen van de pulp, laag op laag, is het aan te bevelen op den bodem van'den put een bed van kaf 10 a 15 centimeters dik aan te leggen. Dit speelt een groote rol in het bewa ren van goede pulp. De geleerde Maer- ker heeft hierop proeven gemaakt en bevonden dat de beste stoffen uit de pulp verloren gaan van 30 tot 35 per honderd bij gebrek aan eene laag kaf. Bij het inleggen laag op laag zal men zorg dragen den hoop goed vast te leggen. Indien men bij het inleggen ander voeder bij de pulp voegt, neme men wel in acht de lagen af te wisselen, na een laag pulp een laag groen voeder enz., iedere laag stevig aan te tassen en niet vergeten een hoeveelheid zout te ge bruiken, die geraamd wordt op 10 kgr. per ton pulp. Als de put vol is, kan men den put voordeelig dekken met kaf en best met kaf van zomergerst, dat van minder waarde is op de boerderij. Zoo vormt men een goede laag die de pulp tegen de lucht bewaart en die dan ook bijgevolg de gisting van den heelen hoop bevoor- deeligt en voltrekt. AALST-SCHAARBÊÊK-" De leden van den bond welke pulp verlangen, mogen zich van af Zondag 22 dezer laten inschrijven in het lokaal bij Philemon De Kegel, ofwel gedurende de loopende week bjj den schrijver C. Hoffelinck. RNBL

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1