REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
BRIEF VAN NONKEL WISIÜS
Hoe een boomgaard
aangelegd
Pulpputten.
Landbouwweekblad
Ministerie van Landboimerdediging
BERICHT AAN DE LANDBOUWERS
Brand dar
Graangewassen
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
Leest en verspreidt
ons Blad.
ZONDAG 22 OCT. 1922.
Prijs 111 centiemen.
4de JAARGANG Nr 199.
Abonnementsprijs i 5,00 frank 's jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
BESTE REDACTIE,
Het is er nogmaals van gekomen U
eenige regelkes te zenden.
Alhoewel ik de laatste dagen hard
heb gewerkt, heb ik van de reeds lange
avonden geprofiteerd om met de lezers
van ons geliefd blad een praatjen te
doen.
Ik moet eerst spreken over de aard
appelen. Ge moet weten dat ik verleden
jaar al mijn plantgoed vernieuwd had in
den bond. Eerstelingen die ik in 't vroeg
verkocht aan de stedelingen voor 0,60,
0,50 tot 0,30 fr. de kilo. Deze vroege
aardappelen brachten geweldig veel op,
alhoewel ze erg geleden hadden van de
kou. Ik moet zeggen dat het eene goede
vrucht is, waar nog ne cent van in huis
komt, want tusschen haakjes gezegd, wij
werken toch eerst en vooral voor onzen
intrest en eene vrucht waar weinig van
voortkomt, is voor mij geen duit waard.
De Krugers die ik in den bamis in
't magazijn had gehaald, heb ik gesne
den, daar ze nogal dik waren en geplant
op een goedbewerkten en bemesten
grond. Als ik zeg goed bemest, dat wilt
zeggen dat ik het land alles geef wat de
vruchten moeten hebben, want ik ver
geet ook niet van superphosphaat te
strooien, hetgeen de aardappelen goed
van eten maakt.
Ewel, zulke patatten die zijn er nog
nooit gegroeid en ware het niet dat ik
moet opletten voor de spions, ik zou U
eens zeggen hoeveel ze van de roede
hebben opgebracht.
Mijne Roode Star was zeer goed,
maar mijnen Industrie, menschen lief,
dat gaat alle gedacht te boven. De op
brengst is niet te gelooven en ze zijn
daarbij goed en gezond.
Ik kan me niet tegenhouden van
lachen als ik daaraan denk Toen ik met
dit plantsoen van Poolschen Industrie
tehuis kwam, begon mijne vrouw een
lang sermoen te doen wat aardige pa
tatten, wat leelijken bucht, wat slecht
goed, enz. Wie heeft u dat in uw han
den gestoken Die zullen we toch niet
planten
En zoo ging de litanie van mijnen
vrouwelijken predikant. Wat kon ik
antwoorden de meesteresse had gelijk,
en ik zou ook gaan twijfelen hebben of
ze mij in den bond niet hadden gefopt.
Maar de goede rede zegevierde en het
scheen mij vast, dat ik moest vertrou
wen hebben in hunne handelingen.
Ik had vast betrouwen en ik heb dat
goed geplant. Twee maand nadien kwam
alleman naar mijne partij kijken en me
nige filosoof stond te watertanden bij
mijn prachtig aardappelveld
Want ge moet weten dat er op ons
dorp nog menschen zijn die men ook
landbouwers noemt en die maar altijd
van hun oud versleten goed voortplan
ten. Het nieuw plantgoed is te duur, of
het is te vroeg, of te klein of te dik. of
te laat en wat weet ik al. Die lieden
kunnen hunnen intrest niet berekenen
en doen maar altijd voort gelijk Manuël.
En met den prijskamp heb ik mij ge
weerd wanneer de premiën eens uitge
deeld worden zal er eentje af kunnen.
Dan zal ik nog eens naar Aalst komen,
om mijnen prijs af te halen, want ik ben
fier en mijn vrouw niet min, dat ik als
een oude kleine pachter zulke felle
vruchten win, en vele mannen voorbij-
spring en voor hunnen neus met de prij
zen ga loopen.
Maar de schoonste prijs die ik won
dat zijn de hoopen aardappelen die in de
remise en stal liggen en die ik verkoop
aan 20 frank.
Ik zeg aan 20 frank, want ik las meer
maals in De Koornbloem, dat wij ze niet
minder mochten afgeven. Als trouw lid
van den bond en als voorvechter van
Redt U Zeiven, houd ik mij aan het
wachtwoord Niet verkoopen aan spot
prijzen
Dat is ons recht en onze plicht. Als
we berekenen wat wij uitgaven aan
plantgoed, vetten, arbeid en landpacht,
dan moeten we weten dat deze prijs een
allerlaagste is en slechts kan geduld wor
den omdat de aardappelen zeer goed ge
lukt zijn.
En denkt ge dat vele menschen dat j
niet verstaan Ik heb over eenige dagen
met een stedeling geredetwist en hij gaf
mij ten slotte volkomen gelijk, omdat ik
hem deed zien dat het voor ons ook een
broodstrijd was. Die man was zoo over
tuigd dat hij mij seffens vroeg om hem
500 kilos te leveren voor zijn winter
provisie aan den officieelen prijs van
20 frank.
Hier moet ik ons blad dank zeggen
voor de knappe verdediging van onze
belangen De Koornbloem is onze steun
en onze macht.
Ja, Vrienden, zonder het te weten
gaan we stil aan de weg op van de goe
de verstandhouding en van den b.-oeder-
lijken kamp voor onze belangen. Onze
hoofdmannen onderzoeken de toestan
den en geven ons het teeken wij allen
gaan hand in hand en volgen hunnen
raad.
Ziedaar de syndikale en eendrachtige
werking tot lotsverbetering, zonder ge
weld, noch getier
Een ander schoon voorbeeld van
onze werking is wel de pulpkwestie
men vroeg over eenigen tijd 300 frank
voor een wagon, een prijs die in even
redigheid der andere waren veel te
hoog was.
De Koornbloem protesteerde en be
wees dat wij ongelijk hadden van te
koopen aan die condities, waarop de
meeste boeren zich onthielden. Het ge
volg bleef niet lang uit en op dees
oogenblik zitten de fabrieken te wach
ten naar koopers, terwijl de prijzen op
den helft kwamen.
Nu wordt het wellicht den oogenblik
om te koopen, want veel lager kan dat
niet veel meer komen. In alle geval zul
len de boeren die naar den raad van
hun hoofdmans geluisterd hebben 100
tot 150 frank op een wagon pulp ge
wonnen hebben een schoone uitslag
Laat mij toe, Beste Redactie, ook nog
een ander punt aan te raken en wel na
melijk de kwestie der pachtwet, 't Is
zoo lang geleden dat ik standvastig
hoorde van het wetsontwerp Van Die
voet. Reeds van vóór de kiezing werd
het alom verteld op meetings en rond
gedragen met strooibrieven, dat deze
wet ons ging redden van de slavernij.
Ongelukkiglijk is er reeds meer dan
een jaar verloopen en alles blijft kalm
en rustig. Ik kan het niet begrijpen en
ik zou moeten gaan geloof hechten aan
de woorden van mijnen vriend Slinger
steen die zegt dat het weggelegd is tot
de naaste kiezing.
Maar dat ware al te grof, gelooft me
vrij en ik durf zweren dat ik het niet zal
laten gebeuren. Ik zal wachten totdat
het dagorde uitkomt voor den toeko
menden Kamerzittijd om te zien of het ja
of neen voorkomt. Is het neen dan zal
ik nogeens mijn laatste krachten bezi
gen om al de boeren t'hoop te tromme
len op eene manifestatie. Ik zal hen doen
zien dat we allemaal te braaf en te on-
noozel zijn en zoo we niet beginnen te
roeren, dat we zullen vergeten gera
ken... tot de naaste kiezing.
Ja, ja, alhoewel mijne haren grijs en
mijn beenen stijf zijn, is mijn hart nog
vol vuur en zal ik het niet verdragen dat
men ons boeren langer voor den aap
houdt. Ik herinner me nog goed dat
het in De Koornbloem klaar bewezen
werd dat het Wetsontwerp Van Die
voet maar een arm wetje was.
Toch zouden wij, goedzakkige klut
sen, hiermee weeral tevreden geweest
zijn, met de goede hoop dat we later
volle voldoening kregen. En nu zouden
we aan dat arm wetje nog niet aange-
raken 1
Dat zullen we nog zien, en ik zeg het
U, ik zal het hierbij niet laten. Boeren,
verwacht u op eene manifestatie ten
voordeele van de pachtwet, zoo onze
Kamerheeren ze weeral in den steek
laten 1
Beste groeten van
NONKEL WISIUS.
Geef uw blad na lezing voort.
Fruit- en Groentenkweek gepaard.
Wie met zijn tijd meewil en meegaat,
die ondervindt genoeg dat het op heden
niet meer volstaat met veel te jamme
ren, te stenen en te zuchten over onzen
ongelukkigen toestand, er moeten, wil
len wij de groote landbouwcrisis, die
voor de deur staat vermijden, daden ge
steld worden.
Wat onzen machtigen boerenbond
Redt U Zeiven reeds vermag op
koop en verkoop, blijkt uit de artikels
die we lezen in De Koornbloem
't zij over de pulp, het fruit, de aardap
pelen enz., maar wat zou het niet zijn,
moesten al de landbouwers eens veree-
nigd zijn in een machtig landbouwers-
syndikaat. We zouden de eene overwin
ning op de andere behalen en geestdrif
tig zou men ons van alle kanten toeroe
pen Daar is het prachtig syndikaal
boerenleger, leve leve de boeren.
Ongelukkiglijk kan ik in dit artikel
niet op denzelfden toon voortgaan, ik
moet, al sprak ik nog zoo graag over
syndikaat en syndikalisme, naar mijn
onderwerp terug, dat voor vandaag is
Het aanleggen van spinrok of fuseau en
van den struikvorm, twee gemakkelijk
te bekomen vormen, welke ik dan ook
aanprijs, omdat ze, eens gevormd, maar
weinig of geene onderhoudszorgen meer
vergen.
De vorming van spinrok of fuseau
heeft veel gelijkenis met die van pyra-
mide en maakt zoo een vorm uit tus
schen dien van pyramide en die van
rechtstaand snoer.
Evenals voor de pyramiden raad ik
de landbouwers aan liever eenjarige
plantsoenen te nemen om er de vorming
van spinrok mede te beginnen, oudere
plantsoenen koopen is zich blootstellen
aan teleurstellingen zoo men niet volko
men op de hoogte is van zijn vak of zijn
toevlucht niet wil nemen tot een bekwa
men hovenier. Ik zal dan ook als ver
trekpunt een eenjarige griffel nemen en
U aantoonen hoe ge die snoeien moet
om goede uitslagen en welgevormde
spinrokken te bekomen.
Op een hoogte van 0,60 tot 0,70 m.
van den grond snoeit men af om een
goede verlengenis en 5 tot 6 zijscheuten
te bekomen. De verlengenis op een oog
in tegenovergestelde richting van de
griffel om zoo rechte stammen te be
houden. Men tracht door alle mogelijke
middelen, zoo kunstmatige als natuurlij
ke, binst den Zomer het evenwicht tus
schen de gesteltakken te bewaren. In
den Herfst daaropvolgende of beter nog
na den Winter doet men een 2esnoeiïng
op 0,60 tot 0,70 m. hooger op een oog
in tegenovergestelde richting van den
vorigen snoei en al de zijtakken kort
men in tot op een lengte van 0,20 tot
0,25 m. op een oog naar onder en vol
gens de gesteltakken min of meer
kloekte bezitten, snoeit men korter of
langer.
De hoogstgeplaatste oogen, wanneer
die kloek en welgevormd zijn, zal men
uitsteken om zoo de nevenbladoogen te
doen ontwikkelen en het gestel beter
in evenwicht te houden. Men moet niet,
evenals bij de pyramide, een afstand la
ten tusschen de opeenvolgende gestel
len, doch lucht en licht moeten hunnen
heilzamen invloed kunnen uitoefenen op
al de deelen van den boom. De gestel
takken van spinrok of fuseau worden ge
woonlijk niet langer dan van 70 tot 80
cm., eens die lengte verkregen snoeit
men ze af op vruchthout.
Voor spinrok neemt men variëteiten
die zeer vruchtbaar zijn en niet al te
kloek. Vele variëteiten nemen is weeral
niet aan te bevelen, doch men neme er
ook geene die allen op hetzelfde tijdstip
rijpen. Ziehier welke soorten ik voor
dezen vorm warm durf aanbevelen
Bon Chretien William, Beurré capiau-
mont, Durondeau, Beurré Clairgeau en
Zepherin Grègoire. Voor spinrok grif
felt men op kwee.
Een derde vorm, welke ik bijzonder
aanbeveel voor boomgaarden waar
fruit- en groententeelt gepaard gaan, is
de struikvorm. Hij kan dienen voor ap
pel- en pereboom, want deze boomen
leenen er zich bijzonder goed toe. Hij is
bijzonder goed voor kleine tuinen en
voor personen die zich weinig met het
verzorgen hunner fruitboomen kunnen
bezighouden, hij is inderdaad niet moei
lijk om bel omen,
Voor perelaar is 't best op kwee af te
griffelen, voor appelboom op zoetappel.
Voor tusschenplantingen die later dan
weggenomen worden in boomgaarden
is deze vorm ook aan te bevelen, wel te
verstaan als fruit- en veeteelt niet ge
paard gaan.
Laat me toe i- dit artikel slechts het
aanleggen van struikvorm voor pere-
boomen uiteen te doen en in een vol
gend artikel den struikvorm voor ap
pelboom.
Op een 50 tot 60 cm. boven den
grond snoeit men af om alzoo een ver
lengenis en drie gesteltakken te beko
men, een 2' snoeiïng op 0,50 m. boven
de 1' op een oog in tegenovergestelde
richting van de vorige geplaatst om
nogmaals te doen vertakken. Dan snoeit
men de verlengenis weg en men hoeft
nog slechts te trachten door de volgende
snoeiïngen, het evenwicht in de gestel
takken te behouden en te dicht staande
takken of verloopen vruchthout weg te
snoeien.
Voor struikvorm neme men geene al
te kloeke variëteiten maar zeer vrucht
bare, zooals Bon chretien William,
Souvenir du Congres, Seigneur Espe
ren, Fertility Durondeau.
L. HAEMS,
Landbouwvoordrachtgever.
Er wordt aan de landbouwers ter
kennis gebracht dat de officieele laagste
prijs voor goede keukenaardappelen op
20 frank bepaald is. Overtredingen wor
den voor 't hof van 't Ajuinland gevon
nist.
De d.d. Minister,
Boereman.
Aalst, den 18 October 1922.
De Stinkbraud der Rogge.
De stinkbrand der rogge is min ver
spreid dan die der tarwe zij wordt al
thans in onze streken, slechts bij uitzon
dering waargenomen. Zij wordt ver
oorzaakt door eene brandzwam die met
de Tilletia-soorten van de tarwe nauw
verwant is, n 1. Telletia Secalis Kühn.
De sporen hebben een bruinen wand,
die met verheven lijsten is bezet.
De Stuif brand der Tarwe
Deze ziekte wordt veroorzaakt door
Ustilago Tritici Jens, en kan gemakke
lijk van den stinkbrand onderscheiden
worden. Bij den stinkbrand blijven de
kafjes der bloemen behouden en de spo
ren blijven binnen de zaadhuid opgeslo
ten. Bij den stuifbrand worden de kafjes
daarentegen vernield, en de brandspo-
ren liggen bloot en stuiven langzamer
hand weg, zoodat op den duur niets an
ders overblijft dan de aarspil. De uitge
strooide sporen blijven althans gedeelte
lijk aan de graankorrels en de kafjes
alsook aan het stroo der naburige plan
ten hangen aldus wordt ieder aange
taste aar een oorzaak van ontreiniging
voor de gezonde aren.
De kieming der sporen van Ustilago
Tritici schijnt slechts moeilijk plaats te
grijpen en verschilt eenigszins van die
van den Stinkbrand. Bij den Stuifbrand
ontstaat uit de spore een promycelium,
dat de gedaante heeft van een korte
kiembuis die promycelium behoudt
soms dien vorm en is wellicht in staat
om rechtstreeks de besmetting van jonge
planten te veroorzaken in andere ge
vallen deelt het zich in verscheidene cel
len en vormt het sporidiën zooals voor
de haver. Het feit dat de kieming van
de sporen van den stuifbrand der tarwe
slechts moei ijk plaats grijpt, is waar
schijnlijk de oorzaak waarom deze ziekte
slechts zelden een groote uitbreiding
neemt.
De Stuifbrand van de Haver.
De zwam die den stuifbrand van de
haver teweegbrengt, werd door Jensen
Ustilago Avenae genoemd.
De haver wordt soms op eene ver
schrikkelijke wijze door deze ziekte aan
getast. De zieke planten hebben een
eigenaardig uitzicht het onderste ge
deelte der pluim blijft gedeeltelijk ver
borgen in de scheede van het bovenste
blad der plant, zoodat de bloeiwijze zich
minder volkomen uitspreidt dan onder
gewone omstandigheden. De spil der
pluim en hare takken zijn dikker en de
geheele plant blijft korter dan anders.
Dikwijls zijn al de pluimen van dezelfde
plant aangetast in andere gevallen blij
ven enkele pluimen gezond. Van de ge
heele pluim blijft soms niet anders over
dan de spil en hare takken.
De Brand Van de Gerst.
De gerst wordt bjjna evenzeer als de
haver door den brand aangetast. Men
onderscheidt bij de gerst twee soorten
van brand, die door hare gedaante en
door de ontwikkeling der sporen van
elkander zeer verschillen.
Eerste soort de sporen komen naar
buiten te voorschijn en kunnen wegstui
ven. Jensen noemt deze soort naakten
gerstebrandde zwam die er de oorzaak
van is. wordt Ustilago nuda hordei ge
noemd. Tijdens den bloei van den gerst
zijn de brandsporen reeds rijp en wor
den zij door den wind uitgestrooid.
Waarschijnlijk worden zij daardoor op
gezonde gerstebloemen gebracht, en
wordt hun promycelium in het volgend
voorjaar in de gerstekiemen gedreven.
Dit promycelium wordt eenigszins ver
takt, maar brengt geen sporidiën voort.
Tweede soort de brandsporen blij
ven, evenals bij den stinkbrand van de
tarwe, van binnen in de overblijfselen
van den vruchtwand opgesloten, en de
aangetaste aar blijft geheel of gedeelte
lijk verborgen in de scheede van het
bovenste blad. Dit is de bedekte gerste
brand de overeenkomstige woeker-
zwam wordt Ustilago tecta hordei Jens,
geheeten.
De kieming der sporen stemt in
hoofdzaak overeen met hetgeen hooger
voor de haver beschreven werd, Het
promycelium deelt zich hier eveneens in
verscheidene cellen, en op de plaats van
de wanden tusschen de cellen ontstaan
sporidiën.
Bij de hooger beschreven brandsoor-
ten blijven de uitwendige ziektever
schijnselen tot de aren beperkt de hal
men zelf zien er volkomen gezond uit.
Bij de twee volgende soorten daarente
gen vertoonen ook de stengels en de
bladen uitwendige teekens der ziekte.
De Stengelbrand van de Rogge.
Deze ziekte is niet verspreid wan
neer zij echter hevig heerscht wordt zij
zeer schadelijk. Op de stengelleden, de
bladscheeden en de bladen ontstaan
zeer lange, grauwe strepen, waar de
opperhuid weldra openbarst een mas
sa brandsporen wordt aldus in vrjjheid
gesteld. De sporen worden gevormd
ten koste van de strookjes celweefsels,
die zich tusschen de bladnerven bevin
den na het wegstuiven der sporen blijft
schier niets anders over dan de naburige
bladnerven en stengelbundels. Dienten
gevolge scheuren halmen en bladen wel
dra in strooken en de plant verliest hare
stevigheid.
Soms gaat de stengelbrand ook op de
aren over in dit geval zijn de kafjes
onvolkomen ontwikkeld, en vertoonen
zij tusschen hunne nerven de kenschet
sende grauwzwarte strepen. Gewoonlijk
komt het echter niet zoo ver nog voor
de aar verschijnt is de halm in de meeste
gevallen reeds doorgeknakt. Indien de
ziekte de plant aantast nadat de aar
reeds gevormd is, doet deze den ver
zwakten halm door haar gewicht knik
ken en dientengevolge wordt zij niet
meer voldoende gevoed. Zij verdroogt
en de opbrengst is doorgaans verloren
slechts zelden brengen aren van aange
taste halmen meer of min wel gevormde
graankorrels voort.
De stengelbrand van de rogge wordt
door Orocystis occult veroorzaakt. De
sporen dezer zwam zijn vereenigd tot
een soort van kluwens in het midden
van ieder kluwen bevinden zich 1 a 3
groote sporen die omringd zijn van klei
neren. Alleen de groote sporen kunnen
kiemen.
Op iedere boerderij is het bewaren
van pulp van groot belang maar bij
zonder in jaren als nu, dat het voeder
zeldzaam en bijgevolg duur is, moet men
de beste bewaringstelsels onderzoeken
en aannemen.
Men kan op dit punt niet te veel aan
dringen, des te meer daar de hoeveel
heid beetenbladeren, die bij de suiker-
beetenpulp kan gevoegd worden groo-
ter is. Men kan ook bij de pulp ander
groenvoeder voegen als klavers, luzer
ne enz. Doch eerst en vooral is het van
belang een goede put te maken en niet
uit het oog te verliezen dat de pulp een
tamelijk groote hoeveelheid water in
houdt.
De gezondmaking van den put is een
eerste punt men moet ook een helling
aanleggen die den overvloed van vocht
laat afloopen. Het stilstaan van water
moet ten allen prijze vermeden worden,
omdat daardoor de onderste lagen zoo
zeer aan bederf lijden want het bederf,
bijaldien dat er veel pulp verloren gaat,
geeft nog aan de rest den ondragelijken
reuk mee, die zich in den omtrek nog
verspreidt.
Men zal ten andere ook niet vergeten
dat het doorsijpelde water van den put
dikwijls oorzaak is van het uitsterven
van de beplantingen in den omtrek.
In België worden de "pulpputten ge
rekend onder de gevaarlijke, ongezonde
en ongewenschte instellingen, wanneer
ze op min dan 50 meters afstand van
een anders woning gelegen zijn.
Groote pulpputten maakt men van
2 meters breedte, soms wel eens van
3 meters. De wanden worden met voor
deel in lichte helling gestoken, omdat
het vastleggen aldus vergemakkelijkt
wordt.
Op den bodem van de put maakt men
twee hellingen, eene naar het midden
van den put, een andere van het midden
naar het andere einde. Zoo kan het nat
met alle gemak afloopen en als men er
voor zorgt een teerput te maken, dan
mag men zeker zijn dat de pulp hare
goede hoedanigheden zal bewaren.
Men maakt dus twee hellingen voor
het afloopende water om den put heel
en al gezond te houden. Men kan ook
een put metsen in steen of in bewapend
beton. Gewoonlijk maakt men er geen
dak op, maar dit zou toch in alle geval
zeer voordeelig zijn, omdat de regen
aldus zou buiten gehouden worden.
Ieder landbouwer kent het 'belang
van het verzorgen der pulpputten, doch
't is niet op het oogenblik, als men ze
zal moeten gebruiken, dat men er zich
moet mee bekommeren. Neen, de tijd is
daar om ze voor te bereiden of om ze
na te zien indien ze gemetst zijn. Nu
moet men probeeren of de afloop in
goede voorwaarden geschieden kan.
Voor het inleggen van de pulp, laag
op laag, is het aan te bevelen op den
bodem van'den put een bed van kaf
10 a 15 centimeters dik aan te leggen.
Dit speelt een groote rol in het bewa
ren van goede pulp. De geleerde Maer-
ker heeft hierop proeven gemaakt en
bevonden dat de beste stoffen uit de
pulp verloren gaan van 30 tot 35 per
honderd bij gebrek aan eene laag
kaf.
Bij het inleggen laag op laag zal men
zorg dragen den hoop goed vast te
leggen.
Indien men bij het inleggen ander
voeder bij de pulp voegt, neme men wel
in acht de lagen af te wisselen, na een
laag pulp een laag groen voeder enz.,
iedere laag stevig aan te tassen en niet
vergeten een hoeveelheid zout te ge
bruiken, die geraamd wordt op 10 kgr.
per ton pulp.
Als de put vol is, kan men den put
voordeelig dekken met kaf en best met
kaf van zomergerst, dat van minder
waarde is op de boerderij. Zoo vormt
men een goede laag die de pulp tegen de
lucht bewaart en die dan ook bijgevolg
de gisting van den heelen hoop bevoor-
deeligt en voltrekt.
AALST-SCHAARBÊÊK-"
De leden van den bond welke pulp
verlangen, mogen zich van af Zondag
22 dezer laten inschrijven in het lokaal
bij Philemon De Kegel, ofwel gedurende
de loopende week bjj den schrijver
C. Hoffelinck.
RNBL