De Eigen Haard.
Kaïniet. - Sylviniet
Het hoekje dec Boerin
Uitgeraapte Aardappelen
Boitenlandseh Ovefziebt
WIJ VRAGEN
KOEPONS
Berieht aan de leden die lossen
op statie Burst
HERZELE
De Vrouw Koningin van bet Huisgezin
gingen als er vandaag druppels regen op
mijn regenscherm gevallen zijn t is te
zeggen, ontelbaar getal. Is dit zoo, dan
zullen in datzelfde lokaal, met de aan
staande verkiezingen en misschien wel
vroeger, en dat in plechtgewaad en heel
beleefd, de Heeren Kandidaten der wet
gevende Kamer, aan de leiders van den
Boerenbond, komen vragen Heeren
wat begeert ge van ons We zijn bereid
voor de boeren in de bres te springen,
we hebben hun macht gezien, zonder
hen vreezen we nen schop Zoo ver
zal het komen en moet het komen als ge
uw plicht beseft en bewust zijt van uw
onbeperkte macht.
Gezondheid, vrede, eendracht, en ge
zult de eene overwinning op de andere
behalen en reeds van Zondag 28 Janu
ari 1923 moet het in de oogen springen
en in de ooren tuiten van al wie t zien
en hooren wil Zie daar gaat het ge
zond, het vredelievend, het eendrachtig
boerenleger,
L. HAEMS
Landbouwvoordrachtgever.
Wij vragen de medehulp van al onze
leden er van alle lieden die onze maat
schappij en de landbouwers genegen
zijn, tot het wel gelukken van ons feest
op 28 Januari.
Ten eersten is het de plicht van alle
leden zonder onderscheid, van met
eenige hunner huisgenoten, mannen en
vrouwen, jongelingen en jonge dochters,
op te komen en deel te nemen aan de
feeestvieringen.
Ten tweede moeten alle gezaghebbers
en en vooruitstrevende vriendenen leden
zooveel mogelijk hunne mindervoelende
medebroeders overtuigen van hunnen
plicht en meetrekken naar de groote
bijeenkomst van alle landbouwers.
Ten derde moeten al de leden en
vrienden hun gezag en invloed gebrui
ken in de kringen van hunne gemeente
zooals muzieken, zangmaatschappijen,
veeverzekeringen en andere maatschap
pijen opdat al deze vereenigingen, zonder
onderscheid van politieke kleur, zouden
deelnemen aan ons feest.
Aan de heeren Voorzitters, Bestuur
leden en Schrijvers der olaatselijke bon-
d:n dragen we bijzonder de zorg op al
hunne leden op eene vergadering saam
te roepen en de middelen te bespreken
om met al hunne leden deel te nemen.
Het zal geheel afhangen van de wer
king der hoofdmans van het al of niet
lukken der feestviering.
Aan de heeren Voorzitters, Bestuur
leden en Leden van al de bestaande
groepen van muziek-, zang-, veeverze
keringsmaatschappij enz. vragen we om
welwillend onze oproep te beantwoor
den en op te komen naar Aalst op
28 Januari.
Eene partij Kaïniet los op wagon
zal aankomen ter statie Burst. Prijs
circa 10,50 fr. per 100 op statie af te
halen.
Inschrijvingen sturen voor Woensdag
10 Januari, aan R. Boelaert of Ch. L.
Vercruysen, te Aygem.
De kleine wagen wankelde en daver
de van het geweldig gevecht dat er in
aan gang was, en dan verscheen er in de
donkere opening en levende klomp, en
rechts van den dissel viel een hond op
de straat en links van den dissel een
jongen.
Wannes stond recht met een door-
reten aangezicht.
Wij komen van de begrafenis,
zeide hij kermend, en beschouwde wee
moedig den verhakkelden praalhoed
van zijn vader. Men speelt een kleine
grap en aanstonds komt hij tegen ons
zijn honden aanhitsen. Wat zal vader
nu van zijn buize zeggen. Foei, Mathias,
dat zal ik onthouden. Dat is kaal van
uwentwege.
De voddenman loeg, dat hij er bij
schudde.
Gij schelmen. Ja dat ware een grap
geweest, nietwaar, hadde Mathias u
naar het dorp gevoerd. Nu, nu, ge moet
alzoo niet huilen, Wannes. Uw vader
zal niets zeggen hij zegt immers nooit
iets ten hoogste zal hij u maar in tv. ee-
en slaan.
In die woorden kon Wannes maar
heel weinig troost vinden, en daarom
beloofde hem Mathias Berger een nieu
wen buishoed. Hij had twee stuks. De
eene was die van zijn bruiloft, de andere
had hij geërfd. Wannes mocht den
schoonsten aanstonds gaan halen, voor
aleer zijn vader van het veld terugge
keerd was en gewaar werd wat er met
zijn rouwbuize gebeurd was. Daar
mede was de knaap uit zijn nood ver
lost. Met eenige doelmatige vragen, die
namelijk het erfstuk betroffen, had hij de
troostelijke verzekering bekomen, dat
Wij moeten onze leden verwittigen
dat van af 1 Januari de prijzen van Kaï
niet en Sylviniet met 1 frank verhoogd
zijn.
Voor al de orders die ons dus in de
laatste dagen toekwamen, zullen de prij
zen dus 1 frank verhoogen,
Wij verkoopen alsvolgt
Sylviniet 14/16 °/0 potasch, in vrak
en franco geleverd op alle staties aan
fr. 10,50 per 100 kilos, transmissie voor
koopers rekening
Kaïniet 12/14 u/0 zelfde condities als
hierboven aan 9,50 fr. per 100 kilos.
Voor Scories, Superphosphaten en
Supra zijn de prijzen ook zeer vast en
stijgend. Wie iets noodig heeft, stelle
niet uit.
De leden der omschrijving Herzele,
Sint-Lievens-Essche, Sint Antelinckx,
Borsbeke, Woubrechtegem en Hille-
gem, welke kaïniet begeeren, worden
dringend verzocht zich bij hunne maga
zijniers te laten inschrijven. De kom-
mande zal in 't begin der week gedaan
worden.
Wie christelijk denkt en voelt, kan
zich voor de vrouw geen hooger en
schooner uitverkorenheid verbeelden
dan deze van feitelijk de koningin te
zijn van het huisgezin. Hij gruwt voor
eenen toestand, waarin de vrouw, als
in den heidenschen tijd, de slavin zou
zijn in het huisgnzin. Hij gruwt voor
eenen nieuwen ook heidenschen tijd
waarin de vrouw haren huiselijken ko-
ninginnekroon zou vaarwel zeggen, om
de koningin te worden van de wereld,
dit wil zeggen van het rijk der begeer
lijkheid, des hoogmoeds en der zinne
lijkheid. Dat de vrouw, als echtgenote,
de slavin zij van den man of enkel de
dienstmeid dat de man zich almachtig
of overmachtige heerschappij over de
vrouw aanmatige, dat strookt niet met
de echt christelijke leering.
Niet om zijne persoonlijke belangen
te bevorderen, niet om zijne positie te
verbeteren, niet om zijn bloedverwan
ten en vrienden te bevoordeeligen
wordt iemand door God langs den wil
van het volk om, met het staatsgezag
bekleed, maar om alles wat den volke
goed is zoeder onderscheid van perso
nen te verwezenlijken. Doch, dit wil
niet zeggen, dat het gezag maar enkel
den thermometer is van den volkswil, of
enkel ervan de uitvoerende macht, lijk
men soms geneigd is de democratie op
te vatten. Het volk kan soms willen
wat niet goed is of niet het heilzaamst.
Het volk kan soms blind zijn en onwe
tend aangaande zijn eigen belangen en
bijzonder aangaande de echte algemeene
belangen, omdat het te veel het oog op
zijn persoonlijk en oogenblikkelijk eigen
belang gevestigd houdt. Het gezag moet
derhave leiding geven en licht aan
gaande het ware goede van het gemee-
Bergers beide hoeden inderdaad pracht
stukken waren in hun slag en daarop
was hij weldra zelf ingespannen nevens
Pluto, dien hij ten andere hartstochtelijk
liefhad en trok samen met hem het /wa
gentje de straat af naar het dorp toe.
Mathias Berger en Hendrik Rasch-
dorp volgden op een kleinen afstand.
Het was avond geworden. Hier endaar
kwam een maaier van het veld naar
huis. Op den een of anderen akker wa
ren de eerste koornhalmen gevallen.
Hoe trotsch de lieden bij het begin van
den oogst daar vandaan komen. In hun
spieren zit kracht verzameld, en in hun
hart woont de blijde zekerheid, dat hun
lichaam kloek en vaardig is. Deze ge
zonde menschen zijn wellicht de geluk
kigste lieden der aarde. Voorzeker heb
ben zij toch het minst lijden, het meest
gerustheid, het minst bekommernis.
Wat hun ontbreekt weten ze nietwat
ze hebben staat boven alle jacht naar
geld. De anderen hebben vele nutte-
looze nietigheden, en het slechtste is
dat zij weten wat hun ontbreekt, daar
over haarkloven en zich door verlangen
afmatten.
Het is geen, dat er een achterhouden
de, onspraakzame trotschheid in de
landbouwers steekt. En glimlacht de
stedeling over den landman, als hij hem
door zijne straten ziet drentelen, de boer
glimlacht met oneindig meer verachting
over den stedeling, als hij hem langs zijn
gezaadvoorden akker of zijn golvend
koornveld zoo voorzichtig en bleek en
moede ziet henenwandelen.
Mathias Berger bezag zijn gezel, die
een grauwe kleedin met korte broek, een
witten strooihoed en slobkousen droeg
Ge ziet er eigenlijk drollig uit hier op
de dorpstraat.
Ja, Mathias, weet ge, en ik zou ook
veel liever wederom thuis zijn.
nebes en in den volkswil de stuwing
inprenten om dat ware goede na te
streven.
Ook het huisgezin is een kldine staat,
eene maatschappij in het klein. Ook
daar moet het gezag in de eerste plaats
strekken tot het heil van het huisgezin
en niet de eigendom en de autocratie
zijn van den man of van de vrouw, af
zonderlijk en uitsluiteiijk. Is de vrouw
in het huisgezin niet de slavin van den
man, zij staat ook niet onder zijn voog
dij, want de gehoorzaamheid aan het
gezag staat niet gelijk met voogdij. De
voogdij is de eigenschap van den min
derjarige. De gehoorzaamheid is de
eigenschap van een verantwoordelijk en
zelf besturend wezen. Hij die gehoor
zaamt onderwerpt zich zelf, met kennis
van zaken en vrijwillig. Dat is een daad
van zedelijke bewustzijn. Hij die onder
voogdij staat, werd onderworpen, om
dat hij ofwel nog niet zelfmeester was
of is, lijk het gebeurt met het minderja
rige weezekind, den zinnelooze, den
misdadige enz.
Zoo de vrouw eenigermate onder
worpen is aan den man, dan is het in de
maat die vereischt wordt door de orde
van het huwelijk in het huisgezin, welke
de vrouw als bewuste persoonlijkheid
heeft aanvaard, wanneer zij haren le
vensstaat verkoos. Die orde, die orga-
nizeering van het huisgezin werd door
God zelf ingesteld, zoodat de vrouw
aan God gehoorzaamt, als eene met
vrijheid toegeruste persoonlijkheid. De
heilige Paulus stelt zich hier op een
godsdienstig zedelijk standpunten eischt
vanwege de vrouw gehoorzaamheid op
in alle zaken, waarvan eene bestaande
familiebestuursvorm die zedelijk wettig
is, het beheerrecht verleent aan den
man. Hij spreekt zich echter niet uit
over den socialen vorm van dit zedelijk
wettig bestuurstelsel en laat het aan de
wijsheid van den mensch over om dien
socialen familiebestuursvorm aan te pas
sen aan de omstandigheden en het mid
den die de hoofdfactors zijn van den
menschelijken vooruitgang.
Het huisgezin moet streven naar zijn
doelmatigsten en krachtigsten invloed
en derhalve naar zijn volmaaksten vorm,
d. w. z. naar de stevigheid der eenheid,
die op hare beurt, de waarde der sa
mengestelde personen niet verzwakt,
maar verhoogt. De stevigheid der een
heid vergt het gezag de verhooging
der persoonlijkheid vergt het zedelijk
zelfbestuur van elke persoonlijkheid.
Dus moet de vrouw als zedelijke per
soonlijkheid, ontvoogd, en het gezag op
de basis der rechtvaardigheid ingericht
worden.
Is het niet een feit dat men in vele
familiën nauwelijks het gezag gewaar
wordt, omdat de hartelijkheid en het
betrouwen tusschen man en vrouw, al
les ten beste schikken. Dat is ideaal-
schoon, ja, maar 't is geen loutere
droom. Er zijn vele zulke gelukkige ge
zinnen in Vlaanderen. Als er waarlijk
liefde, redelijke liefde heerscht, dan
volgt het zoo natuurlijk, dat de persoon
die de verstandigste is, de beste in een
of andere zaak, gehoorzaamd worde.
Deze is de natuurlijke verhouding in
de meeste deftige vlaamsche huishou
dens. Man en vrouw verdeelen als van
zelf onder elkander de verantwoorde
lijkheden, elk volgens zijn bijzonder be
kwaam- en vaardigheden. Wij mogen er
seffens bijvoegen, dat in onze vlaamsche
huisgezinnen, de vrouw een ruim aan-
Staat het u niet meer aan op de
school te Breslau
O ja, als men de zevende is op acht
en dertig, dat is nogal heel treffelijk. In
het Fransch heb ik slechts wel voor
't overige heb ik zeer schoone plaatsen.
Maar weet ge, Mathias, het slechtste is,
dat mij daar alles zoo bang valt.
Gij hebt wel dikwijls het heimwee,
Hendrik
De knaap matigde zijn stem.
Ja, doch dat zeg ik maar aan u al
leen, Mathias Anders zou ik maar al te
zeer beschaamd staan. En mijn coll ga's
zouden zeggen dat ik een bloodaard ben,
;n ik zou op de school langs mijn ooren
krijgen. Maar het valt mij toch immer
zoo bang. Ik kan het diet helpen. Vooral
na de verlofdagen Dan moet ik iederen
avond in bed weenen. Dat zeg ik aan u
alleen, Mathias. En ik denk immer aan
alles aan ons huis en aan moeder en
aan Wannes en aan alles. Eenmaal heb
ik na het verlof mijn wekendaagsche
schoenen vier weken lang niet aange
had. Ik kon ze niet afborstelen omdat.
omdat de aarde er aan was.
De kleine, goedige oogen van den
voddenman schoten eensklaps vol water.
Maar hij wendde zich af en zeide met
een beklemde, eenigszins heesche stem
Dat zult ge nog wel leeren over
winnen, Hendrik
Niet zoo gauw, Mathias. Voor de
anderen is het gemakkelijker. Zij maken
altijd reeds met den eersten avond groot
laweit. En daar moet ik ook in meedoen,
anders vaar ik slecht. Maar wanneer ik
dan te bed lig, dan ben ik over van hart
zeer.
Ge zoudt dan wel niet gaarne ge
neesheer worden of pastoor of zoo iets
Neen, Mathias, ik wil nietIk wil
wederom thuis zijn, waar gij allen zijt.
Ge wilt dan boer worden, Hen-
heeft aan het gezag, niet enkel in
den innerlijken huiskring waar zij de
koningin is, maar ook voor de groote
aangelegenheden. De vrouw draagt de
broek, en het burgerlijk wetboek moge
nog onrechtvaardig zijn tegenover haar
recht in het huisgezin, de vrouw is zelf
de wet en neemt haar recht en de man
is blij en tevreden het haar te geven.
Het is een heerlijk verschijnsel in onze
vlaamsche gezinnen, dat de man zulken
eerbied en ontzag heeft voor zijne
vrouw, dat hij haar zulk ruim gezag
geeft met de meeste gulhartigheid. Dit
verschijnsel is des te meer bevreemdend,
daar de vlaamsche jongeling vóór zijn
huwelijk van natuurswege geweldig,
vechtens gezind en opgeruimd is, maar
dat die grofheid, enkel uitwendig is en
de overdrijving er van een soort valsche
fierheid, blijkt wel klaar uit het feit dat
hij van 't oogenblik zijner verliefdheid
en evenzeer na zijn huwelijk de zoete,
zachte, ik zou haast zeggen de gehoor
zame gezel van de vrouw.
Het ideaal der verhouding tusschen
man en vrouw in 't huisgezin, is de ge
lijkheid van de persoonlijkheid, maar
maar ook de verdeeling der werkzaam
heden volgens de bevoegdheid het be
heer der uitwendige aangelegenheden
door den man, met de medewerking der
vrouw het beheer der innerlijke aan
gelegenheden door de vrouw met de
medewerking van den man. De inner
lijke aangelegenheden zijn de hoofdza-
kelijkste, want zij vormen de essentie
van het huisgezin. En, op dat gebied is
de vrouw koningin, niet enkel in den
zin van een werkelijk regeerende konin
gin die wel het getimmerte van een
staatsinrichting bestuurt, maar niet in
grijpt in de ziel van het volk maar
veeleer in den zin van de koningin
Maria, die regeerde over het huisgezin
van Nazareth, en daarom blijft regeeren
over het menschelijk geslacht aan de
zijde van haren verheerlijkten Zoon.
De vrouw in het huisgezin is geen
praalkoning, welke men, ijdel, uitbundig
en verliefd op de populariteit, uitwan
delt langs de weidsche straten en de
breede lanen, glanst en gloort van bin
nen, in het tabernakel van haar hart,
waar het vuur helder en warm vlamt
van het inwendig leven. Al de glorie en
de heerlijkheid ven de koningin van het
huisgezin rijpt, als voedselrijk tarwe-
graan, in de goudgeluwe halm van den
levensernst en de ingetogenheid van de
vrouwelijke en moederlijke ziel.
De Memlings en de Van Eycks heb
ben in hunne schilderijen, die koningin
nen onsterfelijk gepenseeld, met dien
zacht blijen glans die de aangezichten
doorpimpert, als een afspiegeling van
den vrede Gods, met die zedigheid van
de vrouwelijke borst en die edeldrach-
tigheid van het kloeke vrouwenlichaam,
gedrapeerd in rijke koormantels, met
goudgesteenten doorsternd en het ge
heel iewat schuinsch gebogen en gezakt,
onder het gewicht der diamantenzware
koninginnekroon. Die gloed van inwen
dig leven verlicht en verwarmt gansch
den huiskring en spreidt donszacht over
muren en meubels een deugddoende
welligheid van innerlbke tevredenheid,
van levenswelbehaaglijkheid lijk het
vuur dat knettert in den haard, zachtjes
aan zijn physieke warmte vloeien laat in
de huiskamer. De gordijnen hangen
sneeuwwit achter het venster en sluieren
heimelijk het leven van het huisgezin
weg voor nieuwsgierige blikken.
drik
Ja zie eens, Mathias, het ware
jammer van ons schoon goed. Zie, hier
juist aan den wilden kriekelaar kan men
al onze velden overkijken. Daar zijn er
toch zoovele Nietwaar, Mathias Wij
zijn toch eigenlijk rijk. Maar dat zeg ik
nimmer nooit te Breslau. Ik denk er al
leenlijk aan, dat wij zoo een schoon
goed hebben. Daarover ben ik eigenlijk
trotsch
De voddenman bukte zich driftig naar
den boord van den weg, rukte een steel
séhaapzurkel af, knabbelde er eenige
keeren op en spoog dan alles verre weg.
Wat heeft uw vader dezen namid
dag gedaan, Hendrik
Hij Hij is bij Schraeger geweest.
Ik weet niet of hij nu reeds thuis is. Er
is nu toch maar weinig werk. Zij zijn
nog maar begonnen den oogst te pik
ken. De schaper is mede naar 't veld.
En moeder
Zij is wederom heel ziek. Donder
dag, toen het de weekmarkt was te Wal
denburg, is zij meegegaan naar den ge
neesheer.
En wat heeft hij gezegd
Dat weet ik niet Maar moeder
heeft geweend, toen zij thuis kwam, Dat
is het ook, wat mij immer zoo bang
maakt, dat moeder niet gezond is.
Zij gingen een wijl zwijgend voort.
Zie maar, dat gij verder op de
school vooruitgaat, Hendrik Nietwaar,
ge moet tot in de Eerste, eer ge het uit
gangsdiploma krijgt
Alleen tot in de Opper-Tweede.
Dat ware alzoo nog ruim twee jaar.
Daarbij, Hendrik, het is heel goed, als
ge wat leert. In alle geval is het goed.
Het is immers een ongelukkige zaak, als
men zoo dom is gelijk, bij voorbeeld, ik.
Ge kunt dan een plaats krijgen, als ge
uw diploma hebt, Hendrik.
Dat de vrouw, daar haar meester
schap handhave en den huiskring niet
open late voor allerlei menschen, zoo-
zegde vrienden en geburen. Er mogen
geen spleten- zijn in de muren, geen hol-
lekens in de ruiten, waardoor de nijdige,
de ijdele, gekke wereld komt pieren en
waardoor de innige warmte van den
huiskring wegvloeit. Een huisvrouw,
die almaardoor koffiemaaltjes houdt en
zitting van een zoogezegden familie- of
vriendenraad, doet aan uitwendigen
praal en keert haar leven naar buiten, en
al de bezoekers en bezoeksters loopen
met de inwendige meubeleering van het
huis weg en laten den huiskring leeg en
eenzaam, dor en eentoonig.
De vrouw van het huisgezin moet zelf
de wegen van haar huis gadeslaan. Hoe
dikwijls, helaas gebeurt het niet dat bij
zonder in hoogere vrouwenkringen, de
koningin van het huisgezin hare eerste
taak overhandigt aan goüvernanten, aan
gezelschapsjuffers, aan kinder en dienst
meiden, ja dat zij de eerste voeding en
opvoeding harer kinderen toevertrouwt
aan vreemden, al was zij beschaamd
voor den rijkdom van haar eigen moe
dermelk Is de moeder er wel degelijk
van bewust dat zij daardoor hare kinde
ren van haar vervreemd
('t Vervolgt) PAULA.
Een drietal wagons Poolsche indu
strie werden te dik bevonden en op
kosten der verkoopers uitgeraapt in ons
magazijner waren ook eene kleine
hoeveelheid kleine knollen tusschen.
De verkooper geeft order om deze
aardappels te verkoopen aan de land
bouwers, daar er in beide soorten nog
een en ander als plantgoed zou kunnen
dienen.
Zij zullen verkocht worden de kleine
aan 8 fr. en de dikke aan 16 fr. de
100 kilos zonder zakken.
Banque Centrale de la Dendre
Uitwisseling van alle Belgische en
vreemde koepons aan de voordeeligste
voorwaarden.
Al de koepons worden tien dagen op
voorhand uitbetaald.
Kosteloos nazicht van alle trekkingen.
Van de Conferencie van Lausanna
komt er voor 't oogenblik zeer weinig
nieuws. Het blijkt langs om klaarder
dat de Turken getracht hebben tijd te
winnen. Zij wisten immers dat op 2 Ja
nuari de Conferentie van Parijs begon
en zij rekenden dan ook op de verdeeld
heid der Verbondenen om er veel voor
deel te kunnen uitputten.
En inderdaad, zooals de boeken ston
den op Woensdag avond, bestaat er
veel vrees dat de wederzijdsshe ver
standhouding tusschen onze oude Bond-
genooten die reeds zoo dikwijls op de
proef gesteld is, gansch overhoop gera-
ke. Hierover een woord opheldering.
Zooals geweten, vergaderden de 4 eer
ste ministers van België, Engeland,
O ja, er was een met ons in de ban
ken, die na zijn eerste diploma vertrok
ken is, en nu is hij schrijver op een
gouwraadsbureel, en later zal hij schrij
ver worden bij het middenbestuur of
iets dergelijks. Maar ik begeer niet
schrijver te worden bij het middenbe
stuur. Ik wil boer worden.
Goed, goed, Hendrik Maar zie
eens, ten langelaatste zoudt ge u toch
eens anders kunnen bezinnen.
Nooit. Mathias, nooitIk neem de
hofstede over. Dat is duizendmaal treffe-
lijker, dan indien ik alzoo in een schrijf
kamer zou moeten zitten.
De voddenma i liet een weemoedigen
blik varen over de gulden koornvelden,
die rechts en links van hem einde en
verre uitgestrekt lagen, en die alle nu
nog aan de Raschdorps toebehoorden.
Wij zullen 't wel zien dat gij een
boer zult kunnen worden. Wij zullen
't wel zien
Ik weet niet, Mathias, maar gij
komt mij vandaag eigenlijk zoo gekachtig
voor
Drommels, dat gebeurt mij nogal
dikwijls zoo, mijn jongen. Maar daar
over moet ge u den kop niet breken
Zie eens, wat is er daar dan 1
Wannes hield het hondegetrek stil in
't midden van de weg. Langs een gras
kant naderde een hoop pikkers, en aan
hun hoofd stapte statig en gewichtig
August Reichel, de vader van Wannes.
Ei, kom eens spoedig, Hendrik, an
ders gebeurt ginder een ongeluk 1 zei de
voddenman en stapte met zijn gezel dap
per vooruit.
Zij kwamen omtrent gelijktijdig met
de pikkers bij den wagen aan. August
Reichel een reus van gestalte, bleef staan
en bezag met een angstigen blik zijn telg,
die daar verslagen voor hem stond en
met de eene hand krampachtig iets ach-
Frankrijk en Italië in den loop der vo
rige maand te Londen, om een gemeen
programma op te stellen tegen de Con
ferencie van Brussel welke eerlang zou
plaats hebben. Men geraakte niet t'ak-
koord, de vergadering werd geheven na
belegd te hebben dat men elkaar zou
wederzien op 2 Januari te Parijs. Intus-
schentijd zouden er van weerskanten
voorstellen klaar gemaakt worden die
als basis voor de volgende onderhande
lingen zouden dienen.
Op gestelde dag en uur zijn dezelfde
regeeringshoofden te Parijs vergaderd,
maar 't schijnt er hoegenaamd niet vlot
van stapel te loopen. De Engelsman is
er met een voorstel voor den dag geko
men volgens 't welke al de bondgenoo-
ten hun tegoed op Duitschland zouden
moeten verminderen. Wij, Belgen, zou
den onzen voorfang verliezen voor de
500.000,000 Goud Marken, die ons toe
gestaan zijn voor de herstelling der oor
logsschade en bovendien zouden we
van de 5 Duitsche schatkistbons die ons
overhandigd zijn verleden jaar, in ruil
voor de betaling die Duitschland ons
doen moest en waarvoor we aldus uit
stel gaven, er 3 moeten vernietigd wor
den, 't zij een nieuw verlies van 190 mil-
lioen goud-marken,
Frankrijk is onmiddellijk ter hulp ge
sprongen in zooverre dat Bonar Law
bereid is onze tegoed niet aan te raken.
Nochtans zijn de heeren Poincaré en
Mussolini niet van gedacht zoo maar
goedschiksch aan hun crediet op den
overwonnen vijand te verzeken. Frank
rijk vooral dringt er op aan geen uitstel
van betaling meer te verleerien zonder
tastelijke waarborgen en is er dan ook
op uit het Roergebied te bezetten. En
geland wil hier niet van hooren en zou
graag Duitschland voor alles of ten min
ste voor een groot deel kwijtschelding
willen geven, hetgeen toch onredelijk is
zoolang Amerika, dat onder den oorlog
bijna al het goud der Verbondenen op
geslorpt heeft, er niet in toestemt de
schuld van Europa evenredig te vermin
deren en zooverre zijn we nog niet.
't Was dan ook in angstige spanning
dat overal het verdere verloop der sa
menkomst van Parijs afgewacht werd
en ongetwijfeld zal de dag van heden,
zijnde Donderdag, zeer gewichtig ge
weest zijn. In 't algemeen wordt er nog
niet gewanhoopt voor een bevredigende
uitkomst, omdat de onderhandelingen
beleefd gebleven zijn, maar 't is toch
niet noodig de deuren met een klap
dicht te gooien, zelfs als men niet van
gedaeht is toegevend te zijn.
In Italië zijn er muiterijen geweest
van belang. In Napels, Turyn, Pisa,
Genua en Parma zijn de troepen der
Koninklijke Wacht aan 't muiten ge
gaan. De opstand is overal gedempt,
maar niet zonder bloedvergieten. Er
zijn verschillige dooden en gekwetsten
gevallen.
In 't Groothertogdom Luxemburg
heeft men belangrijke voorraden wa
pens gevonden, die men denkt beschikt
te zijn voor eenen nakenden opstand.
Tot heden heeft men geen enkele aan
houding kunnen doen omdat niets uitge
lekt is van wie daelmaakte van het kom-
plot. Al de wapens zijn zonder fabriek
merk, zoodat het ook onbekend is van
welk land zij ingevoerd zijn.
4-1 -*23.
ter zijn rug verborg.
De reus rekte een weinig de hals en
kon alzoo heel gemakkelijk zelfs van op
eenigen afstand de achterzijde van zijn
kroost nauwkeurig onderzoeken. Een
stuiptrekken ging over het aangezicht
van den goliath.
Hier zeide hij kortaf en stak zijn
hand uit.
Wannes reikte hem de verhakkelde
rouwbuize en glarioogde half angstig,
half behoedzaam door de haarlokken,
die voor zijn voorhoofd hingen, naar
zijn felgespierden vader op.
Deze beschouwde den buishoed, nam
den stroohoed van zijn hoofd, zette den
buishoed op, vond dat hij hem paste,
onderzocht dan den zweetband, en plot
selings sloeg hij den hoed met zulke
woede op den kop van het mannetje
daar voor hem, dat het tot over den kin
daar in stak en met zijn twee beenen te
gelijk op de straat een knieval deed.
August, half en half ligt de schuld
aan mij, zei den voddenman bedarend,
ik heb twee buishoeden thuis, ik geef u
een.
Over het breede aangezicht van den
reus speelde een lach.
Ik moet géén hebben zeide hij en
knikte den voddenman vriendelijk toe.
Daarop ging hij wederom aan 't hoofd
zijner pikkersbende en stapte met breed-
speurende statigheid den heuvel op naar
Boekenhove toe.
Wannes wroette tot dat hij in den
kjaren kwam. Hij zag zijn vader na, half
vergramd, half verblijd van booze
vreugde, en zeide, terwijl hij op zijn
voorhoofd wreef en zijn vader met zijn
vinger achterna dreigde
Ah wacht maar Indien ik t'avond
hoofdpijn heb, dan zult ge mij wel thee
koken
('t Vervolgt).