De Eigen Haard. Kaïniet. - Sylviniet Het hoekje dec Boerin Uitgeraapte Aardappelen Boitenlandseh Ovefziebt WIJ VRAGEN KOEPONS Berieht aan de leden die lossen op statie Burst HERZELE De Vrouw Koningin van bet Huisgezin gingen als er vandaag druppels regen op mijn regenscherm gevallen zijn t is te zeggen, ontelbaar getal. Is dit zoo, dan zullen in datzelfde lokaal, met de aan staande verkiezingen en misschien wel vroeger, en dat in plechtgewaad en heel beleefd, de Heeren Kandidaten der wet gevende Kamer, aan de leiders van den Boerenbond, komen vragen Heeren wat begeert ge van ons We zijn bereid voor de boeren in de bres te springen, we hebben hun macht gezien, zonder hen vreezen we nen schop Zoo ver zal het komen en moet het komen als ge uw plicht beseft en bewust zijt van uw onbeperkte macht. Gezondheid, vrede, eendracht, en ge zult de eene overwinning op de andere behalen en reeds van Zondag 28 Janu ari 1923 moet het in de oogen springen en in de ooren tuiten van al wie t zien en hooren wil Zie daar gaat het ge zond, het vredelievend, het eendrachtig boerenleger, L. HAEMS Landbouwvoordrachtgever. Wij vragen de medehulp van al onze leden er van alle lieden die onze maat schappij en de landbouwers genegen zijn, tot het wel gelukken van ons feest op 28 Januari. Ten eersten is het de plicht van alle leden zonder onderscheid, van met eenige hunner huisgenoten, mannen en vrouwen, jongelingen en jonge dochters, op te komen en deel te nemen aan de feeestvieringen. Ten tweede moeten alle gezaghebbers en en vooruitstrevende vriendenen leden zooveel mogelijk hunne mindervoelende medebroeders overtuigen van hunnen plicht en meetrekken naar de groote bijeenkomst van alle landbouwers. Ten derde moeten al de leden en vrienden hun gezag en invloed gebrui ken in de kringen van hunne gemeente zooals muzieken, zangmaatschappijen, veeverzekeringen en andere maatschap pijen opdat al deze vereenigingen, zonder onderscheid van politieke kleur, zouden deelnemen aan ons feest. Aan de heeren Voorzitters, Bestuur leden en Schrijvers der olaatselijke bon- d:n dragen we bijzonder de zorg op al hunne leden op eene vergadering saam te roepen en de middelen te bespreken om met al hunne leden deel te nemen. Het zal geheel afhangen van de wer king der hoofdmans van het al of niet lukken der feestviering. Aan de heeren Voorzitters, Bestuur leden en Leden van al de bestaande groepen van muziek-, zang-, veeverze keringsmaatschappij enz. vragen we om welwillend onze oproep te beantwoor den en op te komen naar Aalst op 28 Januari. Eene partij Kaïniet los op wagon zal aankomen ter statie Burst. Prijs circa 10,50 fr. per 100 op statie af te halen. Inschrijvingen sturen voor Woensdag 10 Januari, aan R. Boelaert of Ch. L. Vercruysen, te Aygem. De kleine wagen wankelde en daver de van het geweldig gevecht dat er in aan gang was, en dan verscheen er in de donkere opening en levende klomp, en rechts van den dissel viel een hond op de straat en links van den dissel een jongen. Wannes stond recht met een door- reten aangezicht. Wij komen van de begrafenis, zeide hij kermend, en beschouwde wee moedig den verhakkelden praalhoed van zijn vader. Men speelt een kleine grap en aanstonds komt hij tegen ons zijn honden aanhitsen. Wat zal vader nu van zijn buize zeggen. Foei, Mathias, dat zal ik onthouden. Dat is kaal van uwentwege. De voddenman loeg, dat hij er bij schudde. Gij schelmen. Ja dat ware een grap geweest, nietwaar, hadde Mathias u naar het dorp gevoerd. Nu, nu, ge moet alzoo niet huilen, Wannes. Uw vader zal niets zeggen hij zegt immers nooit iets ten hoogste zal hij u maar in tv. ee- en slaan. In die woorden kon Wannes maar heel weinig troost vinden, en daarom beloofde hem Mathias Berger een nieu wen buishoed. Hij had twee stuks. De eene was die van zijn bruiloft, de andere had hij geërfd. Wannes mocht den schoonsten aanstonds gaan halen, voor aleer zijn vader van het veld terugge keerd was en gewaar werd wat er met zijn rouwbuize gebeurd was. Daar mede was de knaap uit zijn nood ver lost. Met eenige doelmatige vragen, die namelijk het erfstuk betroffen, had hij de troostelijke verzekering bekomen, dat Wij moeten onze leden verwittigen dat van af 1 Januari de prijzen van Kaï niet en Sylviniet met 1 frank verhoogd zijn. Voor al de orders die ons dus in de laatste dagen toekwamen, zullen de prij zen dus 1 frank verhoogen, Wij verkoopen alsvolgt Sylviniet 14/16 °/0 potasch, in vrak en franco geleverd op alle staties aan fr. 10,50 per 100 kilos, transmissie voor koopers rekening Kaïniet 12/14 u/0 zelfde condities als hierboven aan 9,50 fr. per 100 kilos. Voor Scories, Superphosphaten en Supra zijn de prijzen ook zeer vast en stijgend. Wie iets noodig heeft, stelle niet uit. De leden der omschrijving Herzele, Sint-Lievens-Essche, Sint Antelinckx, Borsbeke, Woubrechtegem en Hille- gem, welke kaïniet begeeren, worden dringend verzocht zich bij hunne maga zijniers te laten inschrijven. De kom- mande zal in 't begin der week gedaan worden. Wie christelijk denkt en voelt, kan zich voor de vrouw geen hooger en schooner uitverkorenheid verbeelden dan deze van feitelijk de koningin te zijn van het huisgezin. Hij gruwt voor eenen toestand, waarin de vrouw, als in den heidenschen tijd, de slavin zou zijn in het huisgnzin. Hij gruwt voor eenen nieuwen ook heidenschen tijd waarin de vrouw haren huiselijken ko- ninginnekroon zou vaarwel zeggen, om de koningin te worden van de wereld, dit wil zeggen van het rijk der begeer lijkheid, des hoogmoeds en der zinne lijkheid. Dat de vrouw, als echtgenote, de slavin zij van den man of enkel de dienstmeid dat de man zich almachtig of overmachtige heerschappij over de vrouw aanmatige, dat strookt niet met de echt christelijke leering. Niet om zijne persoonlijke belangen te bevorderen, niet om zijne positie te verbeteren, niet om zijn bloedverwan ten en vrienden te bevoordeeligen wordt iemand door God langs den wil van het volk om, met het staatsgezag bekleed, maar om alles wat den volke goed is zoeder onderscheid van perso nen te verwezenlijken. Doch, dit wil niet zeggen, dat het gezag maar enkel den thermometer is van den volkswil, of enkel ervan de uitvoerende macht, lijk men soms geneigd is de democratie op te vatten. Het volk kan soms willen wat niet goed is of niet het heilzaamst. Het volk kan soms blind zijn en onwe tend aangaande zijn eigen belangen en bijzonder aangaande de echte algemeene belangen, omdat het te veel het oog op zijn persoonlijk en oogenblikkelijk eigen belang gevestigd houdt. Het gezag moet derhave leiding geven en licht aan gaande het ware goede van het gemee- Bergers beide hoeden inderdaad pracht stukken waren in hun slag en daarop was hij weldra zelf ingespannen nevens Pluto, dien hij ten andere hartstochtelijk liefhad en trok samen met hem het /wa gentje de straat af naar het dorp toe. Mathias Berger en Hendrik Rasch- dorp volgden op een kleinen afstand. Het was avond geworden. Hier endaar kwam een maaier van het veld naar huis. Op den een of anderen akker wa ren de eerste koornhalmen gevallen. Hoe trotsch de lieden bij het begin van den oogst daar vandaan komen. In hun spieren zit kracht verzameld, en in hun hart woont de blijde zekerheid, dat hun lichaam kloek en vaardig is. Deze ge zonde menschen zijn wellicht de geluk kigste lieden der aarde. Voorzeker heb ben zij toch het minst lijden, het meest gerustheid, het minst bekommernis. Wat hun ontbreekt weten ze nietwat ze hebben staat boven alle jacht naar geld. De anderen hebben vele nutte- looze nietigheden, en het slechtste is dat zij weten wat hun ontbreekt, daar over haarkloven en zich door verlangen afmatten. Het is geen, dat er een achterhouden de, onspraakzame trotschheid in de landbouwers steekt. En glimlacht de stedeling over den landman, als hij hem door zijne straten ziet drentelen, de boer glimlacht met oneindig meer verachting over den stedeling, als hij hem langs zijn gezaadvoorden akker of zijn golvend koornveld zoo voorzichtig en bleek en moede ziet henenwandelen. Mathias Berger bezag zijn gezel, die een grauwe kleedin met korte broek, een witten strooihoed en slobkousen droeg Ge ziet er eigenlijk drollig uit hier op de dorpstraat. Ja, Mathias, weet ge, en ik zou ook veel liever wederom thuis zijn. nebes en in den volkswil de stuwing inprenten om dat ware goede na te streven. Ook het huisgezin is een kldine staat, eene maatschappij in het klein. Ook daar moet het gezag in de eerste plaats strekken tot het heil van het huisgezin en niet de eigendom en de autocratie zijn van den man of van de vrouw, af zonderlijk en uitsluiteiijk. Is de vrouw in het huisgezin niet de slavin van den man, zij staat ook niet onder zijn voog dij, want de gehoorzaamheid aan het gezag staat niet gelijk met voogdij. De voogdij is de eigenschap van den min derjarige. De gehoorzaamheid is de eigenschap van een verantwoordelijk en zelf besturend wezen. Hij die gehoor zaamt onderwerpt zich zelf, met kennis van zaken en vrijwillig. Dat is een daad van zedelijke bewustzijn. Hij die onder voogdij staat, werd onderworpen, om dat hij ofwel nog niet zelfmeester was of is, lijk het gebeurt met het minderja rige weezekind, den zinnelooze, den misdadige enz. Zoo de vrouw eenigermate onder worpen is aan den man, dan is het in de maat die vereischt wordt door de orde van het huwelijk in het huisgezin, welke de vrouw als bewuste persoonlijkheid heeft aanvaard, wanneer zij haren le vensstaat verkoos. Die orde, die orga- nizeering van het huisgezin werd door God zelf ingesteld, zoodat de vrouw aan God gehoorzaamt, als eene met vrijheid toegeruste persoonlijkheid. De heilige Paulus stelt zich hier op een godsdienstig zedelijk standpunten eischt vanwege de vrouw gehoorzaamheid op in alle zaken, waarvan eene bestaande familiebestuursvorm die zedelijk wettig is, het beheerrecht verleent aan den man. Hij spreekt zich echter niet uit over den socialen vorm van dit zedelijk wettig bestuurstelsel en laat het aan de wijsheid van den mensch over om dien socialen familiebestuursvorm aan te pas sen aan de omstandigheden en het mid den die de hoofdfactors zijn van den menschelijken vooruitgang. Het huisgezin moet streven naar zijn doelmatigsten en krachtigsten invloed en derhalve naar zijn volmaaksten vorm, d. w. z. naar de stevigheid der eenheid, die op hare beurt, de waarde der sa mengestelde personen niet verzwakt, maar verhoogt. De stevigheid der een heid vergt het gezag de verhooging der persoonlijkheid vergt het zedelijk zelfbestuur van elke persoonlijkheid. Dus moet de vrouw als zedelijke per soonlijkheid, ontvoogd, en het gezag op de basis der rechtvaardigheid ingericht worden. Is het niet een feit dat men in vele familiën nauwelijks het gezag gewaar wordt, omdat de hartelijkheid en het betrouwen tusschen man en vrouw, al les ten beste schikken. Dat is ideaal- schoon, ja, maar 't is geen loutere droom. Er zijn vele zulke gelukkige ge zinnen in Vlaanderen. Als er waarlijk liefde, redelijke liefde heerscht, dan volgt het zoo natuurlijk, dat de persoon die de verstandigste is, de beste in een of andere zaak, gehoorzaamd worde. Deze is de natuurlijke verhouding in de meeste deftige vlaamsche huishou dens. Man en vrouw verdeelen als van zelf onder elkander de verantwoorde lijkheden, elk volgens zijn bijzonder be kwaam- en vaardigheden. Wij mogen er seffens bijvoegen, dat in onze vlaamsche huisgezinnen, de vrouw een ruim aan- Staat het u niet meer aan op de school te Breslau O ja, als men de zevende is op acht en dertig, dat is nogal heel treffelijk. In het Fransch heb ik slechts wel voor 't overige heb ik zeer schoone plaatsen. Maar weet ge, Mathias, het slechtste is, dat mij daar alles zoo bang valt. Gij hebt wel dikwijls het heimwee, Hendrik De knaap matigde zijn stem. Ja, doch dat zeg ik maar aan u al leen, Mathias Anders zou ik maar al te zeer beschaamd staan. En mijn coll ga's zouden zeggen dat ik een bloodaard ben, ;n ik zou op de school langs mijn ooren krijgen. Maar het valt mij toch immer zoo bang. Ik kan het diet helpen. Vooral na de verlofdagen Dan moet ik iederen avond in bed weenen. Dat zeg ik aan u alleen, Mathias. En ik denk immer aan alles aan ons huis en aan moeder en aan Wannes en aan alles. Eenmaal heb ik na het verlof mijn wekendaagsche schoenen vier weken lang niet aange had. Ik kon ze niet afborstelen omdat. omdat de aarde er aan was. De kleine, goedige oogen van den voddenman schoten eensklaps vol water. Maar hij wendde zich af en zeide met een beklemde, eenigszins heesche stem Dat zult ge nog wel leeren over winnen, Hendrik Niet zoo gauw, Mathias. Voor de anderen is het gemakkelijker. Zij maken altijd reeds met den eersten avond groot laweit. En daar moet ik ook in meedoen, anders vaar ik slecht. Maar wanneer ik dan te bed lig, dan ben ik over van hart zeer. Ge zoudt dan wel niet gaarne ge neesheer worden of pastoor of zoo iets Neen, Mathias, ik wil nietIk wil wederom thuis zijn, waar gij allen zijt. Ge wilt dan boer worden, Hen- heeft aan het gezag, niet enkel in den innerlijken huiskring waar zij de koningin is, maar ook voor de groote aangelegenheden. De vrouw draagt de broek, en het burgerlijk wetboek moge nog onrechtvaardig zijn tegenover haar recht in het huisgezin, de vrouw is zelf de wet en neemt haar recht en de man is blij en tevreden het haar te geven. Het is een heerlijk verschijnsel in onze vlaamsche gezinnen, dat de man zulken eerbied en ontzag heeft voor zijne vrouw, dat hij haar zulk ruim gezag geeft met de meeste gulhartigheid. Dit verschijnsel is des te meer bevreemdend, daar de vlaamsche jongeling vóór zijn huwelijk van natuurswege geweldig, vechtens gezind en opgeruimd is, maar dat die grofheid, enkel uitwendig is en de overdrijving er van een soort valsche fierheid, blijkt wel klaar uit het feit dat hij van 't oogenblik zijner verliefdheid en evenzeer na zijn huwelijk de zoete, zachte, ik zou haast zeggen de gehoor zame gezel van de vrouw. Het ideaal der verhouding tusschen man en vrouw in 't huisgezin, is de ge lijkheid van de persoonlijkheid, maar maar ook de verdeeling der werkzaam heden volgens de bevoegdheid het be heer der uitwendige aangelegenheden door den man, met de medewerking der vrouw het beheer der innerlijke aan gelegenheden door de vrouw met de medewerking van den man. De inner lijke aangelegenheden zijn de hoofdza- kelijkste, want zij vormen de essentie van het huisgezin. En, op dat gebied is de vrouw koningin, niet enkel in den zin van een werkelijk regeerende konin gin die wel het getimmerte van een staatsinrichting bestuurt, maar niet in grijpt in de ziel van het volk maar veeleer in den zin van de koningin Maria, die regeerde over het huisgezin van Nazareth, en daarom blijft regeeren over het menschelijk geslacht aan de zijde van haren verheerlijkten Zoon. De vrouw in het huisgezin is geen praalkoning, welke men, ijdel, uitbundig en verliefd op de populariteit, uitwan delt langs de weidsche straten en de breede lanen, glanst en gloort van bin nen, in het tabernakel van haar hart, waar het vuur helder en warm vlamt van het inwendig leven. Al de glorie en de heerlijkheid ven de koningin van het huisgezin rijpt, als voedselrijk tarwe- graan, in de goudgeluwe halm van den levensernst en de ingetogenheid van de vrouwelijke en moederlijke ziel. De Memlings en de Van Eycks heb ben in hunne schilderijen, die koningin nen onsterfelijk gepenseeld, met dien zacht blijen glans die de aangezichten doorpimpert, als een afspiegeling van den vrede Gods, met die zedigheid van de vrouwelijke borst en die edeldrach- tigheid van het kloeke vrouwenlichaam, gedrapeerd in rijke koormantels, met goudgesteenten doorsternd en het ge heel iewat schuinsch gebogen en gezakt, onder het gewicht der diamantenzware koninginnekroon. Die gloed van inwen dig leven verlicht en verwarmt gansch den huiskring en spreidt donszacht over muren en meubels een deugddoende welligheid van innerlbke tevredenheid, van levenswelbehaaglijkheid lijk het vuur dat knettert in den haard, zachtjes aan zijn physieke warmte vloeien laat in de huiskamer. De gordijnen hangen sneeuwwit achter het venster en sluieren heimelijk het leven van het huisgezin weg voor nieuwsgierige blikken. drik Ja zie eens, Mathias, het ware jammer van ons schoon goed. Zie, hier juist aan den wilden kriekelaar kan men al onze velden overkijken. Daar zijn er toch zoovele Nietwaar, Mathias Wij zijn toch eigenlijk rijk. Maar dat zeg ik nimmer nooit te Breslau. Ik denk er al leenlijk aan, dat wij zoo een schoon goed hebben. Daarover ben ik eigenlijk trotsch De voddenman bukte zich driftig naar den boord van den weg, rukte een steel séhaapzurkel af, knabbelde er eenige keeren op en spoog dan alles verre weg. Wat heeft uw vader dezen namid dag gedaan, Hendrik Hij Hij is bij Schraeger geweest. Ik weet niet of hij nu reeds thuis is. Er is nu toch maar weinig werk. Zij zijn nog maar begonnen den oogst te pik ken. De schaper is mede naar 't veld. En moeder Zij is wederom heel ziek. Donder dag, toen het de weekmarkt was te Wal denburg, is zij meegegaan naar den ge neesheer. En wat heeft hij gezegd Dat weet ik niet Maar moeder heeft geweend, toen zij thuis kwam, Dat is het ook, wat mij immer zoo bang maakt, dat moeder niet gezond is. Zij gingen een wijl zwijgend voort. Zie maar, dat gij verder op de school vooruitgaat, Hendrik Nietwaar, ge moet tot in de Eerste, eer ge het uit gangsdiploma krijgt Alleen tot in de Opper-Tweede. Dat ware alzoo nog ruim twee jaar. Daarbij, Hendrik, het is heel goed, als ge wat leert. In alle geval is het goed. Het is immers een ongelukkige zaak, als men zoo dom is gelijk, bij voorbeeld, ik. Ge kunt dan een plaats krijgen, als ge uw diploma hebt, Hendrik. Dat de vrouw, daar haar meester schap handhave en den huiskring niet open late voor allerlei menschen, zoo- zegde vrienden en geburen. Er mogen geen spleten- zijn in de muren, geen hol- lekens in de ruiten, waardoor de nijdige, de ijdele, gekke wereld komt pieren en waardoor de innige warmte van den huiskring wegvloeit. Een huisvrouw, die almaardoor koffiemaaltjes houdt en zitting van een zoogezegden familie- of vriendenraad, doet aan uitwendigen praal en keert haar leven naar buiten, en al de bezoekers en bezoeksters loopen met de inwendige meubeleering van het huis weg en laten den huiskring leeg en eenzaam, dor en eentoonig. De vrouw van het huisgezin moet zelf de wegen van haar huis gadeslaan. Hoe dikwijls, helaas gebeurt het niet dat bij zonder in hoogere vrouwenkringen, de koningin van het huisgezin hare eerste taak overhandigt aan goüvernanten, aan gezelschapsjuffers, aan kinder en dienst meiden, ja dat zij de eerste voeding en opvoeding harer kinderen toevertrouwt aan vreemden, al was zij beschaamd voor den rijkdom van haar eigen moe dermelk Is de moeder er wel degelijk van bewust dat zij daardoor hare kinde ren van haar vervreemd ('t Vervolgt) PAULA. Een drietal wagons Poolsche indu strie werden te dik bevonden en op kosten der verkoopers uitgeraapt in ons magazijner waren ook eene kleine hoeveelheid kleine knollen tusschen. De verkooper geeft order om deze aardappels te verkoopen aan de land bouwers, daar er in beide soorten nog een en ander als plantgoed zou kunnen dienen. Zij zullen verkocht worden de kleine aan 8 fr. en de dikke aan 16 fr. de 100 kilos zonder zakken. Banque Centrale de la Dendre Uitwisseling van alle Belgische en vreemde koepons aan de voordeeligste voorwaarden. Al de koepons worden tien dagen op voorhand uitbetaald. Kosteloos nazicht van alle trekkingen. Van de Conferencie van Lausanna komt er voor 't oogenblik zeer weinig nieuws. Het blijkt langs om klaarder dat de Turken getracht hebben tijd te winnen. Zij wisten immers dat op 2 Ja nuari de Conferentie van Parijs begon en zij rekenden dan ook op de verdeeld heid der Verbondenen om er veel voor deel te kunnen uitputten. En inderdaad, zooals de boeken ston den op Woensdag avond, bestaat er veel vrees dat de wederzijdsshe ver standhouding tusschen onze oude Bond- genooten die reeds zoo dikwijls op de proef gesteld is, gansch overhoop gera- ke. Hierover een woord opheldering. Zooals geweten, vergaderden de 4 eer ste ministers van België, Engeland, O ja, er was een met ons in de ban ken, die na zijn eerste diploma vertrok ken is, en nu is hij schrijver op een gouwraadsbureel, en later zal hij schrij ver worden bij het middenbestuur of iets dergelijks. Maar ik begeer niet schrijver te worden bij het middenbe stuur. Ik wil boer worden. Goed, goed, Hendrik Maar zie eens, ten langelaatste zoudt ge u toch eens anders kunnen bezinnen. Nooit. Mathias, nooitIk neem de hofstede over. Dat is duizendmaal treffe- lijker, dan indien ik alzoo in een schrijf kamer zou moeten zitten. De voddenma i liet een weemoedigen blik varen over de gulden koornvelden, die rechts en links van hem einde en verre uitgestrekt lagen, en die alle nu nog aan de Raschdorps toebehoorden. Wij zullen 't wel zien dat gij een boer zult kunnen worden. Wij zullen 't wel zien Ik weet niet, Mathias, maar gij komt mij vandaag eigenlijk zoo gekachtig voor Drommels, dat gebeurt mij nogal dikwijls zoo, mijn jongen. Maar daar over moet ge u den kop niet breken Zie eens, wat is er daar dan 1 Wannes hield het hondegetrek stil in 't midden van de weg. Langs een gras kant naderde een hoop pikkers, en aan hun hoofd stapte statig en gewichtig August Reichel, de vader van Wannes. Ei, kom eens spoedig, Hendrik, an ders gebeurt ginder een ongeluk 1 zei de voddenman en stapte met zijn gezel dap per vooruit. Zij kwamen omtrent gelijktijdig met de pikkers bij den wagen aan. August Reichel een reus van gestalte, bleef staan en bezag met een angstigen blik zijn telg, die daar verslagen voor hem stond en met de eene hand krampachtig iets ach- Frankrijk en Italië in den loop der vo rige maand te Londen, om een gemeen programma op te stellen tegen de Con ferencie van Brussel welke eerlang zou plaats hebben. Men geraakte niet t'ak- koord, de vergadering werd geheven na belegd te hebben dat men elkaar zou wederzien op 2 Januari te Parijs. Intus- schentijd zouden er van weerskanten voorstellen klaar gemaakt worden die als basis voor de volgende onderhande lingen zouden dienen. Op gestelde dag en uur zijn dezelfde regeeringshoofden te Parijs vergaderd, maar 't schijnt er hoegenaamd niet vlot van stapel te loopen. De Engelsman is er met een voorstel voor den dag geko men volgens 't welke al de bondgenoo- ten hun tegoed op Duitschland zouden moeten verminderen. Wij, Belgen, zou den onzen voorfang verliezen voor de 500.000,000 Goud Marken, die ons toe gestaan zijn voor de herstelling der oor logsschade en bovendien zouden we van de 5 Duitsche schatkistbons die ons overhandigd zijn verleden jaar, in ruil voor de betaling die Duitschland ons doen moest en waarvoor we aldus uit stel gaven, er 3 moeten vernietigd wor den, 't zij een nieuw verlies van 190 mil- lioen goud-marken, Frankrijk is onmiddellijk ter hulp ge sprongen in zooverre dat Bonar Law bereid is onze tegoed niet aan te raken. Nochtans zijn de heeren Poincaré en Mussolini niet van gedacht zoo maar goedschiksch aan hun crediet op den overwonnen vijand te verzeken. Frank rijk vooral dringt er op aan geen uitstel van betaling meer te verleerien zonder tastelijke waarborgen en is er dan ook op uit het Roergebied te bezetten. En geland wil hier niet van hooren en zou graag Duitschland voor alles of ten min ste voor een groot deel kwijtschelding willen geven, hetgeen toch onredelijk is zoolang Amerika, dat onder den oorlog bijna al het goud der Verbondenen op geslorpt heeft, er niet in toestemt de schuld van Europa evenredig te vermin deren en zooverre zijn we nog niet. 't Was dan ook in angstige spanning dat overal het verdere verloop der sa menkomst van Parijs afgewacht werd en ongetwijfeld zal de dag van heden, zijnde Donderdag, zeer gewichtig ge weest zijn. In 't algemeen wordt er nog niet gewanhoopt voor een bevredigende uitkomst, omdat de onderhandelingen beleefd gebleven zijn, maar 't is toch niet noodig de deuren met een klap dicht te gooien, zelfs als men niet van gedaeht is toegevend te zijn. In Italië zijn er muiterijen geweest van belang. In Napels, Turyn, Pisa, Genua en Parma zijn de troepen der Koninklijke Wacht aan 't muiten ge gaan. De opstand is overal gedempt, maar niet zonder bloedvergieten. Er zijn verschillige dooden en gekwetsten gevallen. In 't Groothertogdom Luxemburg heeft men belangrijke voorraden wa pens gevonden, die men denkt beschikt te zijn voor eenen nakenden opstand. Tot heden heeft men geen enkele aan houding kunnen doen omdat niets uitge lekt is van wie daelmaakte van het kom- plot. Al de wapens zijn zonder fabriek merk, zoodat het ook onbekend is van welk land zij ingevoerd zijn. 4-1 -*23. ter zijn rug verborg. De reus rekte een weinig de hals en kon alzoo heel gemakkelijk zelfs van op eenigen afstand de achterzijde van zijn kroost nauwkeurig onderzoeken. Een stuiptrekken ging over het aangezicht van den goliath. Hier zeide hij kortaf en stak zijn hand uit. Wannes reikte hem de verhakkelde rouwbuize en glarioogde half angstig, half behoedzaam door de haarlokken, die voor zijn voorhoofd hingen, naar zijn felgespierden vader op. Deze beschouwde den buishoed, nam den stroohoed van zijn hoofd, zette den buishoed op, vond dat hij hem paste, onderzocht dan den zweetband, en plot selings sloeg hij den hoed met zulke woede op den kop van het mannetje daar voor hem, dat het tot over den kin daar in stak en met zijn twee beenen te gelijk op de straat een knieval deed. August, half en half ligt de schuld aan mij, zei den voddenman bedarend, ik heb twee buishoeden thuis, ik geef u een. Over het breede aangezicht van den reus speelde een lach. Ik moet géén hebben zeide hij en knikte den voddenman vriendelijk toe. Daarop ging hij wederom aan 't hoofd zijner pikkersbende en stapte met breed- speurende statigheid den heuvel op naar Boekenhove toe. Wannes wroette tot dat hij in den kjaren kwam. Hij zag zijn vader na, half vergramd, half verblijd van booze vreugde, en zeide, terwijl hij op zijn voorhoofd wreef en zijn vader met zijn vinger achterna dreigde Ah wacht maar Indien ik t'avond hoofdpijn heb, dan zult ge mij wel thee koken ('t Vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1923 | | pagina 2