REDT U ZELVEN Arbeid adelt ]Mct is het band gered Teelt van de Asperge* Jiinove en Omstreken fllgemeene Vergadering Landbouwweekblad Om goed te lukken in 't kweeken van Kiekjes. LANDEN Redt U Zeiven Kapitaals verhoog ing LIEFDE - LENTELIEDJE. LANDBOUWERSVEREENIGING moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. ZONDAG 20 MEI 1923. Prijs 10 centiemen. 5de JAARGANG Nr 229 Abonnementsprijs t 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Dat de beiaarden spelen, dat alle dorpsklokken luiden, dat alle fanfaren schetteren een lied van triomfhet land is uit den nood gered, de boeren zijn er boven op Tijdens de besprekingen over de be grooting van Landbouw wees onze acht bare heer Minister Ruzette er op, dat de kwestie van meerdere voortbrengst ernstig moest ingestudeerd worden, ten einde aan den Landbouw de gelegen heid te geven het land uit zijn afgrond van schulden te redden. Eene kommissie zou ingesteld worden om die belangrijke vraag op te lossen. De minister hield zijn woord, maar op zijn manier. Die heilbrengende kommissie bestaat reeds een maand en de boeren zijn er goed in vertegenwoordigd, de Vlaam- sche boeren vooral. Men verwijt ons dat we niets doen dan klagen en nog klagen, maar waarom geeft men er ons steeds redenen toe? En dezen keer hebben wij een dubbele re den tot klagen. Ten eersten t akkoord met de Waal- sche boeren, omdat we meenen dat eene Nationale Commissie van landbouw- voortbrengst om tot haar doel te ko men hoofdzakelijk moest samengesteld zijn uit boeren. En als men toch aan neemt dat er boeren mogen in zetelen, waarom dan enkel en alleen langs hier J en langs daar een grooten pachter ge- nomen en geen enkel boerken. Heeft j men er onlangs in de Kamer niet op ge wezen dat onze Landbouw vooral be staat uit kleine bedrijven en dat die toe stand voordeelig is voor onzen Land bouw waarom dan naar die opvatting niet gehandeld. Ten andere, gij boeren, die daar in die edele, hooggeleerde en achtbare commissie toegelaten zijt, houdt u koes, want gij weet van den landbouw niets. Men zal al uw beweringen en uw prac- tische bevindingen op uw land en in uw stallen opgedaan weerleggen met on weerlegbare cijfers van statistieken ko mende uit de Brusselsche boerderij van het Ministerie van Landbouw. Is het niet aardig Zijn de boeren er nog noodig Ik durf wedden honderd tegen één frank dat er toekomend jaar een prachtig verslag van wege deze nationale boerlooze commissie zal ver schijnen en dat de opbrengst van onzen grond en van onze stallen sterk zal toe genomen zijn, dank aan het discuteeren en aan het cijferrekenen van de boven genoemde commissie. Sedert de maand Maart werd ons dergelijke commissie officiéél beloofd door een zekere heer X in een hoofdartikel van het officieel orgaan van de landbouwcomicen van Oost-Vlaanderen. Hij bekende dat de landbouwers er met recht naar streven een eigen vertegenwoordiging te heb ben. Hij schreef De landbouw heeft, om zijn belan gen te verdedigen, vooral een orga nisme noodig dat in staat is zijne be hoeften te kennen en dat voor hem slechts die voordeelen eischt welke sa mengaan met het algemeen belang van gansch het land Aldus worden de belangen van den boer opgevat In andere woorden, een boer is volgens hen niet in staat de be hoeften van den landbouw te kennen, maar de voorzitters van de bakkers en de voorzitters van de Belgische maal- ders, die in de Nationale Commissie van Lundbouwvoortbrengst zetelen, zullen er nuttig en vaderlandsch werk ver richten. Wat wilt ge dan, zullen deheerenons vragen Heel eenvoudig. Wetenschap en ondervinding te zamen kunnen het betrachte doel bereiken, en daarom ware de ideale commissie samengesteld uit mannen van de landbouwweten schap eenerzijds en uit groote en kleine boeren anderzijds. De heer Minister mocht dan zelf nog voorzitter blijven. Wij schatten hoog genoeg en naar volle waarde, mannen als een heer Miserez, onzen stadsgenoot en gewezen landbouwkundige voor on ze streek maar hij zelf zal wel beken nen, dat hij van landbouw meer geleerd heeft bij de boeren, in de school der ondervinding, dan aan de hoogeschool zelf. Naar onze opvatting en naar die van menschen in de landbouwwereld be roemd in Binnen- en Buitenland, zijn de welbegrepen belangen van de boeren niet tegenstrijdig met de belangen van het land. Weten ze dat in het Ministerie van Landbouw niet Maar al te welmaar in die hoogere kringen bestaat nog te veel wantrouwen tegenover de boeren. Zitten er boeren in andere commissies Domme vraag, zal de eenvoudigste mensch van de wereld daarop antwoor den. In elk vak behooren menschen van praktijk of ondervinding en menschen van theorie of wetenschap. Dezen prin- cipieelen grondregel heeft men uit het oog verloren bij het samenstellen der Nationale Commissie voor Landbouw- voortbrengst die dan ook aan geen boeren vertrouwen inboezemen kan. Doch voor ons, Vlaamsche boeren, is er een tweede reden tot klagen. Sedert meer dan twintig jaar wordt er gestre den voor een Vlaamsche Hoogeschool, die kwestie wordt altijd van de eene commissie naar de andere verzonden en wordt niet opgelost, omdat men ze tegen de Vlamingen wil oplossen. In de com missie voor landbouwvoortbrengst zit ten als vertegenwoordigers van de boe ren voor gansch het Vlaamsche land, De Brabandere, landbouwer te Dessel ghem, West-Vlaanderen, en Hertogh, landbouwer, te Neervelp (Thienen). Is er spraak van Nijverheden dan kennen ze in Brussel alleen maar Wal lonië, omdat naar die fijne meneertjes beweren het Walenland hoofdzakelijk een nijverheidsgebied is. Nu dat het gaat over landbouw, komen de Walen weer eerst in aanmerking dat is een slag van de zweep in het aangezicht van de Vlaamsche boeren en wij klagen die schande aan voor geheel het land, bij zonder omdat die slag ons toegediend wordt vanwege een zoogezegden Vlaam- schen Minister. Moet onze Landbouw vertegenwoordigd worden in het bui tenland. dan benoemt men daarvoor geen landbouwkundigen, geen boeren veel minder, maar schriftgeleerden en handelaars in het land zelf gaat het al niet veel beter, voor Oost-Vlaanderen, een hoofdzakelijk landbouwgewest, zit in deze commissie geen enkele landbou wer. Wij tellen dus niet voor den minister, of zijn wij niet nationaal genoeg voor de nationale commissie der landbouw voortbrengst Wij zijn maar domme boeren, lompe Vlaamsche boeren, wij zouden die edele, hooggeleerde en acht bare commissie onteeren. Wij zijn benieuwd om den worp te zien dien deze ministerieele commissie voor den dag brengen zal. Vijf wakkere volksvertegenwoordi gers zetelen in de Kamer voor ons ar rondissement wie van hen zal zijn stem laten hooren of een vraag richten aan den bevoegden minister, om deze fout of in zachtere woorden deze nalatigheic helpen te herstellen. Oost-Vlaanderen telt in Kamer en Senaat toch ook warme boerenvrienden.naar we meenen; wij ho pen dat zij ons zullen steunen en dat deze kreet niet in de woestijn zal weerklinken. Het is niet mogelijk het land te her stellen met behulp van den Landbouw zonder vertrouwen te stellen in de boe renbevolking, die toch wel een aller eerste factor is voor een betere en meer dere landbouwvoortbrengst. Wij zijn meer dan eenvoudige, gewillige lastdie ren, onthoudt het wel. Wij willen zelf weten wat er achter de schermen om gaat. De koning heeft zijn eigen vertegen woordiger in deze nieuwe nationale commissie, eer zij Hem is het te veel als de boeren hun eigen vertrouwens mannen voorstellen om in het belang van den Landbouw en van het gansche land mee te werken aan het heropbeu- ren en het herstellen van het verarmde België. De ongunstige toestand van het land wekt onrust, zei de heer Minister op de eerste zitting maar de eerste belang hebbenden worden miskend. Vrede, Werkzaamheid en Samenwer king alleen zullen, gepaard met weder- zijdschen goeden wil, t Land uit dezen toestand redden. H. KLOPTEROP. 1 (3' en laatste Vervolg) Deze zoo nuttige, handelbare en han- delgangbare plant kent ook hare vijan den en is ook onderhevig aan ziekten. Ik heb terloops reeds een woordje ge rept over den aspergekever. Om er de verwoestingen van te vermijden zaait men wel eens in Juni. Hij verschijnt ta melijk vroeg in de Lente en legt eitjes waaruit larven te voorschijn komen die groote schade aanrichten aan de jonge deelen van den stengel. Groot is de aspergekever niet, slechts een weinig grooter dan het O. L. Vr.beestje, wat meer lang doch niet zoo dik, hij is ge makkelijk te erkennen aan twee roode vlekjes, kort achter het borststuk. Om het insect zelf te dooden kan men het 's morgens, wanneer het nog stijf zit van de koude, vangen en dooden. Om de larve te vernietigen bestrooit men 's morgens de planten, terwijl deze nog bedauwd zijn met schouwroet of calk. Een oplossing bestaande uit 20 1. water, 1 kilo zeep, 1/2 1. petrool en 1 cgr. sel de soude, kan met voordeel aan gewend worden om de larven van den aspergekever te vernietigen. Een ander insect dat ook veel schade aanricht en daarbij moeilijk te bestrijden, is voorzeker de aspergevlieg. Zij ver nielt het merg der stengels. In den Terfst de aangetaste stengels afsnijden en verbranden is er een zeer radikaal middel tegen. Een ziekte waaraan de asperge voor namelijk lijdt in vochtige, ijzerinhou- dende,gronden, is de asp^rgeroest. Om deze ziekte te vermijden zult ge den grond losser leggen, hem kalken en ook Bordeleesche pap toedienen. Alhoewel ik geen partijganger ben van de voortteling van de asperge te doen door zaad en ik dit liever aan de liefhebbers overlaat om dan van hen eenjarige klauwen te koopen, moet ik nochtans zeggen dat de zaadteelt wel niet zoo moeilijk is als sommigen het zich wel inbeelden. Van die planten, welke een groot getal schoone en dikke loten geven, zal men niet oogsten, maar ze tot zaaddragers laten opgaan. Bij deze uit gekozene planten bewaart men slechts drie tot vier stengels en al de overige neemt men weg. Vermits ik u reeds vroeger gezegd heb dat de asperge een tweehuizige plant is, zult ge wel zorg moeten dragen dat er tusschen uw be waarde planten zich ook een mannelijke bevindt en dat deze alleen aan de be- vruchtiging der vrouwelijke stammen deelneemt. Dit is een voornaam punt wil men de asperge niet verzwakken. Al de zaadbollekens zullen ook niet even dik en schoon zijn, doch men bewaart alleen de bestgevormde en de dikste, de overige neemt men weg en dit omdat de plant tot het vormen der minderwaar dige bollen geen voedstoffen zou ver spillen tot groot nadeel van de andere tot bewaring uitgekozen. Als de bessen rijp zijn laat men ze vijf tot zes dagen in water gisten, dan plet men ze, giet af en laat drogen. Alhoewel de zaden van 4 tot 5 jaren hun kiemkracht bewaren, is het geraad zaam altijd jonge zaden te benuttigen. De aspergeklauwen die reeds een 12 jaren in vollen grond een opbrengst hebben gegeven, kan men nog benutti gen met ze aan te jagen in serren of broeibakken. Het vervroegen in serren wordt min gedaan dan het vervroegen in bakken en om in dit laatste goed te slagen zal men den bak nogal diep nemen, hem met mest opvullen en flink aantrappen, een laag aarde van 10 centimeter dikte over den mest leggen en daarop de stoe len dicht tegen elkander plaatsen en er een laag lichten, zandachtigen grond overbrengen, er wat lauw water over gieten en dan den bak aanvullen met zaagsel of zeer lichten grond en alles goed dicht sluiten. Na een veertien da gen mag men reeds loten steken. De kweek van de asperge, alsmede van de tomaat heeft altijd groote win sten opgeleverd aan de kweekers enblijft immer rijkelijk loonend. Om er veel geld van te maken dient men altijd prachtwaar te leveren. Hoe kloeker en schooner de aspergeloten, hoe winstge vender. Om dit artikel te sluiten zal ik nog een woordje reppen over het doel waarvoor Redt U Zeiven is tot stand geko men. Deze landbouwersvereeniging be- hertigt alleen de stoffelijke belangen van de boeren en al wat medehelpt om de welvaart van den landbouwer te ver- hoogen. Deze stoffelijke welvaart van den landbouwer hangt grootendeels af van den bloei van den landbouw zelf. Een landbouwer moet dus wel zorg dragen dat hij zich, evenals gelijk welk ander ambachtsman of ambtenaar, op de hoogte houdt van al wat leiden kan tot betere en volmaaktere kennis van zijn vak. In De Koornbloem staan we kelijks artikels over een of andere ma nier die 't hare kan bijdragen om meer geld te winnen en niet alleen op weten schappelijk gebied maar ook op maat schappelijk gebied, door de sociale her vormingen welke, in ons land, de land bouw nog moet ondergaan, 't Is plicht van iederen boer dit weekblad te lezen en te verspreiden. Wie zijn steentje bij brengt om het gebouw, waarop een de gelijke landbouwwetgeving berust, op te bouwen, is ook waardig een beter be staan te genieten. L. HAEMS Landbouwvoordrachtgever. De raadgevingen die hier onder vol gen zijn gesteund op uitslagen bekomen door jarenlange ondervinding. Zij zijn practisch, onmisbaar voor iedereen en moeten goed in acht genomen worden voorwat betreft de zorgen te geven aan de eiers, de nesten de moederhen (kloek), zij geven de bijzonderste voorschriften aan, die men moet volgen om wel te lukken in het kweeken der kiekjes. 1. Eiers 1') Men moet eiers kiezen van middel matige grootte met een gewicht van 55 tot 65 grammen met kloeke schelp, niet te rauw, zonder blauwe of doorschijnen de vlekken er op, voortkomende van gezonde afstammelingen en goede leg- sters. 2°) Men moet de eiers wasschen, on middellijk na 't garen met lauw water.De hoenderdrek die aan de eiers kleeft kan aan 't gisten gaan en zoo door de poriën der schelp binnen dringende de verrot ting van het ei teweeg brengen. Zulk ei gelegd onder eene hen of in eene broei kas, kan open klakken en het broeima- chien of de nest besmetten, 3°) Men moet de eiers bewaren in een donkere frissche plaats (10 tot ^centi graden) best in kartonnen doozen met afzonderlijke kamertjes ofwel op zuiver stroo zonder verdufte reuk ook nog in een kasje of een mandje omlegd met zuiver lijnwaad en gedekt met reukloos papier dit om een al te groote uitwase ming der eieren te beletten die voor ge volg zou hebben het luchtkamertje van het ei te vergrooten, de voedende dee len van het ei geheel of gedeeltelijk te vernietigen, en zoo de ontwikkeling der zaadkiemen te beletten. 4°) Men moet alle dagen de eiers kee- ren, omdraaien, om te beletten dat de dool (geel van 't ei) zijn evenwicht zou verliezen en op den kant zoude neerzin ken. 5°) Men moet zich wel wachten eiers te gebruiken die meer dan 15 dagen ge legd zijn. 6°) Men moet de eiers die gereisd hebben gedurende 24 uren, vooraleer ze onder de hen te leggen, in een don kere plaats laten rusten. 2. De Nest, Voor wat de nest betreft, moet men 1°) De nest altijd plaatsen gelijk met den grond, dit om de ingang der hen te vergemakkelijken en zoo het breken der eiers te voorkomen. 2°) De nest maken in eene plaats of afhang, die goed verlucht en goed ver licht is, ver van alle groot gerucht ver wijderd, met een warmtegraad van min stens 10 centigraden op een plaats waar de hen gevrijwaard is tegen aan val der hanen, de andere leghennen, der honden, katten en van al wat haar zou kunnen doen verschrikken. 3°) Een vasten nest maken omringd met graszoden, dit om gedurende den zomer bijzonder een staat van voldoen de vochtigheid te behoudende nest moet met een eivormig geholte gemaakt worden (50 op 60 centimeters), niet te diep om te beletten dat de eiers niet allen naar het midden zouden rollen, ofwel uit den nest geduwd worden. 4°) Gekapt hooi of gekapt stroo bezi gen, om in den nest te leggen, opdat de hen zich niet zou verwarren en zoo de eiers breken. Het hooi of stroo mag niet verduft zijn. 5°) De nest ontsmetten met insecten doodend poeder. Deze ontsmetting moet verscheidene malen gedaan worden en mag vooral niet verwaarloosd worden twee dagen voor het uitkomen der kiek jes. Verscheidene kiekjes sterven uitge put door ongedierte, luizen, of andere woekerdieren die in 't algemeen op den kop rondkruipen. 6°) De nest gedurende het broeien in de grootste zuiverheid en reinheid hou den. 3. De Moeder (Kloek). 1°) Onder de broeiers deze kiezen, die gezond, zachtmoedig, gemeenzaam zijn en die alle eigenschappen eener goede moeder bezitten. Deze ontsmetten, de pooten wasschen in eene oplossing van 2 p. h. creoline in waterze besproeien met een insectendoodend poeder op den kop, onder de vleugels, op den rug en bijzonder rond het aarsgat om de broei- ster zoo in volledigen toestand van rein heid te plaatsen. 2°) De hen op proef zetten gedurende 5 dagen goed gadeslaan of ze op haar nest blijft en zich goed overtuigen of ze zinnens is zulks vast te doen. In geval de broeister zou geneigd zijn naar een ander nest te gaan, hem slechts verplaat sen met den avond. 3°) 's Avond de kalkeiers veranderen met goede, indien men van deze eerst heeft moeten gebruik maken. 4°) Aan de hen een getal eiers geven die zij gemakkelijk kan dekken. Want iederen dag zou een verschillend ei aan de warmte en de zorgen der hen kunnen ontsnappen, wat een vertraging in 't uit pikken, veelal ook doode kiekjes zou kunnen veroorzaken. 5°) De broeister alle dagen op haar zelfde uur laten uitloopen. Eerst zachtjes en voorzichtig zien of er geen eiers aan de pluimen der hen geplakt zijn. Indien er verschiedene broeisters in dezelfde omgeving geplaatst zijn maar op ver schillende tijdstippen, deze afzonderlijk verzorgen. 6°) Goed nagaan of de hen, na uitge- loopen te hebben en haar eten (maïs - tarwe - groensel - frisch drinkwater) ge nomen te hebben, terug naar haar nest gaat. 7°) Ter beschikking der hen fijne as- sche of zand te leggen opdat zij er zich zou kunnen in omwentelen. 8°) Bij het uitpikken voorzichtig han delen. Zoodra de kiekjes zich laten hoo ren, de scholpen wegnemen, daarna de kiekjes zelf wanneer deze goed opge droogd zijn. 9°) Die kiekjes plaatsen in de keuken in een mandje of kasje omgeven met lijn waad of iets dergelijks. Eens de uitpik king volledig gedaan, al de kiekjes aan de moeder (kloek) terug geven, na wel verstaan, eerst de nest ontsmet te hebben met er insectendoodend poeder in ge strooid te hebben. Opdat iedere uitbroeiïng tot goeden uitslag zou kunnen gebracht worden, is het van allergrootste belang de nesten der legsters in volledigen toestand van reinheid te houden. Men moet dikwijls de eiers ophalen (garen) bijzonder in den Zomer. Zoo zal men beletten eiers te hebben die half of geheel bedorven zijn, wat aanleiding kan geven aan groote ongemakken zoowel voor het broeien als voor den verkoop. Belgische Landbouwer. Het prachtige statiegebouw van Lan den, dat gansch in steen en pannen ge bouwd en gedekt was, is in den loop der verledene week, tengevolge het in slaan van den bliksem, totaal uitgebrand. Moge deze ramp tot vingerwijzing 1 dienen aan dezen die oordeelen dat goe- l de gebouwen niet kunnen branden, en dat ze dan ook rekening houden van het feit dat in een statiegebouw noch hooi noch stroo aanwezig zijn en dus- volgens nog minder gevaar loopen dan de boerderijen. Verhoogt Uwe verze kering in Redt U Zeiven. Liefje laat ons lentevieren Gaan door weide en land In de goude zonnestralen Liefje geef me uw hand Laat ons naar het liedje luistren Dat de merels slaan Naar de lieve bloemen kijken Die langs wegen staan Laat ons bij het beekje toeven Dat door 't boschje schiet Laat ons al het schoon genieten Dat de Lente biedt Laat ons alle zorgen weren Uit ons jong gemoed Laat ons liefdeliedjes zingen Klinken zij niet zoet Laat ons gaan, en laat ons praten, Laat ons vroolijk zijn Aan malkander zoentjes geven Onze liefde is rein Liefje, laat ons lentevieren. Na den winterrouw Laat ons aan malkaar beloven Eeuwge liefde en trouw Fons Van de Maele. De Leden van R. U. Z. die inlichtin gen begeeren over de kapitaalsverhoo- ging, over brand- of ongevallenverze kering of over onze Spaar- en Leen bank, gelieven te vergaderen bij M. V. De Rouck, Aalstersche steenweg, te Ninove (magazijn R. U. Z.) op Dinsdag 22 Mei, tusschen 8 1/2 u. en 11 uren 's morgens. Een afgevaardigde der Maatschappij zal er alle inlichtingen verschaffen. Samenwerkende Maatschappij van ZONDAG 6 MEI 1923. Met algemeene stemmen is de voor gestelde kapitaalsverhooging goedge keurd. Wij geven hieronder de daartoe aan genomen schikkingen a) de leden die een spaarboekje bezit ten van onze Spaar- en Leenbank zullen vooraf op de verhooging mogen in schrijven met den helft van het bedrag van 't boekje, voor alle meerdere som men die zij willen inschrijven staan ze gelijk aan de andere leden b) de inschrijvingen mogen gedaan worden zonder beperking van bedrag, doch in geval er te veel zou ingeschre ven worden zal het Bestuur gemach tigd zijn de grootste sommen te vermin deren c) mogen inschrijven al de leden en medewerkers van den bond R. U. Z. onverschillig of ze reeds deelgenoot zijn of niet d) de inschrijvingen zijn open tot 6 Juni a. s.de stortingen mogen gedaan worden naar keus ofwel het volledig bedrag vóór 1 Juli, of zooniet, den helft van het bedrag vóór 1 Juli en de rest vóór 30 September. Het bestuur der maatschappij bekomt machtiging om desgevallend hieraan uitzonderingen toe te laten e) de stortingen die gedaan worden vóór 15 Juni, zullen geschieden op onze Spaar- en Leenbank en zullen interest opbrengen aan 3,60 tot 1 Juli van af 16 Mei indien de storting geschiedt vóór dien datum 1 Juni indien de storting geschiedt tusschen 15 en 31 Mei16 Juni indien de storting geschiedt tusschen 31 Mei en 15 Juni f) de plaatselijke schrijvers mogen de inschrijvingen en stortingen aanvaarden indien de aanvraag er van gedaan wordt g) In Juni of Juli 1924 zal er eene alge meene vergadering gehouden worden om te beslissen of en wanneer de nieuwe aandeelen zullen gelijk gesteld worden met de stichters-aandeelen. De Voorzitter, B. Schockaert. De Bestuurder, O. Caudron. 4

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1923 | | pagina 1