r
STredt U
ZELVEN
Arbeid adelt
Algemeene Vergadering
Iets over den Koekoek.
Landbouwweekblad
Wij moeten onze opbrengsten
vermeerderen... maar...
Achter de
Schermen.
Redt U Zeiven
Kapitaals verheoging
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
Benige ajoopden oöep Öeeöepbeteping
en
Nieuwerkerken.
TERAPHENE
LANDBOÜWERSVEREENIGING
ZONDAG 27 MEI 1923.
Prijs lü centiemen.
5de JAARGANG Nr 230
Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON. Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
De huismoeders klagen en met reden
de suiker gaat tot over de vier frank
het kilo De suiker is een inlandsch pro-
dukt ze trekt in massa de grenzen over
met of zonder toelating en enkele sui
kerbarons jagen de prijzen naar beliefte
de hoogte in. Die fabrikanten zijn ver-
eenigd tegen de boeren, ze hebben hun
eigen syndikaat.
Want volgens de prijzen die de land
bouwers, kweekers van suikerbeeten,
van hun vruchten bij den laatsten oogst
verkregen hebben, zou de suikerprijs de
twee frank niet mogen bereiken.
De prijs van de suikerbeeten verleden
Winter was 75 fr. de duizend kilo voor
een geschat suikergehalte van 14°, dat
wil zeggen omtrent de helft van het
voorgaande seizoen.
Zouden we er haast niet gaan voor
terugschrikken onze opbrengsten te ver
meerderen, want in feite worden wij er
voor gestraft in plaats van beloond die
groote bazen gaan met het smeer weg
en ze zullen de zaken zoo weten te
draaien dat de lichtgeloovige stedelin
gen weer nieuwe verwijtingen naar on
zen kop zullen slingeren. En toch ééns
zal de waarheid, onze waarheid zege
vieren
Doch, moest de suikerproductie in
boerenhanden berusten, wat in de naaste
toekomst wel zal ^gebeuren, we vragen
het ons af, zou de regeering die thans de
oogen sluiten voor dezen woekerhandel,
dan ook zoo lijdelijk toekijken, voorze
ker niet. Ze zou niet gewacht hebben
tot de suiker aan 4 fr. stond, maar lang
te voren een maximumprijs vastgesteld
hebben. Daar is werk voor de nationale
kommissie voor landbouwvoortbrengst
Het is niet zeer aangenaam soep ko
ken en te moeten zien dat een ander er
't vet afschept.
Wij willen ons niet langer stilhouden
bij deze bittere suikerkwestie, een betere
gelegenheid zal zich daartoe wel voor
doen.
Vandaag hebben wij het over een
andere nijverheidsplantde tabak.
Ten gevolge van het slechte weder
van verleden Zomer bedroeg het tekort
van ons verbruik van twaalf tot veertien
millioen kilos, die bijgevolg moesten in
gevoerd worden tot profijt van het bui
tenland en ten onzen nadeele.
Dat beteekent voor ons een schoon
getal millioenen frank verlies.
Vóór den oorlog besloeg de tabak
teelt in ons land eene gezamenlijke op
pervlakte van 4,545 Hectaren, waarvan
meer dan 2,500 in de beide Vlaanderen
alleen.
Ziehier ten andere de officieele statis
tiek per provincie Antwerpen 15 Hec
taren, Brabant 101 Hectaren, West-
Vlaanderen 2,537 Hectaren, O.-Vlaan-
deren 525 Hectaren, Henegouwen 876
Hectaren, Luik 10 Hectaren en Namen
350 Hectaren.
Reeds in 1921 bereikten wij deze op
pervlakte niet meer, zelfs overtroffen wij
de 3,000 Hectaren niet, en die dan op
de volgende wijze verdeeld waren, in
ronde cijfers
Voor de Vlaanderen, een uitgestrekt
heid van 1700 Ha.voor Henegouwen,
500 Ha voor de provincie Namen,
250 Ha en voor het Luxemburgsche,
100 Hectaren.
In België zijn voornamelijk vier stre
ken door de teelt van tabak beroemd
1. Destreek van de Semois2. De
streek van Obourg 3. Die van Appel-
terre en 4. de streek van Wervick, die
ons elk haar soort tabak geven.
Bijna overal elders is de teelt zeer
opengespreid en beslaat ze maar kleine
velden, meestal bestemd voor persoon
lijk gebruik.
In de Vlaanderen, vóór den oorlog,
trof men zeer belangrijke oppervlakten
voor tabakteelt aan zij zijn bijna heele-
maal verdwenen. Onder andere in het
Werviksche, gebeurde de teelt bij on
derneming gansche huisgezinnen hiel
den zich aldus bezig met het planten en
oogsten van den tabak van een of ande
ren eigenaar. Tegenwoordig houdt men
zich alleen bezig met de teelt voor eigen
gebruik.
Voor 1921 weet men dit verval op de
droogte van het weer, voor 1922 op
den te natten en kouden Zomer.
Ten andere de opbrengst per plant is
verminderd in plaats van een gewicht
van 5 tot 6 kilo per honderd planten te
bereiken, zooals het gewoonlijk 't geval
is, daalde men tot bij de drie kilos. Bijge
volg was de opbrengst per Hactare nog
geen 1000 kilos terwijl gewone jaren
ons gemiddeld 1.800 kilos gaven dus
een verlies van 800 kilos per Hectaren
of omtrent de helft.
Dat maakt jaarlijks voor ons land een
mindere ontvangst van minstens 50 mil
lioen, bedrag waarvoor wij dan weeral
aan het buitenland moeten bestellen en
met den huidigen wisselkoers mag men
zeggen, dat wij een 200 millioen frank in
vreemde handen moeten smijten.
Zal het er nu met den tabak toegaan
als met de hop zal de tabakteelt van
België met groote sprongen blijven ach
teruit gaan en verdwijnen God en Bel-
gië's regeering behoeden er ons van.
Niet alleen het weer, niet alleen het
gebrek aan chemische vetten van onzen
grond door den oorlog uitgeput, voor
wat 'i9-'20 en '21 betrof, niet alleen het
tekort aan arbeidskrachten voor den
landbouw, omdat een boer geen dag
loon kan betalen in evenredigheid met
de loonen in de nijverheid, maar vooral
het gemis aan beschermende maatrege
len is oorzaak van den spijtigen achter
uitgang van onze tabakteelt. De millioe
nen verlies die wij dus jaarlijks zullen
moeten aanteekenen, zullen wel de
moeite loonen voor onze Nationale
Commissie voor Landbouwvoortbrengst
deze kwestie ernstig te onderzoeken en
er een degelijke oplossing voor te vin
den vóór het te laat zij. Onderzoeke zij
ernstig den bedenkelijken toestand van
de tabak teelt en antwoorde ze ons dan
eens of de te zware belastingen ook geen
schuld dragen aan dezen erbarmelijken
achteruitgang.
Een radikale, doortastende oplossing
moet gevonden worden, waardoor die
vele millioenen die thans verloren gaan,
in onze beurs gehouden worden en dat
ook de boer vrij en vrank zijn eigen
pijpken tabak onbelast moge rooken,
't is zijn eenig genot na zijn lastigen, en
langen dagelijkschen arbeid.
H. KLOPTEROP.
Qpell^ontpool.
Het vraagstuk der veeverbetering is
eene kwestie van groot belang, niet al
leenlijk voor onze boeren, maar voor
gansch het land.
Jaarlijks voeren wij in, voor daarom
trent 125 millioen fr. boter en voor ten
minste 75 millioen kaas. Al geld die in
't land zou kunnen blijven en die thans
onzen flauwen wisselkoers nog gaat ver-
verzwakken,
Wij zouden er ongetwijfeld kunnen
toekomen dezen vreemden invoer stop
te zetten, en zelfs, boter en kaas uit te
voeren. Kaasmaking is in onze streek
schier onbekend en nochtans hoeveel
slap wordt er aan de melkerijen, in ge
wone tijden als de varkens niet al te
duur zijn voor een spotprijs overge
laten.
Zeggen wij terloops dat het zeer be
treurenswaardig is dat, in zake melkerij
zooals in vele andere zaken, de boeren-
krachten zich zoodanig splitsen en ver-
deelen. Dit is gansch verkeerd en wel
bijzonder in onze streek met talrijke
kleine boerkens. Wij kunnen gemeenten
waar er tot 8 en 9 melkerijen bestaan.
De gevolgen daarvan t 15, 16, 17 be
dienden waar 4 of 5 zouden toereikend
zijn, slechte inrichting, onbekwaam be
stuur, voortzetten van den ouden boe-
rentrant, onmogelijke toepassing der
werktuigkundige krachten, verspreiding
j der ziekten enz. 't zijn groote wel inge
richte melkerijen dat we noodig hebben
met bekwame bestuurders, echte moder
ne vakkundigen. wel op d'hoogte van
de melkerij en van alle aanhangende
vakken. Doch bekwaam beteekent ook
op behoorlijke wijze betaald en daar zijn
vele landlui bang voor zeggen wij het
maar vlakaf, vele zijn liever bestolen.
Welk organism zal het op zich durven
nemen onze streek met eenige machtige
melkerijen te voortien. Het voordeel
van dergelijke melkerijen
1°) Een beter gebruik der werk
krachten.
2°) Een breedere toepassing der werk
tuigkundige krachten.
3°) De toepassing der meest verbeter
de methoden met al de noodige appara
ten. derwijz; dat onze produkten desge
vallend de vreemde produkten zegepra
lend kunnen concurreeren. Thans gaat
men in vele melkerijen voort met den
ouden trant. Sommige leveren fijne bo
ter, vele andere maar gemeene.
Een voorbeeld in Frankrijk, in de
Charente, zijn er sedert eenige jaren
vele prachtige melkerijen ingericht die
allen de melk van 700 tot 1000 koeien
en meer bewerken. Vroeger was de bo
ter der Charente onbekend, thans wordt
ze te Parijs en te Bordeaux ten minste
een frank per kilo duurder verkocht dan
alle andere boter en ze kost beterkoop
om vervaardigen.
4°) Groote melkerijen zooals boven
genoemde door bekwame deskundigen
bestuurd, laten niets verloren gaan. Ze
kunnen zich toeleggen op de kaasma
king die thans eene winstgevende nij
verheid is.
5°) Minder gevaar van besmetting
door het doelmatig pasteuriseeren van
slap en room enz,
Komen wij tot onze veeverbetering
terug. Deze is alhier des te meer van
belang dat vele onzer boeren geene
paardenboeren zijn en dat verders den
toestand van den paardenkweek, alhoe
wel verbeterd, toch twijfelachtig blijft.
Anderzijds, wij bezitten hier in de Den
derstreek een prachtig ras te weinig ge
kend en te weinig gewaardeerd, met
krachtig ontwikkeld beendergestel, dus
goed gespierd en tevens met goede
melkgeving. Ongelukkig het werd tot
hiertoe, op geene echt doelmatige wijze,
verbeterd,
Hier en daar eenige afzonderlijke po
gingen zonder groot gevolg, en 't is al.
Moest ons schoon roodbont Denderras
met methode en volharding verbeterd
worden, dan ware het misschien een
maal het meest bekende en beste ras van
Europa.
Niet alleenlijk moeten we trachten om
betere dieren te bezitten, met sneller
ontwikkeling die, met hetzelfde voedsel
meer produkten zouden geven, maar de
uitvoer van verbeterd vee zou ook een
maal, voor onzen landbouw, en wel bij
zonder voor beide Vlaanderen, eene
bron van winstgeving kunnen worden.
Men weet hoeveel vee Nederland, tegen
schoone prijzen, naar den vreemde uit
voert zoo is het ook reeds dikwijls het
geval in Normandië en niet lang geleden
lazen wij van den uitvoer naar Zuid-
Amerika van een Normandischen stier
verkocht aan den prijs van 35.000 fr.
en van 12 koeien aan den middelbaren
prijs van 15.500 fr. stuk.
Doch bekennen wij kortaf dat onze
methoden nog veel te wenschen laten,
in vergelijking met degene die men in
andere landen, in Holland, in Denemar
ken enz. toepast.
('t Vervolgt). D. BR1COUT.
De leden van R. U. Z. worden drin
gend en vriendelijk uitgenoodigd om de
belangrijke vergadering bij te wonen
op ZONDAG 27 MEI, onmiddellijk
na de Hoogmis, in het gewoon lokaal.
Zeer belangrijke besprekingen in
ieders belang zullen plaats hebben en
H. Klopterop zal er 't woord voeren.
Buitengewone algemeene vergade
ring voor de leden van Redt U Zeiven,
op Zondag 3 Juni, na de Hoogmis
1. Zeer belangrijke mededeelingen.
2. Aanspraak door ons aller vriend
H. Klopterop over de kapitaalsvermeer
dering van onze Samenwerkende maat
schappij en de strijd van de boeren.
Wie den laatsten tijd dag- en week
bladen heeft doorsnuffeld, zal met ver
wondering hebben bestatigd, dat dezen
tegenwoordig een zorgzame toon aan
slaan tegenover de boeren, wijl zij vroe
ger enkel minachting jegens ons schenen
te voelen. Groote bladen wijden er zelf
hoofdartikelen aan om het belang van
den landbouw te doen uitschijnen.
Zulks mag als een verheugend ver
schijnsel voor ons aanzien worden. Zelfs
al ware die belangstelling maar bloote
schijn, of beleefde zij maar een korte en
tijdelijke opflakkering, zij zal er zeker
toe bijdragen om*de ingekankerde haat
en het algemeen misprijzen tegen de
boeren bij tie massa van het volk weg te
ruimen.
Aan die tegenwoordige algemeene
belangstelling is de laatste bespreking
over de begrooting van Landbouw in
onze Kamer van Volksvertegenwoordi
gers niet heelemaal vreemd daar wer
den cijfers en statistieken gegeven welke
op onweerlegbare wijze aantoonen, dat
de landbouw de sterkste economische
hefboom is, alleen bij machte om ons
land uit zijn neteligen toestand op te
helpen.
Wij boeren mogen dezen er om dan
ken, welke door de sprekende taal der
cijfers hebben gewezen op de gewichtige
rol die de landbouw vervullen kan in
ons staatsbestaan en er tevens hun spijt
over uitdrukten dat ons boerenvolk zoo
lang stiefmoederlijk werd behandeld in
België en wij zoo onverdiend bij de
openbare opinie als rebut staan aange
schreven
De krachtige taal der verdedigers van
onze belangen droeg zeker veel bij om
het belang van den landbouw in de pers
ter sprake te brengen, zulks kan ons niet
dan voordeel .bijbrengen, want het klare
besef van de werkelijkheid der toestan
den zal voorzeker de opvatting der
openbare meening tegen ons en de poli
tieke handelingen der hoogere besturen
in ons voordeel wijzigen.
Maar dat ook politike hengelarij, aan
die plotselinge belangstelling niet heele
maal vreemd is, zal mij ook zeker nie
mand betwisten, wie maar eenigszins
bekend is met het geschrijf der bladen
van alle gezindheid.
Door jarenlange ondervinding ge
leerd hadden wij boeren eindelijk leeren
inzien dat wij bij partijpolitiekers niet
thuis hooren en dat die menschen ons
dan alleen kenden als zij daardoor hun
belang konden dienen. Daarom hebben
wij de politiek die vroeger hoofdzaak
was, enkel als bijzaak genomen en heb
ben wij leeren op eigen krachten bou
wen.
De geest van vereeniging en samen
werking in zuivere boeren-organismen
groeide na den oorlog geweldig en als
wij zóó nog luttele jaren mogen voort
doen zullen wij eerlang op eene groote
macht mogen bogen en zullen wij niet
meer als minachten moeten doorgaan.
In den schoot der vrijë boerenvereeni-
gingen zijn samenwerkende maatschap
pijen ontstaan die eene steeds grootere
uitbreiding nemen en op gebied van
samenaankoop en verkoop onbereken
bare voordeelen aan den geheelen boe
renstand geven.
Vroeger nu was de uitbating van den
boerenstiel als een aankoop van vet
ten, voeders, verkoop van vruchten,
dieren enz. in handen van ontelbare
handelaars, firma's en naamlooze maat
schappijen welke op dien handel jaarlijks
millioenen wonnen en er dus rijkelijk op
leefden en er groote rijkdommen kon
den mee vergaren. Door het zelfstandig
optreden der landbouwers zien die men
schen gedurig aan hunnen handel slin
ken en dan ook hunne winsten vermin
deren. Het zal dan zeker niemand ver
wonderen dat de personen die de leiding
van de vroeger handelende organismen
in handen hielden, alles doen wat moge
lijk is om terug dien handel in handen
te kunnen nemen en den goudvisch in
hun vaarwater terug te hengelen,
Laat ons nu in verband met de be
langstelling van tegenwoordig eens het
hoofd achter de schermen steken en van
daar het tooneel gadeslaan.
Dezen die vroeger in landbouwwaren
handel dreven op groote schaal, aan het
hoofd stonden van die groote firma's
welke zich met aan- en verkoop van
landbouw-artikelen ophielden, zijn mees
tal vooraanstaande politiekers uit deze
of gene partij.
Het zelfstandig handelend optreden
der tegenwoordige boerenbonden deed
de tusschenhandelaars veel schade en
dreigt hun handel heelemaal te niet te
doen. Buiten alle politieke konkelfoes
wisten de boeren zich eene macht te
vormen en nog gaan zij steeds vooruit
op dien weg, zoodat zij zich de toekomst
veel schooner mogen voorstellen.
En hier treedt de diplomatie weerom
op in hare heimelijke handelingen.
De groote bazen uit de politieke we
reld zijn gaan inzien dat die domme
boeren zich om hen in niets meer
schijnen te bekommeren en zoo maar
langsom meer hun eigen gangen gaan.
Maar de groote bazen zien daardoor
hunne maatschappelijke als stoffelijke
positie sterk benadeeligd, ja zij voelen
zelf dat zij niet eeuwig zullen kunnen
tronen op de domheid van ons volk en
daar zijn zij nu met honig om ons weer
aan 't lijntje te krijgen.
Heel behoedzaam zullen zij onze
goedgeloovigheid trachten uit te baten.
Aan heel de wereld zullen zij bekend
maken dat ook wij menschen zijn en dat
de Staat in zijn eigen belang, eene wijze
beschermende landbouwpolitiek volgen
moet.
Zelf zullen zij een tijd lang hun uiter
ste best doen om ons zelf te doen geloo-
ven dat zij het ernstig meenen en dat wij
nu eens de beste verdedigers aan d'hand
hebben. Zulks totdat zij onze vrije krach
ten van tegenwoordig weer hebben ont
zenuwd en wij weer aan hunne veilige
hoede zijn toevertrouwd.
Hoe veilig zij ons kunnen in "doekjes,,
doen, zullen wij een volgende maal eens
klaar aantoonen.
HARD LABOUR.
Samenwerkende Maatschappij
van ZONDAG 6 MEI 1923.
Met algemeene stemmen is de voor
gestelde kapitaatéverhooging goedge
keurd.
Wij geven hieronder de daartoe aan
genomen schikkingen
a) de leden die een spaarboekje bezit
ten van onze Spaar- en Leenbank zullen
vooraf op de verhooging mogen in
schrijven met den helft van het bedrag
van 't boekje, voor alle meerdere som
men die zij willen inschrijven staan ze
gelijk aan de andere leden
b) de inschrijvingen mogen gedaan
worden zonder beperking van bedrag,
doch in geval er te veel zou ingeschre
ven worden zal het Bestuur gemach
tigd zijn de grootste sommen te vermin
deren
c) mogen inschrijven al de leden en
medewerkers van den bond R. U. Z.
onverschillig of ze reeds deelgenoot zijn
of niet
d) de inschrijvingen zijn open tot 6
Juni a. s.de stortingen mogen gedaan
worden naar keus ofwel het volledig
bedrag vóór 1 Juli, of zooniet, den helft
van het bedrag vóór 1 Juli en de rest
vóór 30 September. Het bestuur der
maatschappij bekomt machtiging om
desgevallend hieraan uitzonderingen toe
te laten
e) de stortingen die gedaan worden
vóór 15 Juni, zullen geschieden op onze
Spaar- en Leenbank en zullen interest
opbrengen aan 3,60 °/o tot 1 Juli van af
16 Mei indien de storting geschiedt vóór
dien datum 1 Juni indien de storting
geschiedt tusschen 15en31 Mei: lójuni
indien de storting geschiedt tusschen
31 Mei en 15 Juni
f) de plaatselijke schrijvers mogen de
inschrijvingen en stortingen aanvaarden
indien de aanvraag er van gedaan
wordt
g) In Juni of Juli 1924 zal er eene alge
meene vergadering gehouden worden
om te beslissen of en wanneer de nieuwe
aandeelen zullen gelijk gesteld worden
met de stichters-aandeelen.
De Voorzitter,
B. Schockaert.
De Bestuurder,
O. Caudron.
Is me dat een hondenweer geweest.
Gelukkiglijk dat we 't gauw vergeten
hebben eens dat het achter den rug is en
dat vader koekoek daar is om ons beter
weder aan te kondigen. Opdat ge van
mij niet zoudet zeggen dat het altijd koe
koek eenen zang is wil ik wel vandaag
een en ander vertellen uit het leven van
dien raren vogel.
Aangenaam is zijn gezang wel niet en
toch hooren we 't zoo graag omdat 't
zoo machtig is en omdat het ons beter
weder voorspelt. Machtig is het inder
daad en wanneer hij met vollen gorgel
zingt, iets wat hij gewoonlijk doet, kan
men het uren wijd in 't ronde hooren.
Ge moogt toch niet denken dat hij uit
sluitend-zoo krachtig zingt, opdat wij
menschen het zouden hooren. Wij ver
tellen er immers niet veel goeds van, 't is
altijd koekoek eenen zang, zeggen we,
maar zij, zijn wijfje, die soms verre van
hem verwijderd is, zij moet het hooren,
hij heeft haar iets te vertellen. Inderdaad
er zijn daar zooeven twee jonge meisjes
door het bosch gegaan, die kwaad van
hem spuwden en zeggen dierven Hoor,
daar zit dat leelijke beest, dat dezen
Winter, mijn vrijer zijn mooiste duiven-
jongen is komen weghalen. Zie, dat
was te veel, dat kon hij over zijn hart
niet krijgen, hij kon het niet verkroppen
en zette zijn keel nog wijder open, omdat
zijn wijfje 't toch zou hooren. Zij immers
was zijn troost in zijn oude dagen en hij
had ook reeds menigmaal ondervonden
dat de smart verzacht, als men ze aan
anderen kan mededeelen. Ze moet druk
aan haar werk zijn, dacht hij, dat ze zoo
lang op haar laat wachten.
Waarom ook heeft de Schepper ons
zoo'n hongerige maag gegeven, dat we
den tijd niet vinden kunnen om eens op
ons gemak met elkander te kouten, Ah
wisten de menschen slechts dat we zoo
veel ontelbaar veel insecten verslinden,
bijzonderlijk rupsen dan nog die langha
rige die van geen enkelen anderen vogel
gegeerd worden en zooveel schade doen
in de bosschen. Ah moesten mijn wijf
en ik er de wacht niet op houden wat
zouden hunne thans zoo lommerrijke en
weelderige bosschen er kaal en droef
uitzien. Konden ze maar eens binnen in
onze maag kijken, ze zouden denken dat
ze met een pels gevoederd is, zooveel
haren zouden ze er in vinden.
Maar waarom blijven die jonge meis
jes daar staan en tellen ze zoo op hun
vingers als ik aan 't roepen ben. Weeral
een geheim dat ik niet vinden kan, en ze
lachen en schertsen er om, 't moet dus
wel iets aangenaams zijn dat ze te ver
tellen hebben, 't Is raadselachtig.
Loop naar den duivel met al uw ge
heimen daar is mijn wijfje, riep vader
koekoek, en na dat ze elkander eens lek
ker gekust hadden zetten ze zich op hun
gemak aan 't praten.
Wat hebt ge nu weeral gedaan, uw
oog is nog vochtig. G'hebt geweend.
Verdrijf die muizennesten uit het hoofd
man of vertel me liever wat er u zoo al
op 't harte ligt.
Ach vrouwken lief, sprak vader koe
koek, we rijden weer zoo aardig op de
tong. Gelooft ge dat daar zooeven twee
jonge meisjes zijn voorbijgegaan en zeg
den als ze mij op u hoorden roepen
Hoor dat leelijke beest, dat verleden
Winter mijn vrijer zijn twee mooiste
euivenjongen is komen weghalen
Och man, dat ge niet schoon zijt, dat
weet ge toch ook, maar daar kunt gij
voorzeker niets aandoen, 't is dat de
Schepper het zoo gewild heeft en daar
bij als ik met u tevreden ben en gij met
mij dan hebben we beiden een gelukkig
en aangenaam leven. Nu, dat we duiven-
jongen weghalen en dat nog in den
Winten als we honderden uren van hier
zitten dat is gelogen 't waren toch ook
jonge meisjes, man, en die hebben zich
van hun vrijer iets laten wijs maken
evenals nog vele andere zaken misschien.
!'t Is zeker wreed van misdaad beschul
digd te worden als men gansch onplich-
tig is.
Maar indien het nu waarlijk eens ernst
was en dat de menschen er ons om wil
den dan ware ons lot toch niet te benij
den. Wat zullen ze niet al doen om ons
te verdelgen en tot den laatsten uit te
roeien. Gedurende de vier maanden
dat we hier verblijven doen we niets
anders dan goed aan den landbouw tot
groot voordeel van den ondankbaren
i
MBL